Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 mei 1998
gepubliceerd op 09 juli 1998

Besluit van de Vlaamse regering houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035724
pub.
09/07/1998
prom.
26/05/1998
ELI
eli/besluit/1998/05/26/1998035724/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MEI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend


De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 116quinquies, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 17 december 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 mei 1998;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan de voorzitter van het Vlaams Commissariaat voor de Media, hierna het Commissariaat te noemen, wordt een forfaitaire jaarlijkse vergoeding van 500 000 frank toegekend.

Art. 2.De commissarissen van het Commissariaat ontvangen een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 300 000 frank.

Art. 3.Aan de voorzitter en de commissarissen van het Commissariaat kan presentiegeld worden toegekend van 1 500 frank per zitting, met een maximum van 60 000 frank per jaar.

Per dag kan maar één keer presentiegeld worden toegekend.

Art. 4.Aan de voorzitter en de commissarissen van het Commissariaat kunnen daarenboven ook nog reis- en verblijfkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen.

Art. 5.Het presentiegeld en de vergoeding van reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 3 en 4, worden periodiek aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering ressorteren.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1998.

Art. 7.De minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 mei 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY

^