28 APRIL 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot invoering van de tewerkstellingspremie

De Vlaamse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de werkgelegenheidssteun;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 9 maart 2006;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 9 maart 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°.de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid; 2° VDAB : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;3° niet-werkende werkzoekende : een werkzoekende ouder dan vijftig jaar die geen betaalde beroepsarbeid verricht;4° aangeworvene : een niet-werkende werkzoekende die na 1 april 2006 in dienst treedt met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij een onderneming en die daarmee het recht op de tewerkstellingspremie voor de onderneming opent;5° onderneming : de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen, handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid, verenigingen zonder winstoogmerk met rechtspersoonlijkheid, de Europese economische samenwerkingsverbanden en de economische samenwerkingsverbanden, die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest of zich ertoe verbinden in het Vlaamse Gewest een exploitatiezetel te vestigen binnen de 5 kwartalen te rekenen vanaf de indiensttreding van de aangeworvene;6° loonkosten : de volgende bestanddelen die daadwerkelijk door de onderneming moeten worden betaald met betrekking tot de bezoldiging van de aangeworvene : - het loon zoals gedefinieerd in artikel 14 van de wet van 27 juni tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en zoals alsdusdanig gekwalificeerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; - de verplichte socialezekerheidsbijdragen; 7° subsidies : bij wet, decreet of besluit voorziene financiële tegemoetkomingen waarmee al dan niet uitsluitend de loonkost van de onderneming wordt gefinancierd, met uitzondering van de federale verminderingen van sociale bijdragen;8° de Verordening : de Verordening (EG) nr.2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van artikel 87 en 88 van het EG-verdrag op de werkgelegenheidssteun gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenchappen op 13 december 2002 (L337). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de ondernemingen die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Dit besluit is niet van toepassing op ondernemingen als vermeld in het eerste lid binnen de steenkoolsector en de scheepsbouw, overeenkomstig artikel 1 van de Verordening.

Dit besluit is niet van toepassing op ondernemingen waarvan de loonkosten, gedurende het jaar dat voorafgaat aan de aanvraag van de tewerkstellingspremie, voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden met subsidies verleend door de federale of Vlaamse overheid. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden

Art. 3.De tewerkstellingspremie kan alleen worden toegekend binnen de perken van de daartoe vastgestelde begrotingskredieten.

Deze premie is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting vermeld in artikel 88, § 3, van het EG-verdrag krachtens de bepalingen van artikel 3 van de Verordening.

Art. 4.Aan de onderneming die een niet-werkende werkzoekende aanwerft, die minstens veertien dagen voorafgaand aan de indiensttreding bij de VDAB als zodanig is ingeschreven,kan een tewerkstellingspremie worden toegekend als de onderneming de volgende voorwaarden vervult : 1° de onderneming dient een aanvraag voor de tewerkstellingspremie in bij de VDAB conform de voorwaarden vermeld in artikel 6;2° de onderneming mag geen werknemers ontslaan met de uitsluitende bedoeling ze te vervangen door één of meer niet-werkende werkzoekenden die recht geven op de tewerkstellingspremie;3° de aangeworvene mag zes maanden voorafgaand aan de indiensttreding niet bij dezelfde of een andere onderneming van de technische bedrijfseenheid bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 betreffende de organisatie van het bedrijfsleven,waartoe de onderneming behoort in dienst zijn geweest;4° de aangeworvene wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur;5° de aangeworvene wordt minstens vijf opeenvolgende kwartalen tewerkgesteld bij de onderneming;6° de geldende loons- en arbeidsvoorwaarden worden nageleefd.

Art. 5.§ 1. De onderneming ontvangt de tewerkstellingspremie voor een maximale periode van vier opeenvolgende kwartalen, te rekenen vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal van indiensttreding van de aangeworvene. § 2. De tewerkstellingspremie wordt verleend ter compensatie van de loonkosten van de aangeworvene. § 3. De tewerkstellingspremie bedraagt : 1° 1.200 euro per kwartaal voor een brutoloon van 2.400 euro per kwartaal tot 6.000 euro per kwartaal; 2° 2.100 euro per kwartaal voor een brutoloon hoger dan 6.000 euro per kwartaal tot 10.500 euro per kwartaal; 3° 3.000 euro per kwartaal voor een brutoloon hoger dan 10.500 euro per kwartaal. § 4. De tewerkstellingspremie wordt alleen toegekend voor de periodes waarvoor de onderneming loon verschuldigd is en uitbetaald heeft. § 5 De tewerkstellingspremie is cumuleerbaar met andere steunmaatregelen overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, vierde lid van de Verordening, mits de cumulering niet leidt tot overschrijding van de loonkosten gedurende de periode van toekenning van de tewerkstellingspremie. De tewerkstellingspremie is niet cumuleerbaar met dienstencheques. HOOFDSTUK IV. - Aanvraag- en betalingsvoorwaarden

Art. 6.Om geldig te zijn moet de aanvraag tot het verkrijgen van de tewerkstellingspremie door de onderneming of aangestelde ingediend worden bij de VDAB binnen de twee maanden na de indiensttreding met het aanvraagformulier dat door de VDAB ter beschikking wordt gesteld.

Voor de indiensttredingen die gebeuren na 1 april 2006 tot en met 30 juni 2006, begint de termijn van twee maanden te lopen vanaf 1 juli 2006.

Art. 7.De tewerkstellingspremies worden aan de onderneming gestort door de VDAB. HOOFDSTUK V. - Controle en sancties

Art. 8.§ 1. De onderneming verstrekt aan de VDAB op het eerste verzoek alle nodige documenten of inlichtingen om de naleving van de toekenningsvoorwaarden te controleren.

De onderneming die overeenkomstig artikel 6 een aanvraag heeft ingediend, moet bij de VDAB binnen een maand aangifte doen van elke wijzigende gebeurtenis die een beletsel vormt voor de toekenning van de tewerkstellingspremie. § 2. De sociaalrechtelijke inspecteurs van de entiteit Inspectie van het Departement Werk en Sociale Economie zijn gerechtigd om ter plaatse controle uit te oefenen op de aanwending van de toegekende premies en op de naleving van de bepalingen van dit besluit.

Art. 9.De VDAB schorst de betaling van de tewerkstellingspremie en vordert uitbetaalde premies terug als blijkt : 1° uit nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens dat een onderneming een of meer werknemers heeft ontslagen met de uitsluitende bedoeling ze te vervangen door één of meer niet-werkende werkzoekenden die recht geven op de tewerkstellingspremie;2° dat de onderneming de in dit besluit vermelde voorwaarden niet nageleefd heeft.

Art. 10.Als de arbeidsovereenkomst binnen de vijf kwartalen na de indiensttreding van de aangeworvene, door de aangeworvene zelf of wegens dringende reden lastens de aangeworvene wordt beëindigd, worden de uitbetaalde tewerkstellingspremies niet teruggevorderd van de onderneming. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 april 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE