Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 27 mei 1997
gepubliceerd op 08 juli 1997

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997035761
pub.
08/07/1997
prom.
27/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/27/1997035761/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MEI 1997. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs - II, inzonderheid op titel IV, hoofdstuk I, afdeling 3, en hoofdstuk IIIter, artikel 84quater;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 januari 1992, 9 juni 1993 en 16 mei 1995;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs zo vlug mogelijk dienen te worden geïnformeerd over de gewijzigde modaliteiten met betrekking tot de studiebekrachtiging die nog tijdens het school-jaar 1996-1997 van kracht worden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit

Artikel 1.In artikel 4, 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, worden het eerste en het derde gedachtestreepje opgeheven.

Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.De tweede graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs mag nooit gedurende vier volledige schooljaren of langer worden gevolgd. »

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.1. De klassenraad beslist over de toekenning van de volgende studiebewijzen aan de regelmatige leerlingen : 1° het attest van regelmatige lesbijwoning;2° het attest van verworven bekwaamheden;3° het studiegetuigschrift van de tweede graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;4° het studiegetuigschrift van de derde graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;5° het aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer.2. De in 1 bedoelde klassenraad bestaat uit de directeur of zijn afgevaardigde, die het voorzitterschap waarneemt, de coördinator en alle leraars die aan de betrokken leerling les geven, in voorkomend geval dus ook van de meewerkende instellingen;deze personen zijn ambtshalve stemgerechtigd.

De klassenraad kan maar geldig vergaderen als al deze personen aanwezig zijn, behoudens in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht.

De voorzitter kan eventueel ook een lid van het technisch personeel van het begeleidend PMS-centrum en deskundigen die al dan niet tot de betrokken onderwijsinstelling behoren, uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen van de klassenraad; deze personen nemen deel met raadgevende stem. »

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.1. De beoordelingscommissie beslist over de toekenning van het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs aan de regelmatige leerlingen. 2. De in 1 bedoelde beoordelingscommissie bestaat uit de directeur of zijn afgevaardigde, die het voorzitterschap waarneemt, uit de overige leden van de klassenraad en uit deskundigen in de te beoordelen beroepskwalificatie.Hun aantal mag dat van de overige leden van de klassenraad niet overschrijden. Deze deskundigen worden in de loop van het schooljaar aangesteld door de directeur of zijn afgevaardigde.

De beoordelingscommissie kan maar geldig vergaderen als al deze personen aanwezig zijn, behoudens in geval van gewettigde afwezigheid of bewezen overmacht. »

Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.1. Het attest van regelmatige lesbijwoning wordt toegekend aan de leerling die hetzij voor het einde van het schooljaar het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs verlaat, hetzij op het einde van het schooljaar geen studiegetuigschrift, kwalificatiegetuigschrift of attest van verworven bekwaamheden krijgt.

Het attest vermeldt de regelmatige inschrijvingsperiode. 2. Het aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer wordt toegekend aan de leerling die voldaan heeft aan de vereisten van het programma, bepaald in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepsbekwaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 februari 1995.»

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.1. De schoolse vorming omvat het geheel van leerinhouden op het niveau van de tweede of derde graad, die aan de leerling worden onderwezen binnen de context van het deeltijds beroepssecundair onderwijs.

De kwalificatiegerichte beroepsopleiding omvat een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die stapsgewijs worden opgebouwd in het deeltijds beroepssecundair onderwijs en/of op de extramurale werkplaats, rekening houdend met de eventuele voorkennis verworven in het voltijds secundair onderwijs. 2. Het studiegetuigschrift van de tweede graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs wordt aan de leerling toegekend onder de volgende gecumuleerde voorwaarden : 1° in de betrokken graad ten minste twee schooljaren secundair onderwijs hebben gevolgd;2° gunstige evaluatie van de schoolse vorming.3. Het studiegetuigschrift van de derde graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs wordt aan de leerling toegekend onder de volgende gecumuleerde voorwaarden : 1° in de betrokken graad ten minste twee schooljaren secundair onderwijs hebben gevolgd;2° ten minste één kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs behaald hebben of gelijktijdig behalen;3° gunstige evaluatie van de schoolse vorming.4. Het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs wordt aan de leerling toegekend onder de volgende gecumuleerde voorwaarden : 1° ten minste twee schooljaren secundair onderwijs op het niveau van de tweede graad hebben gevolgd;2° de kwalificatiegerichte beroepsopleiding volledig hebben doorlopen;3° slagen voor een praktijkproef, georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van het betrokken centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs.5. Het attest van verworven bekwaamheden wordt op het einde van het schooljaar toegekend aan de leerling die nog niet in aanmerking komt voor het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, slaande op een welbepaalde kwalificatiegerichte beroepsopleiding. De verworven bekwaamheden betreffen een aantal, doch niet alle, met vrucht doorlopen stappen van de kwalificatiegerichte beroepsopleiding. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 10bis.De beslissingen van de klassenraad over de toekenning van de studiegetuigschriften en het aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer, respectievelijk de beslissingen van de beoordelingscommissie over de toekenning van het kwalificatiegetuigschrift, worden genomen per 30 juni van het betrokken schooljaar.

Ze worden vastgelegd in een proces-verbaal dat eveneens op 30 juni wordt gedateerd en dat door de voorzitter en drie leden van de klassenraad, respectievelijk de beoordelingscommissie, wordt ondertekend.

Elk proces-verbaal wordt gedurende 30 jaar in het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs bewaard. »

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 10ter.1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de vaststelling van de modellen van de studiebewijzen, bedoeld in de artikelen 7, 1, en 8, 1. 2. Het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs vermeldt de benaming van de door de leerling doorlopen kwalificatiegerichte beroepsopleiding. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de vaststelling van de lijst van de benamingen die op het kwalificatiegetuigschrift kunnen voorkomen. »

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^