gepubliceerd op 25 november 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een melkpremie en extra betalingen aan melkproducenten
30 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een melkpremie en extra betalingen aan melkproducenten
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten,inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijke besluit van 22 februari 2001;
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen;
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1259/99 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
Gelet op Verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2004 van de Commissie van 23 januari 2004;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr.1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, inzonderheid op artikel 47, §2, 62, 95, 96, 97, 150 en 153;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten;
Gelet op Verordening (EG) nr. 2237/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende uitvoeringsbepalingen voor bepaalde steunregelingen die zijn ingesteld bij titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, inzonderheid op artikel 3, 29, 30, 31;
Gelet op Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin voorzien wordt bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, inzonderheid op artikel 5, 31 en 42;
Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, inzonderheid op artikel 17, 21, 22, 43, 53, 64, 65, 66, 67, 72,73;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 met betrekking tot de bij de titels IV en IVbis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot de uitoefening van geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij, meer bepaald met betrekking tot de extra heffing en de uitbetaling van rechtstreekse steun in de sector melk en zuivelproducten, inzonderheid op artikel 11, § 2;
Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 13 september 2004, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouw van 18 november 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 oktober 2004;
Gelet op het advies 38.285/3 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2005, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de melkproducent: de producent zoals gedefinieerd in artikel 5 van Verordening (EG) nr.1788/2003; 2° de individuele referentiehoeveelheid: de individuele referentiehoeveelheid die in aanmerking komt voor de premie op 31 maart van het kalenderjaar in kwestie, uitgedrukt in liter. Overeenkomstig artikel 95,lid 3 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden de individuele referentiehoeveelheden die op 31 maart van het kalenderjaar in kwestie overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 3950/92 tijdelijk zijn overgedragen, geacht voor dat kalenderjaar beschikbaar te zijn op het bedrijf van de overnemer; 3° de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij;4° de bevoegde dienst: de dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van de steunmaatregelen inzake landbouwproductiebeheer.
Art. 2.Overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en nr. 2237/2003 komen de melkproducenten voor de kalenderjaren 2004 en 2005 in aanmerking voor een melkpremie.
Overeenkomstig artikel 95, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt de premie verleend per kalenderjaar, per bedrijf en per ton individuele referentiehoeveelheid die in aanmerking komt voor de premie en op het bedrijf beschikbaar is.
Overeenkomstig artikel 96 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 worden er extra betalingen verleend als aanvullend bedrag per premiebedrag zoals bepaald in het eerste lid. Die betalingen gebeuren op basis van de individuele referentiehoeveelheid op 31 maart van het kalenderjaar in kwestie.
Art. 3.Met behoud van de toepassing van artikel 10 en 95, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt het eenheidsbedrag voor de melkpremie overeenkomstig artikel 95, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 als volgt vastgesteld : 1° 8,15 euro per ton individuele referentiehoeveelheid voor het kalenderjaar 2004;2° 16,31 euro per ton individuele referentiehoeveelheid voor het kalenderjaar 2005. Voor de berekening van de premie is 1000 kg individuele referentiehoeveelheid equivalent aan 971 liter.
Art. 4.Het totale bedrag van de extra betalingen voor melk en zuivelproducten voor het Vlaamse Gewest is vastgesteld op : 1° 7.242.037 euro voor het kalenderjaar 2004; 2° 14.519.926 euro voor het kalenderjaar 2005.
Met behoud van toepassing van artikel 10 van Verordening. (EG) nr. 1782/2003 wordt het eenheidsbedrag voor de extra betalingen in het Vlaamse Gewest berekend door het totale bedrag, bepaald in het eerste lid, te delen door de som van alle individuele referentiehoeveelheden waarvoor in het Vlaamse Gewest melkpremies worden toegekend.
Art. 5.Om recht te hebben op de melkpremie en extra betalingen, moet de melkproducent over een individuele referentiehoeveelheid beschikken en melk geproduceerd en vermarkt hebben gedurende het tijdvak van twaalf maanden dat eindigt op 31 maart van het jaar in kwestie. Als de melkproducent gedurende dat tijdvak geen melk geproduceerd en vermarkt heeft, worden voor het jaar in kwestie geen melkpremie en extra betalingen uitgekeerd, tenzij hij vóór de uiterste indieningsdatum aan de bevoegde dienst bewijst dat de productie is hervat, overeenkomstig artikel 30, lid 1 van Verordening (EG) nr. 2237/2003 en artikel 22,lid 1 van Verordening (EG) nr. 1973/2004.
Overeenkomstig artikel 30, lid 2 van Verordening (EG) nr. 2237/2003 en artikel 22, 2 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 geldt het eerste lid niet in gevallen van overmacht en in naar behoren gerechtvaardigde gevallen waarin de productiecapaciteit van de betrokken melkproducenten tijdelijk nadelig is beïnvloed, en die door de bevoegde dienst zijn erkend.
Art. 6.Overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EG) nr. 2237/2003 en artikel 17, eerste lid van Verordening (EG) nr. 796/2004 dient de melkproducent een steunaanvraag in die alle nodige gegevens bevat om uit te maken of hij voor de steun in aanmerking komt, en met name de identiteit van de melkproducent en een verklaring van de melkproducent dat hij op de hoogte is van de voor de steun in kwestie geldende voorwaarden. Hij gebruikt hiertoe het door de bevoegde dienst ter beschikking gestelde formulier.
De melkproducent moet zijn steunaanvraag uiterlijk op 15 mei van het kalenderjaar in kwestie aangetekend op sturen naar de buitendienst van de bevoegde dienst of tegen ontvangstbewijs af geven op de buitendienst van de bevoegde dienst.
In afwijking van genoemde datum is voor het kalenderjaar 2005 de uiterste indieningsdatum 17 mei.
Overeenkomstig artikel 21, lid 1 van Verordening (EG) nr. 796/2004 wordt bij laattijdige indiening, behoudens overmacht en buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 48 van Verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie, het steunbedrag waarop de melkproducent recht zou hebben als hij de aanvraag tijdig had ingediend, verlaagd met 1 % per werkdag vertraging. Bij overschrijding van de termijn met meer dan 25 kalenderdagen wordt de aanvraag afgewezen.
Art. 7.De bevoegde dienst is belast met de uitbetaling van de in dit besluit bepaalde steun en de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen.
De ten onrechte betaalde bedragen worden teruggevorderd,vermeerderd met een intrest, berekend tegen de wettelijke rentevoet.
Als ten onrechte betaalde bedragen na de ingebrekestelling door de bevoegde dienst niet tijdig worden terugbetaald, kan de bevoegde dienst overgaan tot verrekening met nog uit te betalen steunbedragen van het lopende kalenderjaar of van de volgende kalenderjaren, ongeacht de steunregeling waarvoor ze verschuldigd zijn.
Art. 8.Overtredingen van dit besluit, van Verordening (EEG) nr. 3508/92 en (EG) nr. 1782/2003 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 2419/2001, 2237/2003, 795/2004, 796/2004, 1973/2004 van de Commissie worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten en van het koninklijk besluit van 15 mei 2001 betreffende de administratieve geldboeten.
Art. 9.Op straffe van nietigheid wordt het bezwaar tegen beslissingen tot uitvoering van dit besluit met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde dienst binnen een maand die volgt op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een bezwaar houdt geen opschorting in van een eventuele vraag tot terugstorting van ten onrechte uitbetaalde bedragen.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004, met uitzondering van artikel 8 dat uitwerking heeft de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 september 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME