gepubliceerd op 28 september 2018
Bijzonder decreet tot instelling van de volksraadpleging
19 JULI 2018. - Bijzonder decreet tot instelling van de volksraadpleging (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Voorwerp
Artikel 1.Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39bis van de Grondwet.
Art. 2.Het Waals Parlement kan, op verzoek van minstens 60.000 inwoners van het Waals Gewest of op initiatief van minstens de gewone meerderheid van zijn leden, besluiten de inwoners van het Waals Gewest te raadplegen over de in artikel 4 bedoelde aangelegenheden.
Als het initiatief uitgaat van inwoners van het Waalse Gewest, moet het ook gesteund worden door minstens 2 % van de inwoners in de meerderheid van de kieskringen die voor de verkiezingen voor het Waals Parlement worden vastgesteld.
Art. 3.In de zin van dit decreet, wordt verstaan onder inwoner de persoon die : 1° in het bevolkingsregister van een gemeente gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest ingeschreven of vermeld is;2° de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt;3° niet het voorwerp uitmaakt van een veroordeling of van een beslissing die voor kiezers bij de gewestelijke verkiezingen de uitsluiting of schorsing van het kiesrecht tot gevolg heeft.
Art. 4.§ 1. De volksraadpleging kan enkel betrekking hebben op een bevoegdheid die uitsluitend toegewezen is aan het Waalse Gewest.
In de volksraadpleging kunnen volgende vragen niet gesteld worden : 1° vragen die in tegenspraak zijn met de rechten van de mens en de fundamentale vrijheden, gewaarborgd bij titel II van de Grondwet en de door België geratificeerde internationale verdragen;2° vragen die ertoe strekken of leiden dat België van zijn internationale en supranationale verplichtingen afwijkt;3° vragen over aangelegenheden die de meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen in het Waals Parlement vereisen;4° vragen over financiën, begrotingen en fiscaliteit;5° vragen over personen;6° vragen over een gemengd verdrag zoals omschreven, enerzijds, in artikel 4 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en, anderzijds, in het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten over de nadere regelen voor het sluiten van Gemengde Verdragen, en waarover onderhandelingen aan de gang zijn. § 2. Er kan geen enkele volksraadpleging worden gehouden zolang het Grondwettelijk Hof niet over het verzoek tot volksraadpleging heeft beslist of als het Grondwettelijk Hof beslist dat de volksraadpleging één van de normen waarop het toeziet, niet in acht neemt. § 3. Er kan geen enkele volksraadpleging worden gehouden in de loop van de zes maanden voorafgaand aan de vastgelegde datum voor een gewestelijke, federale of Europese verkiezing en voor de algehele hernieuwing van de gemeente- en provincieraden. Bij vervroegde federale verkiezingen of gedeeltelijke verkiezingen voor het Waals Parlement, stelt het Waals Parlement de organisatie van een volksraadpleging uit, behalve als er bij meerderheid van twee derde van diens leden een afwijkende beslissing wordt aangenomen.
In geval van een verkiezing die enkel in één of meerdere gemeenten of enkel in één of meerdere provinciedistricten wordt gehouden, kan het Waals Parlement de organisatie van een volksraadpleging uitstellen.
De volksraadpleging kan niet worden gehouden dezelfde dag als de dag waarop een verkiezing, bedoeld in lid 1, wordt gehouden.
Een gewestelijke volksraadpleging en een volksraadpleging op gemeentelijk of provinciaal niveau kunnen niet op dezelfde dag gehouden worden.
Tijdens een legislatuur kan er slechts één volksraadpleging over éénzelfde onderwerp worden gehouden.
Er kan niet meer dan één keer om de zes maanden een volksraadpleging worden gehouden. HOOFDSTUK II. - Ontvankelijkheid
Art. 5.§ 1. Het verzoek tot een volksraadpleging, uitgaande van de inwoners, is pas ontvankelijk voor zover de indiening ervan middels een door het Waals Parlement ter beschikking gesteld formulier geschiedt, voor zover het verzoek ofwel bij aangetekende brief, op een papieren informatiedrager, aan de Voorzitter van het Waals Parlement wordt gericht ofwel digitaal via de website van het Parlement wordt ingediend.
Naast de weergave van artikel 196 van het Strafwetboek moet het verzoek hetvolgende bevatten : 1° de ontwerp-vraag of -vragen die aan de volksraadpleging zullen worden voorgelegd, op zulk danige manier geformuleerd dat met ja of neen kan worden geantwoord;2° het verband tussen de voorgelegde vraag (vragen) en de uitsluitend aan het Gewest toegewezen bevoegdheden;3° naam, voornaam, geboortedatum en woonplaats van iedere persoon die het initiatief ondersteunt waarbij om de volksraadpleging verzocht wordt, zodat de voorafgaande toezichtsprocedure voor het Grondwettelijk Hof plaats kan vinden;4° naam, voornaam, geboortedatum en woonplaats van de personen die, onder de personen bedoeld onder 3°, het initiatief nemen en minstens vijf en maximaal vijfentwintig in getal zijn. Het verzoek wordt in plenaire zitting behandeld. De termijnen beginnen te lopen vanaf deze behandeling. § 2. Om als inwoner een verzoek tot volksraadpleging te kunnen indienen, moeten de voorwaarden vermeld in artikel 3 vervuld zijn op de datum waarop het verzoekschrift wordt ingediend. § 3. Het verzoek tot volksraadpleging, uitgaande van leden van het Waals Parlement, is enkel ontvankelijk als het schriftelijk wordt neergelegd, via het daartoe voorziene formulier.
Naast de weergave van artikel 196 van het Strafwetboek moet genoemd verzoek hetvolgende bevatten : 1° de ontwerp-vraag of -vragen die aan de volksraadpleging zullen worden onderworpen, op zulk danige manier geformuleerd dat met ja of neen kan worden geantwoord;2° het verband tussen de voorgelegde vragen (vragen) en de uitsluitend aan het Gewest toegewezen bevoegdheden;3° de naam en de voornaam van de parlementsleden die het initiatief ondersteunen, zodat de voorafgaande toezichtsprocedure voor het Grondwettelijk Hof plaats kan vinden. Het verzoek wordt in plenaire zitting behandeld. De termijnen beginnen te lopen vanaf deze behandeling. § 4. Het verzoek tot volksraadpleging is onontvankelijk als het een onderwerp betreft dat tijdens de legislatuur reeds is afgewezen.
Art. 6.§ 1. Het verzoek tot volksraadpleging wordt door het Waals Parlement onderzocht, dat nagaat of het aan de vereiste voorwaarden voldoet. § 2. Om het Waals Parlement in staat te stellen na te gaan of het verzoek tot volksraadpleging ondersteund wordt door een voldoende aantal geldige handtekeningen, gaat de Griffier van het Waals Parlement over tot de schrapping van : 1° de dubbele handtekeningen;2° de handtekening van de personen die niet voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 3;3° de handtekeningen van de personen ten aanzien van wie de verschafte gegevens ontoereikend zijn om de toetsing van hun identiteit mogelijk te maken. De controle wordt beëindigd wanneer het aantal geldige handtekeningen is bereikt.
Art. 7.§ 1. Het Waals Parlement beslist, bij gewone meerderheid van diens leden, binnen de zestig dagen na de inoverwegingname van de volksraadpleging bedoeld in artikel 5. De beslissing leidt ofwel tot goedkeuring, in voorkomend geval nadat de voorgestelde vragen een andere verwoording hebben gekregen, ofwel tot weigering om de volksraadpleging te houden.
Per onderwerp kunnen maximaal twee vragen worden gesteld.
Het Waals Parlement wordt door een Commissie van deskundigen bijgestaan om de voorgestelde vraag (vragen) te verwoorden.
Termijnen worden opgeschort tijdens het parlementair reces en wanneer de zitting gesloten is. § 2. Er kunnen hoorzittingen worden gehouden, met name om de bemerkingen en standpunten voortvloeiend uit de behandeling van het verzoek met de verzoekindieners te delen, zowel wat het princiep zelf van de organisatie van de volksraadpleging aangaat als wat betreft de ontwerp-vraag (vragen) die aan de bevolking zal (zullen) worden voorgelegd.
Wanneer het verzoek van de inwoners van het Waals Gewest uitgaat, worden de verzoekindieners vertegenwoordigd door minstens vijf van de personen bedoeld in artikel 5, § 1, lid 2, 4°.
Art. 8.Wanneer het verzoek tot volksraadpleging uitgaat van de inwoners van het Waals Gewest, beschikken de personen bedoeld in artikel 5, § 1, lid 2, 4°, voor het indienen van het verzoek tot volksraadpleging bij het Grondwettelijk Hof, over de mogelijkheid om af te zien van hun hoedanigheid van verzoekondertekenaars indien ze achten dat de vraag (vragen), zoals vastgelegd door het Waals Parlement, in bewoordingen zijn geuit waarin zij zich niet kunnen vinden. Als ze ervan afzien, wordt dit gemeld in de informatiebrochure bedoeld in artikel 14.
Uitsluitend de personen bedoeld in artikel 5, § 1, lid 2, 4°, mogen afzien van de hoedanigheid van verzoekondertekenaars.
Art. 9.Wanneer het Waals Parlement het houden van de volksraadpleging van een gunstige beslissing heeft voorzien, dient de Voorzitter van het Waals Parlement het verzoek tot volksraadpleging onverwijld bij het Grondwettelijk Hof in.
De beslissing van het Waals Parlement wordt op diens website bekendgemaakt, waarbij vermeld wordt dat het verzoek nog de toezichtsprocedure van het Grondwettelijk Hof moet ondergaan. HOOFDSTUK III. - Organisatie
Art. 10.§ 1. Als het Grondwettelijk Hof het verzoek tot volksraadpleging van een gunstige beslissing voorziet, maakt het Waals Parlement de informatie in verband met de volksraadpleging in het Belgisch Staatsblad bekend en geeft minstens nadere inlichtingen bij het (de) behandelde onderwerpen), de gestelde vraag (vragen) en maakt, na overleg met de Regering, de datum van de raadpleging bekend. § 2. De informatie bedoeld in § 1 wordt verspreid: - via een bericht, dat opgenomen wordt op de website van het Waals Parlement en op die van de Waalse Overheidsdienst; - via een bericht dat in minstens drie dagbladen opgenomen wordt met verspreiding over het algehele grondgebied van het Waals Gewest, waaronder één in het Duits; - via een communiqué dat drie maal verspreid wordt door de R.T.B.F. en de plaatselijke televisiestations.
Art. 11.Er kunnen niet meer dan twee volksraadplegingen tegelijk worden gehouden.
Art. 12.§ 1. Wanneer het Grondwettelijk Hof het verzoek tot volksraadpleging van een gunstige beslissing heeft voorzien, worden er twee comités opgericht, één voor "ja" en één voor "neen".
Binnen de zeven werkdagen te rekenen van de bekendmaking van de beslissing van het Hof op diens website, overeenkomstig de artikelen 114 en 118bis, lid 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, maakt de griffie van het Parlement een bericht bekend op de website van het Parlement, waarbij de inwoners van het Waals Gewest wordt gemeld dat zij over een termijn van twintig dagen, te rekenen van die bekendmaking, beschikken om de griffie van het Parlement te laten weten, dat ze stichtend lid willen zijn van het ene of het andere comité.
Als één of beide comités niet binnen de termijn kunnen worden opgericht, geschiedt een nieuwe bekendmaking onder dezelfde voorwaarden. § 2. Als beide comités niet opgericht kunnen worden na afloop van deze nieuwe bekendmaking, stelt het Parlement vast dat de volksraadpleging niet gehouden kan worden. § 3. Bij verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, lid 2 of 3, worden de stichtende leden van elk comité binnen de tien dagen door de griffier van het Waals Parlement in de lokalen van het Waals Parlement opgeroepen, om een reglement aan te nemen. In dat reglement wordt de samenstelling van het comité vastgelegd, waarbij de voorwaarden en de nadere regels om bij het comité aan te sluiten worden bepaald. De werking van het comité wordt er eveneens in geregeld. Genoemd comité moet een voorzitter aanwijzen. De leden van het Waals Parlement mogen niet deel uitmaken van het (de) interne orgaan (organen), opgericht in de schoot van het comité.
Elk comité wordt geacht, opgericht te zijn de dag van de vergadering bedoeld in vorig lid.
Art. 13.§ 1. Elk comité beschikt over een fonds dat inzonderheid bestemd is voor de uitgaven die in het kader van de campagne zullen worden gedaan.
Elk comité wijst, als zijnde "schatbewaarder van het fonds", één van de aangesloten leden aan, om dat fonds te beheren volgens voorwaarden en nadere regels bepaald door het reglement van het comité. § 2. § 2. Het fonds wordt gespijsd door : 1° een dotatie dat het Waals Parlement in het fonds van elk comité moet storten, waarvan het bedrag bij aanvang van de legislatuur vastgesteld wordt;2° de bijdragen aan dat fonds, gestort door de politieke partijen die dit willen doen, op voorwaarde dat de som die door een politieke partij in elk fonds gestort wordt, de 10 % van de dotatie, uitgekeerd door het Waals Parlement, niet overschrijdt.Voor de partijen die geen dotatie krijgen, wordt het maximumbedrag berekend in functie van het aantal verkozenen in het Waals Parlement, overeenkomstig artikel 35 van het Reglement van het Waals Parlement; 3° de bijdragen aan dat fonds, gestort door de inwoners van het Waals Gewest die dit willen doen, op voorwaarde dat de som die door een inwoner in elk fonds gestort wordt, de som van 500 euro niet te boven gaat. Als bijdragen in de zin van 3° worden beschouwd, de giften in geld, de diensten verricht en de goederen verstrekt om een optie die dat comité behartigt, te bevoordelen. Enkel de bijdragen van natuurlijke personen worden toegelaten.
De bijdragen, gestort in ieder fonds, worden door de schatbewaarder van het fonds opgetekend, en hij moet het bedrag van elke bijdrage, of het equivalent ervan, en de herkomst ervan aangeven. § 3. De uitgaven, gemaakt door elk comité tot op de dag van de volksraadpleging, worden op het fonds van laatstgenoemde toegerekend.
Elke uitgave moet door de schatbewaarder van het fonds van een visum worden voorzien. Voor elk comité worden de uitgaven enkel toegelaten tot en met een maximumbedrag van 750 000 euro.
Als uitgaven worden beschouwd, voor de toepassing van dit bijzonder decreet, alle uitgaven en alle financiële verbintenissen aangaande mondelinge, schriftelijke, klank- en beeldgerelateerde boodschappen om één of andere optie gunstig te beïnvloeden, uitgebracht tussen de dag van oprichting van bewust comité en de dag van de volksraadpleging. De verrekening gebeurt tegen marktprijs.
Als uitgaven worden eveneens beschouwd, voor de toepassing van dit bijzonder decreet, de uitgaven aangegaan door derden ten gunste van één of andere optie, tenzij het (de) betrokken comité(s), onmiddellijk na de kennisneming van de door de betrokken derden gevoerde campagne, hen bij een ter post aangetekend schrijven aanmanen deze campagne te staken. Dit schrijven wordt bij het verslag, bedoeld in artikel 20, paragraaf 1, gevoegd.
Als uitgaven worden niet beschouwd, de uitgaven bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid.
Art. 14.Minstens één maand voor de dag van de volksraadpleging stelt het Waals Parlement een brochure ter beschikking van de inwoners, waarin het (de) onderwerp(en) van de volksraadpleging op objectieve wijze wordt (worden) uiteengezet. In deze brochure wordt (worden) de vraag (vragen) opgenomen, waarover de inwoners geraadpleegd zullen worden, en wordt praktische informatie over de nadere stemmingsregels opgenomen.
Deze brochure wordt door het Waals Parlement opgesteld, daarin bijgestaan door een Commissie van deskundigen, met bekendmaking op diens website.
De brochure wordt huis aan huis rondgedeeld.
Art. 15.§ 1. De volksraadpleging wordt door de Waalse Regering georganiseerd. § 2. De uitgaven, nodig voor de organisatie van een volksraadpleging, zijn ten laste van de begroting van het Waalse Gewest.
Art. 16.De lijst der deelnemers wordt vijfenzeventig dagen voor de datum van de volksraadpleging vastgesteld.
Te rekenen van deze datum kan iedere persoon, die onrechtmatig is ingeschreven, vergeten of geschrapt van deze lijst, een bezwaar indienen bij het Waals Parlement, tot aan de twaalfde dag voorafgaand aan de dag van de volksraadpleging.
Het bezwaar wordt aan het Waals Parlement gericht door middel van een bij de post aangetekend verzoekschrift.
Het Waals Parlement beslist uiterlijk de zevende dag voorafgaand aan de dag van de volksraadpleging over ieder bezwaar, middels een gemotiveerde beslissing.
Art. 17.§ 1. De vraag (vragen), alsmede de voorstellen van antwoorden, worden op de oproepingsbrief en op het stembiljet opgenomen, waarbij de vragen duidelijk van elkaar onderscheiden dienen te zijn. § 2. Volksraadplegingen worden op zondag gehouden.
De deelnemers worden van acht tot dertien uur tot de stemming toegelaten. § 3. Om aan een volksraadpleging deel te nemen, moet men de voorwaarden, om inwoner te zijn, vervullen.
De voorwaarde, bedoeld in artikel 3, 1°, moet verenigd zijn op de datum waarop de lijst der deelnemers is vastgesteld. De voorwaarden bedoeld in artikel 3, 2° en 3°, moeten verenigd zijn de dag van de volksraadpleging.
Deelnemers die na de datum waarop voornoemde lijst is vastgesteld de voorwaarde bedoeld in artikel 3, 3°, verliezen, worden van genoemde lijst geschrapt. § 4. De deelname aan de volksraadpleging is niet verplicht.
Elke deelnemer heeft, voor elke gestelde vraag, recht op één stem.
De stemming is geheim. § 5. De stemopneming geschiedt enkel indien aan de volksraadpleging deel hebben genomen, : - minstens 10 % der inwoners; - en 10 % van de inwoners in de meerderheid van de kieskringen, vastgesteld voor de verkiezingen van het Waals Parlement. HOOFDSTUK IV. - Bekrachtiging
Art. 18.Elke inwoner op de datum van de volksraadpleging kan een bezwaar indienen binnen de tien dagen van de volksraadpleging.
Het Parlement beslist binnen de tien dagen bij gemotiveerde beslissing over dat bezwaar, na de bezwaarindiener of diens advocaat te hebben gehoord.
Deze hoorzitting kan plaatsvinden voor een commissie, ingesteld binnen het Parlement.
Als het Parlement een onregelmatigheid vaststelt, die van dien aard is geweest dat zij een bepalende invloed op de uitslag heeft gehad, wordt de volksraadpleging nietig verklaard.
Art. 19.Het Waals Parlement bespreekt de, binnen de maand van de stemopneming in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte, uitslagen van de volksraadpleging in plenaire vergadering. HOOFDSTUK V. - Controle
Art. 20.§ 1. Binnen de dertig dagen volgend op de volksraadpleging, richt de schatbewaarder van elk fonds een verslag met de in dat fonds gestorte sommen, de herkomst van die sommen en de uitgaven gedaan met gelden uit dat fonds aan de voorzitter van de Gewestelijke Commissie opgericht bij het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 15/04/2004 numac 2004027017 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot instelling van de controle op de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad alsmede van de controle op de communicaties van de voorzitter van de Waalse Gewestraad en van de leden van de Waalse Regering sluiten betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Waals Parlement, en de controle op de mededelingen van de voorzitter van het Waals Parlement en de leden van de Waalse Regering. Dat verslag wordt op de website van het Waals Parlement bekendgemaakt. § 2. Binnen de dertig dagen na bekendmaking van het verslag kan iedere inwoner een bezwaar indienen, met als grondslag een schending van de regels vastgesteld in artikel 13. § 3. Bij verstrijken van die termijn heeft de controlecommissie dertig dagen om, eventueel na de bijstand van het Rekenhof gevraagd te hebben, de juistheid en de volledigheid van elk verslag te behandelen.
Zij kan daartoe alle bijkomende inlichtingen die voor de voltooiing van haar taak nodig zouden zijn, opvragen.
Als er een bezwaar is ingediend krachtens voorgaand lid, beslist de commissie na de bezwaarindiener of diens advocaat te hebben gehoord.
Als de commissie oordeelt dat de onregelmatigheid van dien aard is, dat zij de uitslag op doorslaggevende wijze heeft beïnvloed, deelt ze dit aan het Parlement mede, dat zich dan tijdens zijn eerstvolgende vergadering dient uit te spreken over het al dan niet nietigverklaren van de volksraadpleging. § 4. Onverminderd de toepassing van § 3, lid 3, kan worden vervolgd, hetzij op initiatief van de procureur des Konings, hetzij op grond van een klacht ingediend door een persoon die van enig belang doet blijken en dienovereenkomstig wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en een geldboete van vijftig tot vijfhonderd euro of enkel één van die straffen: 1° éénieder die een hogere bijdrage dan de bedragen bedoeld in artikel 13, § 2, gestort zal hebben;2° éénieder die een hogere bijdrage dan de bedragen bedoeld in artikel 13, § 2, aanvaard zal hebben;3° eenieder die in een comité voor kiespropaganda wetens en willens, ten gunste van één of andere optie, uitgaven doet of verbintenissen aangaat die de maximumbedragen overschrijden waarin is voorzien bij artikel 13, § 3;4° eenieder die buiten een comité om voor kiespropaganda wetens en willens, ten gunste van één of andere optie, uitgaven doet of verbintenissen aangaat die de maximumbedragen overschrijden waarin is voorzien in artikel 13;5° eenieder die de bepalingen van artikel 13, § 3, inzake toelaatbare uitgaven overtreden zal hebben. De procureur des Konings neemt de anonieme aangiften niet in aanmerking. § 5. De termijn voor de uitoefening van het initiatiefrecht van de procureur des Konings en voor de indiening van klachten met betrekking tot de in § 4 omschreven overtredingen, verstrijkt de honderdtwintigste dag na de volksraadpleging. De procureur des Konings zendt de Controlecommissie een afschrift toe van de klachten. De procureur des Konings zendt tevens een afschrift aan de personen tegen wie de klacht is ingediend. De kennisgeving geschiedt binnen acht dagen na de indiening van de klachten.
De procureur des Konings geeft de Controlecommissie binnen dezelfde termijn kennis van zijn beslissing om vervolging in te stellen met betrekking tot de in § 4 bedoelde feiten. § 6. Eenieder die een klacht heeft ingediend of een vordering heeft ingesteld die ongegrond blijken en waarvan vaststaat dat ze zijn ingediend of ingesteld met het oogmerk om te schaden, wordt gestraft met een geldboete van 50 tot 500 euro. § 7. De procureur des Konings kan in het raam van de in § 4 bepaalde vervolging vragen alle inlichtingen te verstrekken in verband met de herkomst van de gelden die voor de financiering van de uitgaven bedoeld in artikel 13, § 3, zijn aangewend. § 8. Als de rechtbank zulks beveelt, kan het vonnis ofwel in zijn volledigheid ofwel bij uittreksel in de door genoemde rechtbank aangewezen dag- en weekbladen worden bekendgemaakt.
Art. 21.§ 1. In het eindverslag van de Controlecommissie, opgesteld overeenkomstig artikel 20, wordt melding gemaakt van : 1° per comité, het totaal van in het fonds gestorte sommen, met onderscheid tussen de drie categorieën bedoeld in artikel 13, § 2, lid 1, de herkomst van die gelden en de uitgaven gedaan met gelden uit dat fonds;2° iedere vastgestelde onregelmatigheid;3° het voorwerp van de eventuele bezwaren en genomen beslissingen. § 2. De voorzitter van het Waalse Parlement zendt het eindverslag van de Controlecommissie onverwijld naar de diensten van het Belgisch Staatsblad door, die het binnen de dertig dagen na ontvangst ervan bekendmaken. § 3. Het eventuele saldo van de sommen, gestort aan de comités, wordt aan het Waals Parlement teruggestort, dat een specifiek fonds opricht voor volksraadplegingen. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen
Art. 22.Onverminderd de bepalingen van dit bijzonder decreet worden de praktische nadere regels voor de organisatie, de telling en de totstandkoming van de uitslagen vastgesteld bij een decreet, aangenomen bij gewone meerderheid.
Art. 23.Dit bijzonder decreet treedt in werking op de datum, vastgesteld bij decreet bij gewone meerderheid bedoeld in dit decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 19 juli 2018.
De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastructuren, V. DE BUE _______ Nota (1) Zitting 2017-2018. Stukken van het Waalse Parlement 559, (2015-2016) Nrs. 1, 1bis, 2 tot 35.
Volledig verslag, openbare vergadering van 18 juli 2018 Bespreking.
Stemming.