Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 november 2003
gepubliceerd op 31 december 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036270
pub.
31/12/2003
prom.
28/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/28/2003036270/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen


De Vlaamse regering, Gelet op de Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970 en bekrachtigd door de wet van 2 juli 1971, inzonderheid op artikel 96, toegevoegd bij de wet van 1 augustus 1978 en gewijzigd bij het decreet van 23 oktober 1991;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 81, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, en op artikel 83;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 3 november 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is voor personen waarvan de woning niet in regel is met de vereisten inzake veiligheid en woonkwaliteit, bepaald in de Vlaamse Wooncode, deze in de mogelijkheid te stellen zo snel mogelijk de woning opnieuw conform te maken. Dat het verder noodzakelijk is zo snel mogelijk premies toe te kennen, gezien het groot aantal CO-vergiftigden en sterftes 's winters in niet-conforme woningen, en derhalve de risicovolle en vaak levensbedreigende CO-problematiek te verhelpen;

Gelet op het advies 36.090/3 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2003 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat aan de dringende behoefte aan nieuwe verbeteringswerkzaamheden moet worden tegemoetgekomen, onder meer voor de CO-problematiek, en dat in het kader van de hervorming van de premiestelsels in de huisvestingssector de verbeterings- en aanpassingspremie dringend aan actualisatie toe is;

Overwegende de behoefte aan verbeteringspremies voor eigenaar-verhuurders om zo het aanbod op de sociale huurmarkt via sociale verhuurkantoren uit te breiden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° administratie : de administratieve eenheid binnen de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van het Vlaamse woonbeleid »;2° de bepaling onder 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° aanvrager : a) de bewoner die de aanvraag indient en, in voorkomend geval, de persoon met wie hij op de aanvraagdatum wettelijk of feitelijk samenwoont;b) de natuurlijke persoon, die eigenaar-verhuurder is van de woning waarvoor een aanvraag wordt ingediend »;3° de bepaling onder 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° aanvraagdatum : de datum van ontvangstbewijs of de postdatum van de aanvraag van de premie »; 4° de bepaling onder 6° wordt vervangen door wat volgt : « 6° woning : het in het Vlaamse Gewest gelegen huis of appartement met een kadastraal inkomen van ten hoogste 1.200 euro, dat als hoofdverblijfplaats wordt bewoond of zal worden bewoond in het geval zoals bepaald in artikel 1, 3°, b), en waaraan aanpassings- of verbeteringswerkzaamheden werden uitgevoerd »; 5° de bepaling onder 7° wordt vervangen door wat volgt : « 7° persoon ten laste : a) het kind dat op de aanvraagdatum gedomicilieerd is op het adres van de aanvrager en dat aan een van de volgende voorwaarden voldoet : 1) het is jonger dan 18 jaar 2) het is 18 jaar of ouder en de aanvrager krijgt kinderbijslag of wezentoelage voor het kind 3) het is 18 jaar of ouder en het wordt, na voorlegging van de bewijzen, door de minister beschouwd als persoon ten laste;b) de aanvrager of de medebewoner die op de aanvraagdatum erkend is als persoon met een ernstige handicap »;6° de bepaling onder 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8° inkomen : het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het derde jaar dat aan de aanvraagdatum voorafgaat »;7° de bepaling onder 9° wordt vervangen door wat volgt : « 9° bejaarde : de persoon die minstens 60 jaar oud is en voor de activiteiten van het dagelijkse leven moet beschikken over een specifieke uitrusting die in de woning geïntegreerd is »;8° een 10° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 10° persoon met een handicap : de persoon die blijkens een medisch attest, zoals bepaald door de minister, voor de activiteiten van het dagelijkse leven moet beschikken over een specifieke uitrusting die in de woning geïntegreerd is »;9° een 11° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 11° sociaal verhuurkantoor : een sociaal verhuurkantoor, zoals bepaald in afdeling 1, erkend volgens de voorwaarden, zoals bepaald in afdeling 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Binnen de perken van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap kan, onder de voorwaarden van dit besluit : 1° een aanpassingspremie worden toegekend om een woning aan te passen aan de lichamelijke gesteldheid van een inwonende bejaarde of persoon met een handicap;2° een verbeteringspremie worden toegekend om : a) verbeteringswerkzaamheden uit te voeren aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming dateert van ten minste 20 jaar voor de aanvraagdatum;b) een woning te verbouwen om overbewoning te verhelpen. De premies, vermeld in het eerste lid kunnen worden gecumuleerd als aan al de gestelde voorwaarden is voldaan. »

Art. 3.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "aangetekend" wordt geschrapt;2° de bepaling onder 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° de gedetailleerde facturen betreffende de uitgevoerde werkzaamheden, gesteld op naam van de aanvrager of op naam van het sociaal verhuurkantoor »;3° de bepaling onder 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° een verklaring van het gemeentebestuur betreffende de eerste ingebruikneming van de woning. De aanvrager, bedoeld in artikel 1, 3°, a), voegt hierbij een verklaring van het gemeentebestuur over de gezinssamenstelling.

Als de aanvrager deze verklaringen niet voorlegt, zal de administratie deze zelf opvragen bij de gemeente »; 4° de bepaling onder 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° een medisch attest zoals bedoeld in artikel 1, 10°, als de woning aangepast wordt aan de lichamelijke gesteldheid van een persoon met een handicap »;5° een 6° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de huurovereenkomst met het sociaal verhuurkantoor, indien het om de aanvrager, bedoeld in artikel 1, 3°, b), gaat »;6° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De administratie deelt de aanvraagdatum en de naam van de ambtenaar die het dossier behandelt aan de aanvrager mee.»

Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2 De aanvrager, bedoeld in artikel 1, 3°, a), kan ten hoogste drie aanvragen overeenkomstig dit besluit indienen binnen een termijn van 10 jaar, met dien verstande dat geen twee aanvragen betrekking kunnen hebben op eenzelfde onderdeel van de verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden.

De aanvrager bedoeld in artikel 1, 3°, b), kan voor de huurovereenkomst, zoals bepaald in artikel 11, § 2, ten hoogste drie aanvragen overeenkomstig dit besluit indienen, met dien verstande dat geen twee aanvragen betrekking kunnen hebben op eenzelfde onderdeel van de verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden. Daarenboven mogen tijdens de laatste twee jaar van de huurtermijn geen aanvragen meer ingediend worden. »

Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « van voor 1 januari 1993 of » geschrapt.

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Bij gebrek aan een vrijwillige terugbetaling wordt de invordering toevertrouwd aan de daartoe bevoegde diensten.»; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.Het inkomen van de bejaarde of persoon met een handicap voor wie de aanpassingswerkzaamheden werden uitgevoerd, in voorkomend geval verhoogd met het inkomen van de persoon met wie hij wettelijk of feitelijk samenwoont en verminderd met 1.000 euro per persoon ten laste, mag niet meer bedragen dan 20.000 euro. »

Art. 8.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.Onder voorbehoud van de bepaling van artikel 4 wordt het bedrag van de aanpassingspremie dat niet meer dan 1.250 euro mag bedragen, afgerond tot op het lagere tiental, vastgesteld op 50 % van het bedrag van de voorgelegde facturen, BTW inbegrepen.

De premie wordt pas uitbetaald als het premiebedrag overeenkomstig het eerste lid ten minste 600 euro bedraagt. »

Art. 9.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.Een aanvraag tot het verkrijgen van de premie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, kan niet worden ingediend als de woning het voorwerp uitmaakt of heeft uitgemaakt van een van de volgende tegemoetkomingen : a) een tegemoetkoming in de leningslast, verleend overeenkomstig artikel 19 tot en met 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 houdende instelling van een tegemoetkoming in de leningslast van hypothecaire leningen, aangegaan om een woning te bouwen, te kopen of te renoveren;b) een tegemoetkoming voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een woning, verleend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 tot instelling van een tegemoetkoming bij het bouwen van een nieuwe woning of bij het uitvoeren van werkzaamheden aan een woning.»

Art. 10.Artikel 11 van hetzelfde besluit gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 11.§ 1. Het inkomen van de aanvrager, zoals bepaald in artikel 1, 3° a), verminderd met 1.000 euro per persoon ten laste, mag niet meer bedragen dan 20.000 euro.

Indien de aanvrager bedoeld in artikel 1, 3°, b), echter een aanvraag heeft ingediend, kan de aanvrager bedoeld in artikel 1, 3°, a), geen aanvraag meer indienen. § 2. Het inkomen van de aanvrager, zoals bepaald in artikel 1, 3°, b), en, in voorkomend geval, de persoon met wie hij op de aanvraagdatum wettelijk of feitelijk samenwoont, mag niet meer bedragen dan 46.000 euro.

Daarenboven wordt de premie slechts toegekend aan de aanvrager, zoals bepaald in artikel 1, 3°, b), als dat gepaard gaat met een huurovereenkomst voor ten minste negen jaren met een sociaal verhuurkantoor.

Als het sociaal verhuurkantoor heeft gezorgd voor de uitgevoerde werkzaamheden, moet de aanvrager, bedoeld in artikel 1, 3°, b), de premie storten op de rekening van het sociaal verhuurkantoor binnen 30 dagen na ontvangst van de premie. »

Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De subsidiabele verbeteringswerken bestaan uit : 1° een wezenlijke herstelling of vernieuwing van het dak, van het buitenschrijnwerk (ramen, deuren, rolluiken), van de sanitaire installatie of van de elektrische installatie;2° gevelwerken;3° behandelen van optrekkend muurvocht;4° werkzaamheden om de risico's op CO-intoxicatie te verhelpen, meer bepaald : a) de plaatsing van een waterverwarmingstoestel met gesloten verbrandingsruimte;b) de plaatsing van een verwarmingstoestel met gesloten verbrandingsruimte (met maximaal drie toestellen die voor de subsidiëring in aanmerking komen);c) de installatie van of omschakeling naar centrale verwarming;d) het bouwen, verbouwen, herstellen of aanpassen van een rookkanaal. De Vlaamse minister bevoegd voor Wonen regelt de bijzondere modaliteiten inzake de voormelde verbeteringswerken. »

Art. 12.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Onder voorbehoud van de bepaling van artikel 4 wordt het bedrag van de verbeteringspremie, naar gelang van het geval, als volgt vastgesteld : 1° voor de verbeteringswerkzaamheden en per onderdeel op : a) dakwerken : 1.250 euro; b) buitenschrijnwerk : 1.250 euro; c) sanitaire installatie : 750 euro;d) elektrische installatie : 750 euro; e) gevelwerken : 1.500 euro; f) behandelen van optrekkend muurvocht : 750 euro;g) werkzaamheden om de risico's op CO-intoxicatie te verhelpen : 1) de plaatsing van een waterverwarmingstoestel met gesloten verbrandingsruimte : 250 euro;2) de plaatsing van een verwarmingstoestel met gesloten verbrandingsruimte : 250 euro; 3) de installatie van of omschakeling naar centrale verwarming : 1.000 euro; 4) het bouwen, verbouwen, herstellen of aanpassen van een rookkanaal : 500 euro; 2° Voor de verbouwingswerken op 50 % van het bedrag van de voorgelegde facturen, BTW inbegrepen, afgerond tot op het lagere tiental, met een maximumpremiebedrag van 1.250 euro voor dit onderdeel. »; 3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De premie voor de verbouwingswerkzaamheden wordt alleen uitbetaald voorzover het premiebedrag overeenkomstig het eerste lid, 2°, ten minste 600 euro bedraagt.»

Art. 13.Dit besluit is niet van toepassing op de aanvragen, ingediend voor de datum van inwerkingtreding ervan.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad .

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 november 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

^