Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 maart 2006
gepubliceerd op 10 april 2006

Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt om het gewestplan Marche-La Roche aan een herziening te onderwerpen en waarbij het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte voor de bouw van een zuivelfabriek en op de onttrekking aan hun bestemming van twee gemengde bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Rendeux goedgekeurd wordt

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006201248
pub.
10/04/2006
prom.
16/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/16/2006201248/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MAART 2006. - Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt om het gewestplan Marche-La Roche aan een herziening te onderwerpen en waarbij het voorontwerp van herziening met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte voor de bouw van een zuivelfabriek en op de onttrekking aan hun bestemming van twee gemengde bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Rendeux (Chéoux en Jupille-sur-Ourthe) goedgekeurd wordt


De Waalse Regering, Gelet op het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 23, 25, 27, 30, 35, 41 en 42 tot en met 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 maart 1987 tot vaststelling van het gewestplan Marche-La Roche;

Gelet op het arrest van de Raad van State nr. 149.576 van 28 september 2005, Dethier e.a. tegen het Waalse Gewest, waarbij de opschorting uitgesproken is van de uitvoering van het ministerieel besluit van 6 mei 2005 tot intrekking van het ministerieel besluit van 13 mei 2004 en tot wijziging van de vergunning voor de exploitatie van een zuivelbedrijf, die door de bestendige deputatie van de provincieraad van de provincie Luxemburg voor twee jaar op proef is toegekend op 28 juli 2003;

Overwegende dat de Raad van State in zijn voornoemd arrest verklaard heeft dat de opneming van de gemengde bedrijfsruimte (voorheen gebied voor ambachtelijke en kleinindustriële bedrijven) in het dorp Chéoux op het gewestplan van Marche-La Roche onwettelijk was, om reden dat die opneming voortvloeit uit een wijziging die tot stand kwam na het houden van het openbaar onderzoek, maar er niet door ingegeven is daar de wijziging door de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) is voorgesteld;

Overwegende dat het gewestplan voor dat gebied dus onregelmatig is, maar steeds bestaat daar de goedkeuring ervan door de Waalse Regering op 26 maart 1987 definitief geworden is; dat de Raad van State het dus niet meer kan vernietigen;

Overwegende dat indien een akte onregelmatig wordt verklaard, de onregelmatigheden ervan door diens ontwerper hersteld moeten worden;

Overwegende dat de bestaande feitelijke toestand voornamelijk gekenmerkt wordt door : - ten oosten, het voorhanden zijn, aan weerskanten van de "rue Lavaux", van traditionele landelijke woningen die evenwel een aanzienlijke bouwdiepte bezitten; overigens wordt de omgeving nog gekenmerkt door de voormalige bedrijfsgebouwen van de zuivelfabriek, w.o. sommige zeer bouwvallig zijn; - gronden die ingenomen worden door de zuivelfabriek; - het voorhanden zijn van landbouwgronden gelegen ten noorden, ten westen en ten zuiden van de zuivelfabriek;

Overwegende dat, wat betreft de bestaande rechtstoestand, opgemerkt dient te worden dat de vennootschap "S.C. Laiterie de Chéoux" d.d. 26 oktober 1989 een bedrijfsvergunning kreeg; dat er op 13 mei 2004 een nieuwe vergunning verstrekt werd door de Minister van Leefmilieu en Natuurlijke Hulpbronnen; dat de Raad van State bij arrest nr. 136.772 van 27 oktober 2004, Dethier e.a., de opschorting van de uitvoering ervan uitsprak; dat de Minister van Leefmilieu op 6 mei 2005 de door de Raad van State opgeschorte bedrijfsvergunning introk en een nieuwe bedrijfsvergunning verstrekte; dat de Raad van State bij arrest nr. 149.576 van 28 september 2005, Dethier e.a., de opschorting van de uitvoering ervan uitsprak; dat de Minister van Leefmilieu op 3 november 2005 de door de Raad van State opgeschorte bedrijfsvergunning introk en een nieuwe bedrijfsvergunning verstrekte; dat die vergunning opnieuw aangevochten wordt;

Overwegende dat de onttrekking aan zijn bestemming van de bedrijfsruimte van de voormalige gebouwen van de zuivelfabriek (afgedankte bedrijfsruimte nr. SAE/MLR56 "Laiterie de Chéoux", te Rendeux genaamd), d.d. 27 juli 2005, bij ministerieel besluit is vastgesteld;

Gelet op de evolutie van de zuivelsector in het Waalse Gewest die zeer kwetsbaar geworden is door, in een eerste stadium, de sluiting van talrijke kleine oude zuivelbedrijven en de onderbrenging van de melkverwerking in grootschalige structuren die door multinationals beheerd worden, en door, in een tweede stadium, de delokalisering van de productie die eerst naar de landen uit Oost-Europa uitweek, en vervolgens naar andere werelddelen;

Overwegende dat die verscheidene bewegingen een aanzienlijke daling van de melkverwerkende sectoren in het Waalse Gewest tot gevolg hebben gehad, wat een rechtstreekse weerslag heeft op de productie zelf, waarbij steeds meer landbouwers ertoe aangezet worden om die activiteit definitief stop te zetten;

Overwegende dat de leefbaarheid van de zuivelsector en van de Waalse zuivelproductie gewaarborgd dient te worden door de melkproducenten het bestaan van potentiële afzetmarkten en van de noodzakelijke melkverwerkingsbedrijven te garanderen;

Overwegende dat er heden nog maar twee productieapparaten in de zuivelsector van het Waalse Gewest overblijven : SOLAREC (Recogne), met inbegrip van de "Laiterie coopérative de Chéoux", en Walhorn (Eupen);

Overwegende dat de "Laiterie de Chéoux" in 1951 is opgericht; dat genoemd bedrijf in 1985, toen de melkquota's tot stand kwamen, aanving met de melkinzameling; dat die inzameling sedertdien toenam wegens de sluiting van talrijke andere ondernemingen die onder dezelfde sector ressorteren (1990 : sluiting van de zuivelfabrieken van Sankt Vith en Büllingen; 1998 : sluiting van het zuivelbedrijf Lilac in Zonhoven; 2001 : sluiting van het zuivelbedrijf Interlac in Dison; 2003 : sluiting van het zuivelbedrijf Jacky; op 31 december 2003 : stopzetting van de melkinzameling door de groep Nestlé in de regio's Hamoir, Philippeville, Beaumont, Nalinnes, Mettet en Fleurus; op 1 april 2004 : stopzetting van de melkinzameling door de groep Nestlé in de regio's Zinnik, Aat en Nijvel; op 1 juni 2005 : stopzetting van de melkinzameling door de groep Campina in de regio's Binche, Erquelinnes, Beaumont, Ham-sur-Heure, Gosselies, Sombreffe en Spy);

Overwegende dat het zuivelbedrijf "Laiterie de Chéoux" als bijzonderheid heeft dat het een coöperatieve vennootschap is die er als dusdanig voor gezorgd heeft dat de melkproducerende landbouwers over een afzetmarkt beschikken;

Overwegende dat de "Laiterie de Chéoux" gelijk met de opkomst van nieuwe melkproducenten er op zijn site over heeft moeten toezien dat de melk in strikte hygiënische omstandigheden ontvangen en voorverwerkt zou kunnen worden; dat er installaties zijn geplaatst voor het afromen en de concentratie van de melk; dat het zuivelbedrijf eveneens investeringen heeft gedaan om de activiteit in de omgeving te integreren; dat er in 1990-1991 een parking is aangelegd om te voorkomen dat de voertuigen nog langer op de openbare weg geparkeerd worden; dat die werkzaamheden hand in hand gingen met de bouw, op een andere plaats, van nieuwe kantoren; dat er ook een zuiveringsstation is aangelegd dat zo kwam te liggen dat tegemoet is gekomen aan een verzoek dat door de omwonenden is geuit tijdens de vergaderingen van het begeleidingscomité van het bedrijf;

Overwegende dat de coöperatieve vennootschap "Laiterie de Chéoux" de inzameling en de verwerking (afroming en concentratie) van de productie van 1 250 melkveebedrijven op zich neemt, goed voor ongeveer 260 miljoen liter melk per jaar, wat overeenstemt met iets minder dan één kwart van de productie die in Wallonië jaarlijks in zuivelbedrijven verwerkt wordt;

Overwegende dat melk voor vergisting vatbaar is en dus maar weinig lang opgeslaan kan worden, wat een constante verwerkingsstroom noodzakelijk maakt; dat de inzameling en de verwerking van melk zowel overdag als 's nachts door en in het bedrijf onontbeerlijk is;

Overwegende dat de huidige activiteit van het zuivelbedrijf die ingaat op de behoeften van de Waalse zuivelsector, bedreigd wordt door de tegen het bedrijf ingediende beroepen;

Overwegende dat er heden in het Waalse Gewest geen enkel ander zuivelbedrijf bij machte is om de door de coöperatieve zuivelvennootschap van Chéoux verzorgde zuivelproductie geheel noch gedeeltelijk op zich te nemen; dat het heden materieel onmogelijk is om die melkhoeveelheden in te zamelen en naar een ander zuivelbedrijf om te leiden;

Overwegende dat men ook oog dient te hebben voor de financiële schade die geleden zou worden door de zuivelsector en hoofdzakelijk door de 900 betrokken melkveebedrijven indien de coöperatieve zuivelvennootschap "Laiterie de Chéoux" niet in staat zou zijn, zijn huidige activiteit op de site in stand te houden; dat die schade dan aanzienlijk zou zijn;

Overwegende dat die situatie op termijn eveneens belangrijke deficiënties in de bevoorrading van de Waalse agro-voedingssector met zuivelgrondstoffen in de hand zou kunnen werken;

Overwegende dat die situatie ook ernstige gevolgen voor het milieu teweeg zou brengen aangezien de producenten bij het uitblijven van alternatieven en met een melkopslag op het bedrijf die beperkt is tot de productie van 4 tot 6 melkbeurten, zich ertoe genoodzaakt zouden zien om zich zonder enige controle door lozing te ontdoen van de overtollige melk; dat het risico dat de melk dan in het leefmilieu terechtkomt, met name in de openbare rioolputten, in de riolering, in de niet-bevaarbare waterlopen en in de stilstaande waterlichamen en zelfs op de bodems, uiterst hoog is zonder dat er preventieve maatregelen of een doeltreffende controle mogelijk zouden zijn;

Overwegende dat er geen enkele opslag- of bewaringstechniek in staat is om dat te vermijden; dat de riolering, de vergaarbakken en de zuiveringsinstallaties voor afvalwater in het Waalse Gewest onmogelijk een dergelijk volume en een dergelijke vuilvracht op kunnen nemen en kunnen behandelen;

Overwegende dat melk een organische, aan verrotting onderhevige stof is met een hoge micro-organische vracht die maar traag in het milieu oplost; dat rekening gehouden dient te worden met de constante ophoping van melkhoeveelheden die in het milieu gestort zouden worden elke dag waarop geen inzameling plaatsvindt; dat de milieuschade die eruit zou voortvloeien aanzienlijk zou zijn;

Overwegende dat die situatie daarnaast op korte termijn tot een microbische en bacteriologische proliferatie, tot de waarschijnlijke ontwikkeling van epizoötieën en uiterst hoge gezondheidsrisico's zou leiden, die eveneens een probleem voor de volksgezondheid zijn;

Overwegende dat de instandhouding van een activiteit van de secundaire sector bevorderd dient te worden in een kleine landelijke gemeente die daar een lange traditie in heeft; dat de coöperatieve zuivelvennootschap van Chéoux een zekere sociale en economische ontwikkelingsfactor uitmaakt in de gemeente Rendeux waardoor de werkgelegenheid en een tot voldoening strekkend economisch ontwikkelingsniveau behouden kan worden in dat deel van de provincie Luxemburg;

Overwegende dat de bedrijfsleider hoge investeringen gedaan heeft om de geluidsemissie van het zuivelbedrijf te beperken tot een voor de buurt aanvaardbaar niveau;

Overwegende dat er een saneringsplan inzake geluidshinder voorgeschreven is bij de bedrijfsvergunning die de bestendige deputatie van de provincieraad van de provincie Luxemburg op 28 juli 2003 afgeleverd heeft, bestaande uit een akoestisch onderzoek en de daaropvolgende uitvoering van akoestische isolatiewerkzaamheden, dat dat onderzoek het werk is van CEDIA (Centre d'Ingénierie acoustique de l'Université de Liège); dat de resultaten ervan in september 2004 zijn medegedeeld; dat de door CEDIA voorgestelde akoestische isolatiewerkzaamheden volledig zijn uitgevoerd;

Overwegende dat CEDIA als slot van geluidsmetingen die op 22 en 23 juni 2005 over 24 uur zijn uitgevoerd op vier punten in de buurt, op 4 augustis 2005 een verslag met als titel "Mesures acoustiques à la Laiterie de Chéoux" heeft afgeleverd, waarin de geluidsemissie door de coöperatieve zuivelvennootschap "Laiterie de Chéoux" op zeer duidelijke wijze uiteen wordt gezet; dat dat verslag, waarin rekening gehouden wordt met het op- en afgaand verkeer, aantoont dat het saneringsplan van de bedrijfsleider afdoende resultaten oplevert en de aanzienlijke beperking van de geluidsemissies die verder gaan dan wat CEDIA in zijn verslag van september 2004 eiste, mogelijk heeft gemaakt;

Overwegende dat die maatregel de meest intense activiteit van het zuivelbedrijf dekt, namelijk de gelijktijdige werking van twee lijnen voor de concentratie en de afroming van melk (genaamd "APV 1" + "APV 2") en het overtappen van melk;

Overwegende dat het CEDIA-verslag vaststelt dat de geluidsemissies door het zuivelbedrijf overdag, in de overgangsperiode, bij het begin en op het einde van de nacht, helemaal opgaan in het omgevingslawaai van het dorp Chéoux, waarbij dat lawaai met meer dan 10 dBA het geluid van het zuivelbedrijf overstijgt, zodat het geluid afkomstig van de activiteit van het zuivelbedrijf in de buurt niet onderscheiden kan worden; dat het CEDIA-verslag van 4 augustus 2005 op luid achtergrondlawaai in het dorp Chéoux wijst;

Overwegende dat de bedrijfseigen activiteit, met alle machines in bedrijf, en volgens voornoemde geluidsniveaus zoals ze gemeten zijn op vier punten in de buurt, zelf enkel in volle nacht hoorbaar zijn, dat die geluidsemissies evenwel ver onder de richtwaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijven opdat het risico op verstoring van de nachtrust nihil zou zijn; dat er dus geen enkel risico bestaat voor de menselijke gezondheid noch voor een buitenproportionele aantasting van de rust der omwonenden;

Overwegende dat het zuivelbedrijf bijgevolg een activiteit runt die verenigbaar is met de goede inrichting van de plaats, daar de omtrek van het gebied uit het ontwerp naast een landbouwgebied en een woongebied met een landelijk karakter ligt, voorzover er omtrekken of afzonderingsmarges bepaald worden die de potentiële buurthinder voldoende terugdringt;

Overwegende dat de Regering nadere regels zal dienen te bepalen voor de aanleg van die omtrekken of afzonderingsmarges die bepaald zullen moeten worden in de verstrekte vergunningen om de integratie van de gebouwen en bouwsels in hun site te bevorderen, wat meer bepaald dient te gebeuren met inachtneming van de resultaten van het milieueffectonderzoek waaraan dit voorontwerp van plan onderworpen zal dienen te worden;

Overwegende dat de gehele gemengde bedrijfsruimte, via de invoering van een daartoe bijkomend voorschrift, voorbehouden zal dienen te worden voor de bouw van een zuivelfabriek en bijhorende activiteiten;

Overwegende dat er evenwel bij stopzetting van de activiteiten een nieuwe bestemming aan de site van het zuivelbedrijf gegeven zou moeten worden; dat er bijgevolg voorgesteld worden om een bijkomend voorschrift in te voeren waarbij in dat geval de band met de landbouwsector gevrijwaard blijft;

Overwegende dat de compensatieregel bepaald in artikel 46, § 1, lid 2, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium vereist dat de opneming van een nieuw bebouwingsgebied gecompenseerd wordt door een gelijkwaardige wijziging van een bestaande bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied of door een alternatieve compensatie bepaald door de Regering;

Overwegende dat die regel dus van toepassing is op de gronden die tegenwoordig in een landbouwgebied gelegen zijn en die bestemd moeten worden voor de gemengde bedrijfsruimte in het gewestplan met een totale oppervlakte van ongeveer 8 544 m2;

Overwegende dat de gronden die tegenwoordig in de gemengde bedrijfsruimte gelegen zijn waarvoor het gewestplan onwettelijk is verklaard door de Raad van State daarentegen niet gecompenseerd moeten worden aangezien die gemengde bedrijfsruimte, hoewel onregelmatig zijnde, een reeds bestaand gebied is dat voor bebouwing is bestemd;

Overwegende dat er, om de compensatievereiste bepaald in artikel 46, lid 2, 3°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium te vervullen, in het vooruitzicht gesteld wordt om de gemengde bedrijfsruimte gelegen in Jupille-sur-Ourthe, met een oppervlakte van ongeveer 1,75 hectare, als landbouwgebied te bestemmen;

Overwegende dat de bestemming als landbouwgebied van de grond gelegen benoorden de gemengde bedrijfsruimte die heden ingenomen wordt door een boomgaard en die niets met het bedrijf te maken heeft en een oppervlakte beslaat van 2 750 m2, in het vooruitzicht wordt gesteld; dat die bestemming het achteruitzicht en de achtertuinen van de omwonenden zal beschermen; dat die bestemmingswijziging evenwel niet bij de compensatie gerekend zal worden;

Overwegende dat er overigens als alternatieve compensatie voorgesteld wordt om een dienstweg voor het zuivelbedrijf aan te leggen, waardoor de bedrijfssite met de rijksweg verbonden kan worden via de westkant, dwars door het landbouwgebied, waardoor voorkomen wordt dat het vrachtwagenverkeer van en naar het zuivelbedrijf de dorpskern van Chéoux niet aandoet;

Overwegende dat die asfaltweg om en bij de 1 200 meter lang zal zijn (10 ton per as); dat de financiering van de aanleg ervan voor rekening komt van de bedrijfsleider, na aftrek van, in voorkomend geval, het gesubsidieerde deel;

Overwegende dat er eveneens als alternatieve compensatie voorgesteld wordt dat het voormalige gebouw van het zuivelbedrijf, uit natuursteen opgetrokken, waarvan het bestemmingsverlies vastgesteld is bij ministerieel besluit van 27 juli 2005, het voorwerp uitmaakt van een zakelijk recht ten bate van de gemeente, met het oog op de renovatie ervan;

Overwegende dat dit voorontwerp samengevat erin bestaat het gewestplan Marche-La Roche te wijzigen voor- zover het de bedrijfssite van de "Laiterie de Chéoux", gelegen rue Lavaux, en de onmiddellijke omgeving ervan dekt; dat dit ontwerp ertoe strekt de onwettelijkheid van het gewestplan die door de Raad van State is aangeklaagd, te verhelpen en de rechtstoestand aan te passen aan de landbouw- en economische behoeften van het Waalse Gewest en aan de overeenstemmende evolutie van de activiteit van het zuivelbedrijf, en de afbakening van de verschillende gebieden die in de omtrek van het onderzoek gelegen zijn, aan te passen aan de huidige inzichten en behoeften inzake ruimtelijke ordening; dat de aanleg van bouwwerken voor het zuivelbedrijf die heden in een landbouwgebied op het gewestplan gelegen zijn, eveneens te regulariseren;

Overwegende dat dit voorontwerp overeenstemt met het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd op 27 mei 1999, voorzover het de centrale ligging versterkt door het behoud, en zelfs de beheerste ontwikkeling van een economische activiteit in de dorpskern bevordert (blz. 152); dat het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan eveneens voorstelt om "kleine gespecialiseerde gebieden op te richten om hinder te voorkomen (kantoorruimte, bestuursruimte, bedrijfsactiviteit, enz.); maar dat laatstgenoemden kleinschalig zullen blijven en in de structuur opgenomen zullen worden om opnieuw tot een gemengd karakter te komen op een hogere ruimtelijke schaal in de bebouwde sectoren" (blz. 153); dat, om de consolidering van de landbouw te waarborgen, "de instandhouding en de versterking van de productieactiviteiten gewaarborgd moeten worden, wat de ontwikkeling in Wallonië van verwerkings- en verhandelingsactiviteiten in de agro-voedingssector nodig maakt" (blz. 193);

Overwegende dat het bewuste ontwerp eveneens aan het voorschrift beantwoordt van artikel 1 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium voorzover het tot doel strekt een ecconomische activiteit verder te zetten die onontbeerlijk is voor de landbouwsector, maar met waarborg van de instandhouding van een kwaliteitsvol leefmilieu en inachtneming van de duurzame ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De Regering beslist tot de onderwerping aan herziening van het gewestplan Marche-La Roche en keurt het voorontwerp van herziening goed met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor de bouw van een zuivelfabriek en de onttrekking aan hun bestemming van twee gemengde bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Rendeux (Chéoux en Jupille-sur-Ourthe), overeenkomstig bijgevoegde kaart.

Art. 2.Het volgende bijkomende voorschrift, gemerkt *S13, is van toepassing in de gemengde bedrijfsruimte die bij dit besluit opgenomen wordt in het gewestplan. "De gemengde bedrijfsruimte, gemerkt *S13, wordt voorbehouden voor de bouw van een zuivelfabriek en diens bijhorende activiteiten of andere agro-economische activiteiten."

Art. 3.De Regering legt als alterrnatieve compensatie op : - de aanleg van een weg die de dorpskern van Chéoux ontlast van het bedrijfsgebonden verkeer, op kosten van de leider van het zuivelbedrijf, na aftrek van, in voorkomend geval, het gesubsidieerde deel; - de totstandkoming van een zakelijk recht ten bate van de gemeente Rendeux, betrekking hebbende op het voormalige gebouw, uit natuursteen opgetrokken, van de zuivelfabriek, waarvan het bestemmingsverlies vastgesteld is bij ministerieel besluit van 27 juli 2005.

Art. 4.De Regering belast de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening met de uitwerking van een inhoudelijk ontwerp van milieueffectenonderzoek, de voorlegging ervan, voor advies, aan de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) en aan de cel "Geluidshinder" van het Ministerie van het Waalse Gewest (Afdeling Preventie en Vergunningen) en het daarna haar opnieuw voor goedkeuring voor te leggen.

Namen, 16 maart 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^