gepubliceerd op 13 mei 2000
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel
28 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel
De Vlaamse regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 156 en 157;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 februari 2000;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 3 maart 2000, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 april 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet: het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;2° proces-verbaal: het proces-verbaal, opgesteld door een bevoegd verbalisant, waarin de inbreuk op een stakingsbevel, uitgevaardigd op grond van artikel 154 van het decreet, wordt vastgesteld;3° bevoegd verbalisant : een agent of officier van gerechtelijke politie, een stedenbouwkundig inspecteur of een ander ambtenaar, bedoeld in artikel 148 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Het opleggen van de administratieve geldboete
Art. 2.§ 1. De stedenbouwkundige inspecteur stuurt een door hem eensluidend verklaard afschrift van de beslissing waarbij hij het stakingsbevel bekrachtigt naar de rekenplichtige van het Grondfonds. § 2. De bevoegde verbalisant stuurt een door hem eensluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal naar de rekenplichtige van het Grondfonds. Het proces-verbaal bevat minstens de volgende vaststellingen : 1° de identiteit van de persoon of personen die handelingen, werken of wijzigingen heeft of hebben voortgezet in strijd met het stakingsbevel;2° een omschrijving van de handelingen, werken of wijzigingen die werden voortgezet in strijd met het stakingsbevel;3° de redenen waarom de onder 2° vermelde handelingen, werken of wijzigingen strijdig zijn met het stakingsbevel;4° een verwijzing naar artikel 154 tot en met 157 van het decreet. De verbalisant voegt eventuele andere stukken ter staving van het misdrijf bij.
Art. 3.De rekenplichtige van het Grondfonds legt de in het proces-verbaal vermelde persoon of personen die handelingen, werken of wijzigingen heeft of hebben voortgezet in strijd met het stakingsbevel een administratieve geldboete van 200.000 frank op. De betrokkenen worden van de beslissing tot het opleggen van de administratieve geldboete in kennis gesteld door middel van een aangetekende brief met bericht van ontvangst, zoals vermeld in artikel 156, § 2, van het decreet, waarin de betrokkene wordt verzocht de administratieve geldboete te voldoen via het bijgevoegde overschrijvingsformulier.
Het overschrijvingsformulier vermeldt het adres en het rekeningnummer van het Grondfonds, de naam en het adres van de overtreder, het te betalen bedrag en een verwijzing naar het proces-verbaal. De rekenplichtige kent aan elk overschrijvingsformulier een uniek refertenummer toe.
De aangetekende brief neemt de vaststellingen van het proces-verbaal over. De aangetekende brief bevat bovendien : 1° een verwijzing naar het stakingsbevel;2° een verwijzing naar de beslissing waarbij de stedenbouwkundige inspecteur het stakingsbevel bekrachtigt;3° een verwijzing naar het proces-verbaal;4° het bedrag van de administratieve geldboete;5° de uiterste datum waarop de administratieve geldboete moet worden betaald;6° de tekst van de bepalingen van artikel 154 tot en met 157 van het decreet en van artikel 4 en 5 van dit besluit;7° het adres van de stedenbouwkundige inspecteur, bedoeld in artikel 4. Een afschrift van de beslissing waarbij het stakingsbevel wordt bekrachtigd en een afschrift van het proces-verbaal worden bijgevoegd. HOOFDSTUK III. - Behandeling van het verzoek tot kwijtschelding, vermindering of uitstel van betaling
Art. 4.De gemotiveerde verzoeken om kwijtschelding, vermindering of uitstel van betaling, bedoeld in artikel 156, §§ 3 en 4 van het decreet, worden gericht aan de stedenbouwkundige inspecteur die bevoegd is voor het gehele grondgebied van het Vlaamse gewest. Deze stedenbouwkundige inspecteur mag niet de persoon zijn die het stakingsbevel heeft bekrachtigd.
De stedenbouwkundige inspecteur brengt de rekenplichtige van het Grondfonds onmiddellijk op de hoogte van de indiening van het verzoek.
Art. 5.De in artikel 4 bedoelde stedenbouwkundige inspecteur kan de verzoeker horen indien deze daarom verzoekt in de aangetekende brief waarmee hij zijn gemotiveerd verzoek tot kwijtschelding, vermindering of uitstel heeft ingediend. De verzoeker kan zich laten bijstaan door een advocaat of door een ander persoon naar keuze.
Art. 6.De in artikel 4 bedoelde stedenbouwkundige inspecteur deelt zijn beslissing over het verzoek tot kwijtschelding, vermindering of uitstel aan de verzoeker mee per aangetekende brief met bericht van ontvangst. Wanneer vermindering of uitstel van betaling van de administratieve geldboete wordt toegestaan, vermeldt de brief de uiterste datum waarop de administratieve geldboete moet worden betaald. Wanneer een vermindering van de administratieve geldboete wordt toegestaan, wordt de termijn vastgesteld overeenkomstig de bepaling van artikel 156, § 7, van het decreet.
De stedenbouwkundige inspecteur stuurt een afschrift van zijn beslissing over het verzoek naar de rekenplichtige van het Grondfonds.
Art. 7.Wanneer geen kwijtschelding, vermindering of uitstel van betaling wordt toegestaan, wordt de administratieve geldboete voldaan via het overschrijvingsformulier, bedoeld in artikel 3.
Wanneer vermindering of uitstel van betaling wordt toegestaan, voegt de in artikel 4 bedoelde stedenbouwkundige inspecteur bij zijn aangetekende brief een nieuw overschrijvingsformulier. Het overschrijvingsformulier vermeldt het adres en het rekeningnummer van het Grondfonds, de naam en het adres van de overtreder, het te betalen bedrag en een verwijzing naar de beslissing over het verzoek. De rekenplichtige van het Grondfonds kent het overschrijvingsformulier een uniek refertenummer toe. HOOFDSTUK IV. - De invordering van de administratieve geldboete
Art. 8.Bij gebrek aan voldoening van de administratieve geldboete en toebehoren, vaardigt de rekenplichtige van het Grondfonds een dwangbevel uit.
Dit dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de stedenbouwkundige inspecteur, bedoeld in artikel 4. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2000.
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 april 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN