gepubliceerd op 07 maart 2016
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en betreffende de drempelwaarden die toegepast worden bij de beoordeling van de kwaliteit van de grondwaterlichamen
25 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en betreffende de drempelwaarden die toegepast worden bij de beoordeling van de kwaliteit van de grondwaterlichamen
De Waalse Regering, Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikelen D. 6-1, ingevoegd bij het
decreet van 13 oktober 2011Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/10/2011
pub.
08/11/2011
numac
2011027202
bron
waalse overheidsdienst
Decreet houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
sluiten, D. 19, § 1, D.24, § 1 en D.173;
Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel D.8, § 3;
Gelet op het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;
Gelet op het advies van de Wateradviescommissie, gegeven op 30 september 2015;
Gelet op het advies nr. 58.720/4 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het rapport over de evaluatie van de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;
Overwegende dat technische aanpassingen aangebracht moeten worden aan de criteria op grond waarvan de kwaliteit van de grondwaterlichamen wordt beoordeeld;
Overwegende dat nieuwe dreigingen voor de kwaliteit van de grondwateren zich voorgedaan hebben in de loop van de eerste cyclus van de beheersplannen voor de Waalse stroomgebieden die aangenomen werden overeenkomstig de artikelen D. 24 en volgende van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en dat die dreigingen aangepakt moeten worden;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Richtlijn 2014/80/EU van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand wordt omgezet bij dit besluit, waarbij ook de toe te passen criteria en regels voor de beoordeling van de kwaliteit van de grondwaterlichamen herzien en aangevuld worden met het oog op de tweede plannen voor het beheer van de stroomgebieddistricten.
Art. 2.Artikel R.43ter-3 van het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009, wordt gewijzigd als volgt : 1° onder 1° worden de woorden « deel A I.» vervangen door de woorden « deel A »; 2° onder 2° worden de woorden « die in bijlage XIV, deel A II., worden vermeld en » geschrapt en wordt de volgende zin ingevoegd : « Als die drempelwaarden niet vastgelegd worden door de stroomgebiedsautoriteit, worden ze geacht identiek te zijn aan de criteriawaarden opgesomd in bijlage XIV, deel B I. ».
Art. 3.Artikel R.165, § 2, 2°, van het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 19/08/2013 numac 2013027146 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2009 tot uitvoering van het decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor de verhuur van voertuigen met chauffeur type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 18/09/2013 numac 2013027176 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en van het besluit van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten, wordt vervangen als volgt : « 2° als de Minister vaststelt dat de concentratie werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan, toeneemt en, in jaarlijks gemiddelde, in de ontvangende wateren hoger is dan : - 30 % van de kwaliteitsnormen van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 1°, wat betreft de waarde vastgelegd per individuele stof, of - 30 % van de kwaliteitsnormen van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 1°, wat betreft de waarde vastgelegd voor het geheel van de stoffen, of - 30 % van de drempelwaarden van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 2°, Laat hij onmiddellijk een onderzoekscontrole voeren ten einde de overschrijding vast te stellen en de oorzaak ervan te bepalen. Als die overschrijding te wijten is aan praktijken die niet voldoen aan één of meer bestaande wetgevingen, neemt hij de maatregelen tot naleving ervan. Als de overschrijding niet te wijten is aan de niet-naleving van een wettellijke verplichting, kan de Minister, in overleg met de betrokken sectoren, gepaste begeleidings- en aansporingsmaatregelen voorstellen ter wijziging van sommige landbouw-, huishoudelijke en andere praktijken om de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in de grondwateren te beperken totdat de gehaltes gedaald zijn onder 30 % van de kwaliteitsnormen of drempelwaarden van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3 en sinds minstens vijf jaar op dat niveau gehandhaafd worden. De voorgestelde maatregelen zijn evenredig en integreren het resultaat van een beoordeling van hun sociaal-economische effecten op de betrokken sectoren.
Bij gebrek aan bijzondere nadere bepaling zijn de in lid 1 bedoelde maatregelen van toepassing binnen een termijn van één jaar, met ingang op de datum van kennisgeving van de beslissing van de Minister.
Als de Minister vaststelt dat de concentratie werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan, in jaarlijks gemiddelde, in de ontvangende wateren hoger is dan : - 75 % van de kwaliteitsnormen van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 1°, wat betreft de waarde vastgelegd per individuele stof, of - 75 % van de kwaliteitsnormen van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 1°, wat betreft de waarde vastgelegd voor het totaal van de stoffen, of - 75 % van de drempelwaarden van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, 2°, treft hij, na onderzoekscontrole en in overleg met de betrokken sectoren, strakkere maatregelen waarbij rekening wordt gehouden met de agronomische eisen gaande van het verbod van toepassing op de betrokken bestrijdingsmiddelen ten einde de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in de grondwateren te voorkomen totdat de gehaltes opnieuw gedaald zijn onder 75 % van de kwaliteitsnormen en drempelwaarden van de grondwateren bedoeld in artikel R.43ter-3, en sinds minstens vijf jaar op dat niveau gehandhaafd worden.
Bij gebrek aan bijzondere nadere bepaling zijn de in lid 3 bedoelde maatregelen van toepassing binnen een termijn van één jaar, met ingang op de datum van kennisgeving van de beslissing van de Minister.
Art. 4.In bijlage XI bij het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het gedeelte van de tabel betreffende de extraheerbare metalen wordt tussen de lijn « Chroom » en de lijn « Koper » volgende lijn ingevoegd :
3610
Hexavalent chromium (als [Cr totaal] > 5 µg/l)
Cr6+
µg/l
1
2° het gedeelte van de tabel betreffende de pesticiden wordt vervangen als volgt :
Pesticiden en metabolieten ervan :
4421
2,4-2,4-dichloor- fenoxyacetaat
2,4-D
ng/l
25
4483
2,6 - dichlorobenzamide
BAM
ng/l
50
4418
2-methyl, 4-chloor- fenoxyacetaat
MCPA
ng/l
25
4403
Atrazine
ng/l
25
4426
Bentazon
ng/l
25
4416
Bromacil
ng/l
25
4427
Chlooridazon*
ng/l
25
4618
Chlooridazon desfenyl**
MET-B
ng/l
100
4497
Chlorothalonil ESA**
VIS-01
ng/l
100
4411
Chloortoluron
ng/l
25
4436
Deisopropyl Atrazine
ng/l
45
4404
Desethyl Atrazine
ng/l
25
4408
Diuron
ng/l
25
4442
Endosulfan*
ng/l
2
4433
Glyfosaat*
ng/l
50
4410
Isoproturon
ng/l
25
4401
Lindaan*
ng/l
10
4499
Metazachloor ESA**
BH479-4
ng/l
100
4622
S-Metolachloor*
ng/l
25
4620
Metolachloor ESA**
CGA354743
ng/l
100
4407
Metribuzin
ng/l
25
4405
Simazine
ng/l
25
4435
Terbutylazine
ng/l
25
3° onder de tabel wordt na de nota « *uitsluitend voor het oppervlaktewater » een tweede nota ingevoegd, luidend als volgt : « **uitsluitend in het oppervlaktewater en vanaf een datum vastgelegd door de Minister in de loop van 2017 ».
Art. 5.In bijlage XIV bij het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° deel A wordt gewijzigd als volgt : - het opschrift « Kwaliteitscriteria van het grondwater » wordt vervangen door het opschrift « Kwaliteitsnormen voor het grondwater »; - het opschrift « I. Kwaliteitsnormen van het grondwater » wordt geschrapt; - het geheel van punt II, met het opschrift « II. Drempelwaarden die voor het grondwater van toepassing zijn » wordt geschrapt; 2° punt I van deel B wordt gewijzigd als volgt : - 3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De drempelwaarden worden vastgelegd op het niveau van het gedeelte van het internationale stroomgebiedsdistrict gelegen op het Waalse grondgebied of op het niveau van een grondwaterlichaam of van een bijzondere groep van grondwaterlichamen »; - 2° er wordt een paragraaf 6 toegevoegd, luidend als volgt : « § 6. De drempelwaarden worden vastgelegd op grond van de waarden van de criteria die in aanmerking genomen worden voor de beoordeling van de kwaliteit van het grondwater en die in onderstaande tabel opgenomen zijn : « Waarden van criteria die toepasselijk zijn in Wallonië :
Polluenten van natuurlijke of antropogene oorsprong :
Hoofdcriterium
Waarde
Arsenicum*
Menselijke gezondheid (drinkwater)
10 µg/l
Cadmium
Bescherming van de ecosystemen
3 µg/l
Chroom VI (hexavalent)
Menselijke gezondheid (drinkwater)
9 µg/l
Koper
Bescherming van de ecosystemen
100 µg/l
Kwik
Menselijke gezondheid (drinkwater)
1 µg/l
Nikkel*
Menselijke gezondheid (drinkwater)
20 µg/l
Lood
Menselijke gezondheid (drinkwater)
10 µg/l
Zink
Bescherming van de ecosystemen
200 µg/l
Ammonium (NH4)*
Menselijke gezondheid (drinkwater)
0,5 mg/l
Chloriden
Voorzorgsbeginsel
150 mg/l
Totale cyaniden
Menselijke gezondheid (drinkwater)
50 µg/l
Nitraten (waterlichamen RWM100, RWR101, RWM102 en RWM103)
Bescherming van de ecosystemen
25 mg/l
Nitrieten (NO2)
Menselijke gezondheid (drinkwater)
0,1 mg/l
Totaal fosfor (P2O5)
Bescherming van de ecosystemen
1,15 mg/l
Totaal fosfoor (waterlichamen RWM100, RWR101, RWM102 en RWM103)
Bescherming van de ecosystemen (eutrofiëring van de waterlopen)
0,46 mg/l
Sulfaten*
Menselijke gezondheid (drinkwater)
250 mg/l
Kunststoffen bevestigd als verontreinigende stoffen :
2,6-dichlorobenzamide (BAM)
Voorzorgsbeginsel
0,5 µg/l
Chlorothalonil ESA (metaboliet VIS-01)
Voorzorgsbeginsel
1,5 µg/l
Metazachloor ESA (vorm sulfonzuur)
Voorzorgsbeginsel
1,5 µg/l
Methyl-terbuthylether (MTBE)
Voorzorgsbeginsel
30 µg/l
Tetrachlooretheen
Menselijke gezondheid (drinkwater)
4 µg/l
Trichlooretheen
Menselijke gezondheid (drinkwater)
7 µg/l
1,2-Dichlooretheen
Voorzorgsbeginsel
5 µg/l
Vinylchloride
Bescherming van de ecosystemen
0,25 µg/l
Nota's : 1. Wat betreft de parameters met een *, kan de drempelwaarde voor bepaalde grondwaterlichamen verhoogd worden om rekening te houden met de referentieconcentratie als ze hoger is dan de criteriumwaarde;2. Wat betreft de parameters waarvan het in aanmerking genomen criterium de menselijke gezondheid is, kan de drempelwaarde die op de drinkwaterwinningen toepasselijk is verlaagd worden om te beschikken over een veiligheidsmarge ter voorkoming van elke overschrijding van de parametrische waarden die toepasselijk zijn op het water bestemd voor menselijk verbruik;3. Wat betreft de parameters waarvan het in aanmerking genomen criterium de bescherming van de ecosystemen is, kan de drempelwaarde slechts voor bepaalde grondwaterlichamen aangepast worden als zulks gewettigd kan worden door specifieke overwegingen betreffende de chemische en ecologische toestand van de verenigde grondwateren alsook door de integriteit van de afhankelijke landecosystemen;4. Wat betreft de parameters waarvan het in aanmerking genomen criterium het voorzorgsbeginsel is, is de drempelwaarde die toepasselijk is op elk grondwaterlichaam identiek aan de criteriumwaarde; 5. De drempelwaarden betreffende de metalen slaan op het extraheerbare metaal, m.a.w. gemeten aan de hand van een ongefilterd monster, aangezuurd bij pH <2; 6. Voor de metalen en de parameters " nitraten ", " chloriden " en " sulfaten " mag de meetonzekerheid (k=2) niet hoger zijn dan 25 % van de drempelwaarde.»; 3° punt II van deel B wordt vervangen als volgt : « II.Richtsnoeren tot vastlegging van drempelwaarden De stroomgebiedsautoriteit bepaalt voor alle verontreinigende stoffen en indicatoren van verontreiniging de drempelwaarden op grond waarvan, conform de analyse van de kenmerken krachtens artikel D.17, §§ 1 en 7, wordt vastgesteld dat grondwaterlichamen of groepen grondwaterlichamen het gevaar lopen geen goede chemische toestand van het grondwater te bereiken.
De drempelwaarden worden zodanig vastgesteld dat, mochten de monitoringresultaten in een representatief monitoringpunt de drempelwaarden overschrijden, dit wijst op een risico dat niet is voldaan aan één of meer van de voorwaarden voor een goede chemische toestand van het grondwater als bedoeld in deel C I., 3°, b), c) en d) van deze bijlage.
Bij het vaststellen van drempelwaarden neemt de stroomgebiedsautoriteit de volgende richtsnoeren in acht : 1. De vaststelling van de drempelwaarden moet gebaseerd zijn op : a) de mate waarin de interacties tussen het grondwater en de daarmee verband houdende aquatische ecosystemen en de afhankelijke terrestrische ecosystemen plaatsvinden;b) de mate waarin het wetmatige gebruik of de wetmatige functie van grondwater in het heden of in de toekomst gehinderd wordt;c) alle verontreinigende stoffen die de ondergrondse waterlichamen als risicovol beschouwen, waarbij de minimumlijst omschreven onder punt III in aanmerking genomen wordt;d) de hydrogeologische kenmerken, met inbegrip van de informatie over de achtergrondniveaus en de hydrologische balans.2. De bepaling van de drempelwaarden gebeurt rekening houdend met de oorsprong van de verontreinigende stoffen en met de eventuele natuurlijke aanwezigheid, met de toxicologie en het verspreidingsprofiel, het voortbestaan en de potentiële bioaccumulatie van die verontreinigende stoffen.3. Telkens als der hoge achtergrondniveaus van stoffen of ionen of de indicatoren errvan geregistreerd worden om natuurlijke hydrogeologische redenen, worden die achtergrondniveaus van het betrokken grondwaterlichaam bij de vaststelling van de drempelwaarden in rekening gebracht.Bij de bepaling van de achtergrondniveaus worden de volgende beginselen in aanmerking genomen : a) de vastlegging van de achtergrondniveaus berust op de karakterisering van de grondwaterlichamen uitgevoerd krachtens artikel D.17-1, § 22, alsook op de resultaten van de monitoring verricht overeenkomsting punt II van bijlage IV bij het regelgevend gedeelte. de monitoringstrategie en de interpretatie van de gegevens houden rekening met het feit dat de stroomomstandigheden en de chemische eigenschappen van de grondwateren zowel met laterale als met verticale variaties te maken hebben; b) als te weinig gegevens m.b.t. de monitoring van de grondwateren beschikbaar zijn, is het geboden meer gegevens in te zamelen en, ondertussen, de achtergrondniveaus op grond van die beperkte monitoringgegevens vast te leggen, desgevallend aan de hand van een vereenvoudigde methode die gebruik maakt van een kleiner geheel van monsters waarvoor de indicatoren geen invloed van de menselijke activiteit aan het licht brengen. Er moet ook rekening worden gehouden met de gegevens over de overplaatsingen en de geochemische processen, als ze beschikbaar zijn; b) in geval van onvoldoende gegevens m.b.t. de monitoring van de grondwateren en van beperkte informatie over de overplaatsingen en geochemische processen, is het geboden meer gegevens en informatie in te zamelen en, ondertussen, een raming van de achtergrondniveaus te maken, desgevallend op grond van statistische referentieresultaten voor hetzelfde type grondwateren gelegen in andere gebieden waarvoor voldoende monitoringgegevens voorhanden zijn; 4. De vastlegging van de drempelwaarden wordt ondersteund door een mechanisme voor de controle van de ingezamelde gegevens, op grond van de beoordeling van de kwaliteit van de gegevens, de analytische overwegingen alsook de bodemniveaus voor de stoffen die zowel op natuurlijke wijze aanwezig kunnen zijn en als uit menselijke activiteiten kunnen voortvloeien.5. Het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water, houdt rekening met het geheel van die richtsnoeren in elk ontwerp van plan voor het beheer van de Waalse stroomgebieden en verifieert de samenhang van de drempelwaarden met behulp van het systeem voor de beoordeling van de kwaliteit van het grondwater SEQESo.»; 4° onder punt 1° van punt III van deel B., wordt het leesteken « . » vervangen door de woorden « , Nitrieten, Totaal fosfoor / Fosfaten (naar keuze). »; 5° punt IV van deel B wordt vervangen als volgt: « IV.Te verstrekken informatie over de verontreinigende stoffen en de desbetreffende indicatoren waarvoor drempelwaarden zijn vastgesteld.
De plannen voor het beheer van de Waalse stroomgebieden, opgemaakt overeenkomstig artikel D.24, bevatten informatie over de wijze waarop de procedure omschreven in deel B.II van deze bijlage is toegepast.
Het beheersplan bevat meer bepaald : a) gegevens over elk grondwaterlichaam of elke groep van grondwaterlichamen dat/die als gevaar lopend is/zijn aangemerkt,, met minimum de volgende gegevens : i) de omvang van de waterlichamen; ii) elke verontreinigende stof of verontreinigingsindicator die de grondwaterlichamen als risicovol karakteriseert; iii) de milieukwaliteitsdoelstellingen waarmee het risico gepaard gaat, met inbegrip van de rechtmatige gebruiken of functies van het grondwaterlichaam, ongeacht of ze reël of potentieel zijn, en de relaties tussen de grondwaterlichamen en de bijbehorende oppervlaktewateren en daarvan rechtstreeks afhankelijke terrestrische ecosystemen en; iv) in het geval van natuurlijk voorkomende stoffen, de natuurlijke achtergrondconcentratie daarvan in het grondwaterlichaam; v) informatie over de overschrijdingen als de drempelwaarden overschreden worden.b) de drempelwaarden, ongeacht of ze toegepast worden op regionaal niveau, op het niveau van het stroomgebieddistrict, op het gedeelte van het internationale stroomgebieddistrict gelegen op het Waalse grondgebied of op het niveau van een grondwaterlichaam of van een bijzondere groep van grondwaterlichamen;c) de relatie tussen de drempelwaarden en elk van de volgende elementen: iv) in het geval van natuurlijk voorkomende stoffen, de waargenomen achtergrondniveaus; ii) de bijbehorende oppervlaktewateren en daarvan rechtstreeks afhankelijke terrestrische ecosystemen; iii) de doelstellingen inzake leefmilieukwaliteit en de overige waterbeschermingsnormen van kracht op nationaal niveau, op het niveau van de Unie of op internationaal niveau; iv) elke relevante informatie betreffende de toxicologie, de ecotoxicologie, de persistentie, het vermogen tot bioaccumulatie en de dispersie-eigenschappen van de verontreinigende stoffen; d) de methode tot bepaling van de achtergrondniveaus die berust op de beginselen vermeld onder punt 3 van deel B., II, van deze bijlage; e) de redenen van het gebrek aan drempelwaarden voor de verontreinigende stoffen en indicatoren vermeld in deel B., III, van deze bijlage; f) de voornaamste elementen ter beoordeling van de chemische toestand van het grondwater, met, minimum, het niveau, de methode en de periode van erkenning van de monitoringresultaten, de bepaling van de aanvaardbare draagwijdte van de overschrijding en de berekeningsmethode ervan, overeenkomstig deel C., I., 3°, a., en deel C., II, 3., van deze bijlage.
Het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Leefmilieu en Water, verstrekt de gegevens bedoeld onder de punten a) tot f).
Als geen enkel van de gegevens bedoeld onder de punten a) tot f) voorkomt in de plannen van beheer van de stroomgebieddistricten, motiveert de stroomgebiedsautoriteit het gebrek aan gegevens in bedoelde plannen. ».
Art. 6.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 25 februari 2016.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit enVervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO