Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 december 2009
gepubliceerd op 20 januari 2010

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies

bron
waalse overheidsdienst
numac
2010027002
pub.
20/01/2010
prom.
10/12/2009
ELI
eli/besluit/2009/12/10/2010027002/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 DECEMBER 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 april 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 10 december 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 84, § 1, eerste lid, 1°;

Gelet op het advies 46.926/4 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies;2° Minister : de Minister bevoegd voor Gezondheid;3° Regeringsdiensten : het Operationeel Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen, Sociale Actie en Gezondheid;4° dienst : de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bedoeld in artikel 3 van het decreet;5° referentiecentrum : het referentiecentrum bedoeld in artikel 81 van het decreet;6° dienstproject : het project inzake dienst voor geestelijke gezondheidszorg bedoeld in artikel 4 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Erkenningsvoorwaarden voor de diensten voor geestelijke gezondheidszorg Afdeling 1. - Project inzake dienst voor geestelijke gezondheidszorg

Art. 3.De dienst werkt een dienstproject uit, waarvan de inhoud aangepast wordt op grond van het in bijlage 1 bedoelde model.

Wanneer de dienst uit meer dan één team bestaat of wanneer hij een specifiek initiatief of een therapeutische club ontwikkelt, omvat het dienstproject teaminterne gedeelten, waarbij het in artikel 4, derde lid, 1°, van het decreet bedoelde deel gemeenschappelijk kan zijn.

In het kader van de opdracht inzake steunverlening bedoeld in artikel 82, § 1, van het decreet staat het referentiecentrum het geheel van de diensten bij in de uitwerking en bijwerking van het dienstproject door een uitwisseling van informatie, van gegevens en van het methodologische uitgangspunt.

Elke dienst kan om een steun bij het referentiecentrum verzoeken om zijn eerste dienstproject uit te werken en om de tot eerste autoevaluatie ervan over te gaan.

De aanvraag om individuele steunverlening wordt schriftelijk aan het referentiecentrum gericht en ter informatie aan de Regeringsdiensten overgemaakt.

Art. 4.De verspreiding van de beschikbare informatiebronnen inzake sociodemografie of gezondheid bij de diensten voor geestelijke gezondheidszorg wordt door de Regeringsdiensten georganiseerd telkens als nieuwe gegevens die hen rechtstreeks of onrechtstreeks betreffen, beschikbaar zijn.

Daartoe kunnen de Regeringsdiensten een beroep doen op de medewerking van de erkende referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg.

Art. 5.De dienst voor geestelijke gezondheidszorg die wenst een wijziging van zijn erkenning, van de erkenning van een specifiek initiatief, van een therapeutische club of de toewijzing van aanvullende functies te krijgen, dient een aanvraag overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van het decreet in, waarbij hij een bijwerking van zijn dienstproject voegt. Afdeling 2. - Overeenkomst betreffende de continuïteit van de

zorgverlening

Art. 6.De in artikel 6 van het decreet bedoelde overeenkomst bevat minstens : 1° de identificatie van de partijen;2° het doel, de uurregeling en de frequentie van de prestatie;3° de plaats van de prestatie;4° de verplichtingen van de partijen, waaronder die betreffende de uitgevoerde communicatiemodaliteiten, de continuïteit van de zorgverlening, de uitwisseling van de voor de tenlasteneming nuttige informatie;5° het principe van de naleving van het decreet en van de bepalingen die overeenkomstig laatstgenoemde worden genomen;6° de duur van de overeenkomst;7° de voorwaarden voor de opzegging van de overeenkomst;8° de bevoegde instanties in geval van geschil. Een model van overeenkomst wordt na overleg met de diensten voor geestelijke gezondheidszorg door de Minister bepaald binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit. Afdeling 3. - Multidisciplinair overleg

Art. 7.Het in artikel 8 van het decreet bedoelde multidisciplinaire overleg vindt minstens één keer per week plaats binnen het multidisciplinaire team van het specifieke initiatief, van de therapeutische club of van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg volgens de behoeften van de gebruiker.

Het overleg heeft minstens betrekking op de volgende aspecten : 1° elke aanvraag die recentelijk ingediend is, onderzoeken;2° binnen het multidisciplinaire team de interveniënt(en) identificeren die op die aanvragen zullen kunnen inspelen en, in voorkomend geval, de persoon die de verbindingsfunctie waarneemt;3° over de begeleiding of de eventuele doorverwijzing van de aanvraag naar een beter aangepaste dienst beslissen;4° de diagnostiek, de ontwikkeling van de behandeling of elk ander probleem bespreken op verzoek van één van de leden van het team;5° elk gemeenschappelijke externe project onderzoeken dat de opdrachten van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg zoals bepaald in artikel 3 van het decreet vervult. Het overleg maakt het voorwerp uit van een agenda die vóór het houden ervan wordt bepaald en die overgemaakt wordt aan de personeelsleden die eraan deelnemen, en van notulen volgens de modaliteiten bedoeld in het dienstproject.

Art. 8.Het multidisciplinaire kwartaaloverleg maakt het voorwerp uit van een jaarlijkse planning, van een oproeping, waarin een agenda wordt vermeld, en van een proces-verbaal dat aan alle personeelsleden van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt overgemaakt volgens de modaliteiten bedoeld in het dienstproject.

De daaruit voortvloeiende beslissingen worden binnen hoogstens één maand aan de personeelsleden medegedeeld.

Art. 9.De notulen van de wekelijkse en driemaandelijkse overlegvergaderingen worden tijdens vijf jaar bewaard volgens de in het dienstproject bedoelde modaliteiten. Afdeling 4. - Expertisen

Art. 10.De in artikel 14 van het decreet bedoelde expertisen behoren tot de volgende categorieën : 1° de balans bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;2° het verslag betreffende de inschrijving van een kind in het buitengewoon onderwijs overeenkomstig de artikelen 5 en 12 van de wet van 6 juli 1970 betreffende het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs;3° het advies en het verslag bedoeld in artikel 9 van het samenwerkingsakkoord van 8 oktober 1998 inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik;4° de multidisciplinaire balansen die uitgevoerd worden op verzoek van diensten voor hulpverlening aan de jeugd en van diensten voor de jeugdbescherming bedoeld in het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd. Afdeling 5. - Werk in netwerkverbanden en institutioneel overleg

Art. 11.Naar gelang van de behoeften van de gebruiker kunnen met name deel uitmaken van het in artikel 15 van het decreet bedoelde net : Inzake gezondheid : 1° de gezondheidsvoorzieningen bedoeld in de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1987 en die bedoeld in de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;2° teleonthaalcentra bedoeld in het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van en voor toekenning van toelagen aan de centra voor teleonthaal voor personen in psychologische crisistoestand;3° de centra voor coördinatie van thuisverzorging en thuisdiensten bedoeld in het decreet van 19 juni 1989 houdende organisatie van de erkenning en de toekenning van toelagen aan de centra voor coördinatie van thuisverzorging en thuisdiensten;4° de geïntegreerde gezondheidsverenigingen die erkend worden op grond van het decreet van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen;5° de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen bedoeld in het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen;6° de huisartsenkringen bedoeld in het koninklijk besluit van 8 juli 2002;7° de centra voor functionele heraanpassing die een overeenkomst met het RIZIV gesloten hebben; Inzake beleid ten gunste van het gezin : 1° De diensten voor gezins- en bejaardenhulp bedoeld in het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan die diensten;2° de centra voor levens- en gezinsvragen bedoeld in het decreet van 18 juli 1997 betreffende de centra voor levens- en gezinsvragen;3° de ontmoetingsruimten erkend overeenkomstig het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten "Espaces-Rencontres" (Ontmoetingsruimten); Inzake sociale actie : 1° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bedoeld in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;2° de instellingen voor schuldbemiddelingen bedoeld in het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling;3° de op grond van het decreet van 18 juli 2001 betreffende de hulpverlening aan rechtsonderhorigen erkende diensten;4° de sociale contactpunten bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de sociale contactpunten;5° de diensten voor sociale insluiting bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor sociale insluiting;6° de op grond van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen erkende diensten; Inzake beleid ten gunste van de gehandicapte personen : - de op grond van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen erkende diensten;

Inzake beleid ten gunste van de vreemdelingen of van de personen van buitenlandse herkomst : - de op grond van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst erkende diensten;

Inzake beleid ten gunste van de bejaarden : 1° de op grond van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de derde leeftijd) erkende diensten;2° de instelling belast met de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen overeenkomstig het decreet van 3 juli 2008 betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen; Inzake beleid ten gunste van het kinderwelzijn, het onderwijs en de hulpverlening aan de jeugd : - de diensten georganiseerd of erkend door de Regering van de Franse Gemeenschap in die aangelegenheden.

Art. 12.In het kader van het institutionele overleg sluit de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bij voorrang minstens één overeenkomst met de volgende instellingen : 1° een psychiatrisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis dat een dienst psychiatrie alsmede een initiatief inzake beschermd wonen organiseert, en een psychiatrisch verzorgingstehuis zoals bedoeld in de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1987 en bedoeld in de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, waarvan de bedrijfszetel opgenomen is op het grondgebied van de vereniging bedoeld in artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, die hierna « overlegplatform voor geestelijke gezondheidszorg » genoemd wordt op het grondgebied waarvan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg zijn activiteit als hoofdberoep uitoefent;2° het overlegplatform voor geestelijke gezondheidszorg waarin hij zijn activiteit als hoofdberoep uitoefent. Afdeling 6. - Multidisciplinair team

Art. 13.De procedure voor de indiening van de aanvraag om toekenning van een aanvullende functie wordt overeenkomstig de modaliteiten bedoeld in de artikelen 33 en volgende van dit besluit uitgevoerd.

De aanvraag bepaalt de aard van de aangevraagde aanvullende functie en rechtvaardigt haar belang via een bijwerking van het project inzake dienst voor geestelijke gezondheidszorg.

Art. 14.Naast de gebieden bedoeld in artikel 19, § 2, tweede lid, van het decreet behoren de aanvullende functies die in het kader van de therapeutische clubs aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg worden verleend, tot de volgende gebieden : 1° de artistieke expressie;2° het hotelwezen;3° de lichamelijke opvoeding en de sport.

Art. 15.§ 1. De psychiatrische functie wordt uitgeoefend door een arts erkend als specialist in de psychiatrie, neuropsychiatrie of kinder- en jeugdpsychiatrie.

De psychologische functie wordt uitgeoefend door een persoon die zich op de titel van psycholoog kan beroepen, overeenkomstig de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog.

De sociale functie wordt uitgeoefend door een persoon die houder is van een diploma van ofwel maatschappelijk assistent, ofwel maatschappelijk verpleger of in de gemeenschappelijke gezondheid, gegradueerde of bachelor.

De administratieve functie wordt uitgeoefend door een persoon die houder is van een diploma van het hoger secundair onderwijs. § 2. De werknemers die aanvullende functies uitoefenen en van wie de bezoldiging gedekt kan worden door de toelagen, moeten beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs of van het hoger niet-universitair onderwijs of van het universitair onderwijs dat hierna wordt bepaald : 1° doctorsgraad in de genees-, heel- en verloskunde;in dit geval moet de persoon begonnen zijn met het lopen van de stage specialisatie in de psychiatrie of kinder- en jeudgpschychiatrie; 2° licentie of master in de logopedie, kinesitherapie of criminologie;3° graduaat of bachelor in de verpleegkunde met specialisatie in de psychiatrie of in de sociale wetenschappen;4° graduaat of bachelor in de logopedie, kinesitherapie of ergotherapie;5° graduaat of bachelor in de psychologie;6° paramedisch graduaat of post-graduaat in de psychomotoriek;7° graduaat of bachelor als gespecialiseerde opvoeder.

Art. 16.§ 1. De inrichtende macht zorgt ervoor dat het geheel van zijn werknemers op gelijkwaardige wijze aan de in artikel 20 van het decreet bedoelde bijscholingsactiviteiten deelnemen.

De bijscholingsactiviteiten moeten bij de beroepsvorming behoren; ze mogen zich in geen geval beperken tot enkel de deelname aan colloquia.

De deelname aan de activiteiten van het erkende referentiecentrum wordt gelijkgesteld met de bijscholingsactiviteit. § 2. De diensten delen één keer per jaar uiterlijk voor 31 maart de bijscholingsactiviteiten die tijdens het afgelopen werkingsjaar door elke werknemer worden gevolgd, aan de Regeringsdiensten mede.

Bij gebrek aan attest afgegeven door de organisator bevat de voor elke werknemer medegedeelde informatie de identificatie van de organisator, de duur van de activiteit en de inhoud van de bijscholingsactiviteit.

Art. 17.De inlichtingen betreffende de samenstelling van het personeel en haar wijzigingen worden eerst of binnen één maand waarin ze plaatshebben, aan de Regeringsdiensten overgemaakt samen met de attesten, waarbij de anciënniteit die voor de toelage in aanmerking kan worden genomen, kan worden bepaald, een afschrift van het contract of van het aanhangsel bij het contract, een afschrift van het diploma of van de gekregen gelijkwaardigheid en, voor de artsen en psychiaters, een afschrift van de erkenning.

De later gekregen wijzigingen worden voor het volgende werkingsjaar in overweging genomen.

De Minister bepaalt het in te vullen formulier om de inlichtingen en de wijzigingen betreffende de samenstelling van het personeel mede te delen.

Hij kan de leidend ambtenaar van de Regeringsdiensten belast met de diensten voor geestelijke gezondheidszorg machtigen om de wijzigingen in de samenstelling van het personeel goed te keuren.

Art. 18.De administratief directeur is verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer voor de inrichtende macht.

Op administratief en technisch vlak coördineert hij de activiteiten van de personeelsleden en zorgt hij voor de uitvoering van het dienstproject.

Die taken hebben met name betrekking op de volgende aspecten : 1° de organisatie van het onthaal, van de beantwoording van de aanvraag, van de bijkomende activiteiten en van het werk in netverbanden;2° de controle op de prestaties van de personeelsleden en van de uitvoering van de met de zelfstandige dienstverleners gesloten overeenkomsten;3° de inning van de honoraria en de betalingen betreffende de bijkomende activiteiten met een gemeenschappelijk karakter;4° het houden van de individuele dossiers van de gebruikers en de naleving van de bepalingen betreffende de toegang van de gebruikers tot hun dossier, het bewaren en de veiligheid van de archieven;5° de deelname aan de adviesraad;6° de organisatie van de verzameling van socio-epidemiologische gegevens en van hun anonimisering;7° de toegankelijkheid van de dienst;8° het krijgen en de naleving van de wettelijke of reglementaire machtigingen;9° de boekhouding;10° de naleving van de vormen en termijnen gebonden aan de toepassing van het decreet en van dit besluit.

Art. 19.Zodra ze aangewezen worden en uiterlijk binnen een termijn van één maand of in geval van wijziging van die aanwijzing, maakt de inrichtende macht de identiteit van de administratief directeur en van de therapeutisch directeur aan de Regeringsdiensten over. Afdeling 7. - Prestaties van de teamleden

Art. 20.Het aantal arbeidsplaatsen overeenstemmend met de onthaal- en secretariaatsfunctie wordt volgens de volgende vordering toegewezen aan : 1° een voltijds equivalent voor een dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan het totale aantal voltijdse equivalenten lager is dan 7,2 voltijdse equivalenten;2° een anderhalf voltijds equivalent voor een dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan het totale aantal voltijdse equivalenten tussen 7,2 en 9 voltijdse equivalenten schommelt;2° twee voltijdse equivalenten voor een dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan het totale aantal voltijdse equivalenten hoger is dan 9 voltijdse equivalenten.

Art. 21.Het aantal arbeidsplaatsen overeenstemmend met de sociale functie is minstens gelijk aan een halftijdse arbeidsplaats per basisteam dat tot de dienst voor geestelijke gezondheidszorg behoort.

Art. 22.§ 1. De in artikel 31 van het decreet bedoelde samenwerkingsovereenkomst wordt voor akkoord aan de Regeringsdiensten overgemaakt binnen één maand voor de inwerkingtreding ervan.

Ontvangst daarvan wordt binnen tien dagen bericht. § 2. De Minister bepaalt een model van samenwerkingsovereenkomst tussen de zelfstandige dienstverleners die een activiteit binnen een dienst voor geestelijke gezondheidszorg uitoefenen en de inrichtende macht van deze dienst. Afdeling 8. - Individueel dossier van de gebruiker

Art. 23.Het individuele dossier van de gebruiker omvat minstens de volgende administratieve gegevens : 1° de personalia van de gebruiker, waaronder de naam, de voornaam, de plaats en de geboortedatum, de burgerlijke stand, de nationaliteit, het adres en het telefoonnummer;2° de identificatie van het ziekenfonds waarbij de gebruiker is aangesloten;3° de identificatie van de algemeen geneesheer of een specialist aangewezen door de gebruiker;4° de identificatie van het personeelslid dat de verbindingsfunctie waarneemt, in voorkomend geval;5° de identificatie van de leden van het net, waaronder het lid dat verantwoordelijk is voor de doorverwijzing naar de dienst;6° de data en aarden van de prestaties alsmede de identificatie van de dienstverlener of van het betrokken personeelslid;7° het bewijs van de betaling van de prestaties of van de vrijstelling;8° de gegevensfiche bestemd voor de verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens;9° de documenten waarvan sprake in de artikelen 32 en volgende van het decreet. Afdeling 9. - Verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens

Art. 24.De sociaal-epidemiologische gegevens die het voorwerp uitmaken van een verzameling zijn minstens en, voor elke gebruiker, de volgende : 1° de leeftijd;2° het geslacht;3° de burgerlijke stand;4° de nationaliteit;5° de moedertaal;6° de levensstijl;7° het schoolbezoek;8° de beroepscategorie;9° de hoofdzakelijke inkomensbron;10° de bestaansmiddelen van de gebruiker;11° als de gebruiker minderjarig is, het aantal kinderen die op de wettelijke woonplaats van de gebruiker wonen;12° de bereikbaarheidsomtrek van de dienst;13° de aard en de oorsprong van het initiatief;14° de vroegere opnames;15° de aard van de aanvraag van de gebruiker;16° de bij de eerste beoordeling voorgestelde redenen;17° de pathologie die voornamelijk aan het einde van een door de Minister bepaalde aantal raadplegingen ontdekt is;18° het voorstel tot tenlasteneming;19° het netwerk.

Art. 25.De Minister zorgt voor de verzameling van de gegevens zodat de anonimiteit, de duurzaamheid en het gebruik ervan door de diensten zelf met name in het kader van het dienstproject worden verzekerd.

Hij maakt een synthese van de gegevens bekend opdat elke dienst ten opzichte van het geheel van de diensten zouden kunnen verwijzen. Afdeling 10. - Toegankelijkheid en infrastructuur

Art. 26.§ 1. De informatie betreffende de buitengewone sluiting van de dienst bedoeld in artikel 47 van het decreet wordt buiten en in de wachtzaal aangeplakt, waarbij de datum/data waarop de dienst gesloten is, duidelijk wordt/worden vermeld.

Die aanplakking vindt minstens acht dagen voor de sluitingsdatum behalve buitengewone omstandigheden plaats. § 2. De informatie wordt binnen dezelfde termijn per e-mail aan de Regeringsdiensten en ter attentie van de daartoe aangewezen ambtenaar medegedeeld, die er ook per e-mail ontvangst van bericht. Afdeling 11. - Boekhouding

Art. 27.Overeenkomstig artikel 48 van het decreet worden de boekhoud- en financiële gegevens aan de Regeringsdiensten medegedeeld uiterlijk op 31 maart van het jaar na het boekjaar waarop ze betrekking hebben.

Die gegevens omvatten de stukken die het gebruik van de toelage in de vorm van originele documenten en van een afschrift rechtvaardigen, de desbetreffende betalingsbewijzen, het afschrift van de driemaandelijkse aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de loonfiches en de fiscale fiches die betrekking hebben op de lonen en de prestaties, de huurovereenkomst in geval van huur van een gebouw en de voor het boekjaar bijgewerkte afschrijvingstabellen.

Art. 28.Het op de diensten voor geestelijke gezondheidszorg toepasselijke boekhoudplan wordt in bijlage 2 vermeld. Afdeling 12. - Gebruiker van de dienst voor geestelijke

gezondheidszorg

Art. 29.Het in artikel 50 van het decreet bedoelde informatiedocument dat aan het begin van elke tenlasteneming aan de gebruiker overgemaakt wordt, omvat minstens de volgende elementen : 1° de personalia van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;2° de vermelding van de erkenning als dienst voor geestelijke gezondheidszorg;3° de personalia van de administratief directeur alsmede de dagen en uren waarop hij kan worden bereikt;4° de aangeboden diensten;5° de financiële bijdrage ten laste van de gebruiker en de voorwaarden voor de toegang tot de kosteloosheid;6° op synthetische wijze, de werkingsbeginselen van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, waaronder de in het kader van de therapeutische praktijken uitgevoerde methodologie;7° de modaliteiten betreffende de toegang tot de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, waaronder de mogelijkheid om na 18 uur of op zaterdagochtend op consult te gaan;8° de modaliteiten betreffende de toegang tot het individuele dossier;9° de wijzen waarop een klacht betreffende de werking van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt ingediend. Er wordt een exemplaar aan de Regeringsdiensten overgemaakt.

Art. 30.§ 1. Het in artikel 53 van het decreet bedoelde maximumtarief bedraagt tien euro per prestatie of per expertise. § 2. Wanneer het om bijkomende activiteiten met een gemeenschappelijk karakter gaat, past de dienst voor geestelijke gezondheidszorg zijn tarief aan zonder dat het hoger mag zijn dan de kostprijs vermeerderd met 15 %.

Het op de bijkomende activiteiten met een gemeenschappelijk karakter toegepaste tarief wordt vermeld in de overeenkomst die de dienst voor geestelijke gezondheidszorg sluit met de dienst die in aanmerking komt voor de bijdrage. HOOFDSTUK III. - Specifieke initiatieven en therapeutische clubs

Art. 31.De oproep tot projecten bedoeld in artikel 55, eerste lid, 2°, van het decreet wordt door de Minister in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, waarbij met name de thematiek, de vormen en termijnen voor de indiening van de aanvraag worden vermeld.

Art. 32.§ 1. Onder het gezag van de administratief directeur van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg past het personeel van het specifieke initiatief of van de therapeutische club zich aan de organisatie van de dienst aan, waarbij het in het bijzonder deelneemt aan de verzameling van de epidemiologische gegevens, aan de uitwerking van het activiteitenverslag, aan de begripsomschrijving, de bijwerking en de beoordeling van het dienstproject.

Het oefent zijn activiteiten uit in het kader van het institutionele overleg van de dienst. § 2. Het personeel voert zijn activiteiten uit onder de verantwoordelijkheid van de therapeutische directie van de dienst, waaraan het de toestanden en hun ontwikkeling voorlegt en de voor de opvolging nodige elementen mededeelt, en richt zich naar de therapeutische adviezen in het kader van de tenlasteneming van de gebruikers. HOOFDSTUK IV. - Procedure betreffende de erkenning van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, van een specifiek initiatief of van een therapeutische club

Art. 33.Naast de elementen bedoeld in artikel 62, vijfde lid, van het decreet omvat de erkenningsaanvraag de identificatie van de inrichtende macht, haar statuut en haar bedrijfsnummer.

Art. 34.§ 1. De aanvraag wordt door alle rechtsmiddelen ingediend, waarbij een vaststaande datum aan de zending wordt verleend.

Wanneer het dossier onvolledig is, vragen de Regeringsdiensten de ontbrekende documenten op.

Deze diensten berichten ontvangst van de erkenningsaanvraag binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van het volledige dossier.

Ze organiseren een inspectie om het dienstproject op participerende wijze te evalueren binnen een termijn van drie maanden vanaf de indiening van het volledige dossier.

De conclusies van de inspectie worden binnen één maand overgemaakt aan de inrichtende macht die over één maand beschikt om ze te beantwoorden.

Na afloop van die termijn maken de Regeringsdiensten het dossier samen met de conclusies van de inspectie en, in voorkomend geval, van het antwoord van de inrichtende macht voor beslissing aan de Minister over.

De Minister beslist over de erkenningsaanvraag binnen een termijn van twee maanden. § 2. De afwijkingsaanvraag bedoeld in de artikelen 57 en 59 van het decreet wordt samen met een plan dat de ligging van de lokalen, de afmetingen ervan vermeldt en de aanvraag rechtvaardigt, op hetzelfde moment als de in de vorige paragraaf bedoelde erkenningsaanvraag ingediend.

Art. 35.De wijzigingen die binnen de dienst, het specifieke initiatief of de therapeutische club verricht zijn en die betrekking hebben op de in de hoofdstukken III en IV van het decreet bedoelde erkenningsvoorwaarden, worden ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd volgens dezelfde procedure en onder voorbehoud van de noodzaak van een inspectiebezoek.

De Minister kan de leidend ambtenaar van de Regeringsdiensten belast met de diensten voor geestelijke gezondheidszorg machtigen om de wijzigingen bedoeld in het vorige lid goed te keuren als de toewijzing van de uren per functie tijdelijk voor een periode korter dan of gelijk aan één jaar moet worden gewijzigd en als die tijdelijke wijziging geen bijkomende uitgave met zich meebrengt.

Art. 36.Het document tot toekenning van de erkenning aan de dienst identificeert de functies al naar gelang ze bij het in artikel 19, § 1, bedoelde team of aanvullende functies bedoeld in artikel 19, § 2, van het decreet behoren en al naar gelang ze toegewezen kunnen worden aan een houder van een diploma van het hoger secundair onderwijs, van het hoger niet-universitair onderwijs of van het hoger universitair onderwijs.

Art. 37.Wanneer de Regeringsdiensten een niet-naleving van de normen bepaald bij of krachtens het decreet vaststellen, delen ze door alle middelen, waarbij een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, de aard van de niet-naleving alsmede de termijn voor het in overeenstemming brengen aan de inrichtende macht mede.

Na afloop van die termijn leggen ze in voorkomend geval een voorstel tot schorsing of intrekking van de erkenning voor, die ze aan de inrichtende macht mededelen.

Laatstgenoemde wordt voor een verhoor opgeroepen om haar argumenten te laten gelden. Ze kan zich laten bijstaan door een raadsheer van haar keuze en toegang hebben tot de volledige gegevens die haar betreffen.

Een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, wordt opgesteld en overgemaakt aan de inrichtende macht die over 15 dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt.

De Minister beslist over het voorstel tot schorsing of intrekking binnen een termijn van twee maanden.

Art. 38.In geval van schorsing van de erkenning moet de inrichtende macht de Regeringsdiensten mededelen dat ze zich met de erkenningsvoorwaarden in overeenstemming heeft gebracht.

De inspectie stelt de gegrondheid van het in overeenstemming brengen vast.

Op gunstig advies van de inspectie wordt de schorsing opgeheven door de Minister vanaf de datum van kennisgeving van het in overeenstemming brengen ervan.

Art. 39.De in artikel 63, § 1, eerste lid, van het decreet bedoelde termijn wordt bepaald op negen maanden te rekenen van de kennisgeving van de erkenning. HOOFDSTUK V. - Toekenning van de toelagen aan de diensten voor geestelijke gezondheidszorg Afdeling 1. - Personeelsuitgaven

Art. 40.De bruto bezoldigingen die in aanmerking komen voor de toelagen, zijn niet hoger dan de in bijlage III bepaalde loonschalen naar gelang van de hoeveelheid prestaties vastgesteld in de erkenning en de anciënniteit van de personeelsleden zoals erkend overeenkomstig dit besluit.

Art. 41.De in artikel 67 van het decreet bedoelde overwogen anciënniteit stemt overeen met de leeftijd van de ononderbroken verhouding tussen de werkgever en de bediende.

Ze wordt berekend als volgt : 1° de vroeger verleende daadwerkelijke diensten worden in aanmerking genomen voor zover ze overeenstemmen met dezelfde functie als die uitgeoefend binnen de dienst voor geestelijke gezondheidszorg en voor zover de functie uitgeoefend is in een dienst of instelling uit het verenigingsleven of van de openbare sector die een gemeenschappelijke behoefte, een behoefte van algemeen of plaatselijk belang vervult en die georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de Europese Unie, door een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, de federale Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de provincies, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen van gemeenten of elke andere instelling die ressorteert onder een inrichting ondergeschikt aan een provincie of een gemeente;2° voor de psychiatrische functie wordt de anciënniteit berekend met inbegrip van vijf jaar voorafgaand aan de erkenning als psychiater;3° de vroegere prestaties die onder het statuut van zelfstandige uitgeoefend worden, worden in aanmerking genomen voor zover ze uitgeoefend zijn in het kader van een overeenkomst met een derde en voor zover de overeenkomst die de zelfstandige en die derde verbond, de functie, het begin en het einde van de overeenkomst, het uurvolume vermeldt en voor zover ze uitgeoefend zijn in een dienst of een instelling uit het verenigingsleven of van de openbare sector die een gemeenschappelijke behoefte, een behoefte van algemeen of plaatselijk belang vervult en die georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de Europese Unie, door een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, de federale Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de provincies, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen van gemeenten of elke andere instelling die ressorteert onder een inrichting ondergeschikt aan een provincie of een gemeente. De aldus berekende anciënniteit wordt voor het lopende werkingsjaar in aanmerking genomen daar de attesten aan de Regeringsdiensten medegedeeld zijn binnen de maand van het in functie treden van het personeelslid.

Art. 42.De volgende personeelsuitgaven kunnen gedekt worden door de toelagen binnen de perken van de aan de werkgevers opgelegde verplichtingen : 1° de ongemakkelijke uren;2° de eindejaarspremie en het vakantiegeld beperkt volgens de regels toepasselijk op de personeelsleden van de Regeringsdiensten;3° het vertrekvakantiegeld;4° de haard- en standplaatstoelage;5° de sociale werkgeversbijdragen;6° de reiskosten tussen de woonplaats en de werkplaats voor zover de werknemer het openbaar vervoer gebruikt volgens de regels toepasselijk op de personeelsleden van de Regeringsdiensten;7° de wettelijke verzekering;8° de arbeidsgeneeskunde.

Art. 43.Wanneer het personeelslid een verlof wegens ziekte bekomt, kunnen de personeelsuitgaven gedekt worden door de toelagen als de betrokken werknemer vervangen wordt aan het einde van de eerste maand van het ziekteverlof.

De toelage wordt toegekend aan het personeelslid dat hem vervangt. Afdeling 2. - Werkingskosten

Art. 44.De in artikel 68 van het decreet bedoelde werkingskosten worden bepaald op euro 14.870 per jaar en per zetel.

Art. 45.De volgende werkingskosten kunnen gedekt worden door de toelagen : 1° de reis- en parkeerkosten in België ten belope van de bedragen toegekend aan de personeelsleden van de Regeringsdiensten voor zover het doel van de verplaatsing duidelijk vermeld wordt en voor ze het voorwerp uitmaken van een ritblad;2° de kosten gebonden aan telefoon- en internetverbindingen en -verbruik;3° de kantoorkosten waarvan de aard door de Minister wordt bepaald;4° de aankoop van materieel voor een bedrag waarvan het maximum door de Minister wordt bepaald en voor zover het gebruik ervan gebonden is aan de uitoefening van de opdrachten;5° de kosten voor het huren van een gebouw of een gebouwgedeelte, met inbegrip van de desbetreffende huurkosten voor zover ze voortvloeien uit een huurovereenkomst in goede en behoorlijke vorm. Als het gebouw voor andere activiteiten dient dan welke die gefinancierd worden door de toelage, moeten de lasten verdeeld worden ofwel naar gelang van de gebruikstijd voor de gefinancierde activiteit, ofwel naar gelang van de voor die activiteit vereiste oppervlakte; 6° de kosten voor de inschrijving op colloquia of vormingen, de reis- en verblijfkosten toegekend op dezelfde grond als die toegekend aan de personeelsleden van de Regeringsdiensten;7° wanneer de kosten van het colloquium of van de vorming hoger zijn dan vijfhonderd euro of wanneer het colloquium of de vorming in het buitenland plaatsvindt, moet de voorafgaande toestemming van de Regeringsdiensten aangevraagd worden en vergezeld gaan van het programma en van een specifieke begroting om in aanmerking te worden genomen;8° de diverse belastingen;9° de honorariakosten voor zover het doel, de datum, de periodiciteit van de bedoelde prestatie duidelijk vermeld worden;10° de kosten voor het drukken en de overmaking van het informatiedocument bedoeld in artikel 50 van het decreet of van elk andere document bestemd voor het publiek of de leden van het net;11° de bankintresten wanneer de voorschotten na de termijnen bedoeld in artikel 73, § 1, derde lid, van het decreet betaald worden.

Art. 46.§ 1. Naast de werkingskosten bedoeld in artikel 45 van dit besluit komt de afschrijving van goederen van patrimoniaal soort die een geraamde gebruiksduur van meer dan één jaar hebben, in aanmerking voor de toelage als werkingskosten en wordt ze berekend volgens de volgende regels : 1° tien jaar voor het meubilair;2° vijf jaar voor het bureaumaterieel;3° drie jaar voor de informaticasoftware. De aanvraag wordt gerechtvaardigd en voor de aankoop samen met het gekozen aanbod ingediend, op straffe van niet overweging van de uitgave.

Bij gebrek aan antwoord van de Regeringsdiensten binnen één maand van het bericht van ontvangst van de aanvraag wordt ze geacht aangenomen te zijn. § 2. Het afschrijvingsplan wordt slechts in aanmerking genomen als het in de boekhouding vermeld staat. Zoniet wordt de aankoop van materieel van de toelage uitgesloten.

Art. 47.Worden in geen geval gedekt door de werkingskosten : 1° de taxikosten;2° de eet-, drank- en restaurantkosten;3° de uitgaven verricht in de vorm van een forfaitair bedrag zonder detail van de prestaties;4° de aankoop van onroerende goederen en van voertuigen;5° de vertegenwoordigingskosten.

Art. 48.De in artikel 70 van het decreet bedoelde overeenkomst van zelfstandige gesloten tussen de inrichtende macht en een zelfstandige dienstverlener omvat minstens de volgende bepalingen : 1° de identificatie van de partijen;2° het doel, de uurregeling en de frequentie van de prestatie;3° de plaats van de prestatie;4° de verplichtingen gebonden aan het gebruik van de algemene diensten en van de lokalen;5° het principe van de naleving van het decreet en van de bepalingen die overeenkomstig laatstgenoemde worden genomen;6° de modaliteiten van de deelname aan het multidisciplinaire overleg;7° de duur van de overeenkomst;8° de voorwaarden voor de opzegging van de overeenkomst;9° de bevoegde instanties in geval van geschil.

Art. 49.§ 1. Als het tijdens de verificatie van de bewijsstukken blijkt dat documenten onvolledig of ontbrekend zijn, delen de Regeringsdiensten het aan de dienst mede die over tien dagen beschikt om dat te verhelpen.

Na afloop van die termijn en bij gebrek aan antwoord wordt de verificatie van het dossier als dusdanig voortgezet. § 2. Wanneer de Regeringsdiensten het onderzoek van de stukken die het gebruik van de toelage rechtvaardigen, beëindigd hebben, maken ze er de conclusies van aan de inrichtende macht over, die over vijftien dagen na de zending beschikt om zijn opmerkingen mede te delen.

Na onderzoek van die opmerkingen betekenen de Regeringsdiensten de beslissing aan de dienst met vermelding van alle rechtsmiddelen. HOOFDSTUK VI. - Evaluatie en controle

Art. 50.§ 1. De controle en de evaluatie van de activiteiten van de dienst worden gevoerd door de inspectie georganiseerd door de Regeringsdiensten die : 1° de overeenstemming van de bij of krachtens het decreet aangenomen bepalingen, met name de naleving van de voorwaarden van de erkenning en van de handhaving ervan, verifiëren;2° het dienstproject op participerende wijze met de leden van de teams, van de specifieke initiatieven of van de therapeutische clubs evalueren door dat project te vergelijken met zijn daadwerkelijke uitvoering, door de verschillen tussen het dienstproject en zijn uitvoering te schatten via wijzers bepaald door de dienst en rekening te houden met de vooruitzichten van ontwikkeling van de activiteiten. Voor het eerste luik zorgt de administratief directeur ervoor de institutionele overeenkomsten, de notulen van de wekelijkse en driemaandelijkse overlegvergaderingen en van de adviesraad, de wettelijke of reglementaire vergunningen, het informatiedocument bestemd voor de gebruiker en de boekhouding ter beschikking te stellen van de Regeringsdiensten.

Voor het tweede luik zorgt de administratief directeur ervoor dat alle personeelsleden tijdens de inspectie aanwezig zijn. § 2. De conclusies van de inspectie worden ter kennis gebracht van de inrichtende macht en van de administratief directeur met inachtneming van de in artikel 33 van dit besluit bedoelde procedure. HOOFDSTUK VII. - Kadaster van het zorgaanbod en informatieverstrekking aan het publiek

Art. 51.Het kadaster van het zorgaanbod dat het geheel van de erkende diensten omstandig inventariseert, wordt bekendgemaakt op het portaal van de website van de Regeringsdiensten.

Art. 52.Binnen zes maanden na zijn bekendmaking organiseert de Minister de communicatie van het kadaster van het zorgaanbod aan de diensten en aan de referentiecentra volgens de meest aangepaste modaliteiten.

Art. 53.De lijst van de erkende diensten, hun ambtsgebied en de uurrooster waarin ze toegankelijk zijn alsmede de omschrijving van hun dienstenaanbod worden bekendgemaakt en voordurend bijgewerkt op de portaal website van de Regeringsdiensten. HOOFDSTUK VIII. - Referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg Afdeling 1. - Modaliteiten voor de uitoefening van de opdrachten

Art. 54.De transregionale en transectorale overlegopdracht van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg impliceert met name : 1° het in perspectief stellen van de resultaten van de thematische en sectorale werkzaamheden ten opzichte van het algemeen aanbod van de geestelijke gezondheidszorg;2° de organisatie van plaatsen en momenten van uitwisselingen in de meest aangepaste vorm. Zijn waarnemingsopdracht impliceert met name : 1° de verzameling van de kwalitatieve gegevens;2° de exploitatie van de kwantitatieve gegevens waarover het beschikt in het kader van een overeenkomst gesloten met de Regeringsdiensten;3° het opsporen en de verzameling van gegevens over relevante initiatieven in het Franse taalgebied of buiten dat gebied;4° de uitwisseling van informatie over de praktijken en de initiatieven in de vorm van vergaderingen, ronde tafels, studiedagen of bekendmakingen;5° de uitwerking van een instrument voor de registratie van de gegevens voor de kapitalisatie en de verspreiding van de informatie. Zijn steunverleningsopdracht impliceert met name : 1° de identificatie van de steunverleningsbehoeften van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en hun ploegen;2° de uitwerking van instrumenten naar gelang van de geïdentificeerde steunverleningsbehoeften;3° de uitwerking van merktekens voor de praktijken;4° de begeleiding van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en hun ploeg;5° de verspreiding van informatie over de praktijken en de instrumenten. Zijn onderzoeksopdracht impliceert met name : 1° de onderzoeken over de gerichte thematieken naar gelang van hypothesen;2° de analyse van de beschikbare gegevens;3° de opstelling van verslagen en de uitwerking van de aanbevelingen. Zijn informatieopdracht impliceert met name : 1° het onderzoek en de opvolging van documentatie;2° het onderzoek en de opvolging van de wetgevingen en de regelgevingen in verband met de werking van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg;3° de centralisatie van de informatie in een databank die toegankelijk is voor de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en de Regeringsdiensten;4° de terbeschikkingstelling van de informatie via communicatiemiddelen.

Art. 55.De opdrachten van het in artikel 85, tweede lid, van het decreet bedoelde specifieke referentiecentrum worden in overleg met het erkende referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg uitgeoefend om de uitwisselingen te bevorderen.

Art. 56.De bewijsstukken die het gebruik van de toegekende toelagen rechtvaardigen, worden aan de Regeringsdienst overgemaakt voor 1 maart van het jaar volgend op het werkingsjaar.

Ze gaan vergezeld van een inventaris van de stukken en de desbetreffende betalingsbewijzen alsmede van een aangifte van de schuldvordering ter dekking van het saldo van de toelage en een exemplaar van het verslag over de uitgevoerde activiteiten. Afdeling 2. - Procedure en modaliteiten van erkenning en van

hernieuwing van de erkenning van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg

Art. 57.Het formulier bedoeld in artikel 82, § 3, van het decreet wordt door de Minister bepaald.

Art. 58.De vertegenwoordigers van de Regering binnen het sturingscomité van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg bedoeld in artikel 82, § 5, van het decreet worden aangewezen als volgt : 1° een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor Gezondheid;2° een lid voorgesteld door de Vaste Gezondheidscommissie bedoeld in artikel 53 van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;3° twee leden van het personeel van de Regeringsdiensten.

Art. 59.De vertegenwoordigers van de Regering binnen het sturingscomité van het referentiecentrum bedoeld in artikel 85 van het decreet worden aangewezen overeenkomstig artikel 58.

Om het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg te betrekken bij de activiteiten van het specifieke referentiecentrum wordt het in het vorige lid bedoelde sturingscomité aangevuld met een lid van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheidszorg. HOOFDSTUK IX. - Afwijkings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 60.Het boekhoudplan bedoeld in artikel 28 treedt in werking op 1 januari na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 61.Voor de diensten die een erkenningsaanvraag krachtens artikel 86, § 1, van het decreet ingediend hebben, wordt de termijn waarin de inspectie de participerende evaluatie uitvoert, zoals bedoeld in artikel 34 van dit besluit, van drie tot negen maanden verhoogd.

Art. 62.De personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in een dienst voor geestelijke gezondheidszorg tewerkgesteld zijn en die niet houder zijn van één van de diploma's bedoeld in artikel 15 van dit besluit, worden toegelaten om de uitoefening van hun functies in dezelfde dienst voort te zetten.

Hun vervanging wordt uitgeoefend door een persoon die houder is van een diploma dat toegang geeft tot de functies.

Art. 63.De afwijking bedoeld in artikel 87 van het decreet wordt door de Minister toegekend op gunstig advies van zijn Diensten.

De afwijkingsaanvraag wordt op hetzelfde ogenblik als de eerste erkenningsaanvraag ingediend.

Ze omvat de omschrijving van de activiteit, het doel dat ze nastreeft, de duur en de frequentie van de prestaties, de bestemming van de middelen, de wijzers voor de evaluatie van het bereiken van de doelstelling en afschrift van de overeenkomst die eerder gesloten is met de begunstigde van de bijkomende activiteit.

De Regeringsdiensten berichten binnen tien dagen ontvangst van de aanvraag met vermelding, in voorkomend geval, van de ontbrekende documenten.

Ze delen hun advies aan de Minister mede binnen een termijn van één maand te rekenen van het bericht van ontvangst, waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is.

De Minister beschikt over twee maanden om te beslissen.

Bij gebrek aan beslissing wordt de aanvraag geacht aangenomen te zijn.

Art. 64.Het decreet treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 65.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

Art. 66.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 december 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

Bijlage I Model van dienstproject inzake geestelijke gezondheidszorg Identificatie van de dienst voor geestelijke gezondheid Benaming Adres Adresgegevens van de administratieve directie I. Omgeving in territoriale en institutionele termen 1.1. Toestand van de dienst in zijn socio-geografische omgeving waaronder de kenmerken van de bevolking van het gedekte grondgebied 1.1.1. Toestand van de dienst in zijn geografische omgeving : * toegankelijkheid en ligging, * openbaar vervoer, * aard van de stedelijke of landelijke omgeving 1.1.2. Kenmerken van de bevolking van het gedekte grondgebied * socio-demografische gegevens; * sanitaire gegevens 1.1.3. Kaart van het door de dienst gedekte grondgebied 1.2. Toestand van de dienst in het algemene zorgenaanbod, in het aanbod voor geestelijke gezondheidszorg en in het ambulante aanbod 1.2.1. Toestand van de dienst in het algemene zorgaanbod : * ligging; * aard van de activiteit (ziekenhuis, enz.); * inwerkingscyclus (verslavingen, werk, enz.); * doelgroep (leeftijd, enz.) 1.2.2. Toestand van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg : * aanbod van diensten van enigerlei aard inzake geestelijke gezondheidszorg; * aanbod van diensten van dezelfde aard binnen het netwerek 1.2.3. Toestand van de dienst in het ambulante kader : * ten opzichte van het aanbod van de andere diensten voor geestelijke gezondheidszorg 1.3. Eigenschappen van de bevolking die zich tot de dienst wendt 1.3.1. Socio-economische gegevens 1.3.2. Gegevens betreffende de activiteiten van de dienst 1.3.3. Epidemiologische gegevens 2. Organisatie van de dienst voor geestelijke gezondheid 2.1. Inrichtende macht 2.1.1. Benaming en personalia 2.1.2. Aard van de statuten 2.1.3. Personalia van een contactpersoon 2.1.4. Andere eventuele activiteiten 2.2. Samenstelling van de ploeg 2.2.1. Organogram van de beklede functies; 2.2.2. In geval van verschillende teams of specifieke initiatieven of therapeutische clubs, gelieve ze tijdens het hele traject te identificeren door het werk per ploeg, per specifiek initiatief of per therapeutische club uit te voeren; 2.2.3. Identificatie van de administratief directeur en van de therapeutisch directeur; 2.2.4. Identificatie van de zelfstandige dienstverleners; 2.2.5. Aangevraagd volume van de prestaties verdeeld volgens de functies 2.3. Organisatie van de lokalen 2.3.1. Plan 2.3.2. Afwijkingen 2.4. Organisatie van het werk in zetels en antennes, specifieke initiatieven en therapeutische club 2.4.1. Interne organisatie : * onthaal; * telefonie; * organisatie van het secretariaat en van administratieve taken; * antwoord op de aanvraag; * verbindingsfunctie; * wekelijks en driemaandelijks multidisciplinair overleg; * toegankelijkheid; * bijkomende activiteiten; * adviesraad; * verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens; * vorming; * toezicht; * intervisie; * informatisering en veiligheid van de gegevens 2.4.2. Theoretische referenties en psycho-diagnostische instrumenten 2.4.3. Externe organisatie : * partners; * netwerk; * bestaande overeenkomsten 2.4.4. Begrotingsmiddelen : * identificatie van de financiële middelen met vermelding van de herkomst en schattingen van de bedragen; * terugkerende of punctuele middelen 2.5. Onthaal van de aanvraag 2.5.1. Begripsomschrijvingen van de onthaalmodaliteiten in het algemeen : * ontvangst; * modaliteiten * plaatsen 2.5.2. Begripsomschrijvingen van de modaliteiten voor de behandeling en opvolging 2.5.3. Begripsomschrijvingen van de herorientëringsmodaliteiten 2.5.4. Begripsomschrijvingen van de modaliteiten inzake crisisonthaal 2.5.5. Andere onthaalmodaliteiten 2.6. Tenlasteneming van de aanvraag 2.6.1. Multidisciplinair overleg : * modaliteiten; * organisatie; * perken 2.6.2. Sociale interventie 2.6.3. Therapeutische en psychologische interventie 2.6.4. Medische interventie 2.6.5. Administratieve interventie 2.6.6. Interventies van de aanvullende functies 2.6.7. Wijzen van tenlasteneming : individueel, in groep, in netwerk 2.6.8. Einde van de tenlasteneming 2.6.9. Reactivering 2.6.10. Verhouding met de omgeving 2.7. Informatieactiviteiten bestemd voor de beroepsmensen 2.8. Expertiseactiviteiten 2.9. Toezichten van derden, beroepsmensen 2.10. Vormingen bestemd voor derden, beroepsmensen 2.11. Het institutionele werk in netverbanden 2.11.1. Identificatie van de leden van het net 2.11.2. Doelstellingen van het net; 2.11.3. Herkomst van het net; 2.11.4. Bijzonderheden; 2.11.5. Begunstigden; 2.11.6. Dynamica en werkingsmodaliteiten; 2.11.7. Activeringsmodaliteiten; 2.11.8. Periodiciteit; 2.11.9. Formaliseren; 2.11.10. Auto-evaluatiemodaliteiten; 2.11.11. Evaluatie door de dienst 2.12. Het dagelijkse beheer en de logistiek 2.12.1. Boekhouding 2.12.2. Facturering 2.12.3. Beheer van het personeel en van de lonen 2.12.4. Beheer van de aankopen, investeringen, erfgoederen 2.12.5. Dossier bestemd om het gebruik van de toelagen toegekend door het Waalse Gewest of door elke andere openbare operator te rechtvaardigen : * uitwerking; * aansprakelijkheid; * termijnen; * intern - extern 2.13. Beheer van de informatie 2.13.1. Activiteitenverslag 2.13.2. Gegevens met een epidemiologisch karakter : * modaliteiten voor de verzameling van de gegevens; * verantwoordelijke voor de verzameling; * veiligheidsregels; * kwaliteitscontrole 2.14. Cultuur, waarden en ethos 2.15. Algemene voorgeschiedenis van de dienst waarbij de sleutelfasen, de successen of de koerswijzigingen aangegeven worden 2.16. Verhoudingen met de gebruiker en diens omgeving 2.16.1. Algemene informatie 2.16.2. Bijzondere informatie 2.16.3. Rechten van de patiënt 2.16.4. Gebruikersgroepen 2.17. Mededelingen 2.17.1. Informatie aan het publiek 2.17.2. Informatie aan de beroepsmensen 2.17.3. Informatie aan het net 2.18. Raad van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg 2.18.1. Frequentie van de vergaderingen 2.18.2. Modaliteiten voor de aanwijzing van de leden 2.18.3. Modaliteiten voor de mededeling van de beslissingen 2.19. Waarneming van de verwachtingen en van de behoeften van de gebruikers en van de beroepsmensen 2.19.1. Middelen die gebruikt worden om de behoeften te identificeren 2.19.2. Visie van de dienst en verwachtingen van de beroepsmensen die met hem samenwerken 2.19.3. Visie van de dienst en verwachting van de gebruikers 3. BEGRIPSOMSCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN EN VAN HET ACTIEPLAN De doelstellingen die de dienst wil bereiken, kunnen betrekking hebben op elke van de opdrachten en van hun uitoefening : het onthaal, de organisatie van het antwoord, de bijkomende activiteiten, de toegankelijkheid en de infrastructuur, de gebruiker en het net. ASSEN

Algemene doelstellingen (lange termijn)

Operationele doelstellingen (gemiddelde en korte termijnen)

Concrete initiatieven

Instrumenten, middelen die uitgevoerd worden of moeten worden (ter beschikking, aan te kopen en op welke wijze) + bestemming van de bestaansmiddelen

Doelpubliek

Termijnen

Evaluatie (modaliteiten, wijzer, identificatie van de verwachte resultaten, wanneer)

Organisatie


Communicatie en zichtbaarheid


Leden van de ploeg


Financieel beheer, beheer van infrastructuur en logistiek


Beheer van het informaticapark


Uitvoering van de activiteiten


Institutioneel net


Plaats van de gebruiker


4. OMZETTING VAN HET ACTIEPLAN IN PROJECTEN Elke actie omvat één of meerdere projecten. Die projecten maken het voorwerp uit van een begripsomschrijving in de vorm van fiches met wijzers die de evaluatie van de vervulling van elk ervan mogelijk maken.

De fiche « actie » omvat : 1. Opschrift van de doelstelling 2.Actie - omschrijving en expliciete methodologie van de actie - doelbestemming van de actie - voorzienbare termijn (aanvang - einde/duur : korte - gemiddelde - lange termijn) - interne actoren of actoren die houder zijn van de actie - indicatoren van voltooiing 3. Uitvoering van de actie 3.1. Acties, fasen en stappen - verplichte acties gerangschikt met voorrang en prioriteit - mogelijke of bijkomende acties gerangschikt met voorrang en prioriteit met hun opschrift en hun omschrijving - voor elke actie : * opschrift; * omschrijving; * coördinatiemodaliteiten; * aanwijzing van de partners; * begripsomschrijving van de taken 3.2. Hulpbronnen - waarneming van de behoeften - beschikbare interne hulpbronnen : * budgettair * materieel * infrastructuur * informatica- en elektronische hulpbronnen * menselijke hulpbronnen * intellectuele hulpbronnen of bevoegdheden - beschikbare externe hulpbronnen * budgettair * materieel * infrastructuur * informatica- en elektronische hulpbronnen * menselijke hulpbronnen * intellectuele hulpbronnen of bevoegdheden - binnen de dienst te verwerven hulpbronnen * budgettair * materieel * infrastructuur * informatica- en elektronische hulpbronnen * menselijke hulpbronnen * intellectuele hulpbronnen of bevoegdheden - buiten de dienst te verwerven hulpbronnen * budgettair * materieel * infrastructuur * informatica- en elektronische hulpbronnen * menselijke hulpbronnen * intellectuele hulpbronnen of bevoegdheden 4. Partnerschap en net gebonden aan de actie - bestaande partnerschappen : * naam * personalia * contactpersoon * aard van het partnerschap - gewenste partners : * naam * personalia * contactpersoon * aard van het partnerschap 5.Speerpunten en verwachte effecten van de actie Bij voorbeeld : - Communicatie, beeld, enz. - Op socio-economisch vlak (arbeidsplaatsen in de non-profit sector, in de commerciële sector, prospectieve analyse, onderzoek, enz.) - Modernisatie, vereenvoudiging van de taken - Versterking van de actie van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg (effect op de leden van het net en partners) - Andere (te bepalen) 6. Evaluatie van de externe risico's van de actie a priori 7.Overwogen interne moeilijkheden en voorstellen tot verhelping 8. Bijkomende commentaren en opmerkingen 9.Bijgevoegde documenten of documenten die bij de fiche « actie » gevoegd worden 5. AUTO-EVALUATIE De auto-evaluatie bestaat erin : 1.te analyseren in welke mate de doelstellingen al dan niet zijn bereikt, al dan niet zullen worden bereikt, 2. de redenen te identificeren waarvoor ze al dan niet zijn bereikt, 3.de doelstellingen en hun omzetting in een actieplan en in projecten naar gelang van die analyse te laten ontwikkelen.

De bijwerking van het dienstproject wordt uitgevoerd en overgemaakt aan de Regeringsdiensten.

De periodiciteit van de auto-evaluatie is gebonden aan welke die voor de door de dienst bepaalde indicatoren vastgesteld wordt. Ze wordt idealiter bepaald op twee jaar, vier jaar of meer volgens de aard van de actie en de projecten die ze impliceert.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies.

Namen, 10 december 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

Bijlage II Boekhoudplan van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg

SSM


17

schuldenlast over meer dan één jaar

420

schuldenlast over één jaar en meer

422

Leasing

60

Voorziening

601

Aankoop van benodigdheden

6011


6012

kantoorbenodigdheden

6013

meubilair

6014

medisch en paramedisch materieel

6015

reinigingsproduct en -materiaal

6016

bureaumaterieel

6019


61

Diensten en diverse goederen

610

Huur en Huurkosten

6100

Huur en huurkosten

6101

Huurkosten

6103

Reinigingsfirma

611

Communicatiekosten

6111

Telefoon

6112

Gsm

6113

Fax

6114

Postkosten

612


6121

Brandverzekering

6122

Verplaatsingskosten

6123

Verzekering civielrechtelijke aansprakelijkheid

6124

Andere verzekeringen


613

Onderhoud en onroerende herstellen

6131


6132


6133


6134

Van terrein en van bouwwerken

6135

Van meubilair en materieel

614

Energie

6140

Water

6141

Gas

6142

Elektriciteit

6143

Verwarming

6149

Overige

615

Informatiecampagne

6151


6152


6153


6154

Kosten voor de aansluiting bij een verbond

6159


616


6161

Kosten voor de inschrijving voor seminaries of colloquia

6162

Vormingskosten

6163


6164


6165


6169


617


6171


6172


6173


6174


6175


618


6181

Sociaal secretariaat

6182


6189


619


6191


6192


6193

Documentatie en bekendmaking

6194

Andere bestuurskosten

6199

Allerlei

62

Personeelskosten

620

Brutobezoldigingen

6201


62011

Brutobezoldiging bedienden

62012

Brutobezoldiging arbeiders

6202


6203


621

Werkgeversbijdragen RZZ

6211


6212


6213


623


62301

Arbeidsgeneeskunde

62302


62303


62304

Haard- en standplaatstoelage

62305

Eindejaarspremie

62306

Vakantiegeld

62307

Vertrekvakantiegeld

626


62601

Wetverzekering

62602


629

Vervoerkosten

63

Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorziening voor risico's en lasten

630

Dotaties aan de afschrijvingen en aan de waardeverminderingen op activa

64

Belasting en heffing

6409


6419


65

Financiële lasten

6500

Bankkosten en -interesten


70009

Diverse producten

705

Deelname van de begunstigden

70501

Medische honoraria

70502

Psychologische raadplegingen

70503

Raadplegingen voor logopedie

70504

Sociale raadplegingen

70509

Overige

70511

Expertises

70512

Vormingen


70519

Overige

706

Tegemoetkoming in de dossierskosten


74


74001


740011

Voorschotten WG

740012

Andere subsidies WG

74002


74003


74004


74005

Ziekenfonds - RIZIV

74006

AWIPH

74007

Franse Gemeenschap

74008

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

74009

Overige

743

Private giften

744

Bijdragen

745

Invordering van kosten bij derden

7451

Schade ingevorderd bij de verzekeringen

7452

Schadevergoeding gebouw

7459

Overige

74801

Sponsoring

74802

Onderhuur


75

Financiële producten

750

Creditinteresten

759

Overige


Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies.

Namen, 10 december 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

Bijlage III Loonschalen die toepasselijk zijn op de diensten voor geestelijke gezondheidszorg die erkend worden door het Waalse Gewest

1/50 (C3)

1/55, 1/61, 1/77

1/80

A4s

administratieve functie

sociale functie : maatschappelijke assistenten en andere gegradueerden

psychologische functie en andere niveaus 1

medische functie : psychiater

jaarlijks

maandelijks

jaarlijks

maandelijks

jaarlijks

maandelijks

jaarlijks

maandelijks

0

20.358,10 euro

1.696,51 euro

24.461,85 euro

2.038,49 euro

32.943,45 euro

2.745,29 euro

52.613,41 euro

4.384,45 euro

1

22.072,62 euro

1.839,38 euro

26.242,49 euro

2.186,87 euro

34.557,36 euro

2.879,78 euro

53.530,83 euro

4.460,90 euro

2

22.263,51 euro

1.855,29 euro

26.242,49 euro

2.186,87 euro

34.557,36 euro

2.879,78 euro

54.448,29 euro

4.537,36 euro

3

22.454,41 euro

1.871,20 euro

27.033,81 euro

2.252,82 euro

36.003,13 euro

3.000,26 euro

55.365,71 euro

4.613,81 euro

4

22.645,31 euro

1.887,11 euro

27.033,81 euro

2.252,82 euro

36.003,13 euro

3.000,26 euro

55.365,71 euro

4.613,81 euro

5

22.836,21 euro

1.903,02 euro

27.825,12 euro

2.318,76 euro

37.448,90 euro

3.120,74 euro

57.219,93 euro

4.768,33 euro

6

23.297,98 euro

1.941,50 euro

27.825,12 euro

2.318,76 euro

37.448,90 euro

3.120,74 euro

57.588,28 euro

4.799,02 euro

7

23.759,40 euro

1.979,95 euro

31.710,62 euro

2.642,55 euro

38.894,67 euro

3.241,22 euro

59.442,48 euro

4.953,54 euro

8

24.220,83 euro

2.018,40 euro

31.710,62 euro

2.642,55 euro

38.894,67 euro

3.241,22 euro

59.442,48 euro

4.953,54 euro

9

24.682,25 euro

2.056,85 euro

32.517,57 euro

2.709,80 euro

40.340,44 euro

3.361,70 euro

61.296,70 euro

5.108,06 euro

10

25.671,58 euro

2.139,30 euro

33.055,42 euro

2.754,62 euro

40.878,65 euro

3.406,55 euro

61.296,70 euro

5.108,06 euro

11

26.133,01 euro

2.177,75 euro

33.862,38 euro

2.821,86 euro

42.324,42 euro

3.527,03 euro

63.150,90 euro

5.262,58 euro

12

26.594,42 euro

2.216,20 euro

33.862,38 euro

2.821,86 euro

42.324,42 euro

3.527,03 euro

63.519,25 euro

5.293,27 euro

13

27.056,20 euro

2.254,68 euro

34.669,34 euro

2.889,11 euro

43.770,19 euro

3.647,52 euro

65.373,47 euro

5.447,79 euro

14

27.517,63 euro

2.293,14 euro

34.669,34 euro

2.889,11 euro

43.770,19 euro

3.647,52 euro

65.373,47 euro

5.447,79 euro

15

27.979,05 euro

2.331,59 euro

35.475,94 euro

2.956,33 euro

45.215,96 euro

3.768,00 euro

67.227,67 euro

5.602,31 euro

16

28.440,84 euro

2.370,07 euro

38.255,51 euro

3.187,96 euro

45.215,96 euro

3.768,00 euro

67.227,67 euro

5.602,31 euro

17

28.908,65 euro

2.409,05 euro

39.062,46 euro

3.255,21 euro

46.661,73 euro

3.888,48 euro

69.081,90 euro

5.756,82 euro

18

29.379,32 euro

2.448,28 euro

39.062,46 euro

3.255,21 euro

46.661,73 euro

3.888,48 euro

69.450,24 euro

5.787,52 euro

19

29.849,99 euro

2.487,50 euro

39.869,42 euro

3.322,45 euro

48.107,50 euro

4.008,96 euro

71.304,44 euro

5.942,04 euro

20

30.320,65 euro

2.526,72 euro

39.869,42 euro

3.322,45 euro

48.107,50 euro

4.008,96 euro

71.304,44 euro

5.942,04 euro

21

30.791,32 euro

2.565,94 euro

40.676,38 euro

3.389,70 euro

49.553,27 euro

4.129,44 euro

73.158,66 euro

6.096,56 euro

22

31.261,99 euro

2.605,17 euro

40.676,38 euro

3.389,70 euro

49.553,27 euro

4.129,44 euro

73.158,66 euro

6.096,56 euro

23

31.732,65 euro

2.644,39 euro

41.483,33 euro

3.456,94 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.012,86 euro

6.251,07 euro

24

32.203,32 euro

2.683,61 euro

41.483,33 euro

3.456,94 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

25

32.673,63 euro

2.722,80 euro

42.290,30 euro

3.524,19 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

26

33.144,29 euro

2.762,02 euro

42.290,30 euro

3.524,19 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

27

33.614,96 euro

2.801,25 euro

43.096,90 euro

3.591,41 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

28

34.085,63 euro

2.840,47 euro

43.096,90 euro

3.591,41 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

29

34.556,29 euro

2.879,69 euro

43.096,90 euro

3.591,41 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.381,21 euro

6.281,77 euro

30

34.556,29 euro

2.879,69 euro

43.096,90 euro

3.591,41 euro

50.999,04 euro

4.249,92 euro

75.749,55 euro

6.312,46 euro


Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies.

Namen, 10 december 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX

^