13 JUNI 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van het investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen

De Waalse Regering, Gelet op richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, gewijzigd bij richtlijn 98/15/EG van 27 februari 1998;

Gelet op het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 april 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 oktober 2000 tot vastlegging van het investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 juni 2002;

Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer), gedaan op 30 april 2002;

Gelet op het beheerscontract gesloten op 29 februari 2000 tussen de Waalse Regering en de "Société publique de Gestion de l'Eau";

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.Bijgaand investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van de waterwinningen wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het besluit van Waalse Regering van 26 oktober 2000 tot vastlegging van het investeringspragramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen, wordt opgeheven.

Art. 3.De Minister tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 13 juni 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Bijlage 1 Investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen Dit investeringsprogramma betreft de sanering van agglomeraties met meer dan 2 000 i.e. (inwoner-equivalenten), waarvan de lijst vastligt in het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot bepaling van het aantal agglomeraties met 2 000 inwonerequivalenten (i.e.) of meer en tot afbakening van hun afwateringsgebied, d.m.v. openbare saneringsvoorzieningen (zuiveringsstations en/of collectoren) en prioritaire afwatering, overeenkomstig de algemene gemeentelijke afwateringsplannen goedgekeurd door de voor het waterbeleid bevoegde Minister krachtens artikel 33 van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, gewijzigd bij de decreten van 23 juni 1994 en 15 april 1999.

Dit programma moet het Waalse Gewest in staat stellen zich te schikken naar artikel 4 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.

Daar het gezamenlijke Waalse Gewest als kwetsbaar gebied ingedeeld is, krijgen de agglomeraties met meer dan 10 000 i.e. absolute prioriteit.

De infrastructuren van de hoofdstad van Wallonië en van de andere agglomeraties komen als eerste in aanmerking. Bijkomende prioriteit wordt verleend aan de agglomeraties met 2 000 à 10 000 i.e., waar de sanering uiterlijk 31 december 2005 voltooid moet zijn. Tot slot kunnen gewichtige redenen van milieubescherming bij wijze van uitzondering aanleiding geven tot bepaalde saneringswerken in agglomeraties met minder dan 2 000 i.e.

Daarnaast bestemt het programma een deel van de investeringen voor de vereiste bescherming van de winningen, voor kleine onderhoudswerken en voor aanpassingswerken die bestaande zuiveringsstations van meer dan 10 000 i.e. conform maken na een bijkomende tertiaire behandeling.

De "S.P.G.E." is bovendien gemachtigd om werken in recreatiezones (badzones krachtens richtlijn 76/160) uit te voeren voor een globaal maximumbedrag van 28.129.160 euro, na goedkeuring van de dossiers door de Minister bevoegd voor het waterbeleid.

Globaal programma voor de periode 2000-2004 (alle bedragen in duizenden euro, exclusief BTW) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld UITVOERIG INVESTERINGSPROGRAMMA Inleiding Bovenvermelde bedragen worden jaarlijks uitgetrokken voor de werken waarover meer gegevens in onderstaande tabel. De aldus uitgetrokken bedragen houden in dat de werken worden aanbesteed en aangevat in de loop van het jaar na dat waarin ze hun bestemming hebben gekregen. De "Société publique de Gestion de l'Eau" moet zich nauwgezet houden aan de investeringen waarin dit programma voorziet.

De voor het waterbeleid bevoegde Minister kan, op voorstel van de "S.P.G.E." en met inachtneming van het financieel plan dat zij in onderlinge overeenstemming met de Regering heeft opgemaakt in het kader van het beheerscontract, beslissen dat binnen dat programma bepaalde werken worden verwisseld om de Europese verplichtingen tijdig te kunnen nakomen. Als een werk om behoorlijk gewettigde redenen en buiten de wil van de "S.P.G.E." onmogelijk uit te voeren is, kan laatstgenoemde de Minister voorstellen om dat werk te vervangen door een in reserve gehouden werk, waarvan sprake hieronder.

De door de "S.P.G.E." gehaalde resultaten inzake uitvoering van dit saneringsprogramma worden geraamd op grond van een geconsolideerde tweejarige basis.

Bovendien kan de Minister om buitengewone milieuredenen projecten voor agglomeraties met minder dan 2 000 i.e. aan de goedkeuring van de Regering onderwerpen, steeds met inachtneming van het financiële plan van de "S.P.G.E.".

De prioritaire afwateringswerken worden door de " S.P.G.E. " bepaald en naar gelang van de beschikbare bedragen uitgevoerd. De investeringen voor de prioritaire afwatering worden door de "S.P.G.E." verricht overeenkomstig de door de Regering goedgekeurde reglementaire maatregelen.

De onderstaande tabellen vermelden de investeringsbedragen voor de uitvoering van saneringswerken en voor het conform maken van de stations van meer dan 10 000 i.e.

De "S.P.G.E." zal het programma voor de bescherming van de winningen uitvoeren en meer bepaald de handelingen bedoeld in artikel 5, § 2, 1°, 2°, 9°, 11° en 12°, van het decreet van 30 april 1990 op de bescherming en de exploitatie van grondwater en tot drinkwater verwerkbaar water.

OVERZICHTSTABEL VAN DE INVESTERINGEN PER HYDROGRAFISCH ONDERBEKKEN Overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 15 april 1999 slaat dit investeringsprogramma op het begrip "hydrografische onderbekkens" als inleiding op het toekomstig geïntegreerd beheer van de hydrografische bekkens. Het actieprogramma voor de waterkwaliteit bestaat uit o.a. het investeringsprogramma, dat geëvalueerd en aangepast wordt bij de goedkeuring ervan.

Dit investeringsprogramma zal het aantal i.e. dat bij de openbare sanering in het Waalse Gewest betrokken is, verhogen van 1 588 325 op 1 januari 2000 tot 3 815 205 eenheden op 31 december 2004. Daar ook agglomeraties met minder dan 2 000 i.e. in aanmerking zullen komen voor individuele zuivering, kan gesteld worden dat de openbare sanering in het Waalse Gewest voor 90 % uitgevoerd zal worden.

DETAIL VAN DE INVESTERINGEN PER HYDROGRAFISCH ONDERBEKKEN Tabel 1 vermeldt in detail de investeringen van het programma 2000-2004, per jaar en per hydrografisch onderbekken.

Tabel 2 vermeldt de werken die goedgekeurd zijn in het kader van het reserveprogramma, volgens bovenbedoelde modaliteiten voor de uitvoering van het reserveprogramma.

Tabel 3 vermeldt de goedgekeurde investeringen inzake recreatiezones, volgens bovenbedoelde modaliteiten voor de uitvoering van het reserveprogramma.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 juni 2002 tot vastlegging van het investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen.

Namen, 13 juni 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Bijlage 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 juni 2002, tot vastlegging van het investeringsprogramma 2000-2004 voor de sanering en de bescherming van waterwinningen.

Namen, 13 juni 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET