Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 mei 2019
gepubliceerd op 18 juni 2019

Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019202697
pub.
18/06/2019
prom.
02/05/2019
ELI
eli/decreet/2019/05/02/2019202697/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 MEI 2019. - Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet wordt genomen ter uitvoering van het bijzonder decreet van het Waalse Gewest van 19 juli 2018 tot instelling van de volksraadpleging.

Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder: 1° bijzonder decreet: het bijzonder decreet van het Waalse Gewest van 19 juli 2018 tot instelling van de volksraadpleging;2° raadpleging: de gewestelijke volksraadpleging zoals georganiseerd bij het bijzonder decreet;3° deelnemer: de persoon die voldoet aan de vereiste voorwaarden om deel te nemen aan de raadpleging;4° inwoner: de in artikel 3 van het bijzonder decreet bepaalde persoon;5° comité(s): het(de) comité(s) bedoeld in artikel 12 van het bijzonder decreet;6° controlecommissie: de gewestelijke controlecommissie bedoeld in artikel 2 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 15/04/2004 numac 2004027017 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot instelling van de controle op de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad alsmede van de controle op de communicaties van de voorzitter van de Waalse Gewestraad en van de leden van de Waalse Regering sluiten betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Waals Parlement, en de controle op de mededelingen van de voorzitter van het Waals Parlement en de leden van de Waalse Regering. TITEL II. - Organisatie van de raadpleging HOOFDSTUK I. - Plaats van raadpleging

Art. 3.De deelneming aan de raadpleging vindt plaats in de gemeente waarin de inwoner ingeschreven is in het register van de deelnemers. HOOFDSTUK II. - Register van de deelnemers Afdeling 1. - Opstelling van het register

Art. 4.§ 1. Vijfenzeventig dagen vóór de datum van raadpleging die aan het Waalse Parlement wordt meegedeeld, maakt het gemeentecollege het register van de deelnemers van de gemeente op. § 2. In dit register worden vermeld: 1° de inwoners die op vermelde datum in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven zijn en de in artikel 3, 2° en 3°, van het bijzonder decreet bedoelde voorwaarden vervullen;2° de in aanmerking komende inwoners die tussen de 75ste dag vóór de datum van raadpleging en de datum van raadpleging de leeftijd van zestien jaar zullen bereiken;3° de personen voor wie de schorsing van het kiesrecht een einde neemt vóór de datum van de raadpleging. Het register van de deelnemers vermeldt de naam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht, de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Art. 5.§ 1. Het register van de deelnemers wordt per gemeente of, in voorkomend geval, per gemeenteafdeling, opgemaakt volgens een doorlopende nummering bij voorkeur op alfabetische volgorde van de deelnemers. Het gemeentecollege zorgt er nochtans voor dat de personen die in het bevolkingsregister ingeschreven zijn op hetzelfde adres, in hetzelfde stemcentrum opgeroepen worden. § 2. Een exemplaar van het register van de deelnemers wordt onmiddellijk aan de provinciegouverneur of aan de door hem aangewezen ambtenaar digitaal overgemaakt. § 3. De gouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar gaat over tot de nodige verificaties en zendt het gemeentecollege het register van de deelnemers dat hem betreft en dat de opmerkingen en de aan te brengen wijzigingen vermeldt, terug binnen de maand na ontvangst ervan. Een afschrift van dat register dat de verbeteringen vermeldt, wordt zo spoedig mogelijk door het gemeentecollege digitaal en voor controle overgemaakt aan de Regering of haar afgevaardigde.

De Regering kan beslissen dat de opstelling van het register van de deelnemers op geautomatiseerde wijze zal gebeuren.

De Regering is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens vermeld in het register. § 4. Overigens worden de registers van de deelnemers door de Regering, of haar afgevaardigde, op de door haar vastgestelde wijze vergeleken om te onderzoeken of personen, om ongeacht welke reden, in meerdere ervan opgenomen zouden zijn.

Na verificatie spreekt de Regering, of haar afgevaardigde, zich zo spoedig mogelijk uit en maakt zij het overzicht van de personen bedoeld in het eerste lid digitaal aan de betrokken gemeentecolleges over.

De Regering wijst het gemeentecollege aan dat de deelnemer schrapt en het college dat de inschrijving behoudt.

De gemeentecolleges geven een ontvangstbewijs van die beslissing. § 5. De deelnemer op wie die beslissing betrekking heeft, wordt binnen een termijn van vier dagen door het betrokken gemeentecollege geschrapt.

Van de schrapping wordt onmiddellijk aan de betrokken personen kennis gegeven.

Bovendien schrapt het degenen die intussen bestraft zouden zijn met een schorsings- of uitsluitingsclausule § 6. Op de datum waarop de deelnemerslijst moet worden opgesteld, deelt het gemeentecollege de burgers door middel van een bericht aangeplakt op het gemeentebestuur mee dat iedere persoon die in het bevolkingsregister is ingeschreven, tot en met de twaalfde dag vóór de dag van de raadpleging, contact kan opnemen met de directeur-generaal van de gemeente om na te gaan of hij op de lijst staat en/of correct is vermeld. Er wordt verwezen naar de bezwaarprocedure. Afdeling 2. - Afgifte van het register

Art. 6.§ 1. Zodra het register van de deelnemers is opgesteld, is het gemeentecollege of de door dat college aangewezen gemeentelijke ambtenaar, ertoe gehouden een exemplaar ervan te verstrekken aan de personen die daartoe door het comité gemachtigd zijn.

De aanvragen dienen bij aangetekend schrijven gericht aan de burgemeester ingediend te worden. § 2. Het register wordt op een bruikbare elektronische informatiedrager waarvan het formaat door de Regering wordt vastgesteld, meegedeeld.

De exemplaren van het registers van de deelnemers die krachtens dit artikel zijn afgegeven, mogen alleen worden gebruikt in het kader van de raadpleging, ook buiten de periode tussen de datum van afgifte van het register en de datum van de raadpleging, op straffe van de strafrechtelijke sancties voorzien in artikel L4122-34 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie. § 3. De personen die een exemplaar of een afschrift van het register hebben ontvangen, mogen bedoeld exemplaar of afschrift op hun beurt niet meedelen aan derden. Afdeling 3. - Gebruik van het register

Art. 7.§ 1. Het gemeentecollege stelt op grond van het register van de deelnemers twee overzichten op: 1° in het eerste overzicht worden de deelnemers opgenomen, die op de dag van de raadpleging minstens 18 jaar oud zijn, en die de functie van voorzitter van een stem- of stemopnemingsbureau zouden kunnen bekleden;2° in het tweede overzicht worden de deelnemers opgenomen, die op de dag van de raadpleging minstens 18 jaar oud zijn, en die aangewezen zouden kunnen worden als bijzitter of plaatsvervangend bijzitter van een stem- of stemopnemingsbureau. Het in het eerste lid, 2°, bedoelde overzicht omvat twaalf namen per bureau.

Het gemeentecollege bepaalt de lijst van de deelnemers die zich vrijwillig kandidaat hebben gesteld voor de toe te kennen functies bedoeld in het eerste lid, 2°. § 2. De twee overzichten en de lijst bedoeld in paragraaf 1 worden aan de voorzitter van het kantonhoofdbureau overgemaakt.

Art. 8.Het gemeentecollege kan aan een dienstverlener de opdracht verlenen om het register van de deelnemers op te maken met inachtneming van hierna genoemde nadere regels: 1° de dienstverlener vult een verklaring op erewoord in waarbij hij zich ertoe verbindt het vertrouwelijk karakter van het raadplegingsproces na te leven en ondertekent ze;2° indien de dienstverlener ertoe geleid wordt de gegevens van het Rijksregister, op grond van een tabel of een elektronische informatiedrager, rechtstreeks te gebruiken, is hij onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 28 en 29 van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;3° de dienstverlener mag de registers niet verdelen aan personen die niet uitdrukkelijk door het gemeentecollege gemachtigd zijn om ze in ontvangst te nemen;4° de dienstverlener moet voldoende garanties bieden in termen van kennis, betrouwbaarheid en middelen voor de uitvoering van technische en organisatorische maatregelen die in overeenstemming zijn met bovengenoemde Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016. Afdeling 4. - Bezwaar tegen het register

Art. 9.Het Waals Parlement geeft onverwijld en met alle middelen kennis aan de verzoeker alsook, in voorkomend geval, aan de betrokken partijen, van de datum waarop het bezwaar onderzocht zal worden.

De rol van de bezwaren wordt minstens 24 uur vóór de zitting op de website van het Waals Parlement bekendgemaakt.

Art. 10.Het dossier van de bezwaren wordt ter beschikking gesteld van de partijen, hun advocaten of hun mandatarissen.

Art. 11.§ 1. Voor iedere zaak wordt, onder vermelding van de naam van de verslaggever en van de aanwezige leden, een afzonderlijke en met redenen omklede beslissing genomen. § 2. De beslissing wordt zonder beroepsmogelijkheid genomen. § 3. Tot de vijfde dag vóór de raadpleging informeert het Waals Parlement het betrokken gemeentecollege over de aan te brengen wijzigingen.

Tot de dag van de raadpleging brengt het gemeentecollege de volgende wijzigingen aan in het register van de deelnemers: 1° de personen die van het register van de deelnemers geschrapt moeten worden omdat ze overleden zijn;2° de in het register van de deelnemers aangebrachte wijzigingen ten gevolge van de beslissingen van het Waals Parlement.

Art. 12.De beslissing van het Waals Parlement wordt neergelegd op de gemeentesecretarie, waar eenieder er kosteloos inzage van kan nemen. Afdeling 5. - Sancties

Art. 13.De artikelen L4122-31 tot en met L4122-35 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie zijn mutatis mutandis van toepassing. HOOFDSTUK III. - Indeling van de deelnemers

Art. 14.§ 1. De deelnemers van de gemeente worden door het gemeentecollege in stemafdelingen ingedeeld, die geen van allen meer dan duizend tweehonderd of minder dan driehonderd deelnemers mogen hebben.

Als het aantal deelnemers aan de raadpleging in een gemeente echter niet meer dan tweehonderd personen bedraagt, komen zij in één stemafdeling bijeen. § 2. Het gemeentecollege wijst een afzonderlijk stembureau en een afzonderlijk stemlokaal voor elke stemafdeling aan.

Meerdere stemafdelingen kunnen in hetzelfde gebouw bijeengeroepen worden.

De stemlokalen worden uitgekozen met inachtneming van de minimumnormen voor de toegankelijkheid ervan, volgens de door de Regering vastgestelde regels.

Art. 15.§ 1. Op basis van de indeling van de deelnemers stelt het gemeentecollege een register van de deelnemers per stemafdeling op, dat register van de stemmers genoemd wordt.

Die registers worden de dag van de raadpleging gebruikt om de namen aan te tekenen van de deelnemers die in een welbepaald stemlokaal deelgenomen hebben aan de raadpleging. § 2. Het gemeentecollege bewaart de registers van de stemmers bestemd voor de stembureaus van zijn gemeente en verdeelt ze onder die bureaus op de bepaalde datum. De voorzitter van het gemeentelijk bureau zorgt ervoor dat die registers bewaard worden op een beveiligde plaats en dat ze enkel in handen gegeven worden van de voorzitters van de stembureaus waarvoor ze bestemd zijn. HOOFDSTUK IV. - Oproeping van de deelnemers

Art. 16.§ 1. Uiterlijk de vijftiende dag vóór de raadpleging zendt het gemeentecollege een oproepingsbrief aan elke deelnemer op zijn huidige verblijfplaats.

Indien de oproepingsbrief niet aan de deelnemer overhandigd is kunnen worden, wordt hij op de gemeentesecretarie neergelegd, waar de deelnemer hem zal kunnen afhalen tot op de dag van de raadpleging, om 12 uur. § 2. Alle personen ingeschreven in het register van de deelnemers worden opgeroepen. § 3. In de oproepingsbrieven, overeenstemmend met het door de Regering vastgestelde model, worden de dag en het lokaal waar de deelnemer aan de raadpleging kan deelnemen, en de openings- en sluitingsuren voor het publiek van de stembureaus vermeld.

Zij geven de naam, de voornamen, het geslacht, de hoofdverblijfplaats van de deelnemer alsmede het nummer waaronder hij in het register is opgenomen.

Zij maken gewag van de raadpleging waarvoor de persoon opgeroepen wordt.

Art. 17.Een bericht betreffende het houden van de raadpleging wordt ten minste 20 dagen voor de raadpleging op de website van het Waals Parlement bekendgemaakt.

Het wordt in elke gemeente bij wijze van aanplakking en, in voorkomend geval, op de website van de gemeente bekendgemaakt. HOOFDSTUK V. - Aanwijzing van de kiesbureaus

Art. 18.§ 1. Voor elke raadpleging bestaat het gewestelijk kiescollege uit een gewesthoofdbureau, kieskringhoofdbureaus, kantonhoofdbureaus, gemeentelijke bureaus, stembureaus en stemopnemingsbureaus. § 2. Het gewesthoofdbureau is in Namen gevestigd.

Het wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Namen of, bij zijn ontstentenis, door een rechter van de rechtbank van eerste aanleg van deze rechtbank die door hem wordt aangewezen.

Het gewesthoofdbureau bestaat, naast de voorzitter, uit vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris.

De bijzitters en plaatsvervangende bijzitters worden door de voorzitter aangewezen onder de deelnemers van de stad Namen die op de dag van de raadpleging minstens achttien jaar oud zijn.

De secretaris wordt door de voorzitter aangewezen onder de deelnemers van de stad Namen die op de dag van de raadpleging minstens achttien jaar oud zijn.

Het gewesthoofdbureau oefent controle uit op alle verrichtingen betreffende de raadpleging en schrijft indien nodig de noodmaatregelen voor die in de gegeven omstandigheden nodig zijn. § 3. Het gewesthoofdbureau wijst de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus aan die, naast de voorzitter, uit vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en één secretaris bestaan. De bijzitters en plaatsvervangende bijzitters worden door de voorzitter aangewezen onder de deelnemers van de kieskring die op de dag van de raadpleging minstens achttien jaar oud zijn.

Het wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van de kieskring of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt. § 4. Het kieskringhoofdbureau wijst de voorzitters van de kantonhoofdbureaus aan die, naast de voorzitter, uit vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en één secretaris bestaan. De bijzitters en plaatsvervangende bijzitters worden door de voorzitter aangewezen onder de deelnemers van het kanton die op de dag van de raadpleging minstens achttien jaar oud zijn.

Het kantonhoofdbureau is in de hoofdplaats van het kanton gevestigd en wordt voorgezeten: 1° door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of diens plaatsvervanger in de hoofdplaats van het kieskanton die samenvalt met de hoofdplaats van het gerechtelijk arrondissement;2° door de vrederechter in de hoofdplaats van het kieskanton die samenvalt met de hoofdplaats van een gerechtelijk kanton;3° door de vrederechter of diens plaatsvervanger van het gerechtelijk kanton waarin de hoofdplaats van het kieskanton gelegen is in alle andere gevallen. § 5. Het kantonhoofdbureau wijst de voorzitters van de gemeentelijke bureaus, van de stem- en stemopnemingsbureaus aan.

De stem- en stemopnemingsbureaus bestaan, naast een voorzitter, en een secretaris, uit drie bijzitters en uit drie plaatsvervangende bijzitters. § 6. Er wordt in elke gemeente een gemeentelijk bureau opgericht.

Het gemeentelijk bureau zetelt in het stad- of het gemeentehuis.

De voorzitter van het gemeentelijk bureau houdt het algemene toezicht op de kiesverrichtingen in de gemeente van zijn ambtsgebied.

TITEL III. - Kiesverrichtingen HOOFDSTUK I. - Stemming bij volmacht

Art. 19.§ 1. De volgende deelnemer kan een andere deelnemer machtigen om in zijn naam en opdracht aan de raadpleging deel te nemen: 1° de deelnemer die wegens ziekte of gebrekkigheid van zichzelf, een bloed- of aanverwant of een samenwonende niet in staat is om zich naar het stemcentrum te begeven of er naartoe gevoerd te worden.Deze onbekwaamheid moet blijken uit een medisch attest; 2° de deelnemer die om beroeps- of dienstredenen: a.in het buitenland is opgehouden, alsook de deelnemers, leden van zijn gezin of van zijn gevolg, die met hem aldaar verblijven; b. zich de dag van de stemming in het rijk bevindt, maar in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. Van de onder a. en b. bedoelde onmogelijkheid moet blijken door een attest van de militaire of burgerlijke overheid of van de werkgever onder wie de betrokkene ressorteert.

Als de betrokkene een zelfstandige is, moet van de onder a. en b. bedoelde onmogelijkheid blijken door een verklaring op erewoord die vooraf wordt gedaan bij het gemeentebestuur; 3° de deelnemer, die het beroep van schipper, marktkramer of kermisreiziger uitoefent en de leden van zijn gezin die met hem samenwonen. Van de uitoefening van het beroep moet blijken door een attest van de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene in het bevolkingsregister is ingeschreven; 4° de deelnemer die de dag van de stemming ten gevolge van een rechterlijke maatregel in een toestand van vrijheidsbeneming verkeert. Deze toestand wordt bevestigd door de directie van de inrichting waar de betrokkene zich bevindt; 5° de deelnemer die om redenen in verband met zijn geloofsovertuiging in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. Deze onmogelijkheid moet blijken uit een attest dat is afgegeven door de religieuze overheid; 6° de deelnemer die zich, om studieredenen, in de onmogelijkheid bevindt zich in het stemcentrum te melden, op voorwaarde dat hij een attest overlegt van de directie van de instelling waar hij studeert;7° de deelnemer die, om andere dan de hiervoor genoemde redenen, de dag van de stemming niet in zijn woonplaats is wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, en zich bijgevolg in de onmogelijkheid bevindt zich in het stembureau te melden. Het verblijf in het buitenland om dergelijke reden kan aangetoond worden aan de hand van een attest van de reisorganisator. In dat document wordt de naam van de deelnemer vermeld die een andere deelnemer wenst te machtigen om in zijn naam te stemmen.

Als de deelnemer niet in staat is om zich een dergelijk document te laten verstrekken, kan de onmogelijkheid waarin hij verkeert om zich in het stembureau te melden de dag van de stemming, blijken uit een attest afgegeven door de burgemeester van de gemeente van zijn woonplaats na overlegging van andere verantwoordingsstukken of een geschreven verklaring op erewoord. De Regering bepaalt het model van het door de burgemeester af te geven attest. § 2. De aanvraag moet uiterlijk de dag vóór die van de raadpleging worden ingediend bij de burgemeester van de gemeente van de woonplaats. § 3. Elke deelnemer kan als volmachthouder aangewezen worden.

Iedere volmachthouder mag slechts over één volmacht beschikken. § 4. De volmacht wordt gesteld op een formulier waarvan het model door de Regering wordt bepaald; het wordt kosteloos afgegeven op de gemeentesecretarie.

De volmacht vermeldt de raadpleging waarvoor ze geldig is, de naam, de voornamen, de geboortedatum en het adres van de volmachtgever en van de volmachthouder, en het identificatienummer van de volmachtgever in het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het volmachtformulier wordt door de volmachtgever en de volmachthouder ondertekend. HOOFDSTUK II. - Bijstand bij de stemming

Art. 20.§ 1. De deelnemer wiens mobiliteit tijdelijk of voor goed beperkt is kan bij het gemeentebestuur een verklaring indienen om doorgestuurd te worden naar een aan zijn toestand aangepast stemcentrum. § 2. Die verklaring bij de gemeente kan uiterlijk tot 30 dagen vóór de datum van de raadpleging plaatsvinden.

Art. 21.§ 1. De deelnemer die meent dat hij er behoefte aan heeft om tot in het stemhokje begeleid te worden om zijn stemrecht uit te oefenen, kan een dienovereenkomstige verklaring indienen bij de burgemeester van zijn woonplaats, uiterlijk op de dag vóór de dag van de raadpleging.

Een behoefte aan begeleiding is verantwoord bij: 1° personen die moeilijkheden ondervinden in hun verstandelijk functioneren of bij het leren;2° personen die moeilijkheden ondervinden in hun lichamelijk functioneren;3° personen die moeilijkheden ondervinden in hun zintuiglijk functioneren;4° personen die moeilijkheden van psychische aard ondervinden;5° personen die moeilijkheden ondervinden ten gevolge van een chronische of degeneratieve aandoening;6° personen wier moedertaal niet één van de talen bepaald in artikel 4 van de Grondwet is, wanneer zulks tot moeilijkheden bij het lezen leidt. § 2. De betrokken deelnemer kiest zijn begeleider; laatstgenoemde moet evenwel zelf deelnemer zijn. Geen enkele begeleider mag meer dan één deelnemer bijstaan. § 3. De verklaring wordt afgelegd op een formulier waarvan het model vastgesteld is door de Regering en dat kosteloos verstrekt wordt door de gemeentesecretarie.

De verklaring vermeldt de raadpleging waarvoor ze geldig is, alsook de naam, de voornamen, de geboortedatum en het adres van de deelnemer en van de begeleider, en het identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Het formulier wordt ondertekend door de deelnemer en de begeleider. De deelnemer legt het aan de stembureauvoorzitter voor, samen met zijn oproepingsbrief. § 4. De voorzitter van het stembureau verwijdert de begeleider die het bepaalde van vorige leden overtreedt. HOOFDSTUK III. - Getuigen

Art. 22.§ 1. Tot vijf dagen vóór de raadpleging kunnen de comités één getuige en een plaatsvervangende getuige aanwijzen om de verrichtingen bij te wonen in de stem- en stemopnemingsbureaus.

De namen worden aan de voorzitter van het kantonhoofdbureau op een digitale drager meegedeeld. § 2. Niemand kan als getuige aangewezen worden als hij niet deelnemer is in de kieskring.

De leden van een kiesbureau kunnen niet als getuige of plaatsvervangend getuige aangewezen worden. § 3. De oprichter van het comité die door het comité aangewezen zal zijn om deze opdracht uit te oefenen, geeft aan waar elke getuige gedurende de hele duur van de verrichtingen zijn opdracht zal uitvoeren. Hij geeft hiervan zelf kennis aan de door hem aangewezen getuigen. De kennisgevingsbrief wordt medeondertekend door de voorzitter van het kantonbureau.

De getuigen die deelnemer zijn in een andere gemeente, moeten van hun hoedanigheid van deelnemer doen blijken door overlegging, hetzij van de oproepingsbrief voor de raadpleging in hun gemeente, hetzij van een uittreksel uit het register van de deelnemers.

De getuigen moeten de hen overgezonden kennisgevingsbrief aan de voorzitter van het bureau voorleggen.

Art. 23.Naast de opdrachten die bij dit decreet uitdrukkelijk worden toegewezen aan de getuigen tijdens het gehele proces, hebben de getuigen enkel een waarnemingsopdracht.

Ze hebben het recht om hun opmerkingen door de voorzitter in de processen-verbaal te laten opnemen. Laatstgenoemde mag niet weigeren om hun opmerkingen op te nemen.

Art. 24.De getuigen mogen in geen geval proberen om de stemming van de deelnemers te beïnvloeden.

Ze mogen in geen enkel geval houder zijn van een volmacht, noch begeleider zijn van andere deelnemers in de kieskring waarin ze hun functie uitoefenen.

Elke manifestatie vanwege de getuigen die gelijkgesteld moet worden met propaganda is strikt verboden.

Bij overtreding van de bepalingen van dit artikel verwijdert de voorzitter van het bureau na een eerste waarschuwing de getuige die dergelijke tekens maakt uit het lokaal.

Het verwijderingsbevel en de redenen ervoor worden opgetekend in het proces-verbaal en de schuldigen worden gestraft met een geldboete van vijftig tot vijfhonderd euro. HOOFDSTUK IV. - Stembiljetten en stemopnemingstabellen

Art. 25.Het gewesthoofdbureau maakt het stembiljet op met inachtneming van de volgende voorschriften: 1° het stembiljet vermeldt de vraagstelling;2° onder de vraag of vragen staan op één regel telkens de woorden "ja" en "nee";3° de woorden "ja" en "nee" worden telkens voorafgegaan door een stemvak gedrukt in het zwart en met in het midden een stip van dezelfde kleur als het papier;4° het stembiljet is wit van kleur.Indien een tweede raadpleging op dezelfde dag wordt georganiseerd, wordt voor het tweede stembiljet een roze papier gebruikt; 5° alle stembiljetten zijn volledig identiek onverminderd de kleur. Het gebruik van elk ander stembiljet is verboden.

De afmetingen van de stembiljetten worden door de Regering bepaald op basis van het aantal vragen.

Art. 26.§ 1. Het gewesthoofdbureau beveelt de druk van de stembiljetten in het vereiste aantal exemplaren. § 2. De voorzitters van de kantonhoofdbureaus maken de voorzitter van het gewesthoofdkantoor op de snelst mogelijke wijze een overzicht over, waarin het totale aantal deelnemers ingeschreven in hun respectievelijke kantons wordt vermeld.

Art. 27.§ 1. Van zodra het stembiljet gedrukt is, bezorgt de voorzitter van het gewesthoofdbureau aan de voorzitters van de kantonhoofdbureaus de hoeveelheid stembiljetten die nodig is voor de raadpleging van hun kanton. Zij zenden op hun beurt aan elk van de voorzitters van de stemafdelingen van hun kanton, onder verzegelde omslag, de stembiljetten die nodig zijn voor de raadpleging in hun afdeling. § 2. Het opschrift op de buitenkant van de omslag vermeldt, behalve het adres van de geadresseerde, het aantal stembiljetten dat de omslag bevat. Deze omslag mag alleen ontzegeld en opengemaakt worden in aanwezigheid van het regelmatig gevormde bureau. De stembiljetten worden onmiddellijk nageteld en de uitslag wordt in het proces-verbaal opgetekend.

Art. 28.Met het oog op de telling van de stembiljetten worden door de voorzitter van het gewesthoofdbureau een stemopnemings- alsook een tellingstabel waarvan de modellen door de Regering vastgesteld zijn, opgemaakt.

De tellingstabel draagt dezelfde meldingen als de stemopnemingstabel op kieskringniveau.

Deze tabellen vermelden: 1° het aantal in elke stembus gevonden stembiljetten;2° het aantal geldige stembiljetten. HOOFDSTUK V. - Stemming

Art. 29.Wat betreft de installaties die nodig zijn voor de stemming, zijn de artikelen L4112-9 en L4143-1 tot en met L4143-21, § 3, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie mutatis mutandis van toepassing op de raadpleging.

Art. 30.§ 1. Met het kiespotlood kruist de deelnemer het gekozen vakje aan.

De deelnemer kan evenveel keuzes maken als er voorwerpen in de raadpleging zijn.

Het keuzemerk, zelfs op onvolmaakte wijze aangebracht, is geldig, tenzij het voornemen om het stembiljet herkenbaar te maken duidelijk blijkt.

De deelnemer die door onoplettendheid het hem overhandigde stembiljet beschadigt, kan aan de voorzitter een ander vragen, tegen teruggave van het eerste, dat onmiddellijk onbruikbaar gemaakt wordt. § 2. De deelnemer verlaat het stemhokje en toont aan de voorzitter het behoorlijk opnieuw in vieren gevouwde stembiljet met het stempel aan de buitenzijde. § 3. Hij legt het biljet in de stembus neer. § 4. De oproepingsbrief wordt hem teruggegeven nadat de voorzitter of de door hem gemachtigde bijzitter hem heeft afgestempeld met behulp van een stempel.

Art. 31.§ 1. Ongeldig zijn: 1° alle andere stembiljetten dan degene die krachtens dit decreet mogen worden gebruikt;2° de stembiljetten waarop de deelnemer een stem "ja" en een stem "nee" heeft uitgebracht voor dezelfde vraag;3° de stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of die de auteur herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een bij dit decreet niet geoorloofd merk;4° de stembiljetten die door de voorzitter zijn teruggenomen indien de deelnemer door onoplettendheid zijn biljet heeft beschadigd en een ander heeft ontvangen om geldig te stemmen;5° de door de voorzitter teruggenomen stembiljetten als de deelnemer zijn stembiljet bij het verlaten van het stemhokje op zodanige wijze open heeft gevouwd dat de door hem uitgebrachte keuze bekend wordt. Doet hij zulks, dan neemt de voorzitter het opengevouwen biljet terug, dat onmiddellijk ongeldig wordt verklaard, en verplicht hij de deelnemer opnieuw te stemmen. § 2. De voorzitter schrijft op de stembiljetten die met toepassing van punt 4° en punt 5° van paragraaf 1 zijn teruggenomen, de vermelding " Teruggenomen stembiljet " en parafeert ze.

Art. 32.De artikelen L4143-23 tot en met L4143-28 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie zijn mutatis mutandis van toepassing op de raadpleging.

TITEL IV. - Stemopneming

Art. 33.Het gemeentelijk bureau bezorgt elke voorzitter van elk stemopnemingsbureau uiterlijk daags vóór de raadpleging de stemopnemingstabellen en de omslagen noodzakelijk voor het overmaken van de stemopnemingstabel en van het proces-verbaal.

Art. 34.§ 1. Op basis van de door de kieskringhoofdbureaus verstrekte informatie controleert het gewesthoofdbureau of het percentage van 10 % van de inwoners en het percentage van 10 % van de inwoners in de meerderheid van de kieskringen die voor de verkiezingen van het Waalse parlement zijn vastgesteld, is bereikt en of er al dan niet moet worden overgegaan tot de stemopneming van de uitslagen van de raadpleging. § 2. Indien blijkt dat minder dan 10 % van de inwoners of minder dan 10 % van de inwoners van de meerderheid van de kieskringen die voor de verkiezingen van het Waalse parlement zijn vastgesteld, aan de raadpleging hebben deelgenomen, stelt de voorzitter van het gewesthoofdkantoor de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus daarvan onmiddellijk in kennis.

Laatstgenoemden delen de informatie op de snelst mogelijke wijze mede aan de voorzitters van de kantonhoofdbureaus die zij dan op de snelst mogelijke wijze mededelen aan de voorzitters van de stemopnemingsbureaus, en waarbij ze hen waarschuwen dat ze niet moeten bijeenkomen. § 3. Indien de in paragraaf 1 bedoelde dubbele drempel van 10 % wordt bereikt, stelt de voorzitter van het gewesthoofdbureau onmiddellijk de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus in kennis daarvan.

Laatstgenoemden stellen op de snelst mogelijke wijze de voorzitters van de kantonhoofdbureaus in kennis daarvan, die dan de voorzitters van de stemopnemingsbureaus op de snelst mogelijke wijze daarvan informeren.

Indien de stemopneming van de uitslagen van de raadpleging moet plaatsvinden, centraliseert het kieskringhoofdbureau de daarmee verband houdende verrichtingen op het niveau van de gehele kieskring.

Het gewesthoofdbureau centraliseert de daarmee verband houdende verrichtingen op het niveau van het hele Gewest. § 4. Om het gewesthoofdbureau in staat te stellen te bepalen of er of er al dan niet moet worden overgegaan tot stemopneming van de uitslagen van de raadpleging, bezorgen de voorzitters van de stembureaus de voorzitter van het kantonhoofdkantoor onmiddellijk na de sluiting van hun verrichtingen een overzicht met vermelding van het aantal deelnemers ingeschreven in hun bureau en het aantal deelnemers die daadwerkelijk aan de raadpleging hebben deelgenomen.

Wanneer de voorzitter van het kantonhoofdbureau voor alle stembureaus van het kanton in het bezit is van dit overzicht, stelt hij een samenvattend overzicht met deze twee getallen voor alle stembureaus van het kanton op en deelt hij dit overzicht zo snel mogelijk mee aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau.

Wanneer de voorzitter van het kieskringhoofdbureau voor alle stembureaus van de kieskring in het bezit is van dit overzicht, stelt hij voor alle stembureaus van de kieskring een samenvattend overzicht met deze twee getallen op en deelt hij bedoeld overzicht zo snel mogelijk mee aan de voorzitter van het gewesthoofdbureau. § 5. Het kieskringhoofdbureau is belast met het toezicht op de verrichtingen die betrekking hebben op de raadpleging in de hele kieskring.

Het stelt onmiddellijk de voorzitter van het gewesthoofdbureau in kennis van alle omstandigheden die zijn controle vereisen.

Indien de stemopneming van de uitslagen van de raadpleging moet plaatsvinden, centraliseert het kieskringhoofdbureau de daarmee verband houdende verrichtingen op het niveau van de gehele kieskring.

Art. 35.Het stemopnemingsbureau wordt om 10 uur op de zondag volgend op de raadpleging samengesteld.

De voorzitter vormt bedoeld bureau slechts indien hij van de voorzitter van het kantonhoofdbureau de aanwijzing heeft ontvangen dat de stemopneming moet plaatsvinden.

Art. 36.Het aantal deelnemers ingeschreven in de stembureaus waarvan de stembiljetten toevertrouwd worden aan éénzelfde stemopnemingsbureau mag niet meer bedragen dan 7000.

Art. 37.Wat het verloop van de stemopneming betreft, zijn de artikelen L4144-3 tot en met L4144-5 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie mutatis mutandis van toepassing.

Art. 38.V Vóór het opnemen van de stemmen worden alle stembiljetten van alle stembureaus door de stemopnemingsbureaus dooreengemengd.

Art. 39.§ 1. De voorzitter en de leden van het stemopnemingsbureau vouwen de stembiljetten open en delen ze in de volgende categorieën in: 1° stembiljetten met geldige stemmen;2° twijfelachtige stembiljetten;3° blanco of ongeldige stemmen. Wanneer de in het eerste lid bedoelde indeling van de stembiljetten geëindigd is, worden deze zonder verandering van de indeling, onderzocht door de leden van het bureau, die hun opmerkingen en bezwaren aan het stemopnemingsbureau voorleggen.

De bezwaren en de beslissing van het stemopnemingsbureau worden in het proces-verbaal opgenomen.

De twijfelachtige stembiljetten en die waartegen bezwaar is ingebracht, worden volgens de beslissing van het stemopnemingsbureau gevoegd bij de categorie waartoe zij behoren. § 2. De volgende stembiljetten zijn ongeldig: 1° alle andere stembiljetten dan degene die krachtens dit decreet gebruikt kunnen worden;2° de stembiljetten waarop de vraag of vragen tegelijk met ja en neen werden beantwoord;3° de stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of die de deelnemer herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een niet geoorloofd merk. § 3. De stembiljetten van elke categorie worden achtereenvolgens door de leden van het stemopnemingsbureau geteld. § 4. Alle stembiljetten, ingedeeld zoals bepaald in paragraaf 1, worden in afzonderlijke en gesloten omslagen geplaatst.

Voor elke raadpleging stelt het stembureau dienovereenkomstig het totale aantal geldige stembiljetten, het aantal blanco of ongeldige stembiljetten en voor elke vraag het aantal positieve en negatieve stemmen vast.

Al deze getallen worden in het proces-verbaal opgenomen dat staande de vergadering wordt opgemaakt en door de leden van het bureau en de getuigen ondertekend. § 5. Op de omslagen staan in zichtbare letters de volgende aanwijzingen: 1° de inhoud;2° de datum van de raadpleging;3° de naam van de gemeente; 4° de aanwijzing: "Opneming der stembiljetten, ontvangen in de bureaus nrs...", gevolgd door de aanduiding van de nummers van de stembureaus.

Ze worden onmiddellijk verzegeld.

Art. 40.De voorzitter van het stemopnemingsbureau gaat bij de voorzitter van het kantonbureau met het proces-verbaal en de stemopnemingstabel.

Van zodra het kantonhoofdbureau in het bezit is van de processen-verbaal voor alle stemopnemingsbureaus van het kanton, stelt het een verzamelstaat op die de in artikel 39 bedoelde gegevens voor het hele kanton bevat, en zendt het die verzamelstaat zo snel mogelijk aan de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, die hem zo snel mogelijk aan de voorzitter van het gewesthoofdbureau zendt.

Art. 41.Zodra het voor alle kieskringen van het Gewest in het bezit is van het samenvattend overzicht, deelt het gewesthoofdbureau de uitslagen aan de voorzitter en aan de griffier van het Waals Parlement.

De officiële uitslag omvat het aantal stemmen toegekend aan elk antwoord voor elke vraag.

Deze uitslag maakt het voorwerp uit van een geldigverklaring en van een bekendmaking.

Art. 42.De voorzitter van het Waals Parlement vaardigt de uitslag van de raadpleging uit en zorgt voor de bekendmaking ervan op de website van het Waalse Parlement.

De provinciegouverneur ziet erop toe dat de gemeenten de uitslagen minstens via aanplakking bekendmaken.

TITEL V. - Geldigverklaring en beroep tegen een raadpleging

Art. 43.Elk bezwaar tegen een raadpleging moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend binnen tien dagen te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het gewesthoofdbureau en de identiteit en de woonplaats van de bezwaarde vermelden.

Het wordt overhandigd aan de griffier van het Waals Parlement of ter post aangetekend verzonden. Hij is verplicht een ontvangstbewijs daarvan af te geven.

Art. 44.De uiteenzetting van de zaak door een lid van het Waals Parlement en de uitspraak van de beslissingen geschieden in openbare vergadering.

De beslissing moet op straffe van nietigheid met redenen omkleed zijn.

Art. 45.Het Waals Parlement spreekt zich uit binnen tien dagen na de indiening van het bezwaar.

TITEL VI. - Propaganda en controle op de uitgaven HOOFDSTUK I. - Propaganda

Art. 46.§ 1. Naast de bepalingen bedoeld in artikel 13 van het bijzonder decreet is het aanbrengen van opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor-en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden, verboden op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden tot aanplakking zijn bestemd of vooraf en schriftelijk werden vergund door de eigenaar of door de gebruiksgerechtigde voor zover de eigenaar insgelijks zijn akkoordbevinding vooraf en schriftelijk heeft betuigd.

Daartoe stelt de gemeenteraad plaatsen bestemd voor de aanplakking van affiches ter beschikking van de comités en zorgt hij voor een billijke verdeling van die plaatsen tussen beide comités. § 2. De overtredingen van de bepalingen van § 1, eerste lid, worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een boete van 26 tot 1000 euro.

Art. 47.Als een gemotoriseerde optocht georganiseerd wordt op de openbare weg, moet de organisator de burgemeester van de verschillende gemeenten waarin die optocht plaatsheeft, daarvan op de hoogte brengen.

Tijdens de periode en op de tijdstippen bepaald door de provinciegouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar is het verboden die gemotoriseerde optochten in het kader van de verkiezingen te organiseren. HOOFDSTUK II. - Controle op de uitgaven van het comités en op de herkomst van de middelen

Art. 48.§ 1. Het in artikel 20 van het bijzonder decreet bedoelde bezwaarschrift wordt schriftelijk ingediend en aan de griffier van het Waalse Parlement overhandigd of bij een ter post aangetekende brief aan hem verstuurd. Hij is verplicht een ontvangstbewijs daarvan af te geven. § 2. Het bezwaarschrift bevat: 1° de naam en de woonplaats van de bezwaarindiener;2° de handtekening van de bezwaarindiener;3° de naam en de woonplaats van minstens één stichter op wie het bezwaarschrift betrekking heeft;4° de datum van het bezwaar;5° het voorwerp van het bezwaar, met inbegrip van de aangevoerde feiten en argumenten. § 3. Het bezwaarschrift is onontvankelijk als het niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 1 en 2.

De controlecommissie beslist over de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift tijdens een inleidende hoorzitting. In geval van onontvankelijkheid licht ze de bezwaarindiener daarover in. § 4. De bezwaarindiener kan de door hem nuttig geachte stukken bij het bezwaarschrift voegen. Daarvan maakt de bezwaarindiener een behoorlijke inventaris op. § 5. Wanneer de controlecommissie optreedt: 1° gebeurt het onderzoek schriftelijk en op tegensprekelijke wijze;2° mag ze te allen tijde de partijen samenroepen en horen;3° treedt ze in onmiddellijke briefwisseling met de personen die onder haar rechtsmacht vallen.Ze kan van die personen vragen dat ze alle stukken en gegevens in verband met de bezwaren die ze moet behandelen, indienen; 4° de partijen en hun advocaten zijn gemachtigd om kennis te nemen van het bezwaardossier op het secretariaat van de controlecommissie, om er een afschrift van te krijgen en een memorie in te dienen;5° indien een onderzoek noodzakelijk is, gelast de controlecommissie dat het onderzoek wordt verricht tijdens haar hoorzitting of door het lid dat ze daartoe aangewezen heeft naar analogie van artikel 25, leden 2 tot 5, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;6° de hoorzitting is openbaar, tenzij die openbaarheid de openbare orde of de goede zeden zou kunnen verstoren.In dat geval verklaart de controlecommissie dat bij gemotiveerde beslissing; 7° het bezwaardossier wordt tijdens de hoorzitting uiteengezet door de verslaggever aangewezen door de controlecommissie, waarna de partijen en hun advocaten mondeling hun opmerkingen mogen maken;8° elke tussentijdse of definitieve beslissing wordt gemotiveerd of uitgesproken in openbare zitting.De beslissing vermeldt de naam van de verslaggever en de namen van de aanwezige leden, alles op straffe van nietigheid. De beslissing wordt ondertekend door de voorzitter en de leden van de controlecommissie.

Art. 49.§ 1. De beslissing van het Parlement genomen ter uitvoering van artikel 20, § 3, derde lid, van het bijzonder decreet van 19 juli 2018Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 19/07/2018 pub. 28/09/2018 numac 2018204870 bron waalse overheidsdienst Bijzonder decreet tot instelling van de volksraadpleging sluiten tot instelling van de volksraadpleging wordt onmiddellijk bij aangetekend schrijven door zijn griffier meegedeeld aan de Regering en aan het betrokken comité. § 2. Ze wordt onmiddellijk op de website van het Waals Parlement bekendgemaakt.

TITEL VII. - Slotbepalingen.

Art. 50.Het digitaal overmaken of de geautomatiseerde behandeling van de gegevens geschiedt volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten met inachtneming van de beginselen inzake het vertrouwelijk karakter, de integriteit en de beschikbaarheid van de gegevens in verband met de verkiezingen alsook met inachtneming van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Het digitaal overmaken moet indien nodig worden beveiligd door middel van de versleuteling van gegevens.

Art. 51.Elk lid van een bureau en elke getuige leggen de eed af voor het begin van de verrichtingen. Hij wordt afgelegd door de getuigen, de bijzitters en de secretaris, in handen van de voorzitter, vervolgens door deze ten overstaan van het samengestelde bureau.

De voorzitter of de bijzitter, die gedurende de verrichtingen benoemd wordt ter vervanging van een verhinderd lid, legt de eed af voordat hij zijn ambt aanvaardt.

Van deze eedaflegging wordt in elk proces-verbaal melding gemaakt.

Art. 52.De ordehandhaving in de lokalen wordt mutatis mutandis door de artikelen L4143-14 tot en met L4143-16 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie geregeld.

Wat betreft de inbreuk op het stemrecht en op het stemgeheim, de verkiezingscorruptie, de verkiezingsfraude, de verzameling van de stemmen en het geweld zijn de artikelen L4145-26 tot en met L4145-46 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie mutatis mutandis van toepassing.

Wat betreft de sancties met betrekking tot de kiesbureaus, zijn de artikelen L4125-16 en L4125-17 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie mutatis mutandis van toepassing.

Wat betreft de kosten, zijn de artikelen L4135-1 tot en met L4135-4 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie mutatis mutandis van toepassing.

Art. 53.Het register van de deelnemers, het register van de stemmers en alle al dan niet geldige stembiljetten worden vernietigd wanneer de raadpleging definitief gevalideerd of nietig verklaard wordt, overeenkomstig de door de Regering vastgestelde modaliteiten.

Art. 54.De Regering kan iedere uitvoeringsmaatregel i.v.m. dit decreet bij besluit regelen.

Art. 55.Dit decreet en het bijzonder decreet van 19 juli 2018Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 19/07/2018 pub. 28/09/2018 numac 2018204870 bron waalse overheidsdienst Bijzonder decreet tot instelling van de volksraadpleging sluiten tot instelling van de volksraadpleging treden in werking op de dag van de installatie van het Waals Parlement ten gevolge van zijn algehele vernieuwing in 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 2 mei 2019.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE _______ Nota (1) Zitting 2018-2019. Stukken van het Waals Parlement, 1131 (2018-2019) Nrs. 1 tot 6.

Volledig verslag, plenaire zitting van 30 april 2019.

Bespreking.

Stemming.

^