gepubliceerd op 14 april 2005
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet
17 MAART 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, inzonderheid op de artikelen 14, 15, 16 en 17;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 23 december 2004, overeenkomstig artikel 13 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi";
Gelet op het advies van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen), gegeven op 28 december 2004, overeenkomstig artikel 35 van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van het psychiatrisch ziekenhuis "Les Maronniers", gegeven op 17 januari 2005, overeenkomstig artikel 16 van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest, vervangen bij het decreet van 13 maart 2003;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van het psychiatrisch ziekenhuis "Chêne aux Haies", gegeven op 1 februari 2005, overeenkomstig artikel 16 van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest, vervangen bij het decreet van 13 maart 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 november 2004;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 februari 2005;
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 9 maart 2005, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat ter uitvoering van de artikelen 16, § 1, derde lid, 3°, en 17, § 1, vijfde lid, 2°, gedragsregels bij besluit van de Regering dienen vastgelegd te worden, dat deze regels opgenomen zijn in de handvesten bedoeld in artikel 4 van dit besluit;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet sommige aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1, en 128 van de Grondwet.
Art. 2.De Regering geeft het beheersorgaan van betrokken instelling in een door de Minister-President en de toezichthoudende Minister ondertekend schrijven aan haar voorzitter kennis van de oriëntaties die zij bepaald heeft m.b.t. haar statuten, opdrachten en maatschappelijk doel.
Art. 3.De Regering bezorgt het Parlement jaarlijks 1 oktober een verslag met, voor alle betrokken instellingen, de gegevens bedoeld in artikel 15 van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, hierna het decreet genoemd.
Deze gegevens worden jaarlijks uiterlijk 1 september door de voorzitters van betrokken instellingen aan de Minister-President en aan de toezichthoudende Minister overgemaakt.
Art. 4.De inhoud van de handvesten bedoeld in de artikelen 16 en 17 van het decreet ligt vast in respectievelijk de bijlagen I en II bij dit besluit.
Art. 5.De Minister-President en de toezichthoudende Minister van elke betrokken instelling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Namen, 17 maart 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Bijlage I Handvest van de overheidsbestuurder Mevrouw, de heer .............., woonachtig te ........., overheidsbestuurder in de zin van het decreet van 12 februari 2004, verbindt zich ertoe : 1° erop toe te zien dat de instelling steeds voldoet aan de wet, de decreten, de op haar toepasselijke reglementaire bepalingen en de voorschriften van het beheerscontract indien er één is.2° de bepalingen van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder na te leven. In dit opzicht geeft de bestuurder de Minister-President en de toezichthoudende Minister zo spoedig mogelijk schriftelijk kennis van het feit dat hij in voorkomend geval niet meer voldoet aan de voorafgaandelijke benoemingsvoorwaarden of dat hij verkeert in een geval van onverenigbaarheid bedoeld in de decreten. 3° erop toe te zien dat de openbare belangen en doelstellingen van de instelling en van het Waalse Gewest in acht genomen worden, waarbij zijn zelfstandigheid inzake analyse, besluitvorming en actie in alle omstandigheden behouden en elke vorm van onderdrukzetting verworpen wordt. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe, als hij denkt dat de vooropgestelde beslissing van het beheersorgaan de instelling schade zou kunnen berokkenen, zijn verzet binnen het orgaan duidelijk te uiten en alle mogelijke middelen te gebruiken om het te overtuigen van de juistheid van zijn standpunt.
Daartoe en rekening houdende met het feit dat zijn verzet een ontslag tot ultiem gevolg kan hebben, zal hij overwegen om achtereenvolgens : - de redenen van zijn verzet en de schadelijke gevolgen voor de instelling van de eventuele beslissing van het beheersorgaan uit te leggen; - het beheersorgaan te verzoeken desnoods het advies van deskundigen in te winnen; - te vragen dat de beslissing, indien de aard ervan het toelaat, tot de volgende vergadering van - het beheersorgaan uitgesteld wordt om nader onderzoek mogelijk te maken; - te vragen dat zijn standpunt, waarvan hij schriftelijk kennis zal geven, bij de notulen van het beheersorgaan gevoegd wordt; - een buitengewone vergadering van het beheersorgaan aan te vragen om dit punt te bespreken.
Bij ontslag geeft de bestuurder de overige bestuurders, de revisor, de Regeringscommissaris, de Minister-President en de toezichthoudende Minister van de instelling kennis van de redenen van zijn ontslag en vermijdt hij daarbij vertrouwelijke informatie bekend te maken. 4° toe te zien op de vlotte werking van het bestuursorgaan.In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe na te gaan of de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het beheersorgaan en de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks beheer duidelijk vastliggen.
De bestuurder verbindt zich ertoe na te gaan of het beheersorgaan de instelling en de activiteit van de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks beheer daadwerkelijk controleert. Hij zal er nauwgezet op letten dat : - geen enkele persoon binnen de instelling een discretionaire bevoegdheid zonder controle kan uitoefenen; - het beheersorgaan bij oprichting van een auditcomité binnen zijn midden erop toeziet dat het samengesteld wordt uit een meerderheid van niet-uitvoerende bestuurders, in relatie met de revisoren van de instelling, en dat bedoeld comité regelmatig verslag uitbrengt aan het beheersorgaan; - het eventuele interne controleorgaan van de instelling effectief werkt en regelmatig door de revisoren gecontroleerd wordt; - de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks beheer voluit en zonder terughoudendheid meewerkt (meewerken) aan de controledoelstelling van het beheersorgaan.
De bestuurder verbindt zich ertoe ervoor te zorgen dat het beheersorgaan regelmatig vergadert en te gelegener tijd voldoende informatie krijgt zodat de bestuurders op geldige wijze kunnen beraadslagen.
De bestuurder verbindt zich ertoe de vergaderingen van het beheersorgaan regelmatig bij te wonen. 5° elk conflict te voorkomen tussen zijn rechtstreekse of onrechtstreekse persoonlijke belangen en die van de instelling. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe in alle omstandigheden de belangen van de instelling en de aandeelhouders boven zijn rechtstreekse of onrechtstreekse persoonlijke belangen te plaatsen.
De bestuurder verbindt zich ertoe het beheersorgaan van tevoren en voluit op de hoogte te brengen van elk belangenconflict waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zou kunnen zijn en af te zien van deelname aan de debatten en aan de besluitvorming betreffende bedoelde materies. 6° een ongepast gebruik van exclusieve gegevens te voorkomen. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe geen informatie bekend te maken die hij bezit omwille van zijn functie binnen de instelling, onverminderd de decretale en reglementaire bepalingen.
De bestuurder verbindt zich ertoe geen ongepast gebruik te maken van de informatie die hij bezit omwille van zijn functie binnen de instelling, ongeacht of hij er al dan niet een persoonlijk voordeel uithaalt of dat de instelling al dan niet benadeeld wordt.
De bestuurder verbindt zich ertoe geen rechtstreekse of onrechtstreekse informatie te verstrekken waarvan hij weet dat ze vals of misleidend is. 7° loyaal en discreet te zijn. In dit opzicht zal de bestuurder afzien van elke openbare stellingname ten opzichte van de beslissingen van het beheersorgaan, behalve indien het orgaan daartoe toestemming geeft. 8° te zorgen voor een goed beheer van de openbare gelden. In dit opzicht zal de bestuurder er speciaal voor zorgen dat elke duidelijk buitensporige uitgave of uitgave die niet klopt met het maatschappelijk doel van de instelling aan de kaak wordt gesteld. 9° zijn beroepsvaardigheden te ontwikkelen en aan te passen. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe zijn beroepsvaardigheden met de hulp van de instelling te ontwikkelen teneinde een hoog expertiseniveau in stand te houden in een voortdurend evoluerende omgeving.
Voor de Waalse Regering : De Minister-President. De overheidsbestuurder.
De toezichthoudende Minister.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 maart 2005 tot uitvoering van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder.
Namen, 17 maart 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
Bijlage II Handvest van de bestuurder bedoeld in artikel 17 van het decreet van 12 februari 2004 Mevrouw, de heer .............., woonachtig te ........., persoon die zitting heeft in het beheersorgaan van .........., verbindt zich ertoe : 1° erop toe te zien dat de instelling steeds voldoet aan de wet, de decreten, de op haar toepasselijke reglementaire bepalingen en de voorschriften van het beheerscontract indien er één is.2° in alle omstandigheden zelfstandig te handelen. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe zijn zelfstandigheid inzake analyse, besluitvorming en actie in alle omstandigheden te behouden en elke vorm van onderdrukzetting te verwerpen.
Als de bestuurder denkt dat de vooropgestelde beslissing van het beheersorgaan de instelling schade zou kunnen berokkenen, verbindt hij zich ertoe zijn verzet binnen het orgaan duidelijk te uiten en alle mogelijke middelen te gebruiken om het te overtuigen van de juistheid van zijn standpunt.
Daartoe en rekening houdende met het feit dat zijn verzet een ontslag tot ultiem gevolg kan hebben, zal hij overwegen om achtereenvolgens : - de redenen van zijn verzet en de schadelijke gevolgen voor de instelling van de eventuele beslissing van het beheersorgaan uit te leggen; - het beheersorgaan te verzoeken desnoods het advies van deskundigen in te winnen; - te vragen dat de beslissing, indien de aard ervan het toelaat, tot de volgende vergadering van het beheersorgaan uitgesteld wordt om nader onderzoek mogelijk te maken; - te vragen dat zijn standpunt, waarvan hij schriftelijk kennis zal geven, bij de notulen van het beheersorgaan gevoegd wordt; - een buitengewone vergadering van het beheersorgaan aan te vragen om dit punt te bespreken.
Bij ontslag geeft de bestuurder de voorzitter van het beheersorgaan, de Minister-President en de toezichthoudende Minister van de instelling kennis van de redenen van zijn ontslag en vermijdt hij daarbij vertrouwelijke informatie bekend te maken. 3° toe te zien op de vlotte werking van het bestuursorgaan.In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe na te gaan of de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het beheersorgaan en de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks beheer duidelijk vastliggen.
De bestuurder verbindt zich ertoe na te gaan of het beheersorgaan de instelling en de activiteit van de verantwoordelijke(n) voor het dagelijks beheer daadwerkelijk controleert.
De bestuurder verbindt zich ertoe ervoor te zorgen dat het beheersorgaan regelmatig vergadert en te gelegener tijd voldoende informatie krijgt zodat de bestuurders op geldige wijze kunnen beraadslagen.
De bestuurder verbindt zich ertoe de vergaderingen van het beheersorgaan regelmatig bij te wonen. 4° elk conflict te voorkomen tussen zijn rechtstreekse of onrechtstreekse persoonlijke belangen en die van de instelling. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe in alle omstandigheden de belangen van de instelling en de aandeelhouders boven zijn rechtstreekse of onrechtstreekse persoonlijke belangen te plaatsen.
De bestuurder verbindt zich ertoe het beheersorgaan van tevoren en voluit op de hoogte te brengen van elk belangenconflict waarbij hij rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zou kunnen zijn en af te zien van deelname aan de debatten en aan de besluitvorming betreffende bedoelde materies. 5° loyaal en discreet te zijn en een ongepast gebruik van exclusieve gegevens te vermijden. In dit opzicht mag de bestuurder geen informatie gebruiken of bekendmaken die hij heeft ingewonnen in het kader van zijn functies als het gebruik of de bekendmaking ervan de belangen van de instelling zou kunnen schaden, onverminderd andere toepasselijke bepalingen.
De bestuurder verbindt zich ertoe geen rechtstreekse of onrechtstreekse informatie te verstrekken waarvan hij weet dat ze vals of misleidend is. 6° te zorgen voor een goed beheer van de openbare gelden. In dit opzicht zal de bestuurder er speciaal voor zorgen dat elke duidelijk buitensporige uitgave of uitgave die niet klopt met het maatschappelijk doel van de instelling aan de kaak wordt gesteld. 7° zijn beroepsvaardigheden te ontwikkelen en aan te passen. In dit opzicht verbindt de bestuurder zich ertoe zijn beroepsvaardigheden met de hulp van de instelling te ontwikkelen teneinde een hoog expertiseniveau in stand te houden in een voortdurend evoluerende omgeving.
Voor de Waalse Regering : De Minister-President. De bestuurder.
De toezichthoudende Minister.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 maart 2005 tot uitvoering van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder.
Namen, 17 maart 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE