gepubliceerd op 16 april 2020
Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 15 houdende afwijking van de artikelen L1232-5, § 2, en L1232-24, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de begrafenissen, de wijzen van lijkbezorging en funeraire rituelen
10 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 15 houdende afwijking van de artikelen L1232-5, § 2, en L1232-24, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de begrafenissen, de wijzen van lijkbezorging en funeraire rituelen
De Waalse Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, artikel 6;
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040688 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040687 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 type decreet prom. 17/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040696 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19;
Gelet op artikel L1232-5, § 2, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie dat bepaalt dat iedere opgraving, ongeacht of het gaat om een comfortopgraving of een technische opgraving, uitsluitend tussen 15 november en 15 april wordt uitgevoerd;
Overwegende dat sommige gemeenten gedwongen zijn om de opgravingswerken die aan de gang waren, te stoppen vanwege de gezondheidstoestand waar we mee te maken hebben, en daardoor enkele weken verliezen binnen de wettelijk vastgestelde termijn;
Overwegende dat de periode van 15 november tot 15 april is vastgesteld om hoofdzakelijk sanitaire redenen, niet alleen om te voorkomen dat de opgravingen in perioden van stijgende temperaturen of zelfs in de zomer plaatsvinden, maar ook om te voorkomen dat er massale technische opgravingswerken ontstaan en dat er begrafenissen worden georganiseerd;
Overwegende dat redelijkerwijs niet kan worden overwogen om algemene en tijdloze afwijkingen toe te staan voor de uitvoering van opgravingswerken buiten de bij wet vastgestelde periode;
Overwegende dat het, bij wijze van uitzondering en om de gemeenten te helpen bij het goede beheer van hun begraafplaatsen, bij het beheer van een noodsituatie op gezondheidsgebied en bij de organisatie van hun werknemers, evenwel noodzakelijk is om een tijdelijke oplossing te bieden aan de gemeenten die de noodzaak daarvan zouden rechtvaardigen;
Overwegende dat deze maatregel hoofdzakelijk bedoeld is om problemen in verband met het beheer van begraafplaatsen te voorkomen, problemen die, naast de toename van het aantal overlijdens als gevolg van COVID-19, een reëel gezondheidsrisico vormen in verband met de onmogelijkheid om nuttige begraafplaatsen te vinden;
Gelet op artikel L1232-22, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie dat bepaalt dat voor elke crematie een gratis verlof is vereist, dat minimum 24 uur na het overlijden alleen mag worden verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden, indien de persoon overleden is in een gemeente van het Franse taalgebied;
Overwegende dat bovenvermeld artikel aangevuld wordt met artikel L1232-24 van hetzelfde Wetboek dat in paragraaf 1, tweede lid, bepaalt dat als het om het lijk van een in een gemeente van het Franse taalgebied overleden persoon gaat, en indien de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, bevestigd heeft dat het een natuurlijk overlijden betreft, wordt het verslag bovendien bijgevoegd van een beëdigd geneesheer aangesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand om de doodsoorzaken na te gaan, waarin wordt vermeld of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak;
Overwegende dat de indamming van het coronavirus (COVID-19) en de genezing van patiënten die met dit virus geïnfecteerd zijn, de maximale en prioritaire inzet van geneesheren vereisen;
Overwegende dat de geheesheren dus voorrang moeten geven aan de zorg voor patiënten en, in geval van capaciteitsproblemen, voorrang moeten geven aan de zorg voor patiënten;
Overwegende dat het noodzakelijk is, om bij te dragen tot deze doelstelling, zo snel mogelijk te voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van de verplichting tot interventie door de tweede geneesheer, zoals bedoeld in artikel L1232-24, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie;
Overwegende dat de rol van de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld dus doorslaggevend is en dat hij dan ook de formaliteiten die hem worden opgelegd op de meest optimale manier moet vervullen, met name door de aanbevelingen in verband met de procedure voor het beheer van het overlijden van een patiënt die aan COVID-19 lijdt, die de FOD Volksgezondheid op 21 maart 2020 in samenwerking met de actoren op het terrein heeft uitgevaardigd, met betrekking tot de bijkomende informatie die op de overlijdensakten moet worden vermeld, na te leven;
Overwegende dat de Regering, krachtens artikel 1 van het decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040688 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040687 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 type decreet prom. 17/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040696 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19, bevoegd is om alle nuttige maatregelen te nemen om iedere situatie te voorkomen en te behandelen die problemen stelt in het strikte kader van de pandemie Covid-19 en haar gevolgen en die dringend behandeld moeten worden op straffe van ernstig gevaar;
Dat deze uitzonderlijke maatregelen zo nodig en in geval van verlenging of verergering van de hierboven genoemde uitzonderlijke gezondheidsomstandigheden zullen worden herzien of verlengd;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040688 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040687 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 type decreet prom. 17/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040696 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, dit besluit "van bijzondere machten" niet moet worden onderworpen aan het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State, die de Regering in elk geval heeft verzocht om geen adviesaanvragen dringend in te dienen. Het decreet tot bevestiging van dit besluit zal worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In afwijking van artikel L1232-5, § 2, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie kan de maximumtermijn voor het uitvoeren van bepaalde opgravingswerken door de Minister van Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid op advies van de Cel voor het beheer van het funerair erfgoed van de "SPW" Binnenlandse aangelegenheden en Sociale actie (CGPF) tot 15 juni 2020 worden verlengd.
De verlenging van de termijn wordt gerechtvaardigd ofwel voor reeds geplande opgravingswerken die om redenen die verband houden met de COVID-19-pandemie moesten worden geannuleerd, ofwel voor bepaalde ongeplande werken, maar die gerechtvaardigd worden door een noodsituatie gebonden aan de COVID-19-pandemie.
Art. 2.In het kader van een verlenging van de gezondheidstermijn die geldt voor de gemeenten waarvan de opgravingswerken om redenen in verband met de Covid-19-pandemie moesten worden geannuleerd, moeten de werken ofwel vooraf in overleg met de "CGPF" zijn gepland, ofwel vóór de afwijking en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften voldoen aan de volgende vijf criteria: - aan de aanplakking hebben voldaan (2 Allerheiligen); - de machtiging hebben verkregen voor het verwijderen van de graven van vóór 1945; - aan de lijst van graven van plaatselijk historisch belang voor de betrokken begraafplaats of begraafplaatsen hebben voldaan; - over knekelhuizen overeenkomstig met de beginselen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie beschikken; - over een opgravingsplan en een inrichtingsplan van het betrokken gebied beschikken.
Bovendien moeten technische regels op het terrein worden nageleefd: - de begraafplaats moet tijdens de behandeling van de menselijke resten aan het zicht onttrokken worden en afgesloten worden; - er mag geen opgravingsverrichting worden uitgevoerd tegelijk met begravingsceremonieën (respect voor de bezinning van de families); - fatsoenlijkheid binnen de begraafplaats ten opzichte van de families is vereist; de werken mogen niet zichtbaar zijn; - in het geval van sanering van een wijk, moet de begraafplaats of wijken volledig aan het zicht onttrokken worden en afgesloten worden; - in het geval van eenmalige saneringen van plaatsen voor het direct begraven van een nieuw lichaam, moet het graf en het milieu schoon zijn om de families te kunnen ontvangen, en er mag niet in het openbaar met menselijke resten worden omgegaan.
Art. 3.In het geval van een verlenging van de sanitaire termijn voor werken die niet door een gemeente zijn gepland, maar die gerechtvaardigd worden door een noodsituatie in verband met de COVID-19-pandemie, moet de gemeente aan de onderstaande eisen voldoen: 1. aan de aanplakking hebben voldaan (2 Allerheiligen);2. over een opgravingsplan en een inrichtingsplan van het betrokken gebied beschikken. In overeenstemming met de "CGPF" kunnen de volgende vereisten worden uitgevoerd in het kader van een veldonderzoek: 1. de vestiging van een ossuarium overeenkomstig met de beginselen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie;2. de opstelling van de lijst van de graven van plaatselijk historisch belang;3. de opstelling van verzoeken tot verwijdering van monumenten van vóór 1945.
Art. 4.Elke afwijkingsaanvraag moet vóór 30 april 2020 worden ingediend met behulp van een formulier in elektronische vorm (Word-formaat) en naar de "CGPF" worden gestuurd op het e-mailadres Cgpf.dgo5@spw.wallonie.be.
Het document zal de volgende gegevens bevatten: - de verzoekende gemeente (adres, contactpersoon, directe link); - de betrokken begraafplaats (adres); - opgravingsplan en inrichtingsplan van het betrokken gebied; - de objectieve argumenten die de aanvraag tot afwijking van de gezondheidstermijn rechtvaardigen.
De modelformulieren voor elk van de twee in de artikelen 2 en 3 bedoelde gevallen zijn beschikbaar op https://interieur.wallonie.be/coronavirus-covid19.
Art. 5.In afwijking van artikel L1232-24, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie moet gedurende een peridode van 60 dagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, die tweemaal voor dezelfde periode kan worden verlengd bij een besluit waarbij de Regering de noodzaak ervan rechtvaardigt in het licht van de ontwikkeling van de gezondheidstoestand, het verslag van een beëdigd geneesheer uit een gemeente van het Waalse Gewest die door de ambtenaar van de burgerlijke stand of door zijn gemachtigde beambten van het gemeentebestuur is aangesteld om de doodsoorzaken na te gaan, niet meer worden bijgevoegd.
De afwijking, vermeld in het eerste lid, is uitsluitend mogelijk: 1° als het overlijden plaatsvindt in het ziekenhuis;2° als het overlijden plaatsvindt buiten het ziekenhuis en de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden vaststelt, bevestigt dat het overlijden te wijten is aan de infectieziekte.
Art. 6.Het is de taak van de geneesheer die het overlijden vaststelt, om de formaliteiten die op hem rusten, in het bijzonder met betrekking tot de overlijdensakte, zo volledig mogelijk na te leven.
Laatstgenoemde moet bovendien in de overlijdensakte (model IIIC of IIID) in rubriek A onder de rubrieken "bezwaar tegen het schenken van het lichaam" en "bezwaar tegen het vervoer vóór de kisting" "ja" vermelden in geval van overlijden van een patiënt met een positieve COVID-19 test of in geval van klinische verdenking op COVID-19 zonder test (mogelijk geval). Als het om een overlijden buiten het ziekenhuis gaat, moet ook op luik A worden vermeld dat het om een (mogelijk) overlijden van COVID-19 gaat.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 10 april 2020.
Namen, 10 april 2020.
Voor de Waalse Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, P.-Y. DERMAGNE