gepubliceerd op 12 februari 1999
Besluit van de Waalse Regering betreffende de overdracht van bevoegdheden aan de ambtenaren van het « Agence wallonne à l'Exportation »
7 JANUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de overdracht van bevoegdheden aan de ambtenaren van het « Agence wallonne à l'Exportation » (Waalse Exportagentschap)
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 2 april 1998 houdende oprichting van het « Agence wallonne à l'Exportation » (Waalse Exportagentschap), inzonderheid op artikel 11;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van het « Agence wallonne à l'Exportation » van 7 september 1998;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Op de voordracht van de Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Binnen het « Agence wallonne à l'Exportation », hierna het Agentschap genoemd, worden bevoegdheden overgedragen aan vastbenoemde personeelsleden die een betrekking bekleden in de personeelsformatie van deze instelling.
De aan de titularis van een functie toegekende overdrachten worden tevens toegekend aan de ambtenaar belast met deze functie.
Art. 2.De in dit besluit bedoelde bedragen dekken het geheel van de uitgaven, B.T.W. niet inbegrepen.
Wordt er een abonnement genomen op een tijdschrift, een periodiek of een databank of wordt er een voorwerp gehuurd, dekken de uitgaven de jaarlijkse kosten van het abonnement of van de huur. HOOFDSTUK II. - De respectievelijke bevoegdheden van de directeur-generaal, inspecteur-generaal en van de directeurs Afdeling 1. - Algemene overdrachten
Art. 3.De directeur-generaal is gemachtigd om de mutatielijsten te ondertekenen die betrekking hebben op de wedden en toelagen van het personeel van het Agentschap en om de personeelskosten, alsook alle andere personeelsuitgaven ten laste van de begroting van het Agentschap, goed te keuren en betaalbaar te stellen.
Art. 4.De directeur-generaal en de door hem daartoe aangewezen vastbenoemde ambtenaren van niveau 1, 2+ of 2 zijn gemachtigd om de uitgaven goed te keuren en betaalbaar te stellen die de primaire ordonnateur vastgelegd heeft ten laste van de kredieten die op de begroting van het Agentschap voorzien zijn.
Art. 5.Elke gemachtigde ambtenaar moet de directeur-generaal maandelijks de volgende stukken verschaffen : 1° een lijst van de vastleggingen en betaalbaarstellingen die hij verricht heeft overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;2° een inventaris van de nieuwe patrimoniale aankopen, met het aan het materieel toegekende inventarisnummer en de plaatsaanwijzing ervan. De in het eerste lid bedoelde stukken worden overgemaakt aan de directeur-generaal binnen een termijn van vijftien dagen na afloop van de bedoelde maandelijkse periode. De directeur-generaal stuurt deze stukken door naar de raad van bestuur van het Agentschap. Afdeling 2. - Overdrachten inzake delegaties in het buitenland
Art. 6.De titularissen van de onderstaande ambten zijn ertoe gemachtigd alle op de begroting van het Agentschap toe te rekenen uitgaven betreffende de werkingskosten van de delegaties in het buitenland goed te keuren en betaalbaar te stellen ten belope van het bedrag dat naast hun graad wordt vermeld : - directeur-generaal : BEF 2 500 000 - inspecteur-generaal : BEF 1 250 000.
Bovendien is iedere economische en handelsattaché van het Waalse Gewest in het buitenland gemachtigd om, binnen de hem toegewezen financiële ruimte, 1° de in het eerste lid vermelde kosten goed te keuren en betaalbaar te stellen;2° in het buitenland en wat betreft de dienst waarmee hij belast is, de arbeidsovereenkomsten van het niet-Belgisch hulppersoneel, de huur- en onderhoudscontracten alsook de bestelbriefjes of de overeenkomsten inzake de aankoop van duurzame roerende goederen te ondertekenen mits voorafgaande toestemming van de inspecteur-generaal van het Agentschap. Afdeling 3. - Overdrachten inzake sluiting en uitvoering van de
overheidsopdrachten en van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
Art. 7.Indien de bij de bepalingen van dit besluit toegekende overdrachten betrekking hebben op een overheidsopdracht waarvoor het Agentschap de aanbestedende overheid is, is de directeur-generaal gemachtigd, ten belope van een bedrag van BEF 1 250 000, het bestek op te maken, de gunningswijze te bepalen, de procedure aan te spannen en de kandidaten voor een opdracht te selecteren.
De machtiging wordt nadien verhoogd tot een bedrag van BEF 2 500 000 om : 1° de opdracht toe te kennen; 2° de handelingen i.v.m. de uitvoering van de opdracht te verrichten, onverminderd de bevoegdheden toegekend aan de in het bestek aangewezen ambtenaar overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
In afwijking van het eerste lid, 2°, is de directeur-generaal bevoegd om af te wijken van de hoofdclausules en -voorwaarden van de toegekende opdracht, om een schikking te treffen en om boetes wegens vertraging bij de levering op te leggen ten belope van een bedrag van BEF 500 000.
Art. 8.In het kader van de goedkeuring van bijkomende of wijzigingswerkzaamheden waarvan het Agentschap de opdrachtgever is, mag het bedrag van een afrekening of het totaalbedrag van de opeenvolgende afrekeningen goedgekeurd worden door de directeur-generaal voor zover het niet hoger is dan 15 % van het aanvankelijke bedrag van de indiening en niet meer dan BEF 1 250 000 bedraagt. Afdeling 4. Overdrachten inzake personeel
Art. 9.De directeur-generaal is gemachtigd om : 1° beslissingen te nemen i.v.m. het jaarlijkse vakantieverlof, het uitzonderlijke en het omstandigheidsverlof, alsook i.v.m. andere opdrachten dan opdrachten in het buitenland; 2° vrijstellingen van dienst wegens overmacht toe te staan;3° ouderschapsverlof toe te staan, alsook verlof om cursussen bij te wonen aan de school van de burgerlijke bescherming, om dienstplicht te vervullen in vredestijd, verlof voor de opvang van een kind met het oog op adoptie of pleegvoogdij; 4° beslissingen te nemen i.v.m. arbeidsongevallen en beroepsziekten; 5° de ambtenaren van niveau 2+, 2, 3 en 4 tot de proeftijd toe te laten en in vast dienstverband te benoemen;6° over te gaan tot de aanstelling van de ambtenaren;7° de administratieve verblijfplaats van de ambtenaren te bepalen; 8° beslissingen te nemen i.v.m. de mutaties op verzoek van de ambtenaar en met de mutaties van ambtswege van ambtenaren met een graad die niet hoger dan A5 is; 9° beslissingen te nemen i.v.m. de onderbreking van de beroepsloopbaan en de nodige maatregelen te treffen voor de vervanging van de personeelsleden die gebruik maken van deze onderbreking. De raad van bestuur en de functioneel bevoegde Minister dienen hierover ingelicht te worden overeenkomstig artikel 12 van dit besluit; 10° beslissingen te nemen i.v.m. het verlof wegens dwingende redenen van familiaal belang, in het kader van een stage of proeftijd bij een openbare dienst of het stellen van een kandidatuur voor de parlements- of provincieraadsverkiezingen, van prestaties ten gunste van de door de nationale, gemeenschappelijke of gewestelijke wetgevende Kamers erkende politieke groeperingen of ten gunste van de voorzitters van deze groeperingen, alsook beslissingen i.v.m. het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid, terbeschikkingstelling van de Koning, opdracht en vakbondsopdracht, langdurige afwezigheid gewettigd door familiale redenen, verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen of wegens persoonlijke aangelegenheid, of om cursussen te volgen met het oog op de vervolmaking van de intellectuele, morele of sociale opleiding in het kader van een verlof voor maatschappelijke emancipatie; 11° in het kader van de door de raad van beroep onderzochte zaken de vastbenoemde ambtenaar aan te wijzen die het betwiste voorstel moet verdedigen;12° de in disponibiliteitstelling wegens ziekte of gebrekkigheid uit te spreken die niet een definitieve dienstongeschiktheid tot gevolg heeft, maar afwezigheden die langer zijn dan het verlof wegens ziekte of gebrekkigheid;13° de in disponibiliteitstelling wegens persoonlijke aangelegenheid uit te spreken; 14° beslissingen te nemen i.v.m. het verlof wegens ziekte of gebrekkigheid, behalve de gevolgen te geven aan de beslissingen die door de Administratieve Gezondheidsdienst worden genomen m.b.t. lichamelijke ongeschiktheid; 15° de arbeidsovereenkomsten van het niet vastbenoemd personeel te ondertekenen, ter uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur en van de Regering; 16° krachtens artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst, beslissingen te nemen i.v.m. het ontslag, om gewichtige reden, van het contractuele personeel en de raad van bestuur zo vlug mogelijk daaromtrent in te lichten; 17° de eedafleggingen van de ambtenaren van niveau 2+, 2, 3 en 4 af te nemen; 18° beslissingen te nemen i.v.m. de vaststelling en uitbetaling van de wedde van de ambtenaren van het Agentschap, met inbegrip van het voorschot en de toelage voor de uitoefening van een hoger ambt, alsook de uitbetaling voor buitengewone prestaties; 19° beslissingen te nemen i.v.m. het politiek verlof; 20° beslissingen te nemen i.v.m. de vaststelling van de administratieve anciënniteit.
Art. 10.Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, kan de Waalse Regering instemmen met de indienstneming van contractuele personeelsleden op de voordracht van de raad van bestuur van het Agentschap.
In afwijking van het vorige lid kan de directeur-generaal voorzien in de vervanging van het personeel dat tijdelijk afwezig is. In dat geval mag het contract niet langer lopen dan één jaar.
Art. 11.Voor elke indienstneming van een contractueel personeelslid moet de directeur-generaal elke semester de volgende gegevens verstrekken aan de functioneel bevoegde Minister : - de naam en voornaam van de in dienst genomen persoon; - de datum van de opeenvolgende contracten bij het Agentschap (datum, begin en einde van het contract); - het uitgeoefende ambt; - de opdracht(en) waarvoor de persoon aangewezen is. Afdeling 5. - Uitoefening van de overdrachten
Art. 12.In geval van afwezigheid of verhindering van de directeur-generaal worden zijn overdrachten tijdens zijn afwezigheid of verhindering aan de inspecteur-generaal van het Agentschap verleend.
In geval van afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal en bij gebrek aan andersluidende reglementaire bepalingen of aan bijzondere bepalingen genomen door de titularis van het ambt, worden zijn overdrachten alsook de in het eerste lid bedoelde overdrachten tijdens zijn afwezigheid of verhindering aan de betrokkene inspecteur-generaal verleend.
Art. 13.De hiërarchische meerderen van een gemachtigd ambtenaar mogen, om welke reden ook, de hem bij dit besluit verleende overdrachten uitoefenen. Ze mogen hun eigen beslissing echter niet in de plaats stellen van de door de gemachtigde ambtenaar genomen en betekende beslissing. HOOFDSTUK III. - Exclusieve beheersbevoegdheid van de Waalse Regering
Art. 14.Wat het personeel betreft, is alleen de Waalse Regering bevoegd voor : 1° de besluiten van organieke of reglementaire aard;2° het verlenen van overdrachten;3° de personeelsformatie;4° de jaarlijkse machtigingen inzake de bezettingsgraad van de personeelsformatie;5° bij gelegenheid, machtigingen inzake indienstneming van contractueel personeel. HOOFDSTUK IV. - Exclusieve beheersbevoegdheid van de raad van bestuur
Art. 15.Wat het personeel betreft, is alleen de raad van bestuur bevoegd voor : 1° de toekenning van een hoger ambt, de bevorderingen bij verhoging van graad tot niveau 1;2° de definitieve beslissingen ingevolge het advies van de commissies en raden van beroep;3° de toelating tot de proeftijd en de vaste benoeming van de ambtenaren van niveau 1;4° de mutaties in het belang van de dienst vanaf de graden van rang A4;5° het afnemen van de eedaflegging van de ambtenaren van niveau 1. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 16.De Minister van Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 7 januari 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON