Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 februari 2011
gepubliceerd op 24 maart 2011

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen met het oog op de bescherming van het oppervlaktewater en houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt

bron
waalse overheidsdienst
numac
2011027076
pub.
24/03/2011
prom.
17/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/17/2011027076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen met het oog op de bescherming van het oppervlaktewater en houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt


De Waalse Regering, Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikel D. 3, 3°;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D. 2, 62°, 80° en 81°, D. 19, § 1, in fine, D. 24, § 1, eerste lid, in fine, D. 156, D. 185, D. 186 en D. 188;

Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'Eau" (Wateradviescommissie), gegeven op 6 oktober 2010;

Gelet op het advies nr. 49.052/4 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is een omzetting van Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 16 december 2008 inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid tot wijziging en vervolgens intrekking van de Richtlijnen 82/176/EEG, 83/513/EEG, 84/156/EEG, 84/491/EEG en 86/280/EEG van de Raad, en tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en een gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

Art. 2.Artikel R.2 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel R. 90 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt : "20bis "Prioritaire stoffen" : de stoffen bedoeld in bijlage I die geselecteerd worden uit die stoffen welke een significant risico voor of via het aquatische milieu betekenen; 20°ter "Gevaarlijke prioritaire stoffen" : de gevaarlijke stoffen die geïdentificeerd worden in kolom 5 van tabel vermeld in bijlage I en waarvan de lozingen, de emissies of de verliezen geleidelijk stopgezet of beëindigd moeten worden; 20°quater "natuurlijke achtergrondconcentratie" : de omgevingsconcentratie van een polluent in de bodem (of in het water) voortvloeiend uit geologische variaties of uit de invloed van een veralgemeende landbouw-, industriële of stedelijke activiteit; 20°quinquies "Biologische beschikbaarheid" : de chemische toestand van een vervuilende stof, waarbij die kan worden opgenomen en/of geabsorbeerd door een levend wezen. De biologische beschikbaarheid van een vervuilende stof hangt af van zijn speciatie (verdeling tussen de verschillende chemische vormen van zijn milieu) en beïnvloedt zijn ecotoxiciteit voor de gemeenschap in het algemeen of voor bepaalde soorten van levende wezens die aan die vervuilende stof blootgesteld worden.".

Art. 4.In afdeling 1 van hoofdstuk II van Titel VII van deel II van het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek wordt de volgende onderafdeling toegevoegd : "Onderafdeling 1bis. - Bepaling van de milieukwaliteitsnormen voor de prioritaire stoffen en voor sommige andere verontreinigende stoffen in het oppervlaktewater.

Art. R. 95-1. Met de bedoeling een goede chemische toestand van het oppervlaktewater te bereiken, en in overeenstemming met de bepalingen en doelstellingen van artikel D. 22, wordt in deze onderafdeling milieukwaliteitsnormen voor prioritaire stoffen en bepaalde andere verontreinigende stoffen vastgelegd om de menselijke gezondheid en het leefmilieu te beschermen.

Art. R. 95-2. § 1. De milieukwaliteitsnormen die van toepassing zijn op het oppervlaktewater worden vastgesteld in bijlage Xbis, deel A.I. Ze worden toegepast overeenkomstig bijlage Xbis, deel B. § 2. De stroomgebiedoverheid past voor kwik en zijn verbindingen, hexachloorbenzeen en hexachloorbutadieen, bijzondere kwaliteitsnormen op biota toe. Deze milieukwaliteitsnormen worden vermeld in bijlage Xbis, deel A.II. De stroomgebiedoverheid past deze normen voor weefsel van prooidieren (nat gewicht) toe, waarbij uit vissen, weekdieren, schaaldieren en andere biota de meest passende indicator wordt gekozen. § 3. De stroomgebiedoverheid kan ervoor kiezen om milieukwaliteitsnormen voor sediment en/of biota toe te passen in plaats van de in § 2 vastgestelde normen voor stoffen bedoeld in de lijst van bijlage Xbis.

Deze milieukwaliteitsnormen bieden tenminste hetzelfde beschermingsniveau als de in bijlage Xbis, deel A.I., vastgelegde milieukwaliteitsnormen voor water.

Als de stroomgebiedoverheid gebruik maakt van deze paragraaf, stelt ze de Europese Commissie en de andere lidstaten in kennis van de stoffen waarvoor milieukwaliteitsnormen overeenkomstig deze paragraaf zijn vastgesteld, en vermeldt ze de motivering en de uitgangspunten voor de toepassing van deze aanpak, de andere vastgestelde milieukwaliteitsnormen, met inbegrip van de gegevens en de methode waarmee zij zijn afgeleid, de categorieën oppervlaktewateren waarvoor zij zouden gelden alsmede de geplande monitoringfrequentie en de motivering van die frequentie. § 4. Voor de stoffen bedoeld in de §§ 2 en 3 laat de stroomgebiedoverheid minstens één keer per jaar controles uitvoeren, tenzij technische kennis en het oordeel van deskundigen een andere tussenpoos rechtvaardigen.

Art. R. 95-3. De stroomgebiedoverheid treft regelingen voor de analyse van langetermijntendensen met betrekking tot de concentraties van de stoffen 2, 5, 6, 7, 12, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 26, 28 en 30 en van de in deel A van bijlage Xbis vermelde andere stoffen die de tendens hebben te accumuleren in sediment en/of biota, op basis van de monitoring van de watertoestand, uitgevoerd overeenkomstig artikel D.19.

De stroomgebiedoverheid neemt, met inachtneming van artikel D. 22, maatregelen die erop gericht zijn dat dergelijke concentraties niet significant toenemen in sediment en/of de betrokken biota.

De meetfrequentie in sediment en/of biota die zodanig vastgesteld wordt dat zij voldoende gegevens voor een betrouwbare analyse van langetermijntendensen oplevert, wordt overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV bepaald.

Art. R. 95-4. De stroomgebiedoverheid kan aan lozingspunten grenzende mengzones aanwijzen. In die mengzones mogen de concentraties van één of meer stoffen die zijn opgenomen in deel A van bijlage Xbis de desbetreffende milieukwaliteitsnormen overschrijden, mits dit geen gevolgen heeft voor de naleving van deze normen in de rest van het betrokken oppervlaktewaterlichaam.

De omvang van elke mengzone is beperkt tot de nabijheid van het lozingspunt en is proportioneel, rekening houdend met de concentraties van de verontreinigende stoffen op het lozingspunt en de voorwaarden voor de emissies van verontreinigende stoffen in de machtigingen en milieuvergunningen, overeenkomstig de toepassing van de best beschikbare technieken en nadat die machtigingen en milieuvergunningen zijn herzien.

De stroomgebiedoverheid die mengzones aanwijst, neemt in de in artikel D. 24 opgestelde beheersplannen van het Waalse stroomgebied en op grond van de door de Europese Commissie opgemaakte gidsdocumenten een beschrijving op van de aanpak en de methoden die zijn toegepast om zulke zones af te bakenen, en tevens de maatregelen die zijn genomen met het oog op het verkleinen van de omvang van de mengzones in de toekomst, zoals maatregelen krachtens artikel D.23, § 3, 8° en 12°, of een herziening van de machtigingen en milieuvergunningen.

Art. R. 95-5. § 1. Op basis van de informatie verzameld tijdens de uitvoering van de omschrijving van het stroomgebied bedoeld in artikel D. 17, krachtens Verordening 166/2006/EG betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, en op grond van het toezicht op de watertoestand bedoeld in artikel D.19 en van de andere beschikbare gegevens stelt de stroomgebiedoverheid voor elk Waalse stroomgebied een inventaris op, met inbegrip van kaarten indien deze beschikbaar zijn, van de emissies, lozingen en verliezen van alle in deel A van bijlage Xbis vermelde stoffen met inbegrip, in voorkomend geval, van hun concentraties in sedimenten en biota. § 2. De referentieperiode voor de schatting van de waarden van verontreinigende stoffen die in de in § 1 bedoelde inventarissen worden opgenomen, is één jaar tussen 2008 en 2010.

De in 2011 verzamelde informatie zal nochtans als basis dienen voor de opstelling van de in dit artikel bedoelde inventaris.

Voor prioritaire stoffen of verontreinigende stoffen die onder Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen vallen, kunnen deze waarden echter worden berekend als gemiddelde over de jaren 2008, 2009 en 2010. § 3. De stroomgebiedoverheid stelt de Europese Commissie, de andere lidstaten en Gewesten betrokken bij de internationale stroomgebieddistricten waarvan een gedeelte op het grondgebied van het Waalse Gewest is gelegen, in kennis van de in § 1 bedoelde inventarissen met inbegrip van de desbetreffende referentieperioden. § 4. De stroomgebiedoverheid actualiseert de in § 1 bedoelde inventarissen als onderdeel van de toetsing van de analyses voor de omschrijving van het stroomgebied bedoeld in artikel D.17, § 7.

De referentieperiode voor de vaststelling van de waarden in de bijgestelde inventarissen is het jaar vóór de afronding van die analyse.

Voor prioritaire stoffen of verontreinigende stoffen die betrokken zijn bij het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, mogen de waarden worden berekend als het gemiddelde van de drie jaren vóór de afronding van die analyse.

De stroomgebiedoverheid publiceert de geactualiseerde inventarissen in hun bijgewerkte stroomgebiedbeheersplannen zoals bepaald in de artikelen D. 26 tot D. 31.

Art. R.95-6. De stroomgebiedoverheid kan een overschrijding van de milieukwaliteitsnormen bedoeld in deze onderafdeling rechtvaardigen op voorwaarde dat : 1° de overschrijding te wijten is aan een buiten het grondgebied van het Waalse Gewest gelegen verontreinigingsbron, en 2° de stroomgebiedoverheid ten gevolge van die grensoverschrijdende verontreiniging niet in staat was effectieve maatregelen te nemen om de betrokken milieukwaliteitsnormen na te leven, en 3° de stroomgebiedoverheid de in de artikelen D.7 en volgende van dit Wetboek bepaalde coördinatiemechanismen heeft toegepast en in voorkomend geval de bepalingen van artikel D.22, §§ 5, 6 en 8 heeft gebruikt voor de door de grensoverschrijdende verontreiniging getroffen waterlichamen.

De stroomgebiedoverheid verstrekt de Europese Commissie, de andere Lidstaten en Gewesten betrokken bij de internationale stroomgebieddistricten waarvan een gedeelte op het grondgebied van het Waalse Gewest is gelegen, de voor de toepassing van het eerste lid nodige informatie en geeft een overzicht van de maatregelen die in verband met de grensoverschrijdende verontreiniging in de beheersplannen zijn genomen, in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen D. 30 en D. 31."

Art. 5.Artikel R.255 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een § 4, luidend als volgt : "§ 4. De Minister kan de controleprogramma's van de leveranciers in termen van bemonstering en analyses aanpassen om ze aan te vullen."

Art. 6.Bijlage I bij het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.

Art. 7.Punt I van bijlage IV bij het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt : "7) Controles vereist voor de naleving van de milieukwaliteitsnormen.

De bepalingen van deze bijlage zijn van toepassing voor de uitvoering van de tendensanalyse in sediment en/of biota.

De meetfrequentie is één keer om de drie jaar, tenzij technische kennis en het oordeel van deskundigen een andere tussenpoos rechtvaardigen."

Art. 8.De kwaliteitsdoelstellingen vermeld in bijlage VII bij het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek worden gewijzigd als volgt : 1. op lijn 46 (DDT) wordt het aantal "0,1" vervangen door het aantal "0,025";2. op lijn 76 (endulsofan) wordt het aantal "0,01" vervangen door het aantal "0,005";3. op lijn 83 (hexachloorbenzeen) wordt het aantal "0,03" vervangen door het aantal "0,01";4. op lijn 102 (pentachloorfenol) wordt het cijfer "2" vervangen door het aantal "0,4";5. op lijn 124 (trifluraline) wordt het aantal "0,03" toegevoegd";6. op lijn 131 (atrazine) wordt het cijfer "2" vervangen door het aantal "0,6";7. voor diuron wordt het aantal "10" vervangen door het aantal "0,2";8. voor isoproturon wordt het cijfer "1" vervangen door het aantal "0,3";9. voor nikkel wordt het aantal "50" vervangen door het aantal "20";10. voor lood wordt het aantal "50" vervangen door het aantal "7,2".

Art. 9.Er wordt een bijlage Xbis, zoals vermeld in bijlage II bij dit besluit, ingevoegd in het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek.

Art. 10.In bijlage XXXI, deel B, nota 4, bij het regelgevende deel van hetzelfde Wetboek, wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De leverancier moet de gepaste maatregelen nemen om de loden aansluitingen op het net dat hem toebehoort te vervangen of elke gepaste maatregel treffen zodat er geen contact mogelijk is tussen een loden aansluiting en het water voor menselijke consumptie, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan de gevallen waarin de loodconcentraties in het water voor menselijke consumptie de hoogste zijn. Daartoe omvatten die maatregelen een representatieve en volledige evaluatie van de loodconcentraties in het water voor menselijke consumptie. De maatregelen worden ter goedbekeuring aan de Minister voorgelegd. Bij gebrek aan voorstel van de leverancier bepaalt de Minister die maatregelen in het controleprogramma overeenkomstig artikel R.255."

Art. 11.De Minister tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 februari 2011.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

Bijlage I. Bijlage I bij het regelgevende deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt vervangen door volgende bijlage : "Bijlage I Prioritaire stoffen en gevaarlijke prioritaire stoffen Lijst van de prioritaire stofen en gevaarlijke prioritaire stoffen

CAS-nummer (1)

EU-nummer (2)

Naam van de prioritaire stof (3)

Geïdentificeerd als gevaarlijke prioritaire stof

1

15972-60-8

240-110-8

Alachloor


2

120-12-7

204-371-1

Antraceen

X

3

1912-24-9

217-617-8

Atrazine


4

71-43-2

200-753-7

Benzeen


5

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Gebromeerde difenylethers (4)

X (5)

32534-81-9

Niet van toepassing

Pentabroomdifenylether (congeneren 28, 47, 99, 100, 153 en 154)


6

7440-43-9

231-152-8

Cadmium en zijn verbindingen

X

7

85535-84-8

287-476-5

C10-13-Chlooralkanen (4)

X

8

470-90-6

207-432-0

Chloorfenvinfos


9

2921-88-2

220-864-4

Chloorpyrifos (chloorpyriphosethyl)


10

107-06-2

203-458-1

1,2-Dichlooroethaan


11

75-09-2

200-838-9

Dichloormethaan (DCM)


12

117-81-7

204-211-0

Di(2-ethylhexyl)ftalaat


13

330-54-1

206-354-4

Diuron


14

115-29-7

204-079-4

Endosulfan

X

15

206-44-0

205-912-4

Fluorantheen (6)


16

118-74-1

204-273-9

Hexachloorbenzeen

X

17

87-68-3

201-765-5

Hexachloorbutadieen

X

18

608-73-1

210-158-9

Hexachloorcyclohexaan

X

19

34123-59-6

251-835-4

Isoproturon


20

7439-92-1

231-100-4

Lood en zijn verbindingen


21

7439-97-6

231-106-7

Kwik en zijn verbindingen

X

22

91-20-3

202-049-5

Naftaleen


23

7440-02-0

231-111-4

Nikkel en zijn verbindingen


24

25154-52-3

246-672-0

Nonylfenolen

X

104-40-5

203-199-4

(4-nonylfenol)

X

25

1806-26-4

217-302-5

Octylfenolen


140-66-9

Niet van toepassing

(4-(1,1',3,3'-tetramethylbutyl)fenol)


26

608-93-5

210-172-5

Pentachloorbenzeen

X

27

87-86-5

201-778-6

Pentachloorfenol

28

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen :

X

50-32-8

200-028-5

(Benzo(a)pyreen)

X

205-99-2

205-911-9

(Benzo(b)fluoranteen)

X

191-24-2

205-883-8

(Benzo(g,h,i)peryleen)

X

207-08-9

205-916-6

(Benzo(k)fluoranteen)

X

193-39-5

205-893-2

(Indeno(1,2,3-cd)pyreen)

X

29

122-34-9

204-535-2

Simazine


30

688-73-3

211-704-4

Tributyltinverbindingen

X

36643-28-4

Niet van toepassing

Tributyltinkation

X

31

12002-48-1

234-413-4

Trichloorbenzeen


32

67-66-3

200-663-8

Trichloormethaan (Chloroform)


33

1582-09-8

216-428-8

Trifluralin


(1) CAS : Chemical Abstract Service.(2) EU-Nummer : European Inventory of Existing Commercial Chemical Substances : EINECS of de European List of Notified Chemical Substances : ELINCS.(3) Wanneer groepen stoffen zijn geselecteerd, zijn typische voorbeelden daarvan als indicatieve parameter vermeld (tussen haakjes en zonder nummer).Voor deze groepen stoffen moeten de indicatieve parameters worden bepaald door de analysemethoden. De invoering van beheersingsmaatregelen wordt op deze specifieke stoffen afgestemd, maar waar nodig blijft het mogelijk andere vertegenwoordigers van deze groepen daarin op te nemen. (4) Deze groepen stoffen omvatten meestal een groot aantal verschillende verbindingen.Adequate indicatieve parameters kunnen op dit moment niet worden vermeld. (5) Alleen pentabroomdifenylether (CAS-nummer 32534-81-9).(6) Fluoranteen is in de lijst opgenomen als indicator voor andere, gevaarlijker polyaromatische koolwaterstoffen. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 februari 2011 tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen met het oog op de bescherming van het oppervlaktewater en houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Namen, 17 februari 2011.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

Bijlage II In het regelgevende deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt de volgende bijlage ingevoegd : "Bijlage Xbis Milieukwaliteitsnormen voor de prioritaire stoffen en sommige andere verontreinigende stoffen DEEL A.I. Milieukwaliteitsnormen toegepast op de oppervlaktewateren JG : Jaargemiddelde MAC : maximaal aanvaardbare concentratie Eenheid : [µg/l]

NR. Naam van de stof

CAS-nummer (1)

JG-MKN (2) Landoppervlakter- wateren

JG-MKN (4) Landoppervlakter- wateren (3)

1

Alachloor

15972-60-8

0,3

0,7

2

Antraceen

120-12-7

0,1

0,4

3

Atrazin

1912-24-9

0,6

2

4

Benzeen

71-43-2

10

50

5

Gebromeerde difenylethers (5)

32534-81-9

0,0005

Niet van toepassing

6

Cadmium en zijn verbindingen (afhankelijk van de waterhardheidsklasse) (6)

7440-43-9

<= 0,08 (klasse 1) 0,08 (klasse 2) 0,09 (klasse 3) 0,15 (klasse 4) 0,25 (klasse 5)

<= 0,45 (klasse 1) 0,45 (klasse 2) 0,6 (klasse 3) 0,9 (klasse 4) 1,5 (klasse 5)

(6bis )

Tetrachloorkoolstof (7)

56-23-5

12

Niet van toepassing

7

C10-13-chlooralkanen

85535-84-8

0,4

1,4

8

Chloorfenvinfos

470-90-6

0,1

0,3

9

Chloorpyrifos (chloorpyriphosethyl)

2921-88-2

0,03

0,1

(9bis )

Cyclodieenbestrijdingsmiddelen Aldrin (7) Dieldrin (7) Endrin (7) Isodrin (7)

309-00-2 60-57-1 72-20-8 465-73-6

= 0,01

Niet van toepassing

(9ter )

DDT totaal (7) (8)

Niet van toepassing

0,025

Niet van toepassing

p.p.'-DDT (7)

50-29-3

0,01

Niet van toepassing

10

1,2-Dichloorethaan

107-06-2

10

Niet van toepassing

11

Dichloormethaan (DCM)

75-09-2

20

Niet van toepassing

12

Di(2-ethylhexyl)-ftalaat (DEHP)

117-81-7

1,3

Niet van toepassing

13

Diuron

330-54-1

0,2

1,8

14

Endosulfan

115-29-7

0,005

0,01

15

Fluorantheen

206-44-0

0,1

1

18

Hexachloorcyclohexaan

608-73-1

0,02

0,04

19

Isoproturon

34123-59-6

0,3

1

20

Lood en zijn verbindingen

7439-92-1

7,2

Niet van toepassing

22

Naftaleen

91-20-3

2,4

Niet van toepassing

23

Nikkel en zijn verbindingen

7440-02-0

20

Niet van toepassing

24

Nonylfenolen (4 nonylfenol)

104-40-5

0,3

2

25

Octylfenolen ((4-(1,1',3,3'-tetramethylbutyl)-fenol))

140-66-9

0,1

Niet van toepassing

26

Pentachloorbenzeen

608-93-5

0,007

Niet van toepassing

27

Pentachloorfenol

87-86-5

0,4

1

28

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen : (PAK) (9)

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Benzo(a)pyreen

50-32-8

0,05

0,1

benzo(k)fluorantheen

205-99-2

= 0,03

Niet van toepassing

Benzo(g,h,i)-peryleen

207-08-9


Benzo(k)fluoranteen

191-24-2

= 0,002

Niet van toepassing

Indeno(1,2,3-cd)pyreen

193-39-5


29

Simazine

122-34-9

1

4

(29bis )

Tetrachloorethyleen (7)

127-18-4

10

Niet van toepassing

(29ter )

Trichloorethyleen

79-01-6

10

Niet van toepassing

30

Tributyltinverbindingen (Tributyltinkation)

36643-28-4

0,0002

0,0015

21

Trichloorbenzeen

12002-48-1

0,4

Niet van toepassing

32

Trichloormethaan

67-66-3

2,5

Niet van toepassing

33

Trifluralin

1582-09-8

0,03

Niet van toepassing


(1) CAS : Chemical Abstract Service.(2) Deze parameter is de MKN uitgedrukt als jaargemiddelde (JG-MKN). Tenzij anders is aangegeven, is deze van toepassing op de totale concentratie van alle isomeren. (3) Landoppervlaktewateren omvatten rivieren en meren en de bijbehorende kunstmatige of sterk veranderde waterlichamen.(4) Deze parameter is de milieukwaliteitsnorm uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN).Wanneer voor de MAC-MKN « niet van toepassing » wordt aangegeven, worden de JG-MKN-waarden verondersteld bescherming te bieden tegen kortdurende verontreinigingspieken in continue lozingen, aangezien deze aanzienlijk lager zijn dan de op basis van de acute toxiciteit afgeleide waarde. (5) Voor de groep prioritaire stoffen die vallen onder gebromeerde difenylethers (nr.5), vermeld in Beschikking nr. 2455/2001/EG, wordt alleen voor de conegeren nr. 28, 47, 99, 100, 153 en 154 een MKN vastgesteld. (6) Voor cadmium en zijn verbindingen (nr.6) zijn de MKN-waarden afhankelijk van de hardheid van het water, ingedeeld in vijf klassen (klasse 1 : < 40 mg CaCO3/l, klasse 2 : 40 tot < 50 mg CaCO3/l, klasse 3 : 50 tot < 100 mg CaCO3/l, klasse 4 : 100 tot < 200 mg CaCO3/l en klasse 5 : => 200 mg CaCO3/l). (7) Deze stof is geen prioritaire stof, maar een van de andere verontreinigende stoffen waarvoor de MKN identiek zijn aan die welke zijn vastgelegd in de wetgeving die vóór 13 januari 2009 van toepassing was.(8) DDT totaal omvat de som van de volgende isomeren : 1,1,1-trichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 50-29 3), EU-nummer 200-024-3);1,1,1-trichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(p chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 789-02-6), EU-nummer 212-332-5); 1,1-dichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethyleen (CAS-nummer 72-55-9) EU-nummer 200-784-6); en 1,1-dichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 72-54-8). EU-nummer 200-783-0). (9) Op de groep prioritaire stoffen die onder polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) vallen (nr.28), is elke afzonderlijke MKN van toepassing, hetgeen betekent dat de MKN voor benzo(a)pyreen en de MKN voor de som van benzo(b)fluorantheen en benzo(k)fluorantheen en de MKN voor de som van benzo(g,h,i)peryleen en indeno (1,2,3-cd)pyreen moeten worden nageleefd.

DEEL A.II. MILIEUKWALITEITSNORMEN TOEGEPAST IN BIOTA Eenheid : [µg/kg vers gewicht]

NR. Naam van de stof

CAS-nummer

MKN

16

Hexachloorbenzeen

118-74-1

10

17

Hexachloorbutadieen

87-68-3

55

21

Kwik en zijn verbindingen

7439-97-6

20


DEEL B. TOEPASSING VAN DE IN DEEL A.I. BEPAALDE MILIEUKWALITEITSNORMEN 1. Kolom 4 van tabel : voor elk oppervlaktewaterlichaam wordt onder toepassing van de JG-MKN verstaan dat voor elk representatief meetpunt in dit waterlichaam het rekenkundig gemiddelde van de op verschillende tijdstippen in de loop van het jaar gemeten concentraties niet boven de norm ligt. De berekening van het rekenkundig gemiddelde, de te gebruiken analysemethode en de wijze waarop een MKN wordt toegepast indien geen passende analysemethode bestaat, die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken, dienen in overeenstemming te zijn met uitvoeringsinstrumenten houdende technische specificaties voor de chemische controle en kwaliteit van analytische resultaten overeenkomstig Richtlijn 2000/60/EG. 2. Kolom 5 van tabel : voor elk oppervlaktewaterlichaam wordt onder de toepassing van de MAC-MKN verstaan dat de gemeten concentratie op enig representatief meetpunt in het waterlichaam niet boven de norm ligt. De stroomgebiedoverheid kan statistische methoden invoeren, zoals een percentielberekening, zodat een aanvaardbaar niveau van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid wordt gewaarborgd, wanneer wordt bepaald of aan de MAC-MKN is voldaan.

Indien zij dat doet, moeten die statistische methoden voldoen aan de gedetailleerde regels vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in de artikelen 5 en 7 van het besluit 1999/468/EG van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. 3. Met uitzondering van cadmium, lood, kwik en nikkel (hierna "metalen" genoemd) worden de in deze bijlage vastgestelde MKN uitgedrukt als totale concentratie in het volledige watermonster. Voor metalen hebben de MKN betrekking op de opgeloste concentratie, d.w.z. de opgeloste fase van een watermonster die wordt verkregen door filtratie over een filter van 0,45 im of een gelijkwaardige voorbehandeling.

Wanneer de stroomgebiedoverheid de meetresultaten vergelijkt met de MKN, kan zij rekening houden met : a) natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen en hun verbindingen, indien deze de naleving van de MKN beletten, en b) de hardheid, de pH of andere waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden." Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 februari 2011 tot vaststelling van de milieukwaliteitsnormen met het oog op de bescherming van het oppervlaktewater en houdende wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Namen, 17 februari 2011.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

^