gepubliceerd op 05 juni 2013
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 21 juni 2012 betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten, wat de overdrachtsvergunningen betreft
23 MEI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2012 pub. 05/07/2012 numac 2012203690 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten sluiten betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten, wat de overdrachtsvergunningen betreft
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/06/2012
pub.
05/07/2012
numac
2012203690
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten
sluiten betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten, artikelen 8, 9, 12 en 19;
Gelet op het advies nr. 52.887/4 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap, hierna "Richtlijn 2009/43/EG" genoemd, wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit. § 2. Dit besluit beoogt de uitvoering van de bepalingen van het decreet van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2012 pub. 05/07/2012 numac 2012203690 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten sluiten betreffende de vergunningen voor de overdracht van defensiegerelateerde producten in de Europese Unie en in de Europese Economische Ruimte.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2012 pub. 05/07/2012 numac 2012203690 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten sluiten betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van defensiegerelateerde producten;2° de administratie : de Directie Wapenvergunningen van het Operationele directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;3° de Minister : de Minister bevoegd voor de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van defensiegerelateerde producten;4° de bestuurder : de afgevaardigd bestuurder of, bij ontstentenis, het lid van de directie dat binnen het bedrijf verantwoordelijk is voor de overdrachten en de uitvoer van defensiegerelateerde producten;5° de openbare instellingen : de openbare instellingen van een lidstaat van de Europese Unie of van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, zoals bepaald door de betrokken Staat;6° de lidstaat : de lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte. HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden voor het gebruik van overdrachtsvergunningen
Art. 3.De overdrachtsvergunningen mogen niet gebruikt worden voor overdrachten die indruisen tegen de internationale verbintenissen van België of van het Waalse Gewest.
Art. 4.Het is verboden de volgende defensiegerelateerde producten over te dragen : 1° wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie, opgesomd in de eerste categorie van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 maart 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie;2° de volgende wapens, hierna « verboden wapens » genoemd : a) antipersoonsmijnen, valstrikmijnen en soortgelijke mechanismen, en blindmakende laserwapens;b) brandwapens;c) submunitie;d) spring- en valmessen met slot, vlindermessen, boksbeugels en blanke wapens die er uitzien als een ander voorwerp;e) degenstokken en geweerstokken die geen historische sierwapens zijn;f) knotsen en wapenstokken;g) vuurwapens waarvan de kolf of de loop op zich in verschillende delen kan worden uiteengenomen, vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of gewijzigd dat het dragen ervan niet of minder zichtbaar is dan wel dat hun technische eigenschappen niet meer overeenstemmen met die van het model zoals omschreven in de vergunning tot het voorhanden hebben ervan en vuurwapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen;h) vouwgeweren boven kaliber 20;i) werpmessen;j) nunchaku's;k) werpsterren;l) inerte munitie en bepantsering met verarmd uranium of elk ander industrieel uranium.
Art. 5.Voor de uitvoer van defensiegerelateerde producten die ontvangen worden in het kader van een overdrachtsvergunning van een andere lidstaat en het voorwerp zijn van uitvoerbeperkingen, wordt bij de aanvraag van de uitvoervergunning een verklaring aan de administratie voorgelegd waarin bevestigd wordt : 1° dat die beperkingen in acht genomen zullen worden;2° dat, desgevallend, de vereiste instemming van de lidstaat van herkomst gegeven werd.
Art. 6.Gedurende de periode waarin de overdrachtsaanvraag door de Minister onderzocht wordt, verwittigt de leverancier de administratie wanneer hij vernomen heeft dat : 1° het eindgebruik van de over te dragen defensiegerelateerde producten gewijzigd werd;2° de bestemming van de over te dragen defensiegerelateerde producten gewijzigd werd.
Art. 7.Op verzoek van de administratie legt de leverancier haar alle handels- en vervoersdocumenten over, met name de nuttige uittreksels uit de verkoopovereenkomst, de facturen en de vrachtbrieven betreffende de uitgevoerde of ontvangen overdrachten. HOOFDSTUK III. - Algemene overdrachtsvergunningen Afdeling 1. - Algemeenheden
Art. 8.§ 1. In de gevallen bedoeld in § 2 kan de leverancier die de voorwaarden van de algemene overdrachtsvergunning vervult de defensiegerelateerde producten op basis van de vergunning overdragen aan één of verschillende categorieën afnemers die in een andere lidstaat gevestigd zijn. § 2. Er zijn twee types algemene overdrachtsvergunningen : 1° de algemene overdrachtsvergunning, hierna « AV1 » genoemd, betreffende de afnemer die deel uitmaakt van de openbare instellingen van een lidstaat;2° de algemene overdrachtsvergunning, hierna « AV2 » genoemd, betreffende de afnemer die een gecertificeerde onderneming van een lidstaat is, overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2009/43/EG.
Art. 9.Het gebruik van een algemene overdrachtsvergunning wordt onderworpen aan een voorafgaande registratie bij de administratie. De leverancier laat zich registreren uiterlijk dertig werkdagen voor de eerste overdracht die door de algemene vergunning gedekt wordt.
Voor de registratie wordt een type-formulier aan de administratie gestuurd dat door haar is opgemaakt.
Art. 10.De administratie bericht ontvangst van de registratie van de leverancier binnen vijf werkdagen na ontvangst van het formulier.
De administratie kan de leverancier verzoeken om alle nuttige informatie betreffende de technische en functionele specificaties van de defensiegerelateerde producten die op basis van de algemene overdrachtsvergunning overgedragen zullen worden.
Uiterlijk tien dagen na de verzending van het bericht van ontvangst bedoeld in het eerste lid stuurt de administratie de bevestiging van de registratie, als de desbetreffende voorwaarden vervuld zijn, of van de weigering ervan aan de leverancier.
Art. 11.De algemene overdrachtsvergunning heeft een onbepaalde geldigheidsduur. Afdeling 2. - Specifieke gebruiksvoorwaarden
Art. 12.De algemene overdrachtsvergunning mag niet gebruikt worden zonder de registratiebevestiging die door de administratie afgegeven wordt.
Art. 13.§ 1. De definitieve uitvoer buiten de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte van defensiegerelateerde producten overgedragen in het kader van een algemene vergunning vanuit het Waalse Gewest wordt onderworpen aan de voorafgaande toestemming van het Waalse Gewest. Deze toestemming wordt niet vereist als : 1° het land van eindgebruik Australië, Canada, de Verenigde Staten van Amerika, Japan, Nieuw-Zeeland en Zwitserland is;2° de overdracht betrekking heeft op bestanddelen die door de in een andere lidstaat gevestigde afnemer in zijn eigen producten geïntegreerd zullen worden en later niet als dusdanig overgedragen of uitgevoerd zullen worden, behalve als wisselstukken of met het oog op onderhoud of herstelling. De leverancier die een dergelijke voorafgaande toestemming wenst te verkrijgen, richt zijn aanvraag aan de administratie volgens de procedure van kracht inzake aflevering van een individuele uitvoervergunning zoals bedoeld in artikel 13, 9°, van het decreet. § 2. De leverancier die de algemene overdrachtsvergunning gebruikt voor doeleinden bedoeld in § 1, 2°, verzoekt zijn afnemer om een gebruiksverklaring waarbij hij bevestigt dat de bestanddelen waarop de algemene overdrachtsvergunning betrekking heeft in zijn eigen producten geïntegreerd zijn of geïntegreerd moeten worden en bijgevolg later niet als dusdanig overgedragen of uitgevoerd mogen worden, behalve als wisselstukken of met het oog op onderhoud of herstelling. § 3. De Minister kan voorzien in specifieke voorwaarden m.b.t. het gebruik van de algemene vergunning voor de doeleinden bedoeld in § 1, 2°, na een beoordeling van de gevoeligheid van de overdracht op grond van de volgende criteria : 1° de aard van de onderdelen in relatie tot de producten waarin zij worden opgenomen en in relatie tot eventueel eindgebruik van de eindproducten dat aanleiding tot bezorgdheid geeft;2° de betekenis van de onderdelen in relatie tot de producten waarin zij worden opgenomen. De administratie geeft de leveranciers die voor het gebruik van bedoelde algemene vergunning geregistreerd zijn kennis van de specifieke voorwaarden bedoeld in het eerste lid.
Art. 14.Het is verboden gebruik te maken van de algemene overdrachtsvergunning om defensiegerelateerde producten naar vrije zones en vrije entrepots over te dragen.
Art. 15.Voor de eerste overdracht geeft de leverancier de afnemer kennis van de voorwaarden en beperkingen betreffende de algemene overdrachtsvergunning en bewaart hij daarvan het schriftelijk bewijs.
Art. 16.Om redenen van openbare veiligheid of openbare orde of om te zorgen voor de naleving van het decreet en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, kan de Minister voorzien in specifieke voorwaarden voor het gebruik van de algemene overdrachtsvergunning.
De administratie geeft de leveranciers die voor het gebruik van bedoelde algemene vergunning geregistreerd zijn kennis van de specifieke voorwaarden bedoeld in het eerste lid.
Art. 17.De leverancier die voor het gebruik van een algemene overdrachtsvergunning geregistreerd is, verstrekt de administratie jaarlijks tegen 31 januari en 31 juli volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten informatie over de overdrachten die tijdens de vorige zes maanden op basis van die vergunning uitgevoerd werden.
Die informatie, samengevat per lidstaat, houdt voor elke afnemer de volgende gegevens in : 1° de soortbenamingen van de defensiegerelateerde producten en de referenties ervan in de lijst bedoeld in artikel 6, 1°, van het decreet;2° desgevallend, de waarden, hoeveelheden en/of globale gewichten van de defensiegerelateerde producten;3° de data van de overdrachten;4° het eindgebruik en de eindgebruiker van het defensiegerelateerd product, indien gekend. Bij de controle van de informatie bedoeld in het tweede lid, kan de administratie elk ander relevant document of alle bijkomende gegevens betreffende die overdrachten opeisen. HOOFDSTUK IV. - Globale overdrachtsvergunningen Afdeling 1. - Algemeenheden
Art. 18.De Minister verleent een globale overdrachtsvergunning indien de leverancier : 1° een erkende wapenfabrikant is zoals bedoeld in artikel 27, § 3, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens;2° door de Minister van Justitie erkend is overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van de wet van 5 augustus 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1991 pub. 10/08/2010 numac 2010000448 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie;3° zijn bestuurder heeft aangewezen. Afdeling 2. - Specifieke gebruiksvoorwaarden
Art. 19.Voor de eerste overdracht geeft de leverancier de afnemer kennis van de voorwaarden en beperkingen betreffende de globale overdrachtsvergunning en bewaart hij daarvan het schriftelijk bewijs.
Art. 20.Om redenen van openbare veiligheid of openbare orde of om te zorgen voor de naleving van het decreet en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, kan de Minister voorzien in specifieke voorwaarden voor het gebruik van de globale overdrachtsvergunning.
De administratie geeft de leverancier uiterlijk bij de afgifte van de globale overdrachtsvergunning kennis van de specifieke voorwaarden bedoeld in het eerste lid.
Art. 21.De leverancier die houder is van een globale overdrachtsvergunning, verstrekt de administratie jaarlijks tegen 31 januari en 31 juli volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten informatie over de overdrachten die tijdens de vorige zes maanden op basis van die vergunning uitgevoerd werden.
Die informatie, samengevat per lidstaat, houdt voor elke afnemer de volgende gegevens in : 1° de soortbenamingen van de defensiegerelateerde producten en de referenties ervan in de lijst bedoeld in artikel 6, 1°, van het decreet;2° desgevallend, de waarden, hoeveelheden en/of globale gewichten van de defensiegerelateerde producten;3° de data van de overdrachten. HOOFDSTUK V. - Individuele overdrachtsvergunningen Afdeling 1. - Algemeenheden
Art. 22.Als de leverancier erom verzoekt, kan de Minister hem een individuele overdrachtsvergunning verlenen.
Art. 23.De individuele overdrachtsvergunning heeft een verlengbare geldigheidsduur van achttien maanden. Afdeling 2. - Specifieke gebruiksvoorwaarden
Art. 24.Voor de eerste overdracht geeft de leverancier de afnemer kennis van de voorwaarden en beperkingen betreffende de individuele overdrachtsvergunning en bewaart hij daarvan het schriftelijk bewijs.
Art. 25.Om veiligheidsredenen en om redenen van openbare orde of om te zorgen voor de naleving van het decreet en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, kan de Minister voorzien in specifieke voorwaarden voor het gebruik van de individuele overdrachtsvergunning.
De administratie geeft de leverancier uiterlijk bij de afgifte van de individuele overdrachtsvergunning kennis van de specifieke voorwaarden bedoeld in het eerste lid. HOOFDSTUK VI. - Vrijstellingen
Art. 26.Er wordt geen overdrachtsvergunning geëist voor : 1° de overdracht van defensiegerelateerde producten door de Organisatie van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de Internationale Organisatie voor Atoomenergie of een andere gelijksoortige intergouvernementele organisatie waarvan het Waalse Gewest of België lid is;2° de overdracht die nodig is voor de uitvoering van een samenwerkingsprogramma inzake wapens tussen lidstaten;3° de overdracht van defensiegerelateerde producten die nodig is met het oog op herstelling, onderhoud, tentoonstelling of demonstratie, of na die verrichtingen.
Art. 27.Voor elke vrijstelling registreert de leverancier zich uiterlijk tien dagen voor de eerste overdracht van defensiegerelateerde producten die het voorwerp van die vrijstelling zijn.
Voor de registratie wordt aan de administratie een type-formulier gestuurd dat door haar bepaald wordt.
Binnen vijf dagen na ontvangst van het formulier bericht de administratie ontvangst van de registratie van de leverancier via de verzending van de bevestiging als de desbetreffende voorwaarden vervuld zijn, of van de weigering ervan. HOOFDSTUK VII. - Procedure tot toekenning van individuele of globale overdrachtsvergunningen
Art. 28.De leverancier vraagt een individuele of globale overdrachtsvergunning bij de administratie aan d.m.v. een type-formulier dat door haar bepaald wordt. Die aanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten : 1° de verbintenis tot definitieve overdracht, zoals bepaald door de administratie, ondertekend door de bestuurder, desgevallend voor elke afnemer;2° naar gelang van het geval, het internationaal invoercertificaat, het certificaat van eindgebruiker, het nuttige uittreksel uit de verkoopovereenkomst of elk ander relevant document waarbij de eindgebruiker geïdentificeerd kan worden, alsook het eindgebruik van de defensiegerelateerde producten krachtens een individuele of globale overdrachtsvergunning, als ze gekend zijn. De documentenlijst bedoeld in het eerste lid kan aangevuld worden door de Minister.
Art. 29.Binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de aanvraag tot individuele of globale overdrachtsvergunning bezorgt de administratie de leverancier ofwel een bericht van ontvangst waarin vermeld wordt dat het dossier volledig is, ofwel een bericht waarin hij erom verzocht wordt de ontbrekende gegevens binnen dertig dagen na ontvangst van dat bericht te verstrekken.
Als de leverancier de door de administratie gevraagde ontbrekende gegevens niet binnen dertig dagen overmaakt, deelt ze hem mee dat hij met ingang van de datum van kennisgeving over een bijkomende termijn van dertig dagen beschikt om de gegevens te verstrekken. Na afloop van die termijn kan de Administratie, als de leverancier zijn dossier niet heeft aangevuld, het dossier zonder gevolg rangschikken en geeft ze hem kennis van die rangschikking.
Art. 30.Als het in artikel 29 bedoelde dossier volledig is, wordt het door de Administratie voor beslissing aan de Minister overgemaakt.
De administratie geeft de leverancier kennis van de beslissing tot toekenning of weigering van de individuele of globale overdrachtsvergunning.
Art. 31.Elke individuele of globale overdrachtsvergunning wordt geweigerd als : 1° het dossier verkeerde informatie inhoudt;2° de overdracht niet voldoet aan de documenten bedoeld in artikel 28;3° het dossier werd overgelegd door een leverancier die niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in dit besluit en betreffende het type aangevraagde vergunning; 4° blijkt dat het dossier betrekking heeft op een leverancier, afnemer of doorvoeronderneming die het voorwerp is van internationale waarschuwingen of van een administratief onderzoek betreffende frauduleuse handelingen die hij/zij uitgevoerd zouden hebben i.v.m. de overdracht van defensiegerelateerde producten.
Art. 32.De administratie kan elke andere autoriteit verzoeken om de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag tot individuele of globale overdrachtsvergunning. HOOFDSTUK VIII. - Bijhouden van de registers
Art. 33.Onverminderd artikel 12, § 3, van het decreet, bewaren de leveranciers gedurende 10 jaar alle handels- en vervoersdocumenten, met name de nuttige uittreksels uit de verkoopovereenkomst, de facturen en de vrachtbrieven betreffende de overdrachten die ze uitgevoerd hebben.
Art. 34.Onverminderd de registers bedoeld in artikel 12, § 3, van het decreet, houden de leveranciers ook gedetailleerde en volledige registers van de overdrachten van de defensiegerelateerde producten die ze in het kader van een overdrachtsvergunning van een andere lidstaat ontvangen hebben.
Die registers bevatten, per leverancier gevestigd in een andere lidstaat, de volgende gegevens : 1° de beschrijving van de defensiegerelateerde producten en de referenties ervan in de lijst bedoeld in artikel 6, 1°, van het decreet;2° indien ze erover beschikken, de hoeveelheden, gewichten en globale waarden van de defensiegerelateerde producten;3° de data van de overdrachten;4° de naam en het adres van de oorspronkelijke leverancier die in een andere lidstaat gevestigd is. De registers bedoeld in het eerste lid gaan bovendien vergezeld van de handelsdocumenten, met name de nuttige uittreksels uit de verkoopovereenkomst, de factuur en, desgevallend, de vrachtbrief betreffende de ontvangen overdrachten.
De registers bedoeld in het eerste lid worden bewaard gedurende een periode van tien jaar, die ingaat op het einde van het kalenderjaar waarin de overdracht werd uitgevoerd.
Die registers worden één keer per jaar aan de administratie overgelegd op haar verzoek. De bijlagen bedoeld in het derde lid van dit artikel kunnen door de administratie op haar verzoek ingekeken worden. Ze kan ook een afschrift van die documenten vragen.
Art. 35.In geval van stopzetting van de activiteit worden de registers van de overdrachten bedoeld in artikel 12, § 3, van het decreet zo spoedig mogelijk aan de administratie gericht. HOOFDSTUK IX. - Schorsing, intrekking en gebruiksverbod Afdeling 1. - Individuele of globale overdrachtsvergunningen
Art. 36.De administratie stelt de leverancier bij aangetekend schrijven in gebreke als hij niet voldoet aan de verplichtingen die hem krachtens dit decreet of de desbetreffende uitvoeringsbesluiten opgelegd worden.
De leverancier heeft de mogelijkheid om binnen dertig dagen orde op zaken te stellen door de vereiste gegevens te verstrekken.
Art. 37.De Minister kan de individuele of globale overdrachtsvergunning van de leverancier schorsen, met name als hij : 1° niet voldoet aan de bepalingen van het decreet of van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;2° niet orde op zaken gesteld heeft na de ingebrekestelling bedoeld in artikel 38;3° niet meer voldoet aan één of meer voorwaarden tot toekenning of gebruik van de individuele of globale overdrachtsvergunning. De administratie geeft de leverancier bij aangetekend schrijven kennis van de schorsingsbeslissing van de Minister waarbij een termijn van minimum tien en maximum dertig dagen aan de leverancier gegeven wordt om te bewijzen dat hij orde op zaken gesteld heeft. Die termijn kan verlengd worden.
De beslissing tot schorsing heeft uitwerking vanaf de datum waarop de administratie kennis geeft van de beslissing van de Minister.
Art. 38.De Minister kan de individuele of globale overdrachtsvergunning van de leverancier intrekken, met name als hij : 1° niet voldoet aan de bepalingen van het decreet of van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;2° niet voldoende maatregelen genomen heeft opdat de schorsing van de individuele of globale overdrachtsvergunning opgeheven kan worden. De administratie geeft de leverancier kennis van de door de Minister genomen beslissing tot intrekking. Afdeling 2. - Algemene overdrachtsvergunningen
Art. 39.De Minister kan het gebruik van een algemene overdrachtsvergunning schorsen wat één of meer specifieke afnemers betreft wanneer blijkt dat : 1° er een ernstig risico bestaat dat een afnemer die overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2009/43/EG in een andere lidstaat gecertificeerd is, niet voldoet aan een voorwaarde waaraan een algemene overdrachtsvergunning onderworpen wordt;2° de openbare orde, de openbare veiligheid of de wezenlijke veiligheidsbelangen van het Waalse Gewest bedreigd worden. De administratie geeft de betrokken leveranciers bij aangetekend schrijven kennis van de schorsingsbeslissing van de Minister, die voorziet in een verlengbare termijn waarin de overdrachten naar de specifieke afnemer(s) geschorst worden.
Art. 40.De Minister kan het gebruik van een algemene overdrachtsvergunning door een leverancier schorsen als hij : 1° de in artikel 17 bedoelde informatie niet heeft verstrekt;2° niet voldoet aan de verplichtingen die hem krachtens het decreet of de desbetreffende uitvoeringsbesluiten opgelegd worden. De administratie geeft de leverancier bij aangetekend schrijven kennis van de schorsingsbeslissing van de Minister waarbij een termijn van minimum dertig en maximum negentig dagen aan de leverancier gegeven wordt om te bewijzen dat hij orde op zaken gesteld heeft. Die termijn kan verlengd worden.
Art. 41.De Minister kan het gebruik van een algemene overdrachtsvergunning door een leverancier schorsen als hij : 1° niet voldoet aan de bepalingen van het decreet of van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;2° niet voldoende maatregelen genomen heeft opdat de schorsing van de algemene overdrachtsvergunning opgeheven kan worden.3° niet voldoet aan de algemene gebruiksvoorwaarden betreffende overdrachtsvergunningen;4° niet voldoet aan de overige bepalingen van het decreet of van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de verplichtingen die hem krachtens artikel 12, § 3, van het decreet opgelegd worden. De administratie geeft de leverancier bij aangetekend schrijven kennis van de in het eerste lid bedoelde beslissing van de Minister. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art. 42.De bepalingen van het koninklijk besluit van 8 maart 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie worden opgeheven wat betreft de handelingen inzake overdrachten van defensiegerelateerde producten binnen de Europese Economische Ruimte.
Art. 43.De termijnen waarin dit besluit voorziet worden berekend als volgt : de dag van de akte waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.
Wanneer die dag evenwel een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag naar de eerstkomende werkdag verschoven.
Art. 44.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 23 mei 2013.
De Minister-President, R. DEMOTTE