Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 november 2017
gepubliceerd op 27 december 2017

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controle op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017206739
pub.
27/12/2017
prom.
30/11/2017
ELI
eli/besluit/2017/11/30/2017206739/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controle op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water


De Waalse Regering, Gelet op boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.188;

Gelet op het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op zijn reglementair deel;

Gelet op het advies van de Beleidsgroep "Leefmilieu", uitgebracht op 6 juli 2017;

Gelet op het rapport van 24 augustus 2017 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies nr. 62.221/4 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2017 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie een aanpak heeft gevolgd, die erin bestaat beheersplannen voor de sanitaire veiligheid van het water inzake de beoordeling en het beheer van de risico's op te maken;

Overwegende dat het noodzakelijk is om over te gaan tot aanpassingen in de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de regels betreffende de controle en de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel R.42sexies van het reglementair Deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2001 en vernummerd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° 2° wordt vervangen als volgt: " 2° "bepalingsgrens": een vermeld veelvoud van de aantoonbaarheidsgrens bij een concentratie van de te bepalen grootheid die redelijkerwijs met een aanvaardbaar nauwkeurigheids- en precisieniveau kan worden bepaald.De bepalingsgrens kan met behulp van een geschikte standaard of een geschikt monster worden berekend en kan vanaf het laagste kalibratiepunt op de kalibratiecurve, met uitzondering van de blanco, worden verkregen. De bepalingsgrens wordt op een reële matrix geëvalueerd, namelijk een water representatief voor het toepassingsgebied van de methode, die het te meten element niet bevat. Indien het onmogelijk is, bereidt het laboratorium een synthetische oplossing voor, die zo representatief mogelijk is voor de betrokken matrix. De bepalingsgrens wordt geëvalueerd onder de toepassingsvoorwaarden voor de gebruikelijke methode en de veronderstelde waarde ervan wordt gecontroleerd ten opzichte van een aanvaardbare maximale relatieve afwijking van 60 % ;"; 2° 4° wordt vervangen als volgt: "4° "meetonzekerheid": de absolute waarde van de parameter die de spreiding karakteriseert van de waarden die redelijkerwijs kunnen worden toegekend aan een meetgrootte met dien verstande dat : a) de raming van de onzekerheid alle stappen van een analysemethode met inbegrip van de voorbereiding van de monsters in aanmerking moet nemen;b) de berekening van de onzekerheid in de ISO-norm 11352 of in elke andere gelijkwaardige norm die op internationaal niveau erkend is, zoals de norm NBN ENV 13005, wordt bepaald en; c) de onzekerheid met een verliesfactor k=2 wordt vermenigvuldigd zodat ongeveer 95 % van de aan de meetgrootte toegekende waarden gedekt worden door een interval rond de gemeten waarde.".

Art. 2.Artikel R.252 van het reglementair deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt aangevuld met de woorden "en van Richtlijn 2015/1787/EU van de Commissie van 6 oktober 2015 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water".

Art. 3.De artikelen R.255, § 2, tot R.60 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/02/2011 pub. 24/03/2011 numac 2011027076 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen met het oog op de bescherming van het oppervlaktewater en houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt type besluit van de waalse regering prom. 17/02/2011 pub. 23/03/2011 numac 2011201347 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de definitie van de afwateringsovereenkomst en de financiering van de afwatering sluiten, worden vervangen als volgt: "Art. R.255. § 2. De algemene doelstellingen en de reikwijdte van het programma voor de controle van voor menselijke consumptie bestemd water worden in bijlage XXXIII, Deel A, bepaald. § 3. Voor elk distributiegebied schikt de leverancier zich naar: 1° de te controleren parameters en de frequentie van de monsternemingen bedoeld in bijlage XXXIII, Deel B;2° de methodes en plaatsen van monsternemingen bedoeld in bijlage XXXIII, Deel D;3° de analysemethodes voorgeschreven bij bijlage XXXIV. § 4. De Minister kan de controleprogramma's van de leveranciers in termen van bemonstering en analyses bedoeld in § 3, 2° en 3° van dit artikel, aanpassen om ze aan te vullen. Deze aanpassing wordt verricht op grond van het verslag van het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water.

Art. R.256. § 1. Op verzoek van de leverancier kan de Minister ertoe machtigen om af te wijken van één of meerdere parameters bepaald in punt 5 van Deel C van bijlage XXXIII en van de bemonsteringsfrequenties bedoeld in artikel R.255, § 3, 1°, in bepaalde distributiegebieden en voor de door hem bepaalde duur, mits een risicobeoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig bijlage XXXIII, Deel C. Deze risicobeoordeling wordt afgeleverd door de leverancier ter staving van zijn controleprogramma en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, Departement Leefmilieu en Water, hierna de Administratie genoemd.

Daartoe maakt de leverancier een project van beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water per distributiegebied op en maakt het over aan de Administratie op hetzelfde ogenblik als het jaarlijkse controleprogramma.

Het plan omvat de beoordeling en het beheer van de risico's en bepaalt, in voorkomend geval, de frequentieverminderingen of de controle-uitstellen gevraagd voor één of meerdere distributiegebieden.

Het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water wordt door de Minister goedgekeurd.

Het beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water wordt bijgewerkt op initiatief van de leverancier of op verzoek van de Administratie. De leverancier vergewist zich van de voortdurende geldigheid van zijn plan en onderzoekt het opnieuw minstens in de volgende gevallen: 1° in antwoord op relevante veranderingen, bij voorbeeld op het gebied van: a) het drinkwatervoorzieningsysteem;b) de juridische of reglementaire eisen, met inbegrip van de algemene principes van de risicobeoordeling;c) de technische specificaties en de procedures;d) het leefmilieu waarin hij handelt;2° in antwoord op incidenten of spoedgevallen;3° na elk significant gevaarlijk gebeurtenis. De Minister bepaalt de minimale lijst van de vragen die in aanmerking genomen moeten worden in het kader van de opmaking van een beheersplan voor de sanitaire veiligheid van het water alsook de methode voor het opmaken van dit plan. Hij bepaalt de modaliteiten van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsaanvraag. § 2. De Minister kan ook de controleprogramma's van de waterleveranciers versterken wat betreft de bemonsteringsparameters en -frequenties bedoeld in artikel R.255, § 3, 1°, ten gevolge van een risicobeoordeling of op basis van resultaten van analyses uitgevoerd in het kader van het toezicht of op basis van elke nieuwe relevante officiële wetenschappelijke informatie betreffende de voor kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, die het distributiegebied zou kunnen treffen.

Art. R.257. § 1. De in artikel R.256, § § 1 en 2 bedoelde beslissingen van de Minister tegenover de leveranciers worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 2. Gegevens met vermelding dat het controleprogramma van de leverancier voor één of meerdere distributiegebieden, overeenkomstig de § § 1 en 2, op basis van een risicobeoordeling wordt opgemaakt, worden door de leverancier aan de betrokken consumenten overgemaakt telkens als hij hen over de kwaliteit van het gedistribueerd water overeenkomstig artikel D.193, § 1, informeert. § 3. Als de consument erom verzoekt, stelt de leverancier de samenvatting van de resultaten van de risicobeoordeling gratis te zijner beschikking.

Art. R. 258. Uiterlijk tegen het einde van het derde kwartaal deelt de leverancier de controleprogramma's, evenals hun wijzigingen voor het volgende jaar, aan de Administratie mede. De aard en de vorm van de over te maken gegevens worden door de Minister vastgesteld.

Als het dossier niet overeenkomstig de aard en de vorm van de door de Minister bepaalde gegevens is ingevuld, beschouwt de Administratie het dossier als onvolledig en de leverancier wordt geacht zijn verplichtingen niet te zijn nagekomen.

In dat geval stuurt de Administratie het dossier naar de leverancier terug, die over één maand beschikt om het vormelijk in orde opnieuw in te dienen.

Art. R.259. § 1. Er kunnen andere methodes dan die bepaald bij bijlage XXXIV, Deel A, worden gebruikt op voorwaarde dat de leverancier kan bewijzen dat de verkregen resultaten minstens even betrouwbaar zijn als de resultaten verkregen door de vastgestelde methodes § 2. Voor de parameters opgenomen in bijlage XXXIV, deel B.1., kan elke analysemethode worden gebruikt op voorwaarde dat de vereisten die onder die punten bepaald worden, in acht worden genomen. Indien geen analysemethode bestaat die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken van deel B.1., zorgt de leverancier ervoor dat de controle wordt uitgevoerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken die geen buitensporige kosten meebrengen. § 3. Voor de toepassing van de paragrafen 1 en 2 deelt de leverancier de gebruikte methodes en hun eventuele gelijkwaardigheid aan de Administratie mee, behalve indien die methodes reeds door de Administratie erkend zijn.

Art. R.260. De leverancier deelt alle resultaten met betrekking tot één kalenderjaar aan de Administratie mee in de loop van het kwartaal volgend op het verstrijken van het kalenderjaar, en in de door de Minister bepaalde vormen."

Art. 4.In Hoofdstuk III, Titel I, Deel III, van hetzelfde Boek, wordt het opschrift van de tweede afdeling, nummer 3 en met als opschrift "Afwijkingen", vervangen als volgt: "Afwijkingen van sommige parametrische waarden".

Art. 5.In bijlage XI bij hetzelfde Boek, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 25/02/2016 pub. 07/03/2016 numac 2016201185 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en betreffende de drempelwaarden die toegepast worden bij de beoordeling van de kwaliteit van de grondwaterlichamen sluiten, worden de bepaalbaarheidsgrenzen bedoeld in kolom LQ voor de hieronder vermelde parameters vervangen als volgt: "1° Troebelheid: LQ : 0,3; 2° Ammonium : LQ : 0,1;3° Orthofosfaten : LQ : 0,1;4° Totaal fosfor: LQ : 0,25;5° Cadmium : LQ : 0,5 en 0,25 in tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater;6° Koper : LQ : 10;7° Zink : LQ =25;8° Totale cyaniden : LQ : 5;10° Fluoriden : LQ : 0,1;11° Benzo(a)pyreen : LQ : 3;12° Endosulfan : LQ : 10;13° 1,2-Dichloorethaan : LQ : 0,9;14° Benzeen : LQ : 0,3;15° Hexachloorbenzeen : LQ = 0,01; 16° Hexachloorbutadieen : LQ : 0,2.".

Art. 6.In bijlage XIV, deel B I, § 6, bij hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 25/02/2016 pub. 07/03/2016 numac 2016201185 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en betreffende de drempelwaarden die toegepast worden bij de beoordeling van de kwaliteit van de grondwaterlichamen sluiten, wordt de nota vermeld in punt 6 onder de tabel vervangen als volgt: "6. Voor de parameters vermeld in de tabel van bijlage XXXIV, deel B I, leeft de meetonzekerheid (k = 2) de van die tabel afgetrokken absolute waarden na.".

Art. 7.In hetzelfde Wetboek wordt de inhoud van bijlage XXXIII vervangen door de inhoud van de bij dit besluit gevoegde bijlage 1.

Art. 8.In hetzelfde Wetboek wordt de inhoud van bijlage XXXIV vervangen door de inhoud van de bij dit besluit gevoegde bijlage 2.

Art. 9.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 november 2017.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

Bijlage I Bijlage XXXIII bij Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt CONTROLE DEEL A. Algemene doelstellingen en controleprogramma's voor het voor menselijke consumptie bestemde water 1. Met de programma's voor de controle van voor menselijke consumptie bestemd water: (a) moet worden nagegaan of de geldende maatregelen om risico's voor de gezondheid van de mens te beheersen in de volledige watertoeleveringsketen vanaf het wingebied, over de onttrekking, de behandeling en de opslag tot en met de distributie doeltreffend zijn en of het water op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, gezond en schoon is; (b) moet informatie worden verstrekt over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water om aan te tonen dat wordt voldaan aan de verplichtingen die zijn vastgesteld in de artikelen D.184 en D.185 en aan de parameterwaarden vastgesteld in bijlage R.XXXI; (c) moeten de geschiktste middelen worden vastgesteld om het risico voor de gezondheid van de mens te beperken. 2. Overeenkomstig artikel D.188, § 2, stellen de leveranciers controleprogramma's op die voldoen aan de parameters en frequenties vermeld in deel B van deze bijlage en die bestaan uit: (a) het nemen en het analyseren van punctuele watermonsters, of (b) metingen die in het kader van een doorlopend proces van controle worden geregistreerd. Daarnaast kunnen de controleprogramma's bestaan uit: a) inspectie van bescheiden met betrekking tot de functionaliteit en de staat van onderhoud van de installatie, en/of (b) inspectie van het stroomgebied en de infrastructuren voor de onttrekking, de behandeling, de opslag en de distributie van water.3. Controleprogramma's kunnen worden gebaseerd op een risicobeoordeling zoals vermeld in deel C. 4. Het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water zorgt ervoor dat de controleprogramma's van de waterleveranciers voortdurend worden geëvalueerd en overeenkomstig artikel R.258 worden bijgewerkt.

DEEL B. Parameters en frequenties 1. Algemeen kader In een controleprogramma moet rekening worden gehouden met de in artikel R.253 bedoelde parameters, met inbegrip van de parameters die belangrijk zijn om de impact van de privé-installaties voor waterdistributie op de kwaliteit van het water te bepalen op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, zoals vastgesteld in artikel D.187, § 1. Bij de keuze van geschikte parameters voor controle moeten de lokale omstandigheden voor elk waterdistributiezone in overweging worden genomen.

De leveranciers controleren de parameters van punt 2 overeenkomstig de desbetreffende bemonsteringsfrequenties van punt 3. 2. Lijst van parameters Parameters groep A De volgende parameters (groep A) worden gecontroleerd overeenkomstig de controlefrequenties zoals vastgesteld in de tabel van punt 3: a) Escherichia coli (E.coli), enterokokken, colibacteriën, telling kolonies bij 22 °C; b) kleur, smaak, geur;c) troebelingsgraad, pH, geleidbaarheid, temperatuur;d) ammonium, nitriet en nitraten. Onder specifieke omstandigheden worden de volgende parameters toegevoegd aan de parameters van groep A: (a) aluminium en ijzer, indien gebruikt als chemicaliën voor waterbehandeling.(b) de residuële vrije chloor wanneer de ontsmetting gebeurt met natriumhypochloriet of gasvormig chloor;(c) andere parameters van bijlage XXXI die als relevant zijn aangemerkt in het controleprogramma, in voorkomend geval, door middel van een risicobeoordeling zoals vermeld in deel C. Parameters groep B Om te bepalen of aan alle parameterwaarden van bijlage XXXI is voldaan, worden alle andere parameters die niet in het kader van groep A zijn geanalyseerd en die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel R.253, minstens overeenkomstig de frequenties van de tabel van punt 3 gecontroleerd. 3. Bemonsteringsfrequenties Minimumfrequentie voor monsterneming en analyse voor nalevingscontrole

Dagelijks binnen een leveringsgebied gedistribueerde of geproduceerde hoeveelheid water (zie opmerkingen 1 en 2) m3

Parameter groep Aantal monsternemingen per jaar

Parameter groep B Aantal monsternemingen per jaar

? 100 (opmerking 3)

6

1

> 100 et ? 1 000

12

1

> 1 000 et ? 3 300

24

2

> 3 300 et ? 6 600

36

3

> 6 600 et ? 9 900

48

4

> 9 900 et ? 13 200

60

5

> 13 200 et ? 20 000

72

5

> 20 000 et ? 30 000

96

6

> 30 000 et ? 40 000

132

7

> 40 000 et ? 50 000

168

8

> 50 000 et ? 60 000

204

9

> 60 000 et ? 70 000

234

10

> 70 000 et ? 80 000

264

11

> 80 000 et ? 90 000

294

12

> 90 000 et ? 100 000

324

13

> 100 000 et ? 120 000

360

14

> 120 000

360 + 30 voor elke 10 000 m3/d en nieuwe fractie daarvan van de totale hoeveelheid

14 + 1 voor elke 25 000 m3/d en nieuwe fractie daarvan van de totale hoeveelheid


Opmerking 1 : een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit één of enkele bronnen en waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn Opmerking 2 : de hoeveelheden zijn gemiddelden berekend over een kalenderjaar. Opmerking 3 : wat betreft de private leveringen van minder dan 100 m3 per dag en niet uitgezonderd overeenkomstig artikel D.182, § 1, 3°, waarvoor een voorafgaandelijk controle van de parameters van de groepen A en B een bevredigend resultaat heeft gegeven, kan het programma verminderd worden tot 3 controles van de parameters van groep A per jaar. Wanneer de controles van de parameters van groep A alarmerende resultaten geven, wordt het controleprogramma zowel inhoudelijk als voor de frequenties herzien, met de toestemming van de Minister.

Opmerking 4 : bij een tussentijdse bevoorrading met een kortere termijn wordt de frequentie van de controle van het water verdeeld met een tankwagen of -schip als volgt vastgesteld : - een aanvankelijke controle van de parameters van groep A; - in voorkomend geval, bijkomende controles geval per geval vastgesteld door het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water.

DEEL C. Risicobeoordeling 1. De risicobeoordeling gebeurt op basis van de algemene beginselen van risicobeoordeling zoals vastgesteld met betrekking tot internationale normen zoals norm NBN EN 15975-2 inzake het veiligstellen van de drinkwatervoorziening en de richtsnoeren betreffende risico- en crisisbeheer. 2. In de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met de resultaten van de controleprogramma's die zijn vastgesteld krachtens artikel D.168, derde lid, en krachtens artikel D.19 voor de ingevolge artikel D.168, aangewezen waterlichamen die overeenkomstig de artikelen R.43bis, R.103 en bijlage IV bij dit Wetboek gemiddeld meer dan 100 m3 per dag leveren. 3. Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling wordt de lijst van parameters in deel B, punt 2, uitgebreid en/of worden de bemonsteringsfrequenties in deel B, punt 3 verhoogd, wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: (a) de in deze bijlage vermelde lijst van parameters of frequenties volstaat niet om te voldoen aan de verplichtingen die zijn opgelegd overeenkomstig artikel D.188, § 1; (b) bijkomende controle is vereist voor de toepassing van artikel D.188, § 4; (c) de nodige waarborgen moeten worden geleverd zoals bedoeld in deel A, punt 1, onder a).4. Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling wordt de lijst van parameters in deel B, punt 2, beperkt en worden de bemonsteringsfrequenties van deel B, punt 3, verlaagd, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a) de bemonsteringsfrequentie betreffende de parameters E.coli, alsook de andere parameters van de soorten F1, F2 en F3 bedoeld in punt 5, mag onder geen beding lager liggen dan de in deel B, punt 3, vastgelegde frequentie; (b) voor alle andere parameters : i) rekening houdend met artikel D.187 wordt de plaats en bemonsteringsfrequentie bepaald met inachtneming van de herkomst van de parameter en van de variatie en langetermijnontwikkeling van diens concentratie; ii) om de minimumfrequentie voor monsterneming van parameters, zoals vastgesteld in deel B, punt 3, te verlagen, moeten alle resultaten van de monsters die in een periode van ten minste drie jaar met regelmatige tussenpozen zijn genomen op plaatsen die representatief zijn voor het volledige leveringsgebied, minder dan 60 % van de parameterwaarde bedragen; iii) om een soort of soorten parameter te schrappen van de lijst van te controleren parameters, zoals vastgesteld in deel B, punt 2, moeten alle resultaten van de monsters die in een periode van ten minste drie jaar met regelmatige tussenpozen zijn genomen op plaatsen die representatief zijn voor het volledige leveringsgebied, minder dan 30 % van de parameterwaarde bedragen; iv) het schrappen van een specifieke in deel B, punt 2, vastgestelde soort of soorten parameters van de lijst van te controleren parameters wordt gebaseerd op het resultaat van de risicobeoordeling, waarbij kennis wordt genomen van de controleresultaten van het voor menselijke consumptie bestemd water en waarbij wordt bevestigd dat de volksgezondheid beschermd is tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water, zoals vastgesteld in de artikelen D.180 et D.184; v) enkel indien in de risicobeoordeling wordt bevestigd dat geen enkele redelijkerwijs te voorziene factor aanwezig is waardoor de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water achteruit zou kunnen gaan, kan de bemonsteringsfrequentie worden verlaagd of een soort of soorten parameters worden geschrapt uit de lijst van te controleren parameters, zoals vastgesteld onder ii) en iii).5. De aanvraag tot verlaging van de frequentie bedoeld in punt 4 betreft een soort of soorten parameters die als volgt worden verzameld: Parameters groep A (gemeten op hoge frequentie) F1.Microbiologische parameters: E coli, Enterokokken, colibacteriën, WG bij 22 °C F2. Organoleptische parameters : kleur, geur, smaak F3. Operationele parameters : troebelingsgraad, pH, geleidbaarheid, residuële vrije chloor, temperatuur F4. Parameters stikstofhoudende balans: Nitraten, nitrieten, ammonium Parameters groep B (gemeten op lage frequentie) F5. Pesticiden F6. PAK (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) F7. THM (trihalomethanen) F8. gechloreerde oplosmiddelen en andere koolwaterstoffen F9. Metalen 1 (van de uitrustingen) : Cu, Cr, Cd, Ni, Pb, Sb, Zn F10. Metalen 2 : As, Hg, Se F11. Operationele metalen : Al, Fe, Mn F12. Totale hardheid en kationen (Na, K, Ca, Mg) F13. Borium en fosfor F14. Bromaat F15. Cyaniden F16. Anionen : Anorganische anionen met uitzondering van bromaat en cyanide F17. Organische stoffen : oxideerbaarheid of totaal organische koolstof (TOK) F18. Bijkomende microbiologische parameters : clostridium perfringens (met inbegrip van sporen) en TKG bij 36 °C DEEL D. Steekproefmethoden en plaatsen van monsterneming 1. De plaatsen van monsterneming worden zo bepaald dat wordt voldaan aan de in artikel D.187, § 1 omschreven punten waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan. In geval van een distributienet kan een leverancier voor specifieke parameters echter monsters nemen in het leveringsgebied of in de behandelingsinstallatie indien kan worden aangetoond dat er geen negatieve verandering zou zijn in de gemeten waarde van de betrokken parameters. Voor zover mogelijk wordt het aantal monsters gelijkelijk over tijd en plaats verdeeld. 2. Monsterneming op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, moet aan de volgende vereisten voldoen: (a) monsters voor bepaalde chemische parameters (in het bijzonder koper, lood en nikkel) worden genomen aan de kraan van de consument zonder er voorafgaand water uit te laten stromen.Een monster moet worden genomen met een hoeveelheid van een liter op een willekeurig tijdstip gedurende de dag. Bij wijze van alternatief kan de leverancier methoden gebruiken met een vaste tijd van stilstand, zoals bepaald door de Minister, op voorwaarde dat dit op het niveau van het leveringsgebied niet leidt tot minder gevallen van niet-naleving dan het gebruik van de methode op een willekeurig tijdstip gedurende de dag; (b) monsters voor microbiologische parameters op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, worden genomen en behandeld overeenkomstig norm NBN EN ISO 19458, steekproefdoel B; 3. Met uitzondering van de afnemingen aan de kraan van de consument, moet de Monsterneming in het distributienet gebeuren overeenkomstig ISO 5667-5.Monsters voor microbiologische parameters in het distributienet worden genomen en behandeld overeenkomstig norm NBN EN ISO 19458, steekproefdoel A. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 november tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controle op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water.

Namen, 30 november 2017.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

Bijlage II Bijlage XXXIV bij Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt SPECIFICATIES VOOR DE ANALYSE VAN DE PARAMETERS Overeenkomstig artikel D.188, § 3, zorgen de leveranciers van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water, ervoor dat de analysemethoden die gebruikt worden voor controle en om aan te tonen dat wordt voldaan aan de conformiteit van worden gevalideerd en gedocumenteerd overeenkomstig norm EN ISO17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen, behalve in het geval van organoleptische parameters (kleur, geur, smaak). De leveranciers en het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water, zorgen ervoor dat laboratoria of door laboratoria gecontracteerde partijen methoden voor kwaliteitszorgsystemen hanteren die in overeenstemming zijn met norm EN ISO/IEC17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen.

DEEL A. Microbiologische parameters waarvoor analysemethoden gespecificeerd zijn De volgende beginselen voor methoden voor microbiologische parameters worden gegeven als referentie als een CEN/ISO-methode wordt opgegeven of als leidraad, in afwachting van de eventuele toekomstige aanneming, door de Commissie, van andere internationale methoden CEN/ISO voor deze parameters.

Alternatieve methoden kunnen worden gebruikt mits aan artikel R. 259 wordt voldaan.

De methoden gebruikt voor microbiologische parameters zijn: a) Escherichia coli (E.coli) en colibacteriën (EN ISO 9308-1 of EN ISO 9308-2); b) Enterokokken (EN ISO 7899-2);c) Pseudomonas aeruginosa (EN ISO 16266);d) Inventarisatie van micro-organismen die gekweekt kunnen worden - telling kolonies bij 22 ° C (EN ISO 6222) d) Inventarisatie van micro-organismen die gekweekt kunnen worden - telling kolonies bij 36 ° C (EN ISO 6222) f) Clostridium perfringens, met inbegrip van sporen (EN ISO 14189). DEEL B. Chemische en indicatorparameters waarvoor prestatiekenmerken gespecificeerd zijn 1. Chemische en indicatorparameters Voor de parameters van onderstaande tabel houden de gespecificeerde prestatiekenmerken in dat met de gebruikte analysemethode ten minste concentraties moeten kunnen worden gemeten die gelijk zijn aan de parameterwaarde, met een bepalingsgrens, overeenkomstig artikel R.42sexies, 2°, van 30 % of minder van de desbetreffende parameterwaarde en een meetonzekerheid, overeenkomstig artikel R.42sexies, 4°, als aangegeven in onderstaande tabel. Het resultaat wordt met ten minste evenveel significante cijfers uitgedrukt als de parameterwaarde genoemd in bijlage XXXI, delen B en C. Voor de parameters van onderstaande tabel die ook zijn opgenomen in bijlage XI voor het toezicht op het tot drinkwater verwerkbaar grondwater en oppervlaktewater, mag de maximale kwantificatiegrens in het voor menselijke consumptie bestemde water bovendien niet de grens overschrijden die is aangegeven in bijlage XI. De in onderstaande tabel vermelde meetonzekerheid wordt niet gebruikt als bijkomende tolerantie voor de in bijlage XXXI vermelde parameterwaarden.

Tabel: Minimumprestatiekenmerk « meetonzekerheid »

Parameters

Meetonzekerheid (zie opmerking 1)

Opmerkingen

% van de parameterwaarde (behalve voor pH)


Aluminium

25


Ammonium

40


Antimoon

40


Arseen

30


Benzo(a)pyreen

50

Zie opmerking 2

Benzeen

40


Boor

25


Bromaat

40


Cadmium

25


Chloride

15


Chroom

30


Geleidbaarheid

20


Koper

25

Zie opmerking 11

Cyanide

30

Zie opmerking 3

1,2-dichloorethaan

40


Fluoriden

20


Waterstofionenconcentratie (uitgedrukt in pH-eenheden)

0,2

Zie opmerking 4

Ijzer

30


Lood

25


Mangaan

30


Kwik

30


Nikkel

25


Nitraat

15


Nitriet

20


Oxideerbaarheid

50

Zie opmerking 5

Pesticiden

30

Zie opmerking 6

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

50

Zie opmerking 7

Seleen

40


Natrium

15


Sulfaat

15


Tetrachlooretheen

30

Zie opmerking 8

Trichlooretheen

40

Zie opmerking 8

Trihalomethanen ù totaal

40

Zie opmerking 7

Totaal organische koolstof (TOK)

30

Zie opmerking 9

Troebelheid

30

Zie opmerking 10

Residuële vrije chloor

25


Zink

25

Zie opmerking 11


Opmerking 1 : De meetonzekerheid wordt geschat op het niveau van de parameterwaarde, tenzij anders vermeld. In de praktijk zal de meetonzekerheid worden berekend aan een concentratie kleiner dan of gelijk aan de parameterwaarde en gelegen in de ijkingsschaal van de methode. De onzekerheid wordt berekend op een bepaalde concentratie als de waarde van de onzuiverheid (de juistheid genomen in absolute waarde) min of meer twee keer de standaardafwijking van het toevalsbestanddeel (betrouwbaarheid) Opmerking 2 : Als niet aan de waarde van de meetonzekerheid kan worden voldaan, moet de beste beschikbare techniek worden toegepast (tot 60 % ).

Opmerking 3 : Met deze methode wordt het totaal aan cyanide in elke vorm bepaald.

Opmerking 4 : Waarden voor juistheid, precisie en meetonzekerheid worden uitgedrukt in pH-eenheden.

Opmerking 5 : Referentiemethode: EN ISO 8467 Opmerking 6 : De prestatiekenmerken voor afzonderlijke pesticiden zijn indicatief. Lage waarden voor meetonzekerheid van 30 % zijn haalbaar voor meerdere pesticiden, hogere waarden tot 80 % kunnen worden toegelaten voor een aantal pesticiden, namelijk de deisopropylatrazine (50 % ).

Opmerking 7 : De prestatiekenmerken gelden voor de afzonderlijke stoffen, gespecificeerd op 25 % van de parameterwaarde in bijlage XXXI, deel B. Opmerking 8 : De prestatiekenmerken gelden voor de afzonderlijke stoffen, gespecificeerd op 50 % van de parameterwaarde in bijlage XXXI, deel B. Opmerking 9 : De meetonzekerheid moet worden geschat op het niveau van 3 mg/l van de totale organische koolstof (TOC). Voor het bepalen van de TOC en de opgeloste organische koolstof (DOC) worden de CEN 1484-richtsnoeren gebruikt.

Opmerking 10 : De meetonzekerheid moet worden geschat op het niveau van 1,0 NTU (nephelometrische troebelingseenheid) overeenkomstig EN ISO 7027.

Opmerking 11 : In het tot drinkwater verwerkbaar ruw water en in de behandelingsinstallaties moet de meetonzekerheid bovendien de voorschriften van artikel R.43bis-4, § 4 naleven. 2. De parameters acrylamide, epichloorhydrine, vinylchloride worden gecontroleerd in de betrokken waterdistributiegebieden in functie van de kwaliteitscriteria bepaald voor een product gebruikt in de distributieketting Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 november tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controle op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemde water. Namen, 30 november 2017.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

^