Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 oktober 2022
gepubliceerd op 28 oktober 2022

Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022206273
pub.
28/10/2022
prom.
13/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA besluit")


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, de artikelen 1/1, ingevoegd bij het decreet van 26 mei 2016, 7 en 8;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA);

Gelet op de mededeling van de Commissie - Technische richtsnoeren voor de toepassing van het beginsel "geen schade berokkenen" in het kader van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juni 2022;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 juli 2022;

Gelet op het rapport van 1 juli 2022 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Vereniging van steden en gemeenten van Wallonië), gegeven op 18 juli 2022;

Gelet op het advies van de beleidsgroep "Energie" van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), gegeven op 14 juli 2022;

Gelet op advies 71842/2/V van de Raad van State, gegeven op 22 augustus 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, tweede lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Bij dit besluit worden gedeeltelijk omgezet : 1° Richtlijn 2018/2001: Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;1° Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (omwerking).

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° publiekrechtelijke persoon: elke publiekrechtelijke rechtspersoon van een van de volgende categorieën : a) elke stad of gemeente;b) openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;c) provincie;d) elke lokale gemeentelijke of meergemeentelijke politiezone met rechtspersoonlijkheid in de zin van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;e) hulpverleningszones in de zin van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 25/06/2008 numac 2008000526 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid;f) een intergemeentelijke vereniging of een andere vereniging die uitsluitend uit publiekrechtelijke personen bestaat;g) autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven in de zin van het Wetboek van plaatselijke democratie en decentralisatie 2° niet-commerciële instellingen : de instellingen zoals omschreven in artikel 1, 4°, van het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën 3° haalbaarheidsvoorstudie: een studie die de bepaling van de dimensionering en van de meest interessante technische, energetische en economische kenmerken van een investering beoogt, waarbij geenszins verwezen wordt naar een specifiek type of merk met betrekking tot die investering;4° audit: de methode om de energieprestaties van een gebouw, de uitrusting ervan en het beheer ervan te beoordelen, rekening houdend met de kenmerken en het gebruik ervan;5° energieprestatie van een gebouw: de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;6° werken voor een betere energie-efficiëntie van een gebouw : werken die betrekking hebben op de verbetering van de bouwschil of van systemen, met inbegrip van systemen die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen, die leiden tot een verbetering van de energieprestaties van een bestaand gebouw;7° bestaand gebouw: gebouw waarvoor de aanvraag voor een vergunning voor het bouwen of verbouwen is ingediend vóór 1 januari 2017;8° bouwstrategie: de visie van de aanvrager op de uitvoering van een langetermijnstrategie voor het algemene beheer van het bestand, waarbij de balans wordt opgemaakt van de gebouwen, de huidige en toekomstige behoeften en de bezetting, en de prioriteit van de uit te voeren werkzaamheden;9° energiekadaster: een vergelijkende inventaris van de gebouwen van een collectiviteit volgens hun energiekwaliteiten, die het mogelijk maakt de prioriteiten te bepalen voor interventies op de activa van de collectiviteit;10° erkende auditeur : auditeur erkend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;11° Energieboekhouding : boekhoudsysteem van de energiestroom dat als beleidsinstrument kan dienen voor het energiebeheer, meer bepaald door in de inzameling, de verwerking en de mededeling van informatie over door elke technische bedrijfseenheid per dienst of per gebruik verbruikte energievectoren te voorzien, verbruiksratio's kan vaststellen en, in voorkomend geval, alarm kan geven en de controle mogelijk kan maken bij buitensporig energieverbruik;12° hernieuwbare energiesystemen: de systemen bedoeld in artikel 9, onder d), met uitzondering van systemen voor fossiele energie;13° kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling: warmtekrachtkoppeling die beantwoordt aan de definitie bedoeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 12 april 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/04/2001 pub. 01/05/2001 numac 2001027238 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;14° regelgeving betreffende de energieprestatie van gebouwen: het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen en het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen 15° materialen van biologische oorsprong: materialen waarvan het gehalte aan materialen van biologische oorsprong in het in de investering gebruikte product, gemeten volgens de norm prEN 16785-2: 2018, groter is dan of gelijk aan 70 % ;16° specifiek eindenergieverbruik: theoretisch jaarlijks energieverbruik van een EPB-eenheid of gebouw, berekend volgens de desbetreffende voorschriften; 17° administratie: het Departement Energie en Duurzaam Bouwen van de Waalse Overheidsdienst Gebiedsontwikkeling, Wonen, Erfgoed, Energie;"; 18° Minister : de Minister bevoegd voor Energie; Met betrekking tot het eerste lid, 7°, worden bijgebouwen en uitbreidingen van een bestaand gebouw niet beschouwd als bestaande gebouwen, wanneer de bouw of verbouwing van deze bijgebouwen en uitbreidingen plaatsvindt na 1 januari 2017. HOOFDSTUK 2. - Toekenningsvoorwaarden van de subsidie

Art. 3.Onder de in dit decreet vastgestelde voorwaarden en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten worden subsidies toegekend aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële organisaties die gevestigd zijn op het grondgebied van het Waals Gewest, voor het uitvoeren van haalbaarheidsvoorstudies, audits, de totstandbrenging van een energieboekhouding of werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° de publiekrechtelijke persoon of de niet-commerciële instelling die de subsidie aanvraagt, heeft een zakelijk hoofdrecht op het gebouw of een persoonlijk genotsrecht voor een periode van ten minste negen jaar en de ingebrachte of vernieuwde elementen zijn eigendom of die van een houder van een zakelijk recht op het gebouw;2° het gebouw wordt gebruikt om de niet-commerciële publieke opdracht van de aanvrager uit te voeren, of zal na voltooiing van de werkzaamheden voor deze opdracht worden gebruikt;3° de audits, studies of werken waarvoor de subsidie wordt verleend, voldoen aan de voorschriften inzake overheidsopdrachten; 4° het bedrag van de subsidiabele kosten van de aanvraag is ten minste gelijk aan : a) voor haalbaarheidsvoorstudies, tegen 1.000 euro; b) voor audits, tegen 1 000 euro; c) voor de totstandbrenging van een energieboekhouding, tegen 2.500 euro; d) voor werken, tegen 5000 euro;5° het gebouw waarop de subsidieaanvraag voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestatie betrekking heeft, is geauditeerd. Voor de toepassing van lid 1, 2°, kunnen de autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven enkel subsidies aanvragen voor hun gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de opdracht bedoeld in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten en in artikel 1, 5° en 6°, van het koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten.

De bestemming bedoeld in lid 1, 2°, wordt in stand gehouden voor een duur van drie jaar te rekenen van de voorlopige oplevering van de werken waarvoor de subsidie is toegekend in het kader van dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, 5°, wordt een aanvraag betreffende de uitvoering van identieke diensten of werken aan meerdere gebouwen aanvaard, zelfs indien het bedrag van de subsidiabele kosten per gebouw niet de in het eerste lid, 5°, bedoelde bedragen bereikt, op voorwaarde dat het gecumuleerde bedrag van de subsidiabele kosten ten minste gelijk is aan dat bedrag en dat deze werken het voorwerp uitmaken van één enkel bestek.

Art. 4."De samenvoeging van de toelage ingevoerd bij dit besluit met andere subsidies of premies is enkel mogelijk op voorwaarde dat de totale som van de toegekende toelagen 100 percent van het totaalbedrag van de in dit besluit in subsidiabele kosten niet overschrijdt.

Wanneer de totale som van de door andere ondergeschikte organen verleende subsidies in combinatie met de subsidies uit hoofde van dit besluit honderd procent van het bedrag inclusief BTW van de subsidiabele kosten bereikt, vereffent de administratie de bedragen tot het maximumbedrag waarmee honderd procent van de subsidiabele kosten kan worden bereikt.

Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW. De aanvrager voegt bij de aanvraag alle bewijsstukken die nodig zijn om de door andere instanties gesubsidieerde posten en het bedrag van hun tegemoetkoming vast te stellen. HOOFDSTUK 3. - Analyse van het gebouwenbestand van de aanvrager en de verbeteringen ervan

Art. 5.Het energiekadaster omvat ten minste : 1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;2° de beschrijving van hun bezetting;3° de berekening van hun oppervlakte;4° gegevens over het verbruik van deze gebouwen en, in voorkomend geval, de productie ervan;5° prioriteitstelling van interventies in gebouwen. Voor de toepassing van artikel 13 bevat het energiekadaster ten minste de verbruiksgegevens van de drie voorgaande jaren voor het gebouw waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

De Minister kan de inhoud van het energiekadaster aanvullen en de vorm ervan vaststellen. Hij kan de methode voor de uitvoering van een energiekadaster bepalen.

Art. 6.De algemene vastgoedstrategie omvat ten minste : 1° een inventaris van de gebouwen van de aanvrager;2° een beschrijving van de behoeften van de aanvrager, in termen van bezetting, locatie en aan te bieden diensten;3° een monitoring van het verbruik van de gebouwen;4° een beschrijving van het actieplan voor het beheer en de ontwikkeling van het park De minister kan de inhoud van de algemene bouwstrategie specificeren of aanvullen en de vorm ervan vaststellen.Hij kan de methode voor de uitvoering van de strategie opleggen en de controleverplichtingen differentiëren naar gelang van de staat van de gebouwen en hun verbruiksniveau. HOOFDSTUK 4. - Voor subsidie in aanmerking komende studies, audits, energieboekhouding en werkzaamheden

Art. 7.Haalbaarheidsvoorstudies voor de verbetering van de energieprestaties van een gebouw kunnen worden gesubsidieerd, met ten minste : 1° de voorstelling van de energiebehoeften waaraan de investering moet voldoen en de effectieve energieverbruiken voor de investering in het geval van een bestaand gebouw;2° de werkhypothesen : 3°de berekening van de technische dimensionering van de investering en de referentiële groottes die voor de berekeningen worden gebruikt;4° de globale energiebalans, rekening houdend met het voorgestelde systeem, de bestaande systemen, de wijze van regulering ervan en de interactie ervan; 5° in voorkomend geval, een evaluatie van de dwingende gebruiksvoorwaarden (onderhoud,...); 6° een evaluatie van de primaire energie- en CO2-besparingen;7° een raming van de economische kost van de investering;8° een raming van het terugverdieneffect van de investering;9° de gegrondheid van de keuze van de vooropgestelde technieken en voorzieningen. De minister kan de inhoud van de haalbaarheidsvoorstudie aanvullen, de vorm ervan bepalen en de geldigheidsduur ervan vaststellen.

Art. 8.§ 1. Kunnen worden gesubsidieerd, audits uitgevoerd door erkende auditeurs en met ten minste : 1° een beschrijving van de kenmerken van het gebouw en het gebruik ervan;2° een presentatie van de energiestromen van het gebouw, gebaseerd op het verbruik van de laatste drie jaar;3° een routekaart voor de renovatie van gebouwen, waarmee de doelstellingen van de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen, waaronder koolstofneutraliteit in 2040, kunnen worden bereikt;4° aanbevelingen ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw, rekening houdend met de toepasselijke energieprestatie-eisen en de in het stappenplan vastgestelde renovatiedoelstellingen;5° een voorstel voor de prioriteitsstelling van de werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw;6° het bedrag en de bijzonderheden van de subsidies die op grond van dit besluit kunnen worden verleend. De aanbevelingen, bedoeld in het eerste lid, 4°, worden gedetailleerd ten aanzien van de te gebruiken technologieën en materialen en de geraamde kosten van de werkzaamheden.

De energiebesparing wordt voor elk type werk afzonderlijk berekend Een schatting van de energie-, financiële en CO2-winst wordt door de auditeur gemaakt op basis van de in de audit beschreven veronderstellingen.

De audit kan een verwijzing bevatten naar een algemeen actieplan voor het gebouwenbestand van de aanvrager of de werkzaamheden prioriteren volgens de conclusies van de bouwstrategie of het energiekadaster van de aanvrager.

De audit kan ook een overzicht geven van de subsidies waarvoor de aanbevolen werkzaamheden in aanmerking komen en, in voorkomend geval, een kostenraming van deze tegemoetkomingen.

De minister kan de inhoud van de audit specificeren of aanvullen en de methodologie vaststellen. § 2. Het auditverslag bevat ook de gegevens die nodig zijn voor de controle overeenkomstig artikel 24, waaronder : 1° de identificatie van de auteur van het verslag;2° het erkenningsnummer van de auteur van het verslag;3° de administratieve referenties van het geauditeerde gebouw;4° de datum van de audit;5° de prijs van de audit. De Minister kan de vorm van het auditverslag en de geldigheidsduur ervan vaststellen. De Minister kan verlangen dat het auditverslag wordt bijgewerkt op de door hem te bepalen wijze.

Art. 9.§ 1. De volgende energieprestatieverbeteringen aan een gebouw kunnen in het kader van dit besluit worden gesubsidieerd : a) verbeteringen aan de bouwschil;b) de installatie, vervanging of verbetering van ventilatiesystemen;c) bescherming tegen warmteverlies en regeling van bestaande systemen, mits het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;d) de installatie, vervanging en modernisering van de volgende systemen voor hernieuwbare energie: 1° warmtepompen;2° thermische zonne-installaties;3° biomassaketels;e) vervanging en modernisering van verlichtingssystemen op voorwaarde dat het systeem in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet is vervangen;f) installatie, vervanging of verbetering van kwalitatieve warmtekrachtkoppeling;g) de installatie van externe zonwering;h) koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie;i) de aanleg of uitbreiding van een warmtenet. De technische minimumeisen voor de in lid 1 bedoelde werkzaamheden zijn omschreven in bijlage 1.

Onverminderd lid 2 moeten de krachtens dit besluit gesubsidieerde werkzaamheden voldoen aan de eisen die gelden krachtens de reglementering betreffende de energieprestaties van gebouwen.

Werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen kunnen worden gesubsidieerd onder de door de Minister vastgestelde voorwaarden. § 2. De totstandbrenging van een energieboekhouding kan worden gesubsidieerd voor : 1° het verzamelen van gegevens die de identificatie van systemen en verbruikspunten mogelijk maken, waarbij in voorkomend geval een onderscheid wordt gemaakt tussen het gebruik;2° de verwerking van de gegevens;3° de interpretatie en presentatie van de resultaten. De inhoud van deze verrichtingen wordt gespecificeerd in bijlage 1, § 2, waarin ook de verwachte resultaten van de energieboekhouding worden bepaald.

De aanvrager vermeldt in zijn aanvraag en in de in artikel 16 bedoelde rapportering van de verbruiksgegevens de persoon die verantwoordelijk is voor het toezicht op en het gebruik van de gegevens van zijn energieboekhouding. § 3. De uitvoering van de bouwstrategie van de aanvrager die de elementen, bedoeld in artikel 6, en, in voorkomend geval, de door de Minister overeenkomstig artikel 6, tweede lid, vastgestelde elementen bevat, kan worden gesubsidieerd. HOOFDSTUK 5. - De tegemoetkomingsbedragen

Art. 10.De grondslag voor de berekening van de subsidie wordt bepaald met als ijkpunt de gezamenlijke subsidiabele kosten, BTW inbegrepen.

Indien de aanvrager de BTW kan terugvorderen, verrekent de administratie de subsidies berekend op bedragen exclusief BTW. De aanvrager stelt de administratie hiervan op de hoogte in het subsidieaanvraagformulier.

Onder subsidiabele kosten worden verstaan 1° 1° voor een energie-audit en een haalbaarheidsvoorstudie van een investering ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, de noodzakelijke diensten van de onderzoeksgelastigde en de kosten van een eventuele energiemeting;2° voor de totstandbrenging van de energieboekhouding, de levering en installatie van instrumenten voor het meten van het energieverbruik, toebehoren, kabels, elektriciteitskasten, met inbegrip van de nodige uitrusting voor een eventuele teledienst, toestellen voor gegevensregistratie en software voor gegevensverwerving, analyse en validering, alsmede de kosten voor de opleiding van het betrokken personeel;3° voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen, de aankoop en installatie van materialen of apparatuur ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw, voor de in bijlage 2 per soort werkzaamheden opgesomde punten; 4°voor de verwezenlijking van de algemene bouwstrategie van de aanvrager: de noodzakelijke diensten van de adviseur, exclusief de interne personeelskosten van de aanvrager.

De Minister bepaalt de subsidiabele kosten voor de werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.

Art. 11.§ 1. Voor audits, haalbaarheidsvoorstudies en werkzaamheden ter verbetering van de prestaties van gebouwen wordt het subsidiepercentage als volgt vastgesteld : 1° vijfenzeventig procent voor het uitvoeren van een haalbaarheidsvoorstudie van een investering gericht op het uitvoeren van werkzaamheden ter verbetering van de energieprestatie van het gebouw, voor het opstellen van een algemene vastgoedstrategie en voor de totstandbrenging van een energieboekhouding;2° 75 % van de subsidiabele kosten voor een energie-audit;3° veertig procent van de in subsidiabele kosten voor werkzaamheden ter verbetering van de energieprestaties van het gebouw. § 2. In afwijking van § 1, 3°, wordt voor de in artikel 10 bedoelde werken ter verbetering van de schil, voor zover het werken aan de bouwschil betreft, het bedrag van de tussenkomst als volgt vastgesteld :

Soort werk


Forfaitair basisbedrag

Forfaitair bedrag voor het gebruik van materialen van biologische oorsprong

Dakisolatie : Plafond/Zoldervloer

17 EUR/m2

19 EUR/m2

Dakisolatie : Schuin dak in de structuur

36 EUR/m2

39 EUR/m2

Dakisolatie : Sarking

70 EUR/m2

77 EUR/m2

Dakisolatie : Plat dak

59 EUR/m2

65 EUR/m2

Muurisolatie

40 EUR/m2

44 EUR/m2

Vloerisolatie

16 EUR/m2

18 EUR/m2

Vervanging van buitenschrijnwerk

225 EUR/m2

248 EUR/m2


De minister kan de overeenkomstig lid 1 aan de werken toegekende forfaitaire bedragen aanpassen op basis van de ontwikkeling van de prijzen of materialen volgens de door hem vastgestelde prijsherzieningsindex, of op basis van de ontwikkeling van de technologieën. § 3. Voor de werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen, wordt het subsidiepercentage vastgesteld op 40 % van de subsidiabele kosten.

Art. 12.De in artikel 11, § 1, punt 3°, bedoelde bedragen worden met 30 % verhoogd wanneer de uit hoofde van dit besluit gesubsidieerde werkzaamheden het toelaten om het volgende te bereiken : 1° een eindverbruik van energie kleiner dan of gelijk aan 80 kWh/m2.jaar of; 2° een vermindering van het eindverbruik van energie met ten minste 65 %, De naleving van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden wordt vastgesteld aan de hand van de audit of, indien bij de werkzaamheden waarmee deze verbruiksniveaus kunnen worden bereikt de aanbevelingen van de audit niet zijn toegepast, aan de hand van een op dezelfde methode gebaseerde berekening van de door de aanvrager uitgevoerde werkzaamheden. HOOFDSTUK 6. - Procedure voor het aanvragen en betalen van subsidies

Art. 13.§ 1. Aanvragen voor subsidies voor energie-audits, pre-haalbaarheidsstudies voor investeringen in werkzaamheden ter verbetering van de energie-efficiëntie of uitgebreide bouwstrategieën moeten uiterlijk zes maanden na de datum van de factuur of de ereloonnota worden ingediend. § 2. De subsidieaanvraag voor de totstandbrenging van een energieboekhouding of voor de uitvoering van verbeteringen van de energie-efficiëntie in een gebouw wordt ingediend vóór de ingebruikneming en uitvoering van die werkzaamheden, die ten vroegste plaatsvinden na de kennisgeving van de subsidiebeslissing.

De beslissing tot toekenning van een subsidie kan afhankelijk worden gesteld van de wijziging van bepaalde technische aspecten van het aanvraagdossier of van bepaalde elementen van de controle indien de controle tekortkomingen in de prestaties van de controleur of fouten in de toegepaste methodologie aan het licht brengt. In dat geval stelt de administratie de aanvrager in kennis van de fouten die in haar controle zijn geconstateerd, en de auditeur van de correcties die in zijn controle moeten worden aangebracht.

Indien de werkzaamheden echter een dringend karakter hebben, kunnen zij worden aangevat vóór de kennisgeving van de beslissing over het dossier, mits de administratie schriftelijk toestemming geeft om met de werkzaamheden te beginnen. Deze toestemming om met de werkzaamheden te beginnen houdt geen beslissing tot toekenning van een subsidie in. § 1. Subsidieaanvragen voor werkzaamheden om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen worden ingediend binnen de door de Minister vastgestelde termijn.

Art. 14.§ 1. De gesubsidieerde werken worden uitgevoerd en opgeleverd binnen een termijn van drie jaar te rekenen van de kennisgeving van de beslissing tot toekenning van de subsidie.

Die termijn kan met één jaar worden verlengd indien de begunstigde daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek indient, uiterlijk drie maanden voor de datum van verstrijken van de oorspronkelijk voorziene datum.

In afwijking van het eerste lid wordt, wanneer de werken overeenkomstig artikel 13, § 2, derde lid, zijn toegestaan te beginnen, de aanvraag tot betaling van de subsidie ingediend binnen twaalf maanden na de datum van kennisgeving van de subsidie. § 2. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing. § 3. De Minister of zijn afgevaardigde kan de inhoud van de in dit hoofdstuk bedoelde documenten nader bepalen en de vorm en de toepassingsmodaliteiten ervan vastleggen.

Art. 15.§ 1. De subsidieaanvraag wordt bij de administratie ingediend aan de hand van het ter beschikking gestelde formulier.

Het dossier met betrekking tot de subsidieaanvraag bevat : a) het bestek of de omschrijving van de studies of audits, het te installeren materieel of de uit te voeren werken;b) de omschrijving van de aard van de bestemming van het gebouw en de gebruiksintensiteit ervan;c) een kopie van het rapport over de bouwstrategie van de aanvrager;d) alle documenten betreffende de financieringsbronnen en de subsidies die al ontvangen of aangevraagd werden of die aangevraagd kunnen worden voor de uitvoering van de geplande werken. § 2. Voor audits of haalbaarheidsvoorstudies bevat het aanvraagdossier ook: <0 a) de energieaudit, de haalbaarheidsvoorstudie van een investering of het verslag over de bouwstrategie van de aanvrager;b) de kopie van de gedetailleerde factuur honoraria voor een energieaudit, het onderzoek of de strategie;c) de kopie van het betalingsbewijs;d) indien van toepassing, het certificaat van de auditeur dat hij over een geldige erkenning beschikt op het moment dat hij opdracht geeft voor de energieaudit. § 3. Voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie van de gebouwen of de totstandbrenging van een energieboekhouding bevat het dossier tevens: a) de gegevens inzake energieverbruik voor de laatste drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag of, wanneer die gegevens niet-beschikbaar zijn, de gegevens in verband met de prestaties van de bouwschil waardoor een theoretisch energieverbruik berekend kan worden;b) de omstandige kostenraming voor de levering en de plaatsing van het materieel bedoeld bij de subsidie;c) een toelichting over de naleving van de in bijlage 1 bedoelde technische criteria;d) de rechtvaardiging dat de geplande werken deel uitmaken van de algemene bouwstrategie van de aanvrager;e) de kopie van het auditverslag voor het gebouw of een rechtvaardiging dat de met de aanvraag beoogde werken overeenkomstig de aanbevelingen van de audit worden uitgevoerd;f) een gedetailleerde berekeningsnota van de energiebesparing die de voorgenomen werken opleveren, opgesteld door de auditeur overeenkomstig zijn taken;g) wanneer de werken waarvoor de subsidie wordt aangevraagd niet in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de audit, de verantwoordingsnota waarin het belang van het afwijken van de aanbevelingen van de audit wordt aangetoond en waaruit blijkt dat de uitgevoerde werken het mogelijk maken de doelstellingen van het stappenplan voor de renovatie van het gebouw te bereiken;h) wanneer niet aan de onder e) genoemde voorwaarden is voldaan, de gedetailleerde berekeningsnota ter staving van de energiebesparingen die de met de subsidieaanvraag beoogde werken opleveren. Wanneer de aanvrager voornemens is gebruik te maken van de in artikel 12, lid 1, bedoelde verhoogde subsidie, vermeldt hij dit in zijn aanvraag en toont hij door middel van de in lid 1, onder f), of, in voorkomend geval, onder h), bedoelde berekeningsnota aan dat aan de voorwaarden van artikel 12 kan worden voldaan.

De Minister kan verlangen dat een berekeningsblad wordt opgesteld waaruit de energiebesparing of het beoogde subsidiebedrag blijkt, in een door hem te bepalen vorm. § 4. De Minister bepaalt de inhoud van de subsidieaanvraag wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen.

Art. 16.§ 1. De aanvraag tot betaling van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding en voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw wordt binnen twaalf maanden na de voorlopige oplevering van de werken bij de administratie ingediend.

Binnen 30 werkdagen na ontvangst van de subsidieaanvraag richt de administratie een ontvangstbevestiging aan de aanvrager, waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.

Indien het dossier onvolledig verklaard wordt, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de datum van verzending van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.

Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het derde lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede bericht van ontvangst aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.

Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in lid 3 de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag onontvankelijk. § 2. De beslissing om de subsidie te weigeren wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is. § 3. Bij niet-inachtneming van de termijn bedoeld in paragraaf 1, wordt het dossier gesloten en vervalt de toekenningsbeslissing.

Artikel 1 - De toekenning van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding of voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw houdt de verplichting in om gedurende vijf jaar jaarlijks aan de administratie informatie te verstrekken over het energieverbruik van het betrokken gebouw via het formulier dat zij ter beschikking stelt.

De in het eerste lid bedoelde verplichting gaat in het jaar van de vereffening van de subsidie.

Latere subsidieaanvragen voor hetzelfde gebouw zijn niet ontvankelijk zolang de aanvrager niet voldoet aan de in lid 1 bedoelde verplichting.

De Minister bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde rapportage.

Art. 2 - § 1. De aanvraag tot betaling van de subsidie wordt bij de administratie ingediend aan de hand van het ter beschikking gestelde formulier.

Het in artikel 15, § 2, bedoelde subsidieaanvraagdossier voor de uitvoering van audits, haalbaarheidsvoorstudies of onderzoeken over de algemene bouwstrategie wordt beschouwd als een aanvraag tot betaling van de subsidie.

Het dossier betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie voor de totstandbrenging van een energieboekhouding en voor de uitvoering van werken ter verbetering van de energieprestaties van een gebouw bestaat uit: 1° de beslissing tot toewijzing van de overheidsopdracht voor de aanneming van werken en de vergelijkende analyse van de offertes;2° het afschrift van de offerte van de aannemer;3° de verschillende staten van vordering van de werken, de eindafrekening en de desbetreffende facturen;4° het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de werken; 5 ° het bewijs dat de werken zijn uitgevoerd overeenkomstig het aanvraagdossier of voldoen aan de wijzigingen bedoeld in artikel 13, § 2, tweede lid.

De Minister kan de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie aanvullen en differentiëren naar gelang van de uitgevoerde werken.

De Minister bepaalt de inhoud van de aanvraag tot betaling van de subsidie wanneer het gaat om werken om de elektrische installatie in overeenstemming te brengen met de installatie van fotovoltaïsche panelen. § 2. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van de aanvraag tot betaling van de subsidie richt de administratie aan de aanvrager een ontvangstbevestiging waarin aangegeven wordt of het aanvraagdossier al dan niet volledig is.

Indien het dossier onvolledig is, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van de ontvangstbevestiging, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.

Indien de aanvrager, na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid, de gevraagde gegevens heeft overgemaakt, wordt door de administratie een tweede ontvangstbevestiging aan de aanvrager gestuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.

Als de aanvrager daarentegen na afloop van de termijn bedoeld in het tweede lid de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, is de aanvraag tot betaling onontvankelijk. § 3. De beslissing betreffende de aanvraag tot betaling van de subsidie wordt aan de aanvrager meegedeeld binnen zes maanden na de datum van verzending van de ontvangstbevestiging en van de bevestiging waaruit blijkt dat de aanvraag volledig is. Deze kennisgeving vermeldt het bedrag van de toe te kennen subsidie.

De begunstigde van de subsidie dient zijn schuldvordering tegenover het Gewest in tweevoud binnen 6 maanden na deze kennisgeving in. HOOFDSTUK 7. - Erkenning van auditeurs

Art. 3.§ 1. Elke natuurlijke persoon kan als auditeur voor het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA-auditeur") erkend worden als hij minstens de volgende voorwaarden vervult : 1° beschikken over een masterdiploma burgerlijk ingenieur, architect, wetenschappen industrieel ingenieur of het bewijs kunnen leveren van minimum drie jaar ervaring inzake rationeel energiegebruik in de gebouwen;2° onafhankelijk zijn van elke leverancier van energie, uitrustingen of werken bedoeld in de audit;3° de bekwaamheid van de aanvrager ten aanzien van de elementen van de audit rechtvaardigen;4° niet minder dan drie jaar vóór de indiening van de erkenningsaanvraag het voorwerp zijn geweest van een beslissing tot intrekking van de erkenning of van een beslissing om zijn erkenning met één jaar niet te verlengen, krachtens dit besluit of het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2014 tot toekenning van toelagen aan de ondernemingen en aan de representatieve instellingen van ondernemingen ter verbetering van de energetische efficiëntie en ter bevordering van een rationeler gebruik van de energie in de privé-sector (AMURE). In afwijking van paragraaf 1, 4°, kan de auditeur die het voorwerp is geweest van een beslissing om zijn erkenning met één jaar niet te verlengen, een nieuwe erkenningsaanvraag krachtens dit besluit indienen indien hij aantoont dat hij een opleiding heeft gevolgd en in voorkomend geval is geslaagd waarin de voor een UREBA-auditeur vereiste vaardigheden zijn opgenomen.

De Minister kan het volgen van een opleiding met betrekking tot de minimuminhoud van de audit en de opdrachten van de auditeur opleggen.

In dat geval eist de Minister dat eerder erkende auditeurs dezelfde opleiding volgen. § 2. Elke rechtspersoon kan ook worden erkend als UREBA-auditeur indien hij onder zijn personeel of werknemers ten minste één als natuurlijke persoon erkende UREBA-auditeur heeft.

Art. 4.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt ingediend d.m.v. het aanvraagformulier dat door de administratie ter beschikking gesteld wordt.

Het dossier betreffende de erkenningsaanvraag bevat de volgende elementen : 1° de naam, het adres en het beroep van de aanvrager;2° een afschrift van het vereiste diploma of enig ander document waaruit de krachtens artikel 19, § 1, 1°, vereiste ervaring met betrekking tot de bekwaamheid tot rationeel energiegebruik blijkt;3° een omschrijving van de technische middelen waarover de aanvrager beschikt om de taken uit te voeren die hem als erkend UREBA-auditeur zullen worden toevertrouwd;4° een afschrift van minstens drie auditverslagen opgesteld door de aanvrager in de loop van de drie laatste jaren die aan de aanvraag voorafgaan en die de bekwaamheid van de aanvrager ten aanzien van de elementen van de audit kunnen staven.5° voor de rechtspersoon, een kopie van de overeenkomst tussen de rechtspersoon en de natuurlijke persoon die de erkenningsaanvraag als rechtspersoon rechtvaardigt. De vorm en de inhoud van de erkenningsaanvraag worden nader bepaald worden door de Minister.

Het formulier vermeldt de lijst van verzamelde persoonsgegevens, de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, de periode gedurende welke zij worden bewaard, alsmede de procedures voor toegang tot en correctie van deze gegevens. § 2. Binnen twintig dagen die volgen op de ontvangst van het aanvraagdossier stuurt de administratie de aanvrager een ontvangstbevestiging met vermelding van: 1° de datum waarop de aanvraag in ontvangst is genomen;2° de termijn waarin de beslissing genomen moet worden. De Inspecteur-generaal van de administratie beslist over de erkenningsaanvraag binnen een termijn van vijfenveertig dagen die ingaat op de datum van ontvangst van het volledige dossier.

Indien het aanvraagdossier onvolledig is, stelt de administratie de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. In deze ontvangstbevestiging wordt ook gewezen op de ontbrekende stukken en wordt gepreciseerd dat de procedure hervat wordt met ingang van de datum van ontvangst van het volledige dossier. § 3. Voor de analyse van de audits met het oog op de verificatie van de in artikel 22, § 1, 2°, bedoelde voorwaarde controleert de administratie de naleving van de taken van de auditeur en de kwaliteits- en methodologievereisten voor audits. § 4. Het verzamelen en verwerken van de in § 1 bedoelde persoonsgegevens geschiedt voor de volgende doeleinden: 1° beheer en verwerking van door aanvragers ingediende of in te dienen subsidieaanvragen;2° controle op de naleving van de in de artikelen 19 en volgende van dit besluit bedoelde voorwaarden;3° uitvoering van de controles bedoeld in artikel 24 en de controles bedoeld in artikel 25 en volgende;4° het opstellen van statistieken of analyses voor de evaluatie van dit subsidiemechanisme, de evaluatie van de uitgevoerde werken of de evolutie van de prestaties van het gebouw of de beoordeling van de erkenningsvoorwaarden van de erkende auditeurs. De administratie organiseert en is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevensbank die de volgende documenten en informatie bevat: 1° de informatie bedoeld in artikel 20, § 1;2° de informatie bedoeld in artikel 21, § § 1 en 2;3° de contactgegevens waarnaar de auditeur in zijn erkenningsaanvraag verwijst en die overeenkomstig artikel 21, § 3, zijn gepubliceerd. De gegevens in het in lid 2 bedoelde gegevensbestand worden bewaard voor de gehele duur van de erkenning van de auditeur, met inbegrip van de periode die nodig is voor de verlenging ervan. Zij worden bewaard gedurende de periode die nodig is voor de in de artikelen 24, 25 en volgende bedoelde controles en voor de periode die nodig is voor de verificatie van de voorwaarden bedoeld in artikel 19, § 1, eerste lid, 4° en tweede lid.Na afloop van deze termijnen worden de gegevens gewist.

Art. 5.§ 1. De geldigheidsduur van de erkenning als UREBA-auditeur is vijf jaar.

De erkenning begint te lopen op de kennisgeving van de beslissing waarbij de erkenning wordt verleend. § 2. Indien een aanvrager die houder is van een van de in artikel 19, § 1, 1°, vermelde diploma's, bij zijn aanvraag tot erkenning de in artikel 20, § 1, 4°, bedoelde verslagen niet kan overleggen, kan hem een tijdelijke erkenning voor de duur van een jaar worden verleend.

De erkenning begint te lopen op de kennisgeving van de beslissing waarbij de erkenning wordt verleend. § 3. De administratie maakt de lijst van de erkende auditeurs bekend op haar website en werkt ze bij.

Art. 6.§ 1. De erkenning als UREBA-auditeur kan voor vijf jaar verleend worden wanneer: 1° de erkende auditeur tijdens de periode van zijn erkenning minstens drie auditverslagen uitgevoerd heeft;2° de analyse van deze rapporten geen schending van de plichten van de auditeur, de inhoud van de audit of de op de uitvoering van audits toepasselijke methodologie aangetoond heeft;en 3° de auditeur niet het voorwerp is geweest van een intrekking of een sanctie van erkenning. De aanvraag om verlenging wordt uiterlijk honderdtwintig dagen voor het verstrijken van de erkenning bij de administratie ingediend. Ze omvat een kopie van drie auditverslagen die tijdens de erkenningsperiode zijn uitgevoerd.

De verlenging van de erkenning kan afhankelijk worden gesteld van de voltooiing van een opleiding, overeenkomstig de door de Minister vastgestelde modaliteiten. § 2. In afwijking daarvan wordt de tijdelijke erkenning bedoeld in artikel 21, § 2, verlengd voor een periode van vier jaar indien: 1° de erkende auditeur tijdens de periode van zijn erkenning minstens een UREBA- auditverslag uitgevoerd heeft;2° de analyse van het(de) rapport(en) geen schending van de plichten van de auditeur, de inhoud van de audit of de op de uitvoering van audits toepasselijke methodologie aangetoond heeft. De aanvraag om verlenging wordt uiterlijk vijfenveertig dagen voor het verstrijken van de tijdelijke erkenning bij de administratie ingediend. Ze omvat een kopie van het(de) auditverslag(en) die tijdens de erkenningsperiode is (zijn) uitgevoerd. § 3. Binnen twintig dagen die volgen op de ontvangst van het aanvraagdossier stuurt de administratie de aanvrager een ontvangstbevestiging met vermelding van: 1° de datum waarop de aanvraag in ontvangst is genomen;2° de termijn waarin de beslissing genomen moet worden. De administratie beslist over de erkenningsaanvraag binnen een termijn van vijfenveertig dagen die ingaat op de datum van ontvangst van het volledige dossier. Bij gebreke daarvan wordt de erkenning verlengd tot de kennisgeving van de beslissing over de aanvraag tot verlenging van de erkenning.

Indien het aanvraagdossier onvolledig is, stelt de administratie de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. In deze ontvangstbevestiging wordt ook gewezen op de ontbrekende stukken en wordt gepreciseerd dat de procedure hervat wordt met ingang van de datum van ontvangst van het volledige dossier.

Art. 7.In het kader van de in artikel 8, § 1, bedoelde verbeteringen verzamelt de auditeur informatie over de bouwstrategie van de aanvrager voor dit gebouw of over het energiekadaster en verzamelt hij in voorkomend geval de wensen van de aanvrager met betrekking tot de geplande wijzigingen aan het geauditeerde gebouw.

Aan het einde van de controle licht de auditeur het auditverslag en de aanbevelingen toe aan de aanvrager.

De auditeur voert de in de leden 1 en 2 bedoelde opdrachten persoonlijk uit. Andere taken die nodig zijn voor de voorbereiding van de audit kunnen gedeeltelijk worden gedelegeerd.

De auditeur is verantwoordelijk voor de acties en aanbevelingen die in het kader van de audit, inclusief de gedelegeerde, zijn gedaan. De auditeur voert de audit onafhankelijk uit. De auditeur doet geen enkel commercieel voorstel met betrekking tot de energievoorziening van het gebouw of de bij de audit vastgestelde verbeteringen.

Onverminderd de controles bedoeld in de artikelen 24 en volgende, verstrekken de auditeurs geen informatie aan derden i.v.m. de resultaten van de audit, behoudens voorafgaande toestemming van de aanvrager.

Art. 8.Onverminderd de sanctiemogelijkheden, kan de administratie van de auditeur eisen dat hij verbeteringen aanbrengt in de audits waarvan de slechte kwaliteit is vastgesteld.

De administratie licht de auditeur over de vastgestelde fout in, en eist dat hij deze herstelt binnen een door haar te bepalen termijn van ten hoogste drie maanden.

De auditeur licht de persoon die bij hem het document besteld heeft, in over de fout en verstrekt haar de gecorrigeerde versie.

Art. 9.De administratie is bevoegd om controle uit te oefenen op de audits.

In het kader van de in artikel 234 of in lid 1 bedoelde controle kan de administratie van de auditeur verlangen dat hij alle bij de audit gebruikte documenten overlegt. De auditeur bewaart deze documenten gedurende vijf jaar na de datum van het rapport.

De controle wordt uitgevoerd op basis van deze documenten, op basis van de in het betrokken gebouw geregistreerde gegevens, op basis van de informatie die is verstrekt in het kader van een subsidieaanvraag uit hoofde van dit besluit of op basis van alle nuttige informatie waarover de administratie beschikt.

Art. 10.Als een auditeur zijn verplichtingen verzuimt na te komen, kan hem door de Minister een sanctie worden opgelegd.

De bedoelde tekortkomingen zijn : 1° de slechte kwaliteit van de energie-audits, vastgesteld o.a. : a) wegens tekortkomingen op het vlak van de kwaliteit en de volledigheid van de opgenomen gegevens of de resultaten;b) wegens tekortkomingen op het vlak van de kwaliteit, de haalbaarheid en de cohesie van de verbeteringsvoorstellen opgenomen in de aanbevelingen;2° het niet-nakomen van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 8 en 23 tot 25;3° het niet volgen van de in artikel 19 bedoelde opleiding. Mogelijke sancties zijn de waarschuwing, de tijdelijke opschorting en de intrekking van de erkenning.

Art. 11.Het voornemen om de erkende auditeur te bestraffen wordt hem door de administratie medegedeeld.

Die verzending vermeldt : 1° de vastgestelde nalatigheden;2° de eventueel overwogen straf;3° de datum van het verhoor waarop de auditeur verzocht wordt zijn opmerkingen te laten gelden, desgevallend bijgestaan door zijn advocaat;4° de wijze waarop de auditeur inzage kan nemen van het volledige dossier betreffende de nalatigheden die het centrum verweten worden. Het proces-verbaal van het verhoor wordt binnen twintig dagen na het verhoor door de administratie medegedeeld aan de erkende auditeur.

De beslissing om de erkende auditeur al dan niet een sanctie op te leggen wordt door de Minister genomen en wordt binnen 60 dagen na het verhoor aan de auditeur meegedeeld.

De sanctie is evenredig met de ernst van de nalatigheden waarop het besluit gegrond is.

De beslissing tot opschorting of intrekking van de erkenning wordt bij uittreksel op de site van de administratie bekendgemaakt.

Art. 12.In geval van opschorting of intrekking van de erkenning stelt de auditeur binnen 30 dagen na kennisgeving van de beslissing alle aanvragers met wie een contract voor de uitvoering van een audit loopt, daarvan in kennis.

De schorsing van de auditeur duurt totdat hij de door de Minister in zijn sanctiebeslissing bedoelde passende opleiding heeft gevolgd en met goed gevolg heeft voltooid.

Hoofdstuk IX. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 13.De personen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202456 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202455 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen sluiten betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) als globale energieauditeur voor gebouwen erkend zijn, worden erkend als UREBA-auditeur in de zin van dit besluit.

Dit besluit is van toepassing op de erkenningen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit verleend zijn.

Dit besluit is van toepassing op de erkenningsaanvragen die in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingediend zijn.

Art. 14.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en tijdens een periode van zes maanden die ingaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit kan een subsidieaanvraag worden ingediend voor de doorvoering van een energieaudit of een haalbaarheidsvoorstudie betreffende een investering met het oog op de verwezenlijking van werken die de energie-efficiëntie van het gebouw kunnen verhogen en die voldoen aan de criteria van het besluit van de Waalse Regering van 28 mei 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA). In dit geval wordt het bedrag van de subsidie berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10 en 11.

De subsidieaanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend, blijven onderworpen aan het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202456 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202455 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen sluiten betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).

Bij fraude ten opzichte van dit besluit of van het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202456 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202455 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen sluiten betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA), mag de begunstigde gedurende tien jaar vanaf de datum van ontdekking van de fraude geen nieuwe subsidie in de zin van dit besluit aanvragen.

Art. 15.Binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen subsidieaanvragen worden ingediend voor werken ter verbetering van de energieprestaties van gebouwen die niet zijn geauditeerd. In dat geval voegt de aanvrager bij zijn dossier een berekeningsnota die voldoet aan de vereisten van bijlage 4 bij het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202456 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202455 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen sluiten betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA).

Art. 16.Het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202456 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen type besluit van de waalse regering prom. 28/03/2013 pub. 29/04/2013 numac 2013202455 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen sluiten betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieperformantie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen (UREBA) wordt opgeheven.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2022.

Art. 18.Dit besluit kan geïdentificeerd worden met het woord "UREBA".

Art. 19.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 oktober 2022.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY

Bijlage 1 Technische minimumvereisten § 1. Om voor de subsidies in aanmerking te komen, nemen de werken omschreven in artikel 9, lid 1, van het besluit volgende technische minimumvereisten in acht: 1. De werken voor de thermische isolatie van de wanden van het gebouw, die het mogelijk maakt totale transmissiecoëfficiënten (U) te bereiken die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de volgende waarden:

Wanden die het beschermde volume afbakenen

Umax

Vensters: - Enkel de beglazing - Ramen en beglazing

1,1 1,5

Deuren

2

Muren - gordijnen : - Enkel de beglazing - Ramen en beglazing

1,1 2

Transparante/doorschijnende wanden, met uitzondering van glas : - Enkel transparante deel (bc dakkoepel in polycarbonaat) - Raamwerk en transparant deel

1,4 2


De coëfficiënt van thermische weerstand R van het toegevoegd materiaal moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan volgende waarden :

Wanden die het beschermde volume afbakenen

Rmin van het ingewerkte isolerend materiaal

Muren

6

Dak of plafond

6

Plankenvloer :

4


Bij vervanging van de raamlijsten of van de deuren dienen de eisen vermeld in bijlage C3 bij het besluit van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestaties van gebouwen nageleefd te worden voor de luchttoevoer in de lokalen.2. De werken voor de installatie, vervanging of verbetering van de ventilatiesystemen nemen volgende eisen in acht: a.De installatie van iedere uitrusting op het gebied van de ventilatie moet gedimensioneerd worden volgens de eisen van bijlage C3 bij het besluit van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestaties van gebouwen. In afwijking van bijlage C3 moet de aangevraagde kwaliteit van de binnenlucht minimum van categorie "INT 2" in plaats van "INT 3" zijn, namelijk 36m3/h per persoon. b. De regeling van de luchtkwaliteit moet worden uitgevoerd met behulp van een IDA-C6 regelingssysteem.3. Werken voor de thermische isolatie en de regulatie van de bestaande systemen nemen de eisen van bijlage C4 van het besluit van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestaties van gebouwen in acht.4. De installatie, de vervanging en de modernisering van volgende systemen waarbij hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt nemen volgende eisen in acht : a) Voor de warmtepompen : Het toestel voldoet aan de eisen van de Europese norm.b) Voor de thermische zonne-installaties : 1° de sensor voldoet aan de eisen van de Europese norm;2° het systeem maakt een primaire energiebesparing mogelijk;3° de werken worden uitgevoerd door een gecertificeerd installateur in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 21/10/2010 pub. 25/11/2010 numac 2010205931 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler sluiten tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler;4° de installatie omvat een performantie-opvolgingssysteem waarbij een beoordeling van de jaarlijks globale energiebalans mogelijk wordt gemaakt (zonneproductie en ondersteuningssysteem).c) Voor de biomassaketels : Het toestel voldoet aan de definities, eisen, proeven en markering van de norm NBN EN 303-5 en heeft een efficiëntie van klasse 5, gevestigd volgens deze norm.5. De vervanging en de modernisering van de verlichtingssystemen, voor zover de verlichtingsarmaturen niet vervangen zijn in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidie-aanvraag, voldoen aan volgende eisen : a) De vervanging van het verlichtingssysteem door een naar Belgische normen aangelegd systeem waarvan het na werken geïnstalleerd vermogen niet verder reikt dan : 1° 3 W/m2 per 100 lux in sporthallen en zwembaden;b) 2,5 W/m2 per 100 lux in kantoren en schoollokalen;c) 3 W/m2 per 100 lux in lokalen voor ziekenhuisgebruik;4° tussen 3 W/m2 per 100 lux in een lage en brede gang (min 30 m x 2 m x 2,8 m) en 8,5 W/m2 per 100 lux in een hoge en smalle gang (min 30 m x 1 m x 3,5 m). De vervanging van enkel de lichtbron is niet toelaatbaar, het volledige verlichtingssysteem moet worden vervangen. b) De installatie van elk systeem voor de optimisering van de werking van het verlichtingssysteem betreft met name: 1° een timer, eventueel gecombineerd met aanwezigheidsdetectoren, in de doorgangsvertrekken evenals in de doorgangen en toiletten; 2°een "alles of niets" of continue regeling van de lichtstroom in functie van de natuurlijke verlichting van het vertrek; c) een dubbele ontsteking die een minder sterke verlichting mogelijk maakt (van 30 tot 50 % ).6. Voor de werken voor de installatie, de vervanging of de verbetering van een warmtekrachtskoppelingseenheid dient er een energiebesparing te worden verricht in verhouding tot de gescheiden productie van dezelfde hoeveelheden aan warmte of elektriciteit.Een berekeningsnota dient aan te tonen dat de warmtekrachtskoppelingseenheid een globale energie-efficiëntie vertoont die hoger is dan de installaties afzonderlijk. 7. Voor de installatie van externe zonweringen : a) De venstters met zonweringen hebben een oriëntatie tussen het zuidoosten en het westen via het zuiden, meer bepaald van 135° tot 270°.b) De zonweringen dienen te worden bediend via een automatisch beheerssysteem (regulering in functie van de blootstelling aan het zonlicht, de buitentemperatuur en de binnentemperatuur).8. Voor de installatie voor de afkoeling door natuurlijke of hybride ventilatie dient de ventilatie geautomatiseerd te zijn (automatische openingen die geregeld worden in functie van de binnen- en de buitentemperatuur).9. Voor de installatie of de uitbreiding van een warmtenet: de werken zijn een onontbeerlijke voorwaarde voor een rationeel energiegebruik en een toelichtende nota, aangevuld met een berekeningsnota, zal dienen aan te tonen dat het warmtenet een globale hogere energie-efficiëntie vertoont, dan wel een vermindering van de CO2-emissies in verhouding tot deze installaties afzonderlijk genomen. § 2. Voor het inwinnen van de gegevens als bedoeld in artikel 9, § 2, van het besluit, dient elk verbruikssysteem en elk verbruikspunt geïdentificeerd te worden via : a) de gebruikte energievector;b) Het gebruik dat van de energie wordt gemaakt (verwarming of niet);c) de wijze van bevoorrading (teller of opslag); d) de fysische teleenheid (liter, m3, kg, Wu...);; e) de vermenigvuldigingsfactor tussen de index en de fysieke teleenheid;f) de omzettingsfactor voor de standaardisering van de consumptie in kWu. De verwerking van de gegevens als bedoeld in hetzelfde artikel bestaat erin, de gegevens te registreren en te verwerken om : a) a) de standaardisering van het energieverbruik uitgedrukt in eenzelfde energie-eenheid te verwezenlijken: b) b) de berekening van het energieverbruik in een primaire energie-eenheid te verwezenlijken;c) c) de uitschakeling van de invloed van strenge weersomstandigheden in de opmetingen van het energieverbruik mogelijk te maken door ze terug te brengen tot de referentiële weersituatie via de techniek van de dagtemperaturen;d) de berekening van de CO2-emissies voor een referentiële weersituatie te verwezenlijken;e) Voor elk verbruikssysteem en voor elk verbruikspunt vergelijkende ratio's vast te stellen, eveneals een performantietabel die representatief is voor het gebruik van het gebouw.Elke beheerder kiest de criteria uit die hem het meest relevant lijken.

De resultaten van de energieboekhouding dienen een waarneming van volgende gegevens mogelijk te maken: a) fouten bij de lezing, codering en plots buitensporig verbruik;b) reguleringsproblemen; c) geleidelijk buitensporig verbruik (gebrek aan onderhoud van de uitrustingen,...);; e) het bestaan van verbruiksvormen die losstaan van strenge weersomstandigheden;e) het vaststellen van een energieverbruiksniveau in een normaal klimaatjaar;f) het vaststellen van een budget "energieuitgaven" in een normaal klimaatjaar h) de besparingen verkregen dankzij de opgezette projecten. De resultaten dienen duidelijk uiteengezet te worden (grafiek, tabel...) en een begrip en een interpretatie mogelijk te maken voor niet-gespecialiseerde personen.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022 betreffende de toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van studies en werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA ") Namen, 13 oktober 2022.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY

Bijlage 2. Lijst van de in aanmerking komende kosten Lijst van de in aanmerking komende kosten die medeberekend worden in de berekening van de subsidie voor werken ter verbetering van de energieperformantie van gebouwen. a. Voor de installatie van een energieboekhouding; o De levering en de installatie van meetinstrumenten voor energieverbruik o De hulponderdelen, de kabels, de elektriciteitskasten, de nodige toestellen voor eventuele dienstverleningen vanop een afstand o De toestellen voor de registratie van gegevens en de software voor het verwerven, de analyse en de bevestiging van de gegevens o De kosten voor personeelsopleidingen in dat verband b. Voor de werken ter verbetering van de bouwschil o De demontage o Isolatiematerialen o Stoomwerende schermen o Raamwerk o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen c.Voor de werken voor de installatie, vervanging of verbetering van de ventilatiesystemen nemen : o De demontage o De ventilatie-uitrusting o Het warmte-isoleren van ventilatieschachten o Het reguleringssysteem o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen d. Voor het warmte-isoleren en de regulering van de bestaande systemen, voor zover het systeem niet is vervangen in de vijf jaar voorafgaand aan de subsidie-aanvraag : o Het warmte-isoleren o Het reguleringssysteem o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen e.Voor de installatie, de vervanging en de modernisering van volgende systemen waarbij hernieuwbare energiebronnen : o De demontage o Voor de warmtepompen : o De thermische zonsensoren o De biomassaketels o Het reguleringssysteem o Het warmte-isoleren o Circulatoren met een variabele snelheid o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen f. Voor de vervanging en de modernisering van verlichtingssystemen : o De demontage o De binnenlichtbronnen o De systemen voor de optimisering van de werking van het verlichtingssysteem (timer, sensor...), met name : o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen g. Voor de werken voor de installatie, de vervanging of de verbetering van een warmtekrachtskoppelingseenheid : o De demontage o De warmtekrachtskoppelingseenheid o Het warmte-isoleren o Het reguleringssysteem o Circulatoren met een variabele snelheid o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen h.Voor de installatie van externe zonweringen : o De externe zonweringen o De sensoren en het automatiseringssysteem o De elektrische aansluiting o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen i. Voor de koelinstallatie door natuurlijke of hybride ventilatie. o De motoren waarmee het raamwerk open- en dicht kan gaan o De ventilator(en) o De sondes o Het beheerssysteem van de installatie o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen j. Voor de installatie of de uitbreiding van een warmtenet : o De leidingen van het warmtenet o Het warmte-isoleren o De Tussenstations o De eventuele eigenregulering van het warmtenet o Het plaatsen van bovenbedoelde elementen Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 13 maart 2022 betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen et niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor de verbetering van de energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA "). Namen, 13 oktober 2022.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY

^