Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 april 2020
gepubliceerd op 06 mei 2020

Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 27 betreffende de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling in Wallonië in het kader van de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie

bron
waalse overheidsdienst
numac
2020041153
pub.
06/05/2020
prom.
29/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/29/2020041153/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 27 betreffende de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling in Wallonië in het kader van de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, de artikelen 20 en 87, § 1;

Gelet op het decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040687 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040688 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 17/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040696 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19;

Gelet op de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie c(2020) 1863;

Gelet op het rapport, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 april 2020;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 april 2020 ;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het overleg tussen de Regeringen van de deelentiteiten en de bevoegde federale overheden in de Nationale Veiligheidsraad, die sinds begin maart 2020 vergadert;

Gelet op artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel huldigt in het kader van het beheer van een internationale gezondheidscrisis en de actieve voorbereiding op de potentialiteit van deze crisis; dat dit beginsel inhoudt dat het, wanneer een ernstig risico zich allerwaarschijnlijkst voor kan doen, de publieke overheden toekomt, dringende en voorlopige maatregelen aan te nemen;

Gelet op de verklaring van WHO in verband met de kenmerken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder de sterke besmettelijkheid en het sterfelijkheidsrisico;

Overwegende dat WHO op 11 maart 2020 het coronavirus COVID-19 als een pandemie gelabeld heeft;

Overwegende dat WHO op 16 maart 2020 zijn dreigingsniveau voor het coronavirus COVID-19, die de wereldeconomie destabiliseert en zich snel over de wereld spreidt, naar de hoogste graad heeft opgetrokken;

Gelet op de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op Europees grondgebied en in België;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid en het gezondheidsrisico dat het coronavirus COVID-19 voor de Belgische bevolking inhoudt;

Overwegende dat het, om de verspreiding van het virus te vertragen en te beperken, nodig is onmiddellijk de in overweging genomen maatregelen te bevelen, welke onontbeerlijk blijken op vlak van volksgezondheid;

Overwegende dat het gevaar zich over het grondgebied van het gehele land verspreidt; dat het in het algemeen belang is dat er samenhang gegeven wordt aan de getroffen maatregelen om de openbare orde in stand te houden, zodat de doeltreffendheid ervan hoogst mogelijk is;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, ingegeven door het feit dat de sanitaire crisis COVID-19 de gezondheid en het leven van de Waalse bevolking hard treft;

Overwegende dat het nodig is zo spoedig mogelijk oplossingen te vinden die een antwoord kunnen bieden op het beheersen van de sanitaire crisis COVID-19, met name via diagnose-oplossingen en de ontwikkeling en validering van behandelingen en vaccins;

Overwegende dat onderzoek en ontwikkeling hierin als onontbeerlijke instrumenten voor het ontwikkelen van die oplossingen naar voren treden;

Overwegende dat het belangrijk is de ondernemingen, die bij machte zijn zulke oplossingen te ontwikkelen, financieel bij te staan om ze van de middelen te voorzien om zo snel mogelijk te kunnen reageren;

Dat de steun daarom zo snel mogelijk moet kunnen uitgekeerd worden, en de dringende noodzakelijkheid dus verantwoord is;

Op de voordracht van de Minister van Onderzoek en Innovatie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en verwijzingen naar "de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie"

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "de Regering" : de Waalse Regering;2° "de Minister": de Minister bevoegd voor nieuwe technologieën en onderzoek;3° "de promotor": één of meerdere rechtspersonen, gemachtigd om steun aan te vragen krachtens dit besluit;4° "de administratie": de administratieve diensten van de Regering belast met de acties van het Waalse Gewest inzake nieuwe technologieën en onderzoek;5° "het project": de gezamenlijke documenten die van één promotor afkomstig zijn en waarin de nagestreefde doelstellingen en de zowel menselijke als materiële middelen voor de verwezenlijking ervan in termen van product, procédé of dienstverlening omschreven worden.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt onder "industrieel onderzoek" verstaan, het planmatig of kritisch onderzoek dat gericht is op het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés of diensten, of om bestaande producten, procédés of diensten aanmerkelijk te verbeteren.

Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces naar de bestaande systemen, alsmede pilootlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologieën.

Art. 3.In de zin van dit decreet wordt onder "experimentele ontwikkeling" verstaan, het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten. Dit kan ook activiteiten omvatten die gericht zijn op de conceptuele formulering, de planning en documentering van nieuwe producten, procedés of diensten. Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële levensomstandigheden, met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés of diensten die niet grotendeels « vast staan ».

Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratie- en validatiedoeleinden. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante verrichtingen, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.

Art. 4.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder onderneming in moeilijkheden een onderneming die minstens één van de volgende voorwaarden vervult : - als het gaat om een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (naamloze vennootschap, commanditaire vennootschappen op aandelen, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) die geen kmo is die minder dan 3 jaar bestaat, indien meer dan de helft van haar maatschappelijk kapitaal waarop is ingetekend als gevolg van de opgestapelde verliezen verdwenen is. Zulk is het geval als de aftrek van de opgestapelde verliezen van de reserves en van alle andere elementen die doorgaans beschouwd worden als deel uitmakend van het eigen vermogen van de vennootschap, leidt tot een negatief bedrag dat hoger is dan de helft van het maatschappelijk kapitaal waarop is ingetekend. Het maatschappelijk kapitaal omvat, in voorkomend geval, de uitgiftepremies ; - als het gaat om een vennootschap waarvan sommige vennoten minstens een onbeperkte aansprakelijkheid hebben voor de schulden van de vennootschap (vennootschap onder firma, gewone commanditaire vennootschap en coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid) die geen KMO is die minder dan 3 jaar bestaat, indien meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals opgenomen in de rekeningen van de vennootschap, als gevolg van de opgestapelde verliezen verdwenen is; - als de onderneming het voorwerp is van een collectieve insolventieprocedure of als ze de voorwaarden vervult om aan dergelijke procedure onderworpen te worden op verzoek van haar schuldeisers ; - als de onderneming reddingssteun heeft genoten en de lening nog niet is afgelost of de garantie stopgezet is of als ze herstructureringssteun heeft genoten terwijl ze nog steeds aan een herstructureringsplan onderworpen is ; - in het geval van een onderneming die geen KMO is, indien sinds de 2 vorige boekjaren : * de ratio leningen/eigen vermogen hoger is dan 7,5 en * de dekkingsratio van de rentelasten van de onderneming, berekend op basis van de EBITDA, lager dan de eenheid is.

Art. 5.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "kleine onderneming" : iedere onderneming, gevestigd als handelsvennootschap, die tenzij anders vermeld minstens één vestigingseenheid in Wallonië heeft en beantwoordt aan de definitie van kleine onderneming of micro-onderneming opgenomen in bijlage I (EU) van Verordening nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 2° "middelgrote onderneming" : iedere onderneming, gevestigd als handelsvennootschap, die tenzij anders vermeld minstens één vestigingseenheid in Wallonië heeft en beantwoordt aan de definitie van middelgrote onderneming opgenomen in bijlage I (EU) van Verordening nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; 3° "grote onderneming" : elke onderneming die gevestigd is als handelsvennootschap die, tenzij anders vermeld, minstens één vestigingseenheid heeft in Wallonië en die noch een kleine noch een middelgrote onderneming is;4° "onderneming" : elke kleine onderneming, middelgrote onderneming, grote onderneming.

Art. 6.De steun bedoeld in dit besluit wordt verleend tegen de voorwaarden omschreven in "de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie (2020/C 91 I/01). HOOFDSTUK II. - Subsidies en terugvorderbare voorschotten voor de ondernemingen Afdeling 1. - Subsidies voor industrieel onderzoek

Art. 7.Voor de uitvoering van een industrieel onderzoeksproject dat ingediend wordt door één of meerdere ondernemingen kan de Regering haar of hen een subsidie toekennen: 1° ofwel in het kader van een oproep tot de indiening van projecten, op grond van de klassering van de projecten voorgesteld door de jury van de oproep afgaand op de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en duurzame ontwikkelingscriteria waarvan sprake in de oproep;2° ofwel op grond van de wetenschappelijke, technische, economische, financiële en leefmilieubeoordeling van het project die de Regering alleen of bijgestaan door externe deskundigen kan doorvoeren.

Art. 8.De toelaatbare uitgaven die onder de subsidie vallen zijn: 1° de personeelsuitgaven met betrekking tot de onderzoekers, technici en ander steunverlenend personeel voor zover ze ingezet worden voor de uitvoering van het project;2° de kosten voor de instrumenten en het materieel, voor zover en zolang ze gebruikt worden voor de uitvoering van het project;als die instrumenten en dat materiaal niet tijdens hun hele levensduur gebruikt worden voor de uitvoering van het project, komen enkel de overeenkomstig de goede boekhoudpraktijken berekende afschrijvingskosten die overeenstemmen met de duur van het project in aanmerking; 3° de kosten van het contractueel onderzoek, de technische kennis en de brevetten die aangekocht worden of onder een licentie staan van bronnen buiten de marktprijs, indien de verrichting plaatsvindt in normale concurrentieomstandigheden en er geen enkel element van samenspanning bestaat, tevens de kosten voor de diensten van adviseurs en gelijksoortige diensten die uitsluitend ingezet worden voor de uitvoering van het project;4° de bijkomende algemene kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het project;5° de andere bedrijfskosten, meer bepaald de kosten voor gelijksoortig materiaal, gelijksoortige leveringen en producten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het project. Wanneer de inhoud van de aanvraag ertoe strekt, de werken die reeds aan de gang waren op 1 februari 2020 versneld uit te voeren of de reikwijdte van een project dat op 1 februari 2020 reeds aan de gang is uit te breiden, zijn enkel de bijkomende de kosten voor deze inspanniningen voor het versneld uitvoeren of het uitbreiden van de reikwijdte van het project toelaatbaar.

Om toelaatbaar te zijn, worden de uitgaven verricht, gefactureerd en in een schuldvordering aan de administratie overgemaakt.

Art. 9.De subsidie-intensiteit, uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere heffingen, kan volgende cijfers bedragen: 1° 80 voor een kleine of middelgrote onderneming;2° 60 voor een grote onderneming.

Art. 10.Het feit dat de subsidie wordt toegekend heeft niet tot gevolg dat het Waalse Gewest zakelijke rechten verkrijgt op de resultaten van het project. Afdeling 2. - Subsidies en terugvorderbare voorschotten voor

experimentele ontwikkeling

Art. 11.Voor de uitvoering van een experimenteel ontwikkelingsproject dat ingediend wordt door één of meerdere ondernemingen kan de Regering haar of hen steun verlenen: 1° hetzij in het kader van een oproep tot de indiening van projecten, op grond van de klassering van de projecten voorgesteld door de jury van de oproep afgaand op de wetenschappelijke, technische, economische, tewerkstellings-, financiële en duurzame ontwikkelingscriteria waarvan sprake in de oproep;2° hetzij op grond van de wetenschappelijke, technische, economische, tewerkstellings-, financiële en leefmilieubeoordeling van het project die de Regering alleen of bijgestaan door externe deskundigen kan doorvoeren.

Art. 12.De toelaatbare uitgaven die onder de subsidie vallen zijn: 1° de personeelsuitgaven met betrekking tot de onderzoekers, technici en ander steunverlenend personeel voor zover ze ingezet worden voor de uitvoering van het project;2° de kosten voor de instrumenten en het materieel, voor zover en zolang ze gebruikt worden voor de uitvoering van het project;als die instrumenten en dat materiaal niet tijdens hun hele levensduur gebruikt worden voor de uitvoering van het project, komen enkel de overeenkomstig de goede boekhoudpraktijken berekende afschrijvingskosten die overeenstemmen met de duur van het project in aanmerking; 3° de kosten van het contractueel onderzoek, de technische kennis en de brevetten die aangekocht worden of onder een licentie staan van bronnen buiten de marktprijs, indien de verrichting plaatsvindt in normale concurrentieomstandigheden en er geen enkel element van samenspanning bestaat, tevens de kosten voor de diensten van adviseurs en gelijksoortige diensten die uitsluitend ingezet worden voor de uitvoering van het project;4° de bijkomende algemene kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het project;5° de andere bedrijfskosten, meer bepaald de kosten voor gelijksoortig materiaal, gelijksoortige leveringen en producten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het project. Wordt commercieel gebruik gemaakt van demonstratie- of proefprojecten uit de experimentele ontwikkeling waarvoor steun wordt verleend, dan wordt elke opbrengst voortvloeiend uit een dergelijk gebruik afgetrokken van de toelaatbare uitgaven.

Wanneer het doel van de aanvraag is om de werkzaamheden die vanaf 1 februari 2020 reeds aan de gang zijn, te versnellen of om de reikwijdte van een reeds aan de gang zijnd project per 1 februari 2020 uit te breiden, zijn alleen de bijkomende kosten in verband met de inspanningen om de reikwijdte van het project te versnellen of uit te breiden, toelaatbaar.

Om toelaatbaar te zijn, moeten de uitgaven uiterlijk op 30 november 2020 zijn gedaan, gefactureerd en het voorwerp uitmaken van een schuldvorderingsverklaring bij de Administratie.

Art. 13.Voor elk onderzoeksproject waarvoor het steunbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.000.000 euro, kan de subsidie-intensiteit, uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere heffingen, de volgende cijfers bereiken: 1° 80 voor een kleine of middelgrote onderneming;2° 60 voor een grote onderneming. Voor elk onderzoeksproject waarvoor het steunbedrag meer dan € 2.000.000 bedraagt: Het deel van de steun tussen 0 € en 2.000.000 € bestaat uit een subsidie, waarvan de intensiteit, uitgedrukt in percenten van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere heffingen, kan oplopen tot : 1° 80 voor een kleine of middelgrote onderneming;2° 60 voor een grote onderneming. Het deel van de steun boven 2.000.000 € bestaat uit een terugvorderbaar voorschot, waarvan de intensiteit, uitgedrukt in een percentage van de toelaatbare uitgaven vóór belastingen of andere heffingen, kan oplopen tot: 1° 80 voor een kleine of middelgrote onderneming;2° 60 voor een grote onderneming.

Art. 14.De onderneming of elke onderneming waaraan een terugvorderbaar voorschot wordt toegekend kan ervan afzien de resultaten van het project te benutten tijdens de uitvoering ervan of tijdens de zes maanden volgend op het einde van die uitvoering.

De onderneming wordt er geheel van vrijgesteld het voorschot terug te betalen als aan beide volgende voorwaarden is voldaan: 1° in een schrijven aan de Regering legt ze uit waarom ze van haar project afziet, waarbij de mislukking uiteengezet wordt ten opzichte van de technische en zakelijke doelen waarvan sprake in de projectgebonden contractbepalingen tussen haar en het Waalse Gewest;2° ze draagt de zakelijke rechten op de resultaten van het project over aan het Waalse Gewest of aan elke entiteit die door laatstgenoemde wordt aangewezen. Als beide voorwaarden bedoeld in lid 2 niet vervuld worden, betaalt de onderneming het totaalbedrag dat ze als voorschot kreeg renteloos terug aan het Waalse Gewest.

Art. 15.Als de onderneming de resultaten van het project benut, verricht ze periodieke terugbetalingen aan het Waalse Gewest. Het terug te betalen totaalbedrag staat in verhouding tot de mate waarin het project slaagt in vergelijking met wat als succesvol is omschreven, met name inzake commerciële doelstellingen, in de projectgebonden contractbepalingen tussen het Waalse Gewest en de onderneming. Hoe dan ook worden terugbetalingen verhoogd met een intrest waarvan de rentevoet gelijk is aan de door de Europese Commissie vastgestelde referentierentevoet.

Indien het project minder goed slaagt dan wat als succesvol is omschreven, bestaat het terug te betalen totaalbedrag, intrest niet meegerekend, uit een aandeel van het totaalbedrag dat als voorschot werd ontvangen. Dat aandeel staat in verhouding tot de mate waarin afgeweken wordt van de commerciële doelstellingen die overeenstemmen met wat als succesvol is omschreven.

Indien het project precies overeenstemt met wat als succesvol is omschreven, bestaat het terug te betalen totaalbedrag, intrest niet meegerekend, uit het totaalbedrag dat als voorschot werd ontvangen.

Indien het project dat wat als succesvol is omschreven, overtreft, bestaat het terug te betalen totaalbedrag, intrest niet meegerekend, uit het totaalbedrag dat als voorschot werd ontvangen, vermeerderd met een aandeel in de winst dat in verhouding staat tot de mate waarin is afgeweken van de commerciële doelstellingen die overeenstemmen met wat als succesvol is omschreven.

Art. 16.Tijdens de benutting van de projectresultaten wordt de onderneming vrijgesteld van het voortzetten van de terugbetaling van het voorschot indien aan de volgende twee voorwaarden is voldaan: 1° zij ziet af van die benutting en licht er de Regering over in met een schrijven waarin ze haar beslissing met objectieve redenen omkleedt;2° ze draagt de zakelijke rechten op de resultaten van het project over aan het Waalse Gewest of aan elke entiteit die door laatstgenoemde wordt aangewezen. Het Waalse Gewest behoudt alle voorheen verrichte terugbetalingen en de onderneming blijft alle bedragen verschuldigd die zij terug moet betalen tijdens het kalenderjaar waarin ze van haar project afziet. De vrijstelling waarvan sprake in lid 1 heeft gevolg vanaf het daarop volgende kalenderjaar.

Art. 17.De nadere regels voor de terugbetalingen in de denkbeeldige situaties waarvan sprake in de artikelen 14, 15 et 16 worden vermeld in de projectgebonden contractbepalingen tussen het Waalse Gewest en de onderneming(en).

Art. 18.Het feit dat de steun beoogd bij deze afdeling wordt toegekend heeft, behoudens de gevallen van overdracht van rechten waarvan sprake in de artikelen 14 en 16, niet tot gevolg dat het Waalse Gewest zakelijke rechten verkrijgt op de resultaten van het project. HOOFDSTUK III. - Samenvoeging van steun en uitsluitingen

Art. 19.Geen enkele toelaatbare uitgave beoogd bij dit besluit kan gedekt worden door meer dan één steunvorm beoogd bij dit decreet.

Art. 20.1° geen enkele toelaatbare uitgaven beoogd bij dit decreet kan gedekt worden door meer dan één steunvorm beoogd bij dit besluit en door een andere steunvorm van het Waalse Gewest dan die beoogd bij dit besluit; 2° geen enkele toelaatbare uitgave beoogd bij dit besluit kan tegelijk gedekt worden door een steunvorm beoogd bij dit besluit en door een andere steunvorm van enige andere Belgische overheid.

Art. 21.De samenvoeging van steunvormen voortvloeiende uit Belgische wet- of regelgevende bepalingen, overeenkomsten tussen Belgische deelgebieden of internationale of supranationale akkoorden wordt niet beoogd bij artikel 20. In dat geval worden alle steunvormen overwogen voor de naleving van de maximumintensiteit beoogd bij dit besluit onverminderd specifieke regels inzake intensiteit voortvloeiend uit internationale of supranationale akkoorden.

Art. 22.Elke toelaatbare uitgave beoogd bij dit besluit kan tegelijk gedekt worden door een steunvorm beoogd bij dit besluit en door een of meer andere steunvormen van een buitenlandse, internationale of supranationale overheidsinstantie. In dat geval worden alle steunvormen overwogen voor de naleving van de maximumintensiteit beoogd bij dit besluit onverminderd specifieke regels inzake intensiteit voortvloeiend uit internationale of supranationale akkoorden.

Art. 23.Een onderneming in moeilijkheden op 31 december 2019 komt niet in aanmerking voor de steun bedoeld in dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Evaluatiecriteria Afdeling 1. - Innoverend karakter van het project

Art. 24.Het innoverend karakter van het project wordt beoordeeld en meer bepaald de bijdrage ervan aan de wetenschappelijke vooruitgang in termen van nieuw vergaarde kennis. Afdeling 2. - Kwaliteit, haalbaarheid en relevantie van het project

Art. 25.De kwaliteit, de haalbaarheid en de relevantie van het project worden beoordeeld ten opzichte van de sociaal-economische noden van het Waalse Gewest. Afdeling 3. - Valorisering van de innovatie

Art. 26.Wanneer het project betrekking heeft op activiteiten van industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, wordt de bekwaamheid van de promotor om de vrucht van zijn activiteiten economisch en op het vlak van de werkgelegenheid te valoriseren, beoordeeld. Die beoordeling heeft met name betrekking op de economische en sociale effecten, de capaciteit van de promotor om een markt te penetreren, het bestaan van een winstgevende markt of een maatschappelijke behoefte, de perspectieven van de exploitatie door de promotor of een derde en de impact van de intellectuele rechten van concurrerende projecten. Afdeling 4. - De bijdrage tot de duurzame ontwikkeling

Art. 27.De bijdrage van elk project tot de duurzame ontwikkeling, zoals bepaald in het decreet van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2013 pub. 09/07/2013 numac 2013203949 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling type decreet prom. 27/06/2013 pub. 09/07/2013 numac 2013203948 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling, wordt beoordeeld.

De beoordeling richt zich dus op de geïntegreerde inachtneming van de sociale, milieu- en economische effecten van het project op korte en lange termijn. Afdeling 5. - COVID-19

Art. 28.Het project richt zich op COVID-19 en andere componenten die verband houden met de bestrijding van het virus, waaronder onderzoek naar vaccins, geneesmiddelen en behandelingen, medische hulpmiddelen en ziekenhuis- en medische apparatuur, ontsmettingsmiddelen en beschermende kleding en apparatuur, alsmede procesinnovaties om de nodige producten op efficiënte wijze te vervaardigen.

De begunstigde van de steun verbindt zich ertoe niet-exclusieve licenties tegen billijke marktvoorwaarden te verlenen aan derden in de Europese Economische Ruimte. Afdeling 6

Art. 29.De financiële degelijkheid van de onderneming wordt beoordeeld door haar te vragen een financieel plan voor te leggen waarin de financiering van het project door de onderneming uiteengezet wordt.

Wanneer het project betrekking heeft op activiteiten inzake industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, bevat dat plan de gegevens die het mogelijk maken de financiële draagkracht van de onderneming te beoordelen om enerzijds de activiteiten zorgvuldig uit te voeren en anderzijds de verwachte resultaten te benutten.

Desnoods kunnen de boekhoudkundige en bankbewijzen ter bevestiging van de gegevens van het financiële plan opgevraagd worden.

Art. 30.De duidelijke risicograad van het project wordt in detail beoordeeld. Die graad kan meer bepaald vastgelegd worden wat betreft de kosten van het project ten opzichte van de omzet van de onderneming, de tijd voor het afstellen van het nieuwe procédé of product, de verwachte voordelen tegenover de kosten van het project of de waarschijnlijkheid van een mislukking.

Art. 31.Wanneer het project betrekking heeft op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, wordt het effect van het onderzoeksproject op de werkgelegenheid geëvalueerd. De effectbeoordeling richt zich op de werkgelegenheid die als gevolg van het onderzoeksproject wordt gecreëerd of behouden, en houdt rekening met de risico's die inherent zijn aan het onderzoek.

Art. 32.Indien het project waarvoor steun wordt aangevraagd op of na 1 februari 2020 van start gaat, is het stimulerende effect automatisch aanwezig.

Indien het project waarvoor steun wordt aangevraagd, vóór 1 februari 2020 van start gaat, heeft de steun een stimulerend effect indien het noodzakelijk is om de reikwijdte van het project te versnellen of te verruimen. HOOFDSTUK V. -Procedures voor de indiening van de tegemoetkomingen Afdeling 1. - Tegemoetkomingsaanvragen ingediend in het kader van

oproepen tot indiening van projecten

Art. 33.Een document met als opschrift "oproep tot het indienen van projecten" legt de specifieke nadere regels vast voor de verschillende oproepen. De werktaal is het Frans of, in voorkomend geval, het Duits.

Art. 34.De oproep tot het indienen van projecten wordt minstens op de website bekendgemaakt en uiterlijk vijftien dagen voor de uiterste dag voor de indiening van de projecten. Die oproep bevat minstens: 1° het soort of de soorten afdelingen die een project kunnen indienen;2° de specificiteiten van de projecten beoogd bij de oproep in wetenschappelijke, technologische, niet-technologische, sociale, industriële of andere termen;3° de beoordelingscriteria bedoeld in de artikelen 24 tot 32;4° de beoordelingscriteria eigen aan de oproep;5° de samenstelling van de jury met minstens één vertegenwoordiger van de Minister, één vertegenwoordiger van de Minister van Economie, vier vertegenwoordigers van de Raad voor Wetenschapsbeleid en één vertegenwoordiger van de Administratie;6° de wijze waarop de jury de projecten rangschikt in functie van de beoordelingscriteria;7° het globale previsionele tegemoetkomingsbudget dat voor de oproep wordt voorbehouden;8° de intensiteit(en) van de tegemoetkomingen in de zin van het besluit;9° de uiterste datum voor de indiening van projecten;10° de termijn waarin de jury samenkomt, waarbij die termijn niet langer mag duren dan twee maanden na de uiterste datum voor de indiening van de projecten.

Art. 35.Voor elk project wordt een ontvangstbericht verstuurd aan de promotor binnen de vijf kalenderdagen, met vermelding van de datum van ontvangst en de coördinaten van een contactpersoon.

Art. 36.Na de uiterste datum voor de indiening van de projecten worden enkel de gegevens in overweging genomen die medegedeeld zijn als antwoord op een verzoek van de Administratie in het kader van de beoordelingsarbeid. Het verzoek van de Administratie mag enkel betrekking hebben op bijkomende inlichtingen die niet er niet toe leiden dat onregelmatigheden van het project, zoals aanvankelijk ingediend, verholpen worden.

Art. 37.De Administratie neemt deel aan het beoordelingsproces door advies uit te brengen op de projecten die zijn ingediend in het kader van de oproepen tot het indienen van projecten.

De Administratie beoordeelt de projecten volgens de criteria vastgesteld in de oproep tot het indienen van projecten, eventueel met de hulp van andere departementen van de Waalse Overheidsdienst. Alleen het advies van de Administratie wordt aan de jury doorgegeven.

De Administratie kan een beroep doen op onafhankelijke, eventueel internationale deskundigen, om het bij diens taak te helpen.

De Administratie deelt haar mening aan de jury mee in verband met de vraag of een project in aanmerking komt, alsook alle gegevens in verband met de beoordeling van de projecten in hun geheel.

Wanneer de jury de mening van de Administratie kent over de in aanmerking komende projecten, vergadert hij voor de beoordeling en de rangschikking van de projecten.

Art. 38.Binnen twee weken volgend op de ontvangst van het voorstel van de jury over de rangschikking van de projecten neemt de Minister de beslissing betreffende de financiering van de projecten.

Art. 39.Wanneer de Minister zijn beslissing heeft genomen, geeft de Administratie binnen een termijn van één week kennis daarvan aan elke promotor.

De betrokken promotoren kunnen bij de Administratie inzicht krijgen in de informatie over de motieven voor de weigering van de niet in aanmerking genomen projecten.

Art. 40.Voor de projecten waarvoor een gunstige beslissing is genomen, stelt de Administratie een ontwerp-overeenkomst op die de betrekkingen regelt tussen het Gewest en de promotor overeenkomstig de beslissing getroffen door de Minister. Deze overeenkomst moet ondertekend worden door de promotoren binnen het door de Minister vastgestelde tijdsbestek.

De overeenkomst heeft met name betrekking op volgende gegevens: 1° de nadere regels voor de terugbetaling van de terugvorderbare voorschotten;2° de omschrijving van het project ingediend door de promotor;3° het werkschema en het tijdschema voor de uitvoering van het project;4° het budget toegewezen aan het project;5° de toelaatbare uitgaven;6° de verplichtingen in verband met de geheimhouding en de vertrouwelijkheid;7° de nadere regels voor de uitbetaling van de tegemoetkomingen, meer bepaald de periodiciteit ervan;8° de gegevens in verband met de intellectuele eigendom en de benutting van de resultaten van het project;9° de nadere regels voor de bekendmaking van de tegemoetkoming;10° de nadere regels voor de controle van de clausules van de overeenkomst en van de wetgeving over de overheidsopdrachten. Afdeling 2. - Tegemoetkomingsaanvragen onderworpen aan de

wetenschappelijke, technische, economische, financiële beoordeling en beoordeling van duurzame ontwikkeling buiten de oproepen tot het indienen van projecten

Art. 41.De promotor die een subsidie of een terugvorderbaar voorschot wenst te krijgen dient een project in bij de Administratie. Voor de aanvraag die wordt ingediend wordt er een ontvangstbericht aan de promotor gericht binnen de vijf kalenderdagen, waarbij melding wordt gemaakt van de ontvangstdatum alsmede van de naam van het personeelslid dat het project behandelt. De werktaal is het Frans of, in voorkomend geval, het Duits.

Art. 42.Wanneer de Administratie niet over alle gegevens beschikt die nodig zijn voor de beoordeling van het project, worden de bijkomende gegevens bij de promotor opgevraagd binnen de maand na indiening van het project.

Als de promotor geen gevolg geeft aan dat verzoek binnen de maand na de ontvangst ervan, wordt hij geacht het project te hebben ingetrokken. In dat geval deelt de Administratie de promotor mee dat het dossier gesloten is. Laatstgenoemde beschikt over een termijn van twee weken om een beroep in te dienen bij de Minister en te vragen dat het dossier heropend wordt.

Elk verzoek om bijkomende inlichtingen leidt een nieuwe termijn in van dertig kalenderdagen. In ieder geval mag de totale termijn van de ontvangstbevestiging van het project en de datum waarop de Administratie over alle bestanddelen beschikt die noodzakelijk zijn voor de evaluatie van het project, niet meer dan twee maanden bedragen.

Hij mag de Administratie berichten dat hij om een verlenging voor de indiening van het dossier verzoekt. Het verzoek mag de in lid 3 bedoelde termijn niet met meer dan vier maanden verlengen.

Art. 43.Binnen twee weken na de datum waarop ze over alle bestanddelen beschikt die noodzakelijk zijn voor de evaluatie van het project, stelt de Administratie een met redenen omkleed voorstel voor de toekenning of weigering van de gevraagde steun op, waarin met name de beoordeling van het project aan de hand van de algemene en specifieke criteria wordt vermeld.

Art. 44.Voor elk project waarvoor het tegemoetkomingsbedrag minder is dan 150.000 euro, richt de Administratie het met redenen omklede voorstel aan de Minister.

Voor elk project waarvoor het tegemoetkomingsbedrag gelijk is aan of groter is dan 150.000 euro, wordt het met redenen omklede voorstel door een college onderzocht voordat het naar de Minister wordt gestuurd.

Het college bestaat uit minstens twee leden van de Administratie en één vertegenwoordiger van de Minister. Het college past zo nodig het voorstel voor een met redenen omklede beslissing aan en zendt het toe aan de Minister.

Binnen twee weken na ontvangst van het voorstel legt de Minister een principiële beslissing voor aan de Administratie, die de promotor daarvan op de hoogte stelt. Binnen twee weken na ontvangst van de principiële beslissing van de Minister kan de promotor de Administratie een uiteenzetting van de redenen van het verzoek tot heropening van het dossier toesturen.

De Administratie stelt een aanvullende nota op en stuurt deze, samen met de uiteenzetting van de promotor, door naar de Minister, die kan besluiten zijn beslissing te herzien in het licht van de nieuwe elementen die in het dossier zijn opgenomen.

Art. 45.Indien de Minister beslist om een tegemoetkoming toe te kennen, stelt de Administratie een ontwerp-overeenkomst op waarbij de betrekkingen tussen de Administratie en de promotor geregeld worden met inachtneming van het decreet en dit besluit.

De overeenkomst heeft met name betrekking op volgende gegevens: 1° de nadere regels voor de terugbetaling van de terugvorderbare voorschotten;2° de omschrijving van het project ingediend door de promotor;3° het werkschema en het tijdschema voor de uitvoering van het project;4° het budget toegewezen aan het project;5° de toelaatbare uitgaven;6° de verplichtingen in verband met de geheimhouding en de vertrouwelijkheid;7° de nadere regels voor de uitbetaling van de tegemoetkomingen, meer bepaald de periodiciteit ervan;8° de gegevens in verband met de intellectuele eigendom en de benutting van de resultaten van het project;9° de nadere regels voor de bekendmaking van de tegemoetkoming;10° de nadere regels voor de controle van de clausules van de overeenkomst en van de wetgeving over de overheidsopdrachten.

Art. 46.Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de datum van de beslissing van de Minister om een tegemoetkoming te verlenen, zendt de Administratie de promotor de met redenen omklede beslissing en, in voorkomend geval, de in artikel 45 bedoelde ontwerp-overeenkomst toe.

De betrokken promotoren kunnen bij de Administratie inzicht krijgen in de informatie over de motieven voor de weigering van de niet in aanmerking genomen projecten. HOOFDSTUK VI. - Subsidie en terugvorderbaar voorschot Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de subsidies en de

terugvorderbare voorschotten

Art. 47.Bij besluit van de Minister of, in voorkomend geval, de Regering, worden meer bepaald het doel, het bedrag en de begunstigde van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot bepaald.

Art. 48.De promotor overhandigt de Administratie: 1° tijdens de uitvoering van de activiteit die onder de tegemoetkoming valt: a) activiteitenverslagen, samen met het overzicht van de uitgaven met betrekking tot de periode waarop ze slaan;b) wetenschappelijke en technische verslagen;2° verslagen over de benutting van de activiteit die onder de tegemoetkoming valt;3° verslagen over het gebruik van de resultaten van de activiteit die onder de tegemoetkoming valt;4° verslagen over de indicatoren zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 genomen ter uitvoering van artikel 123 van het decreet van 3 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2008 pub. 29/07/2008 numac 2008202676 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië;5° evaluatieverslagen op de overeengekomen vervaldata.

Art. 49.De vorm, de inhoud en de frequentie van de verslagen waarvan sprake in artikel 48 worden vastgelegd in het besluit bedoeld in artikel 47.

Elk van die verslagen moet de Administratie bereiken binnen de dertig kalenderdagen na de periode waarop ze betrekking hebben.

Art. 50.De promotor licht de Administratie schriftelijk en binnen een termijn van minder dan dertig dagen in over iedere: 1° wijziging in zijn statuten;2° wijziging van zijn aandeelhoudersstructuur waarbij meer dan één vijfde van zijn kapitaal betrokken is;3° verrichting die een significante impact heeft ofwel op zijn kapitaal, ofwel op de aard van zijn activiteiten, ofwel op de plaats waar deze uitgevoerd worden. Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor de terugvorderbare

voorschotten

Art. 51.Elke overeenkomst bevat een omstandig scenario voor een succesvolle afloop die overeenstemt met het commercieel welslagen van het project, meer bepaald inzake omzet, verkoopsvolume, marktaandelen en, in voorkomend geval, inschakeling in de netwerken.

Wordt de verwachte succesvolle afronding van het project overtroffen, dan mag de terugbetaling van het terugvorderbaar voorschot, intresten meegerekend, tweemaal het nominale bedrag niet overstijgen.

Art. 52.De aan de terugbetalingen toegepaste rentevoet is de Euribor op één jaar of de IBOR-rente op één jaar die in België toepasselijk is en die bedoeld is in de Mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages (2008/C 14/02) worden vastgesteld indien bedoelde rente hoger is, verhoogd met 100 basispunten. Het betreft het cijfer dat geldt de eerste dag van de maand van het toekenningsbesluit. Afdeling 3. - Terugbetaling van de subsidie of het terugvorderbare

voorschot

Art. 53.De promotor betaalt het Waalse Gewest op verzoek van de Administratie het verschil terug tussen de uitbetaalde bedragen en de bedragen die door de Administratie zijn aanvaard na controle van de verantwoording van de uitgaven: 1° bij opschorting of intrekking van de subsidie of het terugbetaalbaar voorschot;2° bij afzien van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot;3° wanneer de activiteiten die onder de tegemoetkoming vallen, beëindigd worden.

Art. 54.Op verzoek van de Administratie betaalt de promotor het Waalse Gewest het verschil geheel of gedeeltelijk terug tussen de uitbetaalde bedragen en de bedragen die door de Administratie zijn aanvaard na controle van de verantwoording van de uitgaven wanneer dat verschil het deel van de subsidie of het terugbetaalbaar voorschot te boven gaat in de toelaatbare uitgaven bepaald voor de drie eerstvolgende maanden.

Art. 55.Bij opschorting van de subsidie of het terugvorderbare voorschot krachtens artikel 56, 3° en 4°, of bij intrekking van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot worden enkel de uitgaven in overweging genomen die betrekking hebben op de periode die voorafgaat aan de ontvangst, door de promotor, van de kennisgeving van de opschorting of van de intrekking die niet voorafgegaan wordt door een opschorting.

Als de promotor afziet van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot worden enkel de uitgaven in overweging genomen die betrekking hebben op de periode die voorafgaat aan het tijdstip waarop de promotor meedeelt dat hij ervan afziet. Afdeling 4. - Opschorting en intrekking van de subsidie of het

terugbetaalbaar voorschot

Art. 56.De Minister kan de uitbetaling van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot opschorten: 1° bij niet-inachtneming van artikel 49, lid 2;2° bij niet-inachtneming van artikel 50;3° wanneer de promotor in een faillissements- of concordaatsprocedure verwikkeld is, al dan niet vrijwillig in vereffening wordt gesteld dan wel ontbonden wordt;4° wanneer de slechte geldtoestand van de promotor de zorgvuldige uitvoering van het project of de perspectieven voor de benutting van de resultaten van het project door de promotor in gevaar brengt;5° bij een negatieve evaluatie ten gevolge van de verslagen ingediend krachtens artikel 48, 5°.

Art. 57.De Minister kan de promotor het voordeel van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot ontzeggen: 1° in de gevallen bedoeld in artikel 56, 3°, 4° en 5° ;2° als redelijkerwijs blijkt dat de doelstellingen, zoals beoordeeld op het tijdstip van de behandeling van het project, wegens aanzienlijke wijzigingen in de economische en technische context niet meer in het bereik van de promotor liggen. In alle gevallen van intrekking bedoeld in lid 1 beëindigt het Waalse Gewest de uitbetaling van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot.

Art. 58.De Administratie kan de promotor het voordeel van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot ontzeggen wanneer de promotor meer dan vijfenveertig werkdagen lang geen gevolg gegeven heeft aan een ingebrekestelling om één van zijn verplichtingen uit te voeren waarvan de Administratie hem bij ter post aangetekend schrijven kennis heeft gegeven.

In dat geval: 1° beëindigt het Waalse Gewest de uitbetaling van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot;2° wordt de promotor die een subsidie geniet ertoe gehouden het Waalse Gewest de gezamenlijke als subsidie betaalde bedragen terug te betalen na aftrek van de reeds terugbetaalde sommen;3° wordt de promotor die een terugvorderbaar voorschot geniet ertoe gehouden het Waalse Gewest de gezamenlijke als subsidie betaalde bedragen terug te betalen na aftrek van de reeds terugbetaalde sommen. Afdeling 5. - Afzien van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot

Art. 59.De promotor mag van de subsidie of het terugvorderbaar voorschot afzien tijdens de activiteiten die onder de tegemoetkoming vallen voor zover de clausules in verband met de subsidie of het terugvorderbaar voorschot die hem aan het Waalse Gewest binden, dat toelaten. HOOFDSTUK VII. - Het "Fonds de la recherche, du développement et de l'innovation" (Fonds voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie)

Art. 60.Het "Fonds de la recherche, du développement et de l'innovation" (Fonds voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie) opgericht bij het decreet van 3 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2008 pub. 29/07/2008 numac 2008202676 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië wordt gefinancierd: 1° met de terugbetalingen van de terugvorderbare voorschotten beoogd bij dit besluit, behoudens de terugvorderbare voorschotten toegekend ten laste van de begrotingskredieten voor energiebeleid;2° met alle andere sommen die aan het Waalse Gewest gestort worden krachtens dit besluit. HOOFDSTUK VIII. - Geheimhouding

Art. 61.Elk document of elke informatie die een entiteit aan de Regering mededeelt om een in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming beoogd bij dit besluit is geheim in de zin van artikel 6, § 2, 2°, van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur voor zover de entiteit aangeeft dat het document of de informatie dat kenmerk vertoont.

Art. 62.Elk document of elke informatie die een entiteit aan de Regering mededeelt krachtens haar verplichtingen van een gerechtigde die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming beoogd bij dit besluit is geheim in de zin van artikel 6, § 2, 2°, van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur voor zover de entiteit aangeeft dat het document of de informatie dat kenmerk vertoont. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 63.De termijnen bedoeld bij dit besluit worden jaarlijks opgeschort tussen 16 juli en 15 augustus 2020.

Wanneer een termijn bedoeld in dit besluit verstrijkt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.

Art. 64.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2020 en eindigt op 31 december 2020.

Art. 65.De Minister van Onderzoek en Innovatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 april 2020.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^