gepubliceerd op 24 mei 2000
Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend
25 FEBRUARI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend
De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 116quinquies, ingevoegd bij het decreet van 17 december 1997 en gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende de bepaling van het bedrag van de vergoedingen en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt toegekend;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 25 februari 2000;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende bepaling van het bedrag van de vergoeding en de vergoedingen voor reis- en verblijfsonkosten dat aan de leden van het Vlaamse Commissariaat voor de Media wordt toegekend wordt tussen het eerste en tweede lid het volgende lid ingevoegd : « Aan de plaatsvervangende commissarissen van het Commissariaat kan presentiegeld worden toegekend van 5 000 frank per zitting, met een maximum van 120 000 frank per jaar. »
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Aan de voorzitter, de commissarissen en de plaatsvervangende commissarissen van het Commissariaat kunnen daarenboven ook nog reis- en verblijfsonkosten worden vergoed, die in geen geval meer mogen bedragen dan de vergoedingen die ambtenaren van de rang A3/A4 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 25 februari 2000.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 februari 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN