1 JUNI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van de erkenningsmodaliteiten voor de auditeurs die energieaudits in de huisvestingssector uitvoeren

De Waalse Regering, Gelet op het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 36bis ;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto, gesloten te Brussel;

Gelet op de inwerkingtreding van het Protocol van Kyoto met het oog op de vermindering van broeikasgasemissies en op de noodzaak voor de Waalse Regering om aan deze internationale verplichting te voldoen;

Gelet op het leefmilieuplan voor een duurzaame ontwikkeling, aangenomen door de Waalse Regering op 9 maart 1995;

Gelet op Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, die o.a. de certificering van de energieprestatie van bestaande woningen tot doel heeft;

Gelet op artikel 145.24 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 63.11;

Overwegende dat het nuttig is de gezinnen bij hun besluitvorming te steunen zodat ze hun energie-uitgaven beter kunnen beheren;

Overwegende dat de energieaudit gezien moet worden als een voorafgaande analyse op grond waarvan beslissingen genomen kunnen worden wat betreft investeringen met het oog op minder energieverbruik;

Overwegende dat het belangrijk is audits te ontwikkelen met het oog op de ecologische en economische gevolgen die ze met zich meebrengen;

Overwegende dat een gemeenschappelijke procedure (energetische adviesprocedure) en een gemeenschappelijke software zijn ontwikkeld voor de drie Gewesten en de federale Staat;

Overwegende dat de energieaudits volgens de energetische adviesprocedure uitgevoerd moeten worden door bevoegde personen om de kwaliteit ervan te waarborgen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 maart 2006 en 22 mei 2006;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 juni 2006;

Gelet op het advies 40.059/4 van de Raad van State, gegeven op 12 april 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen wordt overeenkomstig artikel 15, § 1, tweede lid, ervan, bij dit besluit omgezet.

TITEL I. - Procedure van toepassing op woningen die een wooneenheid voor één enkel gezin vormen, met uitsluiting van gemeenschappelijke woningen, flatgebouwen en appartementen HOOFDSTUK I. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor het Energiebeleid;2° auditeur : elke natuurlijke persoon die overeenkomstig dit besluit door de Minister erkend wordt om een energieaudit van een bestaande woning uit te voeren;3° administratie : het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie van het Ministerie van het Waalse Gewest;4° woning : gebouw of gebouwgedeelte dat structureel bestemd is om bewoond te worden door één of verscheidene gezinnen in de zin van de Waalse Huisvestingscode;5° energieaudit : energetische analyse van een woning volgens de door het Waalse Gewest ontwikkelde methode; 6° auditsoftware : software i.v.m. de methode inzake de energetische analyse van woningen, ontwikkeld door de administratie en gratis ter beschikking gesteld van de auditeurs; 7° databank : door de administratie beheerd elektronisch bestand van de gegevens betreffende energieaudits en de resultaten ervan. HOOFDSTUK II. - Erkenning van auditeurs

Art. 3.§ 1. Elke natuurlijke persoon die houder is van een diploma van architect, ingenieur-architect, burgerlijk bouwkundig ingenieur of industrieel bouwkundig ingenieur of elke natuurlijke persoon die het bewijs kan leveren van minimum vijf jaar ervaring wat betreft de energetische aspecten van gebouwen, kan een aanvraag tot erkenningskandidatuur indienen aan de hand van het aanvraagformulier dat door de administratie afgeleverd wordt. § 2. De onderdanen van een andere Staat leveren het bewijs van hun kwalificatie op basis van diploma's en garanties die gelijkwaaardig zijn met die bedoeld in het eerste lid. § 3. De energieaudits bevatten geen enkel commercieel voorstel betreffende de energievoorziening van de woning of de energiebesparingsmaatregelen aanbevolen in het auditrapport. De energieaudits worden op onafhankelijke en objectieve wijze opgesteld en zijn niet ingegeven door eventuele commerciële belangen van de auditeur. § 4. De auditeur geeft geen publiciteit aan de gegevens of feiten waarvan hij kennis krijgt bij de uitoefening van zijn opdracht en die hij geheim moet houden.

Hij machtigt het erkenningsorgaan ertoe de overgemaakte energieaudits te controleren, te onderzoeken en te verifiëren en verleent zijn medewerking daartoe. § 5. De auditeur geniet zijn burgerlijke en politieke rechten en voldoet aan de verplichtingen opgelegd bij de sociale en fiscale wetgeving. § 6. De auditeur verbindt zich ertoe de continu opleiding voor auditeurs te volgen.

Art. 4.§ 1. De aanvraag tot erkenningskandidatuur wordt bij de administratie ingediend d.m.v. een formulier en bevat de volgende gegevens : - de naam, het adres en het beroep van de aanvrager; - de diploma's, kwalificaties en eventuele referenties van de aanvrager inzake energieaudits; - het bewijs van ervaring wat betreft de energetische aspecten van gebouwen. § 2. De beslissing van de administratie waarbij zij de kandidatuur van de aanvrager al dan niet aanvaardt wordt hem meegedeeld binnen een termijn van veertig kalenderdagen, die ingaat op de datum van verzending van het bewijs van ontvangst van de aanvraag waarbij bevestigd wordt dat het dossier volledig is. In geval van aanvaarding vermeldt de kennisgeving de datums van de eerstkomende opleidingen, alsmede de prijs ervan. In geval van weigering kan de aanvrager een beroep indienen bij de Minister. De Minister geeft de aanvrager kennis van zijn beslissing binnen een termijn van veertig kalenderdagen, die ingaat op de datum van het bericht van ontvangst van het beroep. § 3. De kandidaat-auditeur volgt een opleiding i.v.m. energieaudits in de huisvestingssector, die het voorwerp uitmaakt van een evaluatie. De evaluatie omvat een mondelinge en een schriftelijke proef. De opleiding is geslaagd als een resultaat van 12/20 of meer behaald wordt. De administratie geeft de kandidaten kennis van hun resultaten binnen veertig kalenderdagen, met ingang van de datum van de mondelinge proef, en maakt de lijst van de geslaagden over aan de Minister. § 4. De opleiding bestaat in een luik theorie betreffende o.a. de thermische prestatie van het omhulsel van het gebouw, de verwarmingssystemen, het sanitaire warmwater, de verluchting, het zomercomfort en in een luik praktijk dat betrekking heeft op, o.a., het gebruik van de door de administratie ter beschikking gestelde software en de inzameling van gegevens ter plaatse. Afwezigheid op één of meer opleidingsdagen kan alleen d.m.v. een doktersattest gerechtvaardigd worden.

De administratie organiseert jaarlijks minstens twee opleidingen voor auditeurs, onder voorbehoud van de beschikbare kredieten. § 5. De Minister erkent de auditeurs die geslaagd zijn voor de evaluatie bedoeld in § 3.

Het ministerieel besluit vermeldt : 1° het nummer van de erkenning;2° het adres van de databank waar de auditresultaten naartoe gestuurd moeten worden overeenkomstig artikel 7. De administratie maakt de lijst van de erkende auditeurs bekend op haar website. § 6. De erkenning wordt toegekend voor een termijn van vijf jaar, die ingaat op de datum van bekendmaking bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad . § 7. De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder de door een Belgisch Gewest of een andere lidstaat erkende auditeurs erkend en gemachtigd worden om audits in het Waalse Gewest uit te voeren. HOOFDSTUK III. - Hernieuwing van de erkenning

Art. 5.De erkenning is hernieuwbaar om de vijf jaar. De hernieuwingsaanvraag wordt minstens negentig kalenderdagen vóór de vervaldatum van de erkenning per post aan de administratie gericht d.m.v. een formulier.

De hernieuwing wordt toegestaan als : 1° de auditeur minstens 5 audits heeft uitgevoerd tijdens de twee laatste jaren van de lopende erkenning;2° de eventuele controles bedoeld in artikel 7 geen nalatigheid aan het licht gebracht hebben. De administratie geeft de Minister advies binnen een termijn van veertig kalenderdagen, die ingaat op de datum van verzending van het bewijs van ontvangst van de hernieuwingsaanvraag waarbij bevestigd wordt dat het dossier volledig is.

De erkenning wordt verlengd totdat de Minister zijn beslissing aan de aanvrager heeft meegedeeld.

De hernieuwing van de erkenning wordt toegekend voor een nieuwe termijn van vijf jaar, die ingaat op de datum van bekendmaking bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK IV. - Controle en strafmaatregel

Art. 6.De erkende auditeur geeft de administratie onmiddellijk kennis van de wijzigingen in de gegevens van het dossier waarop de erkenning berust.

Art. 7.§ 1. De administratie is ertoe gemachtigd controle uit oefenen op de door erkende auditeurs uitgevoerde audits.

Als de administratie nalatigheden van de erkende auditeur vaststelt, hetzij inzake de kwaliteit van zijn audits of inzake technische kennis, roept ze hem op. § 2. Na de auditeur te hebben opgeroepen om gehoord te worden, stelt de administratie, in geval van bewezen nalatigheden, de Minister voor een waarschuwing te sturen waarin gewezen wordt op de verplichting een opleiding te volgen. § 3. Als de auditeur weigert een opleiding te volgen of als hij niet slaagt voor de evaluatie die de opleiding afsluit of als verdere nalatigheden worden geconstateerd, stelt de administratie de Minister voor dat de hoedanigheid van erkende auditeur ingetrokken wordt. HOOFDSTUK V. - Energieaudit

Art. 8.Bij de uitvoering van een energieaudit maakt de auditeur gebruik van de auditsoftware die de administratie ter beschikking stelt.

De energieaudit gaat hoe dan ook de volgende energetische aspecten na : 1° het omhulsel van het gebouw;2° de verwarmingsinstallatie;3° de bereiding van het sanitaire warmwater;4° het ventilatiesysteem.

Art. 9.De resultaten van de energieaudit, zoals gedrukt door de auditsoftware, worden besproken door de auditeur en overgemaakt aan de aanvrager van de audit.

De auditeur maakt deze resultaten elektronisch over aan de databank.

Na uitvoering van de energieaudit voorziet de erkende auditeur de factuur of de honorarianota van de volgende melding : « Auditeur énergétique agréé par la Région wallonne portant le numéro d'agrément (Energieauditeur erkend door het Waalse Gewest, erkenningsnummer). » (door de auditeur in te vullen).

Het door de auditsoftware afgeleverde document op grond waarvan een belastingsvermindering kan worden genoten, wordt bij de factuur of de honorarianota gevoegd.

TITEL II. - Procedure van toepassing op gemeenschappelijke woningen, flatgebouwen en appartementen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 10.De artikelen 2 tot 7 van dit besluit zijn van toepassing op gemeenschappelijke woningen, flatgebouwen en appartementen HOOFDSTUK II. - Energieaudit van de gemeenschappelijke woningen, flatgebouwen en appartementen

Art. 11.Bij de uitvoering van een energieaudit maakt de auditeur gebruik van de auditsoftware die de administratie ter beschikking stelt.

De audit kan betrekking hebben op één appartement of op het geheel van het gebouw.

De energieaudit gaat hoe dan ook de volgende energetische aspecten na : 1° het omhulsel van het gebouw of van het appartement;2° de individuele of gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie;3° de bereiding van het individuele of gemeenschappelijke sanitaire warmwater;4° het individuele of gemeenschappelijke ventilatiesysteem.

Art. 12.De bepalingen van artikel 9 zijn van toepassing.

Titel III. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt, met uitzondering van titel II, waarvan de inwerkingtreding door de Minister bepaald wordt.

Art. 14.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 1 juni 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE