Huishoudelijk reglement van de Advies- en overlegcommissie inzake arbeidsbemiddeling Deel 1. - Begripsomschrijving

Artikel 1.Begripsomschrijving.

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1. "decreet" : het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 05/05/2009 numac 2009201944 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus sluiten betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus (Belgisch Staatsblad van 5 mei 2009);2. "kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie" : het kader decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;3. "besluit" : het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 10/12/2009 pub. 21/12/2009 numac 2009205889 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus type besluit van de waalse regering prom. 10/12/2009 pub. 20/01/2010 numac 2010027002 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009 houdende erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg en van de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg met het oog op de toekenning van subsidies sluiten tot uitvoering van het decreet van 3 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2009 pub. 05/05/2009 numac 2009201944 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus sluiten betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus (Belgisch Staatsblad van 10 december 2009);4. "Raad" : de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest);5. "Commissie" : de Advies- en Overlegcommissie inzake arbeidsbemiddeling, afgekort "COPLA";6. "organisatie" : de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties die bij de Commissie vertegenwoordigd worden;7. "bank" : het geheel van de representatieve organisaties van de werkgevers, enerzijds, en van de werknemers, anderzijds;8. "arbeidsbemiddelingsbureau" : het bureau zoals omschreven in artikel 1, 2°, van het decreet;9. "uitzendbureau" : het bureau zoals omschreven in artikel 1, 3°, van het decreet;10. "Minister" : de Minister van het Waalse Gewest bevoegd voor Tewerkstelling;11. "bestuur" : de Directie Tewerkstelling en Werkvergunningen van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;12. "FOREm" : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling) zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi". Deel 2. - Advies- en Overlegcommissie inzake arbeidsbemiddeling

Art. 2.Opdrachten.

Overeenkomstig artikel 14, § 2, van het decreet, wordt de Commissie belast met de volgende opdrachten : 1° gemotiveerde adviezen uitbrengen over de erkenning van de uitzendbureaus;2° gemotiveerde adviezen uitbrengen overeenkomstig artikel 9 van het decreet (in geval van fusie, overname of splitsing van het erkende uitzendbureau);3° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering gemotiveerde adviezen uitbrengen over de opschorting of de intrekking van de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureaus en de registratie van de uitzendbureaus;4° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering elk advies uitbrengen over alle vraagstukken betreffende arbeidsbemiddeling in het algemeen of uitzendarbeid;5° jaarlijks een activiteitenverslag aan de Regering en aan het Waals Parlement overleggen volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. Daartoe verwijst ze met name naar de vigerende regelgeving, de inhoud van de vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten, enz. en kan ze : - de door de bureaus uitgebrachte jaarlijkse activiteitenverslagen, de inspectieverslagen, enz. onderzoeken; - uitwisselingen met de commissies van de andere Gewesten organiseren en alle maatregelen treffen die bestemd zijn om informatie-uitwisselingen betreffende de erkenningstoekenning, -verlenging en -intrekking te bevorderen; - de vertegenwoordigers van de uitzendbureaus verhoren; in ieder geval roept ze hen op tijdens een procedure betreffende de erkenningsopschorting of -intrekking overeenkomstig artikel 10 van het besluit; - de vertegenwoordigers van de geregistreerde arbeidsbemiddelingsbureaus verhoren; in ieder geval roept ze hen op tijdens een procedure betreffende de registratieopschorting of -intrekking overeenkomstig artikel 10 van het besluit; - werkgroepen oprichten; - externe deskundigen punctueel en naar gelang van de agenda erom verzoeken om aan de vergaderingen deel te nemen (voor de modaliteiten zie artikel 14).

Art. 3.Begroting.

De Minister van Tewerkstelling keurt jaarlijks de werkingsbegroting van de "COPLA" goed en kent haar een toelage toe om haar werkingskosten te dekken (bezoldiging van het secretariaat, uitrustingskosten, administratieve kosten, presentiegeld van de leden, verplaatsingskosten,...).

Art. 4.Zetel en plaats van de vergaderingen.

De zetel van de Commissie is in de Raad (rue du Vertbois 13C, te 4000 Luik) gevestigd, waarnaar elke briefwisseling verzonden moet worden.

Het volledige adres van de Commissie moet op alle documenten die ze verstuurt, vermeld staan.

De vergaderingen van de Commissie vinden plaats in de lokalen van de Raad.

Art. 5.Samenstelling.

Overeenkomstig artikel 14, § 3, van het decreet, is de Commissie samengesteld als volgt : 1° een voorzitter en een ondervoorzitter;2° vier gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werkgeversorganisaties;3° vier gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemersorganisaties;4° één gewoon en één plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van het lid van de Regering dat voor Tewerkstelling bevoegd is;5° twee gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de Diensten van de Waalse Regering. De Regering benoemt de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden bedoeld in punt 4°, en wijst de in het eerste lid, 2°, 3°, en 5°, bedoelde leden aan op de voordracht van de instellingen die zij vertegenwoordigen.

Alleen de leden bedoeld in de punten 1° tot 3° zijn stemgerechtigd.

Een plaatsvervangend lid kan slechts zitting hebben indien het gewoon lid dat hij vervangt, afwezig is.

Art. 6.Duur van het mandaat, vervanging en hernieuwing van de leden.

De duur van het mandaat van de leden wordt op vijf jaar bepaald.

Als het mandaat van een lid vóór de vastgelegde termijn afloopt, wordt het voleindigd door de plaatsvervanger, overeenkomstig artikel 3, § 1, 6°, van het kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie De mandaten van de leden binnen de Commissie worden integraal hernieuwd.

Art. 7.Voorzitterschap en ondervoorzitterschap.

Aanwijzing Overeenkomstig artikel 14, § 3, van het decreet, wordt de voorzitter door de Waalse Regering benoemd.

Vervanging Bij afwezigheid van de voorzitter vervangt de ondervoorzitter hem en neemt hij het voorzitterschap waar. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt het voorzitterschap door het oudste lid waargenomen. Dit laatste blijft meegerekend voor de beoordeling van het quorum bedoeld in artikel 10 van dit reglement.

Rol van de voorzitter De voorzitter staat in voor de goede werking van de Commissie en organiseert haar werkzaamheden. Hij opent, schorst en sluit de vergaderingen en leidt de debatten in alle neutraliteit.

Behoudens andersluidende bepaling van de Commissie en op voorwaarde dat hij bij haar rekenschap aflegt, is hij ten opzichte van de buitenwereld verantwoordelijk voor de uitvoering van de genomen beslissingen.

Daartoe : - ondertekent hij de adviezen; - treft hij alle maatregelen om in voorkomend geval de verspreiding van de adviezen en aanbevelingen van de Commissie te waarborgen; - zorgt hij voor de betrekkingen met de overheid en de privésector; - staat hij in voor de naleving van de wettelijke bepalingen en van het huishoudelijk reglement van de Commissie; - neemt hij de in buitengewone omstandigheden en spoedgevallen vereiste maatregelen na de gewone leden van de organisaties te hebben geraadpleegd.

Art. 8.Secretariaat.

Het secretariaat van de Commissie wordt door het secretariaat van de Raad waargenomen.

Aan het einde van elke vergadering maakt het secretariaat een ontwerp van notulen op dat tijdens de volgende vergadering ter goedkeuring aan de leden wordt voorgelegd en dat in een nominatief verslag van de debatten en stemmingen bestaat.

Op delegatie van de voorzitter wordt het secretariaat ertoe gemachtigd om verschillende documenten, met name de adviezen, de oproepingen, de brieven aan de bureaus,... te ondertekenen.

Art. 9.Procedure voor de bijeenroeping van vergaderingen.

De voorzitter roept de Commissie bijeen telkens als het nodig is, naar gelang van de haar toegewezen opdrachten en minstens vier keer per jaar. Hij roept ze bijeen indien hij oordeelt dat een bijzonder probleem in verband met de uitzendarbeid in het Waalse Gewest het vereist of indien een organisatie erom vraagt.

In de oproeping staan de verschillende punten van de agenda vermeld.

De stukken en documenten met betrekking tot die punten worden als bijlage bij deze oproeping gevoegd. De oproeping wordt zeven werkdagen vóór de zittingsdatum naar de gewone en plaatsvervangende leden per brief of per e-mail gestuurd. In geval van dringende noodzakelijkheid, die door de voorzitter wordt beoordeeld, mag de oproeping binnen een kortere termijn verzonden worden en mogen haar bijlagen uitzonderlijk vóór de opening van de zitting onder de leden verdeeld worden.

Elk lid van de Commissie ka erom verzoeken dat een bijkomend punt op de agenda van een vergadering wordt geplaatst op voorwaarde dat het per brief aan het secretariaat wordt gericht en dit, uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de bepaalde datum van voornoemde vergadering behalve in geval van dringende noodzakelijkheid. In geval van dringende noodzakelijkheid of voor punten met betrekking tot de agenda kan elk lid van de Commissie erom verzoeken dat een kwestie op de dagorde van een zitting ingeschreven wordt in de afdeling "diverse bepalingen".

Art. 10.Beraadslagingregels : aanwezigheidsquorum.

Alleen de agendapunten worden besproken. De beraadslagingen of de stemming over een agendapunt kunnen evenwel uitgesteld worden tot een latere zitting.

Overeenkomstig artikel 14, § 3, van het decreet, zijn de voorzitter, de ondervoorzitter en de vertegenwoordigers van de organisaties stemgerechtigd.

De Commissie kan eerst op geldige wijze beraadslagen wanneer minstens de helft van de leden op elke bank aanwezig is.

Wanneer de in het vorige lid bedoelde voorwaarde niet vervuld wordt, stelt de voorzitter zulks vast.

Ofwel beslist hij de zitting op te heffen. Een nieuwe vergadering kan op korte termijn en minstens vierentwintig uur na de vergadering waarop de quorum niet werd bereikt bijeengeroepen worden om over dezelfde agenda te beraadslagen. In geval van behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan de termijn worden ingekort. Bij een nieuwe bijeenroeping beraadslaagt de Commissie op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Ofwel beslist hij bij uitzonderingsmaatregel dat de Commissie blijft zitting hebben en de agenda geheel of gedeeltelijk behandelt. In dit geval worden de genomen beslissingen ter bekrachtiging aan de stemgerechtigde afwezige leden per brief of per e-mail voorgelegd. De stelling van deze leden (al dan niet bekrachtiging) moet binnen een door de voorzitter bepaalde termijn worden betekend. Bij gebrek aan antwoord van een lid binnen die termijn wordt zijn stelling geacht gunstig te zijn (bekrachtiging van de genomen beslissingen) met een minimum van vijf werkdagen.

Art. 11.Beraadslagingregels : stemmingsquorum.

De stemmingen gebeuren in principe bij handopsteken, tenzij de meeste aanwezige leden de geheime stemming vragen.

De adviezen, aanbevelingen en beslissingen worden bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen van de aanwezige leden genomen. Om die meerderheid te berekenen worden de onthoudingen niet in rekening gebracht.

De adviezen en aanbevelingen worden in de vorm van een verslag geformuleerd, waarin de verschillende standpunten van de organisaties worden uitgedrukt. De Commissie probeert evenwel een unaniem advies uit te brengen.

Art. 12.Termijn - Spoedprocedure.

De Commissie geeft haar advies uit binnen vijfendertig kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier betreffende de aanvraag om advies. Die termijn kan teruggebracht worden tot tien dagen of, als de aanvraag bijzonder belangrijk of complex is, met dertig dagen verlengd worden door de Regering. Bij gebrek aan advies binnen de gestelde termijn, wordt aan de adviesvereiste voorbijgegaan.

In geval van dringende noodzakelijkheid of in speciaal gemotiveerde omstandigheden kan het advies van de Commissie uitgebracht worden volgens een geschreven procedure onder de leden. In dit geval en op beslissing van de voorzitter maakt het secretariaat een ontwerp van beslissing per brief of per e-mail aan de stemgerechtigde leden over; laatstgenoemden worden erom verzocht om hun stelling (al dan niet bekrachtiging) te doen kennen binnen een door de voorzitter bepaalde termijn van minstens drie kalenderdagen.

Art. 13.Zittingopschorting.

Indien hij het nodig acht of op verzoek van een bank kent de voorzitter een zittingopschorting toe.

Art. 14.Deelneming van externe deskundigen.

Voor de uitoefening van haar opdrachten kan de Commissie punctueel beslissen om een beroep te doen op externe deskundigen.

Laatstgenoemden worden door de voorzitter erom verzocht om deel te nemen aan de vergadering waarin het (de) punt(en) dat (die) verduidelijkingen vereist(sen), wordt(en) aangesneden.

Art. 15.Vertrouwelijkheid van de debatten en werkzaamheden.

De zittingen van de Commissie en van de werkgroepen zijn niet openbaar. De personen die in welke hoedanigheid ook de vergaderingen van de Commissie bijwonen, dienen het geheime karakter van de vertrouwelijke of persoonlijke documenten die hun worden medegedeeld, en het geheim van de stemmingen en beraadslagingen in acht te nemen.

De notulen, dossiers betreffende de aanvraag om (verlenging) van de erkenning, advies betreffende een bureau, activiteitenverslagen, inspectieverslagen of andere documenten betreffende een bureau mogen derhalve niet bekendgemaakt worden, behalve voor interne raadpleging binnen de vakorganisaties.

De statistische tabellen die op verzoek van de Commissie zijn opgemaakt, kunnen gebruikt worden voor interne raadpleging binnen de vakorganisaties. Ze kunnen daarentegen slechts aan anderen worden overgemaakt (intern gebruik voor het bestuur, universiteiten, anderen) mits de voorafgaande en unanieme toestemming van de Commissie.

Art. 16.Presentielijst.

Bij elke zitting ondertekenen de commissieleden een presentielijst.

Deze lijst wordt bij de notulen gevoegd.

Art. 17.Presentiegeld en verplaatsingskosten.

De voorzitter en de leden van de Commissie ontvangen presentiegeld en vergoedingen gelijk aan het presentiegeld en de vergoedingen die aan de leden van de Raad worden toegekend. De verplaatsingskosten van de voorzitter en van de leden worden vergoed zoals die van de personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering krachtens de Waalse Ambtenarencode.

De presentielijst dient als verantwoordingsstuk.

Art. 18.Als ontslagnemend beschouwd lid - Absenteïsme.

Na beslissing van de Commissie wordt als ontslagnemend beschouwd het lid : - dat op niet-gerechtvaardigde wijze afwezig is geweest op meer dan drie opeenvolgende vergaderingen waarvoor hij regelmatig is opgeroepen; - dat zonder medische reden afwezig is geweest op meer dan de helft van de tijdens de twaalf laatste maanden georganiseerde vergaderingen, waarvoor hij regelmatig is opgeroepen; - dat de vertrouwelijke aard van de beraadslagingen of van de documenten niet naleeft, wanneer een dergelijke vertrouwelijke aard erkend is overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van de bepalingen van het huishoudelijk reglement; - dat een vijandige houding heeft of dat lid is van een organisme of een vereniging die een vijandige houding heeft tegen de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.

Wanneer een lid als ontslagnemend beschouwd wordt, verwittigt de voorzitter zo spoedig mogelijk het lid en de vakorganisatie waarvan hij afhangt, per brief.

Art. 19.Oprichting van werkgroepen.

De Commissie kan werkgroepen waarvan ze de doelstellingen bepaalt, samenstellen en belasten met het onderzoek van een bijzondere vraag.

Die werkgroepen worden door het bestuur voorgezeten en hun secretariaat wordt door het secretariaat van de Commissie waargenomen.

Het bestuur moet de Commissie verslag uitbrengen over de conclusies van die groepen.

Het bestaan van de werkgroepen wordt beperkt tot het onderzoek van de vraag(vragen) waarvoor ze werden opgericht. Na afloop van zijn opdracht wordt de werkgroep automatisch ontbonden.

Art. 20.Jaarlijks verslag van de Commissie.

De Commissie brengt een jaarlijks activiteitenverslag uit dat op een website ingekeken kan worden en dat gelijktijdig aan de Regering en aan het Waals Parlement overgemaakt wordt uiterlijk op eind september van het jaar dat volgt op het jaar waarop het betrekking heeft.

Deel 3. - Overlegkamer

Art. 22.Opdrachten.

Overeenkomstig artikel 14, § 4, van het decreet wordt een overlegkamer binnen de Advies- en Overlegcommissie ingesteld, die de volgende opdrachten vervult : 1° de verzameling van gegevens structureren tussen de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", hierna "FOREm" genoemd, de arbeidsbemiddelingsbureaus en de uitzendbureaus;2° de verdeling organiseren van de resultaten van de exploitatie van die gegevens door de "FOREm";3° de samenwerking tussen de "FOREm", de arbeidsbemiddelingsbureaus en de uitzendbureaus structureren in de domeinen van gemeenschappelijk belang; 4° voorstellen overleggen aan de Regering i.v.m. de modaliteiten die toegepast moeten worden om de transparantie van de gewestelijke arbeidsmarkt te bevorderen, en, o.a., een patroon vastleggen voor de verzameling van de gegevens bedoeld in artikel 10, § 4, tweede lid, 1°, van het decreet. 5° volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten een jaarlijks activiteitenverslag uitbrengen, dat in het jaarlijkse verslag van de Commissie opgenomen zal worden.

Art. 23.Samenstelling.

Behalve de leden van de Advies- en Overlegcommissie bedoeld in § 3, eerste lid van het decreet, telt de Overlegcommissie : - twee vertegenwoordigers en evenveel plaatsvervangers uit de "FOREm"; - en een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger uit het "Institut wallon de l'Evaluation, de la Prospective et de la Statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Toekomstverwachting en Statistiek); al die leden worden door de Regering aangewezen op de voordracht van de instellingen die zij vertegenwoordigen.

Een plaatsvervangend lid kan slechts zitting hebben indien het gewoon lid dat hij vervangt, afwezig is.

Art. 24.Voorzitterschap en ondervoorzitterschap.

De vergaderingen van de Overlegkamer worden voorgezeten door de voorzitter van de Commissie. De voorzitter leidt de debatten in alle neutraliteit en zorgt ervoor dat de bepalingen van dit huishoudelijk reglement nageleefd worden. Bij afwezigheid van de voorzitter vervangt de ondervoorzitter, die ook de ondervoorzitter is van de Commissie, hem en neemt hij het voorzitterschap waar. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt het voorzitterschap door het oudste lid waargenomen.

Art. 25.Opschorting van de zitting.

Indien hij het nodig acht of op verzoek van een bank of van een lid kent de voorzitter een zittingopschorting toe.

Art. 26.Deelneming van externe deskundigen.

Voor de uitoefening van haar opdrachten kan de Overlegkamer punctueel beslissen om een beroep te doen op externe deskundigen.

Laatstgenoemden worden door de voorzitter erom verzocht om deel te nemen aan de vergadering waarin het (de) punt(en) dat (die) verduidelijkingen vereist(sen), wordt(en) aangesneden.

Art. 27.Secretariaat van de Kamer.

Het secretariaat van de Overlegkamer wordt waargenomen door het secretariaat van de Raad.

Aan het einde van elke vergadering maakt het secretariaat notulen op die in een nominatief verslag van de debatten bestaan en die tijdens de volgende vergadering ter goedkeuring aan de leden worden voorgelegd.

Op delegatie van de voorzitter wordt het secretariaat ertoe gemachtigd om verschillende documenten, met name de adviezen, de oproepingen, de brieven aan de bureaus, enz. te ondertekenen.

Art. 28.Procedure voor de bijeenroeping van vergaderingen.

De voorzitter roept de Overlegkamer bijeen telkens als het nodig is, naar gelang van de haar toegewezen opdrachten en minstens één keer per jaar.

De oproeping vermeldt de datum, het uur en de agenda van de vergaderingen; de agenda wordt door het secretariaat op voorstel van de voorzitter bepaald. Elk lid van de Kamer kan per brief of per e-mail gericht aan het secretariaat erom verzoeken dat een vraag op de agenda wordt geplaatst. Die vraag zal op de agenda van de vergadering die deze vraag onmiddellijk volgt, worden geplaatst op voorwaarde dat ze uiterlijk vijftien kalenderdagen vóór de voor die vergadering bepaalde datum gesteld is.

Om het leiden van de debatten te optimaliseren, zullen de daarvoor nodige document voor zover mogelijk bij de oproeping gevoegd worden.

De oproeping en de nodige documenten worden per brief of per e-mail aan de gewone en plaatsvervangende leden verstuurd minstens zeven kalenderdagen vóór de datum van de vergadering. In geval van dringende noodzakelijkheid, die door de voorzitter beoordeeld wordt, kan de oproeping binnen een korte termijn verstuurd worden en kunnen haar bijlagen uitzonderlijk aan de leden overgemaakt worden voor de opening van de zitting. In geval van dringende noodzakelijkheid of voor punten met betrekking tot de agenda kan elk lid van de Kamer erom verzoeken dat een kwestie op de dagorde van een zitting ingeschreven wordt in de afdeling "diverse bepalingen"

Art. 29.Als ontslagnemend beschouwd lid - Absenteïsme.

Na beslissing van de Kamer wordt als ontslagnemend beschouwd het lid : - dat op niet-gerechtvaardigde wijze afwezig is geweest op meer dan drie opeenvolgende vergaderingen waarvoor hij regelmatig is opgeroepen; - dat zonder medische reden afwezig is geweest op meer dan de helft van de tijdens de twaalf laatste maanden georganiseerde vergaderingen, waarvoor hij regelmatig is opgeroepen; - dat de vertrouwelijke aard van de beraadslagingen of van de documenten niet naleeft, wanneer een dergelijke vertrouwelijke aard erkend is overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van de bepalingen van het huishoudelijk reglement; - dat een vijandige houding heeft of dat lid is van een organisme of een vereniging die een vijandige houding heeft tegen de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de Grondwet, in de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.

Wanneer een lid als ontslagnemend beschouwd wordt, verwittigt de voorzitter zo spoedig mogelijk het lid en de vakorganisatie waarvan hij afhangt, per brief.

Art. 30.Vertrouwelijkheid van de debatten.

De zittingen van de Kamer zijn niet openbaar. De personen die in welke hoedanigheid ook de vergaderingen van de Kamer bijwonen, dienen het geheime karakter van de vertrouwelijke of persoonlijke documenten die hun worden medegedeeld, en het geheim van de stemmingen en beraadslagingen in acht te nemen behalve voor interne raadpleging binnen de betrokken instellingen.

Art. 31.Bestaansrecht van het huishoudelijk reglement.

Dit huishoudelijk reglement is door de Commissie en door de Kamer voor de gedeelten die hem betreffen, bepaald. Het kan telkens als het nodig blijkt, gewijzigd worden voor een betere werking van de Commissie en/of van de Kamer. Op verzoek van een lid van de Commissie en/of van de Kamer en op voorstel van de voorzitter wordt het punt in dit geval geplaatst op de agenda van de eerstkomende vergadering.

Het huishoudelijk reglement treedt in werking na goedkeuring door de Waalse Regering zodra het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Goedgekeurd door de Waalse Regering tijdens haar zitting van 9 juni 2011.