Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 december 2024
gepubliceerd op 13 januari 2025

Besluit van de Waalse Regering tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2025200051
pub.
13/01/2025
prom.
12/12/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2024. - Besluit van de Waalse Regering tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, artikel 20;

Gelet op het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, de artikelen 117/2, 117/3, 117/4, 117/6, 117/7, 117/8, 117/9, 117/10, 117/11, 117/12 et 117/13, ingevoegd bij het decreet van 13 maart 2024;

Gelet op het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2024;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 18 januari 2024;

Gelet op het advies van het ministerieel Comité, gegeven op 8 februari 2014;

Gelet op het advies van het inter-Franstalig overlegorgaan inzake gezondheid en bijstand aan de personen, uitgebracht op 8 februari 2024;

Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Vereniging van steden en gemeenten van Wallonië), gegeven op 12 februari 2024;

Gelet op het advies van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), uitgebracht op 18 maart 2024;

Gelet op het rapport van 18 januari 2024 opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op advies 76.411/4 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2024, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het decreet van 8 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2021 pub. 14/07/2021 numac 2021031828 bron waalse overheidsdienst Decreet tot omzetting van Richtlijn 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet;

Overwegende dat uit de evenredigheidstoetsing blijkt dat de maatregelen die zijn genomen met betrekking tot de kwalificaties van het personeel van dagopvangcentra in Franstalige gebieden, worden gerechtvaardigd door doelstellingen van algemeen belang, zoals het bieden van goede zorg aan de gebruikers van dagopvangcentra teneinde naar hen te luisteren en hun sociale, administratieve, psychologische en medische problemen in kaart te brengen;

Overwegende dat de bepalingen van het ontwerp niet direct of indirect discriminerend zijn op grond van nationaliteit of verblijfplaats, aangezien zij vrij toegankelijk zijn voor houders van gelijkwaardige buitenlandse diploma's;

Overwegende dat, om de opdrachten van de dagopvangcentra uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 117/2 van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, de personeelsleden van de dagopvangcentra over specifieke vaardigheden moeten beschikken;

Overwegend dat de dagopvangopdracht overdag en eventueel 's avonds moet worden uitgevoerd door een persoon met een diploma van hoger secundair onderwijs, zodat de gebruiker op de best mogelijke en onvoorwaardelijke manier kan worden opgevangen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2.In artikel 12, § 1, van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, worden de woorden "vastgelegd en" telkens ingevoegd tussen de woorden "bevoegde Minister" en het woord "uitbetaald".

Art. 3.In Boek 2 van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt een Titel III/1, dat de artikelen 132/1 tot 132/23 omvat, ingevoegd, luidend als volgt: "TITEL III. - Dagopvang voor dak- of thuislozen

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Art.132/1. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° de gebruiker: een persoon die dakloos is of geen thuis heeft, zoals bedoeld in artikel 117/1, eerste lid, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° de dag: de dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is;3° de ISADF: de synthetische indicator van de toegang tot de grondrechten gedefinieerd door het Waals Instituut voor Evaluatie, Vooruitzichten en Statistieken, afgekort "IWEPS", overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 22 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2018 pub. 18/12/2018 numac 2018206245 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het plan voor maatschappelijke cohesie wat betreft de aangelegenheden waarvan de uitoefening aan de Franse Gemeenschap is overgedragen sluiten betreffende het plan voor sociale cohesie voor wat betreft de materies waarvan de uitoefening werd overgedragen van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK 2. - Programmering

Art. 132/2.De programmering bedoeld in artikel 117/12 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt vastgesteld op 1 januari van het jaar N voor dagopvangcentra die voor 1 maart van het jaar N-1 een volledige erkenningsaanvraag hebben ingediend overeenkomstig artikel 117/9 van het decreetgevend deel van het Wetboek en artikel 132/12.

Art. 132/3.De programmering is gebaseerd op het aantal inwoners per provincie.

Binnen de perken van de begrotingskredieten voorziet de programmering bedoeld in lid 1, voor 2025, in de erkenning van: 1° drie diensten per provincie met minder dan vierhonderdduizend inwoners;2° zes diensten per provincie met een bevolking tussen vierhonderdduizend en één inwoners en één miljoen inwoners;3° tien diensten per provincie met meer dan een miljoen inwoners.

Art. 132/4.Vanaf 2026 wordt het aantal dagopvangcentra dat kan worden erkend op basis van de programmering bepaald op basis van de begroting die beschikbaar is voor het jaar N. Wanneer het aantal erkenningsaanvragen groter is dan het aantal dagopvangcentra dat overeenkomstig lid 1 is vastgesteld, worden de aanvragen van dagopvangcentra gerangschikt volgens de ISADF van de gemeente waarin het dagopvangcentrum actief is, waarbij voorrang wordt gegeven aan het laagste ISADF. Elke volledige erkenningsaanvraag ingediend door een vereniging die niet in aanmerking werd genomen bij de programmering van het jaar wordt automatisch in aanmerking genomen bij de toepassing van de in lid 1 bedoelde programmeringscriteria van het volgende jaar, mits bijwerking van de gegevens die ze inhoudt.

HOOFDSTUK 3. - Erkenning Afdeling 1. - Voorwaarden


Art. 132/5.Alle dagopvangcentrum heeft personeel dat ten minste de uren dat het dagopvangcentrum open is voor gebruikers kan werken.

Het in lid 1 bedoelde personeel is ten minste in het bezit van een getuigschrift hoger secundair onderwijs.

Art. 132/6.Elk jaar volgen één of meer arbeiders of vrijwilligers minstens dertig uur opleiding, zoals bedoeld in artikel 117/4, eerste lid, 8°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, met inbegrip van het toezicht met betrekking tot de opdrachten van het dagopvangcentrum, volgens de volgende modaliteiten: 1° tien uur gewijd aan de analyse van ontwikkelingen in het sociaal recht;2° tien uur gewijd aan de ontwikkeling van praktijken voor de opvang en de begeleiding van gebruikers;3° tien uur toezicht of opleiding besteed aan andere thema's in verband met dagopvang.

Art. 132/7.De in artikel 117/4, leden 1, 10°, 11° et 12°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde overeenkomsten omvatten ten minste de volgende elementen: 1° de identificatie van de dagopvang die een beroep doet op de samenwerking;2° de identificatie van de instelling waarop een beroep wordt gedaan;3° het voorwerp van de overeenkomst;4° de duur van de overeenkomst en de datum van inwerkingtreding ervan;5° de ondertekening door de partijen;6° de datum van de overeenkomst. De in lid 1 bedoelde overeenkomsten worden bij voorkeur gesloten met organisaties die geografisch dicht bij het dagopvangcentrum liggen.

Art. 132/8.§ 1. Het in artikel 117/9, lid 1, 7°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde huishoudelijk reglement wordt uitgewerkt met inachtneming van: 1° de religieuze, ideologische, filosofische en culturele overtuigingen van de gebruikers;2° het privé-leven van de gebruikers; Het huishoudelijk reglement bepaalt de voorwaarden voor toegang tot het dagopvangcentrum. § 2. Het model van huishoudelijk reglement ligt vast in bijlage 14/1.

Art. 132/9.Het dagopvangcentrum heeft een veiligheidscertificaat, bedoeld in artikel 117/9, lid 1, 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, dat het maximum aantal personen bepaalt dat gelijktijdig in de opvangruimten kan worden opgevangen.

Het model van attest bedoeld in lid 1 ligt vast in bijlage 14/2.

Art. 132/10.§ 1. Het collectieve opvangproject bedoeld in artikel 117/9, eerste lid, 9°, van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt opgesteld en geëvalueerd in overleg met het personeel en de vrijwilligers van het dagopvangcentrum.

Het houdt rekening met de sociale omgeving van het dagopvangcentrum en, meer bepaald, met de diensten die instaan voor het beheer van de sociale urgentie.

De met de partners gesloten overeenkomsten worden bij het collectieve opvangproject gevoegd.

Het collectieve opvangproject wordt ten laatste op het einde van het tweede jaar na erkenning geëvalueerd en wordt om de vier jaar geactualiseerd.

Elke wijziging in het collectieve opvangproject wordt aan de administratie meegedeeld. § 2. Het model van het collectieve opvangproject ligt vast in bijlage 14/3.

Art. 132/11.In overeenstemming met artikel 117/4, lid 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek kan van gebruikers een financiële bijdrage worden gevraagd voor toegang tot de volgende diensten: 1° 1° dranken, met uitzondering van water;2° het gebruik van douches;3° het gebruik van de wasserij;4° het gebruik van een kluisje met een hangslot of een beveiligde, afgesloten ruimte;5° verzorgings- en hygiëneproducten, met inbegrip van maandverbanden voor vrouwen als deze niet door een overheidsinstantie worden gesubsidieerd. De financiële bijdrage mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de diensten.

Het bedrag van de financiële bijdrage wordt op een zichtbare en toegankelijke plaats in het dagopvangcentrum opgehangen. Afdeling 2. - Toekennings- wijzigings- en intrekkingsprocedures voor

de erkenning Onderafdeling 1. - Toekenning, weigering en wijziging van de erkenning

Art. 132/12.§ 1. De in artikel 117/9 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde erkenningsaanvraag wordt bij de Administratie ingediend via elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent.

Het gaat vergezeld van het formulier bedoeld in artikel 117/9, 13°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, dat ten minste het volgende bevat: 1° de namen en kwalificaties van de personeelsleden;2° de opvangcapaciteit;3° de openingstijden en -periodes van het dagopvangcentrum;4° de toegankelijkheid van de diensten bedoeld in artikel 117/4, eerste lid, 4° en 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsverbanden bedoeld in artikel 117/4, eerste lid, 11°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;6° een beschrijving van de behoeften op het grondgebied van de gemeente waar het dagopvangcentrum actief is. Het modelformulier wordt opgesteld door de administratie. § 2. De administratie stuurt een bericht van ontvangst naar het dagopvangcentrum binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag.

De administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt het dagopvangcentrum in voorkomend geval binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens.

De administratie stuurt het opvangcentrum binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag of binnen tien dagen als ze hem om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens heeft verzocht, een schrijven om mee te delen dat de aanvraag volledig is.

Wanneer de voor het onderzoek van de erkenningsaanvraag nodige gegevens bij authentieke bronnen beschikbaar zijn, zamelt de Administratie die gegevens rechtstreeks bij de authentieke bronnen in en verwittigt de aanvrager.

Art. 132/13.De Minister beslist over de aanvraag.

De beslissing wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan het dagopvangcentrum medegedeeld.

Art. 132/14.Het maximum aantal personen dat tegelijkertijd in de ontvangstruimte kan worden ondergebracht, zoals vermeld in de erkenning, wordt vastgesteld op basis van het veiligheidsattest waarnaar wordt verwezen in artikel 132/9.

Art. 132/15.Indien erkenning wordt verleend, gaat deze in op 1 januari van het jaar volgend op de datum van de in artikel 132/13 bedoelde beslissing.

Art. 132/16.§ 1. Elk verzoek tot wijziging van de erkenning moet uiterlijk op 1 maart van het jaar voorafgaand aan het jaar met ingang waarvan de wijziging wordt aangevraagd, bij de administratie worden ingediend op elke wijze die een zekere datum van verzending oplevert.

De artikelen 132/12 en 132/13 zijn van toepassing op alle aanvragen tot wijziging van een erkenning. § 2. De administratie moet uiterlijk op de dag van sluiting van het dagopvangcentrum op de hoogte worden gebracht.

Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning

Art. 132/17.Als de administratie de erkenning van een dagopvangcentrum wil intrekken, stelt ze het dagopvangcentrum hiervan op de hoogte en geeft ze de redenen hiervoor aan, op een manier die een zekere datum oplevert.

Het dagopvangcentrum beschikt met ingang van de datum van ontvangst van het voorstel tot intrekking over een termijn van dertig dagen om haar schriftelijke opmerkingen aan de Administratie te richten.

De minister beslist over het voorstel.

De beslissing van de Minister wordt bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan het dagopvangcentrum medegedeeld.

Art. 132/18.Intrekking van de erkenning leidt tot verlies van het recht op de subsidies, bedoeld in de artikelen 132/19, 132/20 en 132/21, met ingang van 1er januari van het jaar volgend op de beslissing tot intrekking van de erkenning.

HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring

Art. 132/19.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten verleent de Minister een erkend dagopvangcentrum een jaarlijkse subsidie van minstens 18 650 euro om de werkings- of uitrustingskosten of de personeelskosten voor het eerste jaar van erkenning te dekken.

Binnen de grenzen van de begrotingskredieten verleent de Minister aan erkende dagopvangcentra een jaarlijkse subsidie van minstens 28.900 euro om de werkings- of uitrustingskosten of de personeelskosten te dekken vanaf het tweede jaar na de erkenning.

Art. 132/20.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten kent de Minister een bijkomende subsidie van minimaal 6.200 euro toe om de werkings- of personeelskosten te dekken voor erkende dagopvangcentra die specifieke initiatieven voor vrouwen opzetten.

Deze specifieke acties worden ontwikkeld met respect voor het onvoorwaardelijke onthaal van de gebruikers en vormen een bijkomend dienstenaanbod bij de opdrachten voorzien in artikel 117/2, in overeenstemming met artikel 117/3 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

De uitzonderingen bedoeld in artikel 117/2, § 1, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op deze specifieke acties.

Art. 132/21.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten kent de minister een bijkomende subsidie van minstens 6.200 euro toe om de werkings- of personeelskosten te dekken, aan erkende dagopvangcentra die over de capaciteit beschikken om minstens vijftig personen tegelijkertijd op te vangen of, bij gebrek daaraan, die effectief minstens vijftig personen per dag opvangen.

Art. 132/22.De subsidies bedoeld in de artikelen 132/19, 132/20 et 132/21 vallen onder het toepassingsveld van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, subsidies en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. " De subsidies worden gekoppeld aan indexcijfer 111,64 van de consumptieprijzen van toepassing op 1 juni 2004 (basis 1996 = 100).

Art. 132/23.De subsidies waarnaar in hoofdstuk 4 wordt verwezen, worden per kalenderjaar toegekend.

Om in aanmerking te komen voor de in lid 1 bedoelde subsidies moeten erkende dagopvangcentra: : 1° geen subsidies voor de tewerkgestelde professionele werknemers of voor de werkingskosten genieten als ze elkaar overlappen; 2° zich houden aan het rekeningsstelsel dat toepasselijk is op de O.C.M.W.'s, de verenigingen vallende onder hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of op de verenigingen zonder winstoogmerk; 3° de administratie laten nagaan of de activiteiten en de boekhouding voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van de subsidies. Een lijst van in aanmerking komende uitgaven is opgenomen in bijlage 4 bij dit besluit. ".

Art. 4.In afwijking van artikel 132/19 ontvangt een erkend dagopvangcentrum dat in het jaar vóór de inwerkingtreding van dit besluit een subsidie ontving voor het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in artikel 117/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek, voor het eerste jaar van zijn erkenning een forfaitaire jaarlijkse subsidie van 28.900 euro om de werkings- of personeelskosten te dekken.

Art. 5.In hetzelfde Wetboek, Deel I wordt er: 1° een bijlage 14/1 ingevoegd die als bijlage 1 bij dit besluit gaat.2° een bijlage 14/2 ingevoegd die als bijlage 2 bij dit besluit gaat.3° een bijlage 14/3 ingevoegd die als bijlage 3 bij dit besluit gaat.4° en bijlage V14/4 ingevoegd die als bijlage 4 bij dit besluit gaat.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheden Sociale Actie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS


BIJLAGE 1 Bijlage 14/1. Model van huishoudelijk reglement voor de dagopvangcentra Het huishoudelijk reglement vermeldt de volgende punten: a. De opdrachten b.Infrastructuur/gebouwen c. De voorgestelde dienstverlening d.De dienstregelingen e. De toegangsvoorwaarden tot het dagopvangcentrum Bijvoorbeeld: 1.Verbod op verbaal en fysiek geweld; 2. Wel of geen dieren toelaten;3. Bestaan van een rookruimte / Rookverbod; 4. Regels voor het bezit en gebruik van legale of illegale psychotrope stoffen (alcohol, medicijnen, drugs, enz.) / Aanwezigheid op het dagopvangcentrum onder invloed van psychotrope stoffen; 5. Regels voor het bezit van wapens of voorwerpen die de veiligheid van personen in gevaar kunnen brengen of de goede werking van het dagopvangcentrum kunnen verstoren;6. Aansprakelijkheid voor verlies of diefstal van persoonlijke bezittingen.f. De sancties als het huishoudelijk reglement niet nageleefd worden.g. Klachtenprocedure De volgende formulering gebruiken: "Bij een geschil met het dagopvangcentrum kan een klacht worden ingediend bij: - Mevrouw/Mijnheer de burgemeester - De Waalse Overheidsdienst Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie Directie Sociale Actie Avenue Gouverneur Bovesse, 100 5100 Jambes." De volgende elementen kunnen optioneel en niet-limitatief worden vermeld: A. Opvangomstandigheden A.1 Elke opgevangen persoon heeft het recht om het volgende te verwachten: . Een welkom zonder vooroordelen of discriminatie door vrijwilligers en personeel van het dagopvangcentrum; . het respect voor het privé-leven van de opgevangen persoon; . In overeenstemming met de vraag van de persoon wordt begeleiding gericht op administratieve, sociale en professionele re-integratie geboden door het sociaal-educatieve team en/of in samenwerking met externe partners, in lijn met het collectieve begeleidingsproject.

A.2 Alle personen die opgevangen worden hebben plichten ten opzichte van het dagopvangcentrum en alle andere personen . Iedereen op de site respecteren: personeel, vrijwilligers, leden, bezoekers, enz. . Naleving van de regels in dit reglement; . Naleven van het collectieve opvangproject dat samen met het sociaal-educatieve team is opgesteld.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2024 tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.

Namen, 12 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS


BIJLAGE 2 Bijlage 14/2. Model van brandattest voor de dagopvangcentra Deel 1 (Dit gedeelte moet worden ingevuld voordat het attest wordt afgegeven door de Burgemeester) Ondergetekenden: Hoofd van de brandweerdienst van en te................................................................................................................ verklaart dat het dagcentrum voor dak- of thuislozen genaamd..............................................

Gelegen te............................................

Straat.................................n°......

Eerste mogelijkheid (**) a) de veiligheids- en brandbeveiligingsmaatregelen zijn toereikend voor de opvang van.................. begunstigden.

Tweede mogelijkheid (**) b) de veiligheids- en brandbeveiligingsmaatregelen zijn in de volgende opzichten ontoereikend: Om deze redenen zou de inbedrijfstelling van het dagopvangcentrum - de voortzetting van de activiteiten - niet mogen worden toegelaten.* Wat betreft de onderstaande punten: Deze redenen vormen naar mijn mening geen belemmering voor de inbedrijfstelling van het dagopvangcentrum - de voortzetting van de activiteiten van het dagopvangcentrum voor de opvang van maximaal.................. begunstigden.

Die tekortkomingen moeten evenwel worden verholpen binnen een termijn van.................** Als het dagopvangcentrum aan bovenstaande punten heeft voldaan en de uitvoering ervan is geverifieerd**, voldoet het in ieder geval aan de veiligheids- en brandbeveiligingsmaatregelen.

Het Hoofd van de brandweerdienst, (datum en handtekening) (*) Schrappen wat niet past (**) Schrappen wat niet past en aanvullen.

Deel 2 (Gereserveerd voor de burgemeester) Gelet op het attest ingevuld door..................................................................................................., Het Hoofd van de brandweerdienst, Betreffende het dagopvangcentrum bekend als............................................................................................................................................. en beheerd door Ondergetekende, Burgemeester van............................................................................................................................................

Eerste mogelijkheid * a) stem in met de conclusies van het verslag van de brandweerdienst vervat in deel 1: Tweede mogelijkheid* b) stem niet in met de conclusies van het verslag van de brandweerdienst in deel 1 om de volgende redenen: ...................... ........................ ....................... ............................. .......................................

Bijgevolg, Eerste mogelijkheid ** a) de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten van het hierboven vermelde dagopvangcentrum wordt toegelaten voor de opvang van.....................begunstigden voor een periode van vier jaar ** - van.................. (te bepalen voor een periode van minder dan vier jaar).

Tweede mogelijkheid ** b) de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten van het hierboven vermelde dagopvangcentrum wordt toegelaten voor de opvang van maximaal..................begunstigden voor een periode van...........................en tot..............

Tijdens die periode zal inzake veiligheid en brandbeveiliging aan de volgende punten moeten voldaan worden: Het hoofd van de brandweerdienst zal een controle moeten uitvoeren.

Derde mogelijkheid (*) C. de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten - is niet toegelaten*.

De Burgemeester, (datum en handtekening) * Schrappen wat niet past * Schrappen wat niet past en aanvullen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2024 tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.

Namen, 12 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS


BIJLAGE 3 Bijlage 14/3. Model van het collectieve opvangproject voor de dagopvangcentra 1. Presentatie van het dagopvangcentrum a) Historiek b) Geografische ligging 1° Lokalisering in de sociaal-economische omgeving, 2.Kenmerken van het project: a) Doelpubliek b) Doelstellingen van het dagopvangcentrum c) Openingstijden en werktijden d) Capaciteit (het aantal mensen dat tegelijkertijd kan worden opgevangen en het aantal mensen dat per dag kan worden opgevangen) e) Opvangvoorwaarden (eventuele beperkingen, regelingen om de veiligheid van begunstigden en personeel te garanderen, enz.) f) Beheer van gezondheidsrisico's g) Dienstverlening en specifieke activiteiten 1° Toegang tot diensten binnen het dagopvangcentrum of in samenwerking met een andere dienst 2° Specifieke activiteiten voor vrouwen 3.Gebruik van de hulpbronnen voor het project a) Infrastructuur/gebouwen (met name toegankelijkheid voor mensen met een handicap, indeling van opvangruimten, kantoren voor individuele gesprekken, enz.) b) Menselijke hulpbronnen 1° Personeel (organigram van gesubsidieerd en niet-gesubsidieerd personeel) 2° De vrijwilligers (maatregelen genomen in het kader van de samenwerking, het overleg en de coördinatie van de vrijwilligers) 3° Inrichtende macht c) Externe hulpbronnen 1° Lijst van de sociale partners;2° Inschrijving in een federatie of een netwerk van sociale partners. 4. De opvang en het begeleiden van het publiek a) Opname, niet-opname en oriëntatie b) Organisatie van de opvang van de begunstigden (inclusief procedures om de veiligheid van begunstigden en personeel te waarborgen) c) Organisatie van sociaal-educatieve begeleiding (opvolging, oriëntatie, enz.) d) Samenwerkingen Manieren om samen te werken voor de opvang van de begunstigden: 1° Tussen werknemers 2° Met de vrijwilligers 3° Met externe partners e) Einde van de begeleiding 1° Redenen voor het beëindigen van de begeleiding 2° Stappen ondernomen met de mensen waarvoor het einde van de begeleiding wordt betekend.5. Evaluatie van het project: a) Modaliteiten voor de evaluatie van het project.b) Tellingsprocedures.6. Raadplegingsprocedures van de medewerkers en de vrijwilligers tijdens het opstellen van dit document Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2024 tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid. Namen, 12 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS


BIJLAGE 4 Bijlage 14/4. In aanmerking komende uitgaven in het kader van de subsidies bedoeld in de artikelen 132/19, 132/20 en 132/21

Artikel 1.De uitgaven die in het kader van de subsidie overgenomen worden hebben betrekking op: 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° investeringskosten.

Art. 2.In aanmerking komend voor subsidiëring zijn uitsluitend de uitgaven: 1° die rechtstreeks verband houden met de actie waarvoor de subsidie is toegekend;2° die de werkelijke kosten van de gesubsidieerde actie niet overschrijden;3° die betrekking hebben op de periode gedekt door de subsidie;4° die het voorwerp (zullen) uitmaken van een betaling door de begunstigde.

Art. 3.Alleen de volgende personeelskosten komen in aanmerking: 1° de bruto-vergoeding van het personeelslid;2° de RIZIV-werkgeversbijdragen;3° de kosten voor woon-werkverkeer voorzien in een regelgevende norm of een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst;4° de werkgeversbijdrage voor maaltijdcheques;5° bovenwettelijke uitkeringen uit hoofde van een wettelijke norm of een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst;6° de gepresteerde opzegvergoeding;7° de niet gepresteerde opzegvergoeding overeenkomstig de voorwaarden die de Minister of diens gemachtigde op gemotiveerd verzoek van de begunstigde vaststelt;8° de kosten inzake sociaal secretariaat of payroll beheerder, arbeidsgeneeskunde, wetsverzekering en de beheerskosten voor maaltijdcheques;9° de telewerkvergoedingen, beperkt tot het bedrag dat van toepassing is op het personeel van de Waalse Overheidsdienst, enkel voor personeelsleden van wie de taken verenigbaar zijn met telewerken en op voorwaarde dat dit laatste geen negatieve impact heeft op de toegang van de begunstigden tot de diensten, noch kwantitatief, noch kwalitatief. Het jaarlijkse plafond van de brutobezoldiging van een personeelslid in de zin van paragraaf 1, 1° stemt overeen met de bezoldiging vastgesteld volgens de barema's in de desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Investeringen in de inrichting van gebouwen of de aankoop van nieuwe of tweedehands duurzame goederen met een individuele waarde van meer dan 1.000 euro exclusief btw komen in aanmerking, in verhouding tot hun toewijzing aan de gesubsidieerde actie. Maximaal 20 van het totale investeringsbedrag mag worden afgetrokken van de subsidie die voor het boekjaar is toegekend.

Art. 5.Uitgaven van uitzonderlijke aard mogen alleen met voorafgaande toestemming van de Administratie worden gedekt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2024 tot opneming van bepalingen betreffende dagopvang voor dak- of thuislozen en de vastlegging van subsidies inzake sociale actie en gezondheid in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.

Namen, 12 december 2024.

Voor de Regering: De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS


^