7 MAART 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van sociale woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of door openbare huisvestingsmaatschappijen

De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 61 en 94;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of door openbare huisvestingsmaatschappijen, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement", uitgebracht op 11 september 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering over de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een maximumtermijn van één maand;

Gelet op het advies 30.822/4 van de Raad van State, uitgebracht op 20 december 2000, krachtens artikel 84, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7 van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 tot regeling van de huurkosten van sociale woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" of door openbare huisvestingsmaatschappijen, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « De werkelijke uitgaven voor diensten die individuele en collectieve gastoestellen voor de productie van warm water in de sanitaire installaties en hun afvoerleidingen onderhouden, moeten ook als kosten worden beschouwd ».2° in § 2, c), tweede lid worden de zinnen "Zij mogen niet meer dan 100 BEF per maand en per huurder bedragen.Dit bedrag kan aangepast worden door de Minister op voorstel van de Huisvestingsmaatschappij" geschrapt. 3° in § 2, e), wordt de aanhef vervangen door de volgende : « Onderhoud van de centrale verwarming en van individuele en collectieve gastoestellen voor de productie van warm water in de sanitaire installaties en hun afvoerleidingen.»

Art. 2.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 7 maart 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN