Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 01 april 1999
gepubliceerd op 09 juni 1999

Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de territoriale bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de adviescommissies voor het leerlingenvervoer

bron
waals ministerie van uitrusting en vervoer
numac
1999027442
pub.
09/06/1999
prom.
01/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/01/1999027442/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de territoriale bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de adviescommissies voor het leerlingenvervoer


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 16 juli 1998 houdende reglementering van het vervoer van leerlingen die de door de Franse Gemeenschap op het grondgebied van het Franse taalgebied georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken, inzonderheid op de artikelen 8, § 1, eerste lid, en 10, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 augustus 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 december 1998;

Gelet op het advies van de Regering van de Franse Gemeenschap, gegeven op 12 oktober 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State, gevraagd overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de inwerkingtreding op 29 augustus 1998 van het decreet van 16 juli 1998 houdende reglementering van het vervoer van leerlingen die de door de Franse Gemeenschap op het grondgebied van het Franse taalgebied georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken;

Overwegende dat de centrale en gedecentraliseerde adviescommissies onontbeerlijk zijn voor de organisatie van het leerlingenvervoer;

Overwegende dat de hervorming van het leerlingenvervoer pas zal ingaan na de instelling van de commissies, de aanwijzing van hun leden en van hun secretaris;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127 van de Grondwet.

Het is van toepassing op het grondgebied van het Franse taalgebied.

Art. 2.Het ambtsgebied van de centrale adviescommissie valt samen met het gezamenlijke grondgebied van het Franse taalgebied.

Het ambtsgebied van de gedecentraliseerde adviescommissies komt overeen met het exploitatiegebied van de "TEC" (Maatschappijen van Openbaar vervoer), behalve voor de zone Namen-Luxemburg waar twee commissies voorzien worden, de ene voor het grondgebied van de provincie Namen, de andere voor het grondgebied van de provincie Luxemburg.

Art. 3.De gedecentraliseerde adviescommissies en de centrale adviescommissie zijn samengesteld als volgt : 1. twee vertegenwoordigers van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, die geacht worden het niet-confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;2. twee vertegenwoordigers van het gesubsidieerd vrij onderwijs, die geacht worden het confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;3. twee vertegenwoordigers van het gesubsidieerd officieel onderwijs, die geacht worden het confessioneel en het niet-confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;4. een vertegenwoordiger van het Verbond van Ouderverenigingen van het officieel onderwijs, dat geacht wordt niet-confessioneel te zijn;5. een vertegenwoordiger van de Unie van de verbonden van Ouderverenigingen van het katholiek onderwijs, dat geacht wordt confessioneel te zijn;6. een vertegenwoordiger van de Regering.Bovendien, wat de centrale adviescommissie betreft, een vertegenwoordiger van het College van de Franse Gemeenschapscommissie als het er één voordraagt; 7. voor elke gedecentraliseerde adviescommissie, een vertegenwoordiger van de openbare exploitatiemaatschappij van gemeenschappelijk vervoer bedoeld in artikel 18 van het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest waarvan het exploitatiegebied overeenkomt met het in artikel 2 bepaalde ambtsgebied;voor de centrale adviescommissie, een vertegenwoordiger van de "Société régionale wallonne du Transport" (Waalse Gewestelijke Vervoermaatschappij), opgericht bij bovenvermeld decreet van 21 december 1989; 8. een vertegenwoordiger van de meest representatieve vereniging van beroepsvervoerders, namelijk de Belgische Federatie van Autobus- en Autocarexploitanten. Elke commissie mag iedere persoon uitnodigen die nuttige gegevens kan verstrekken bij haar beraadslagingen.

Art. 4.De leden worden voor vier jaar door de Waalse Regering benoemd.

De in artikel 3, eerste lid, 1° à 5°, 7° en 8°, bedoelde leden worden uit een dubbeltal voorgedragen door de vereniging of de maatschappij die ze vertegenwoordigen.

Art. 5.Elk gewoon lid heeft een plaatsvervanger die tegelijkertijd en op dezelfde wijze als hem wordt benoemd.

Het gewoon lid dat een vergadering niet kan bijwonen, verwittigt zelf zijn plaatsvervanger.

Indien geen nieuw gewoon lid wordt voorgedragen, beëindigt de plaatsvervanger het mandaat van het gewoon lid dat overleden is, ontslag heeft genomen of de hoedanigheid of de titel waarvoor hij benoemd is, verloren heeft.

Art. 6.§ 1. Het voorzitterschap van de centrale adviescommissie wordt waargenomen door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Vervoer van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer. § 2. Voor elke gedecentraliseerde adviescommissie benoemt de Minister tot wiens bevoegdheden het leerlingenvervoer behoort, op eenstemmig voorstel van zijn leden, een voorzitter en een vice-voorzitter.

De voorzitter wordt beurtelings benoemd onder de vertegenwoordigers van het confessioneel onderwijs en de vertegenwoordigers van het niet-confessioneel onderwijs.

Wanneer de voorzitter het niet-confessioneel onderwijs vertegenwoordigt, vertegenwoordigt de vice-voorzitter het confessioneel onderwijs en vice versa.

De afwisseling tussen deze twee functies gebeurt na twee mandaatjaren.

Art. 7.Het mandaat van secretaris van de gedecentraliseerde adviescommissies kan ieder ogenblik herroepen worden door de overheid die hem aangewezen heeft, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, § 2, van het decreet van 16 juli 1998 houdende reglementering van het vervoer van leerlingen die de door de Franse Gemeenschap op het grondgebied van het Franse taalgebied georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen bezoeken.

De secretaris mag niet simultaan een functie bekleden binnen de openbare exploitatiemaatschappij van gemeenschappelijk vervoer van hetzelfde gebied als de commissie waaraan hij verbonden is.

De secretaris mag ook geen zitting houden binnen dezelfde adviescommissie of de centrale commissie als lid, gewoon of plaatsvervangend, dat krachtens artikel 3 aangewezen is.

Tijdens de geldigheid van zijn mandaat krijgt de secretaris van een gedecentraliseerde adviescommissie, ten laste van de begroting van het Gewest, een toelage die gelijk is aan de wedde van eerste gegradueerde, behalve als hij al van een ten minste gelijke wedde geniet.

Art. 8.De secretaris van de centrale adviescommissie is de verantwoordelijke van de Directie Leerlingenvervoer van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer.

Art. 9.De voorzitter bepaalt de agenda van de vergaderingen en roept de commissie bijeen op verzoek van de Minister tot wiens bevoegdheden het leerlingenvervoer behoort, de Directie Leerlingenvervoer, centrale dienst of gewestelijk bureau voor de gedecentraliseerde commissies, op eigen initiatief, op verzoek van de secretaris van de commissie of op met redenen omkleed verzoek van ten minste een vierde van haar leden.

Vijf volle dagen vóór de datum van de vergadering worden de oproepingen aan de leden gestuurd.

Art. 10.Binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag door hun respectievelijke secretariaat worden de adviezen door de adviescommissies uitgebracht.

In geval van gemotiveerde dringendheid kan deze termijn tot tien dagen teruggebracht worden.

Art. 11.§ 1. De secretarissen van de adviescommissies leggen de dossiers aan betreffende de punten van de agenda van de vergaderingen en brengen de uitgebrachte adviezen over. § 2. De secretaris van de gedecentraliseerde adviescommissies ontvangt alle aanvragen betreffende het recht op het vervoer en zorgt voor de opvolging ervan.

In het bijzonder speelt hij een rol van tussenpersoon tussen enerzijds de ouders en de schoolinrichtingen en, anderzijds, de titularis van de functie van exploitatie in de zin van artikel 7 van bovenvermeld decreet van 16 juli 1998.

Hij neemt alle bewarende maatregelen en doet verslag ervan op de eerstvolgende vergadering van de commissie waarvan hij secretaris is.

Art. 12.Het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 18 maart 1990 tot bepaling van de samenstelling en de werking van de commissies voor leerlingenvervoer wordt opgeheven.

Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheden het leerlingenvervoer behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 7, tweede lid, dat pas in werking zal treden na de volgende hernieuwing van de leden van de raden van bestuur van de "TEC".

Namen, 1 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

^