gepubliceerd op 22 januari 2013
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de wijze van communicatie in het kader van het bestuurlijk toezicht op de lokale en provinciale besturen
21 DECEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de wijze van communicatie in het kader van het bestuurlijk toezicht op de lokale en provinciale besturen
De Vlaamse Regering, Gelet op het Gemeente
decreet van 15 juli 2005Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/07/2005
pub.
30/08/2005
numac
2005036021
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I
sluiten, artikel 251, § 1, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012, artikel 255, § 3, eerste lid, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012, en artikel 295, § 2, gewijzigd bij het decreet van 29 juni 2012;
Gelet op het Provincie decreet van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005036605 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Provinciedecreet sluiten, artikel 244, eerste lid, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012, en artikel 248, § 3, eerste lid, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012;
Gelet op het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 251, eerste lid, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012, en artikel 258, § 3, eerste lid, vervangen bij het decreet van 29 juni 2012;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 september 2012;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op advies 52.363/3 van de Raad van State, gegeven op 27 november, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° lokale overheid : de gemeenteoverheid, de districtsoverheid of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;2° opvraging : de opvraging door de toezichthoudende overheid van documenten of inlichtingen bij de lokale overheid of de provincieoverheid.
Art. 2.De opvraging en elke kennisgeving of verzending tussen de lokale overheid of provincieoverheid en de toezichthoudende overheid gebeuren op een van de volgende wijzen : 1° per aangetekend schrijven;2° door afgifte tegen ontvangstbewijs;3° op digitale wijze onder de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van dit besluit.
Art. 3.De kennisgeving, verzending of opvraging op digitale wijze gebeurt aan de hand van een elektronisch systeem waarvan de specificaties vastgelegd worden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en waarbij ten minste de waarborg wordt geboden dat : 1° het tijdstip van verzending of opvraging met zekerheid kan worden vastgesteld;2° het tijdstip van aflevering met zekerheid kan worden vastgesteld;3° de geavanceerde elektronische handtekening met gekwalificeerd certificaat conform is met de wet van 9 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001011298 bron ministerie van economische zaken Wet houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Artikel 2, 1° en 2° treedt buiten werking op 1 januari 2015.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, kan voor een bepaalde, door hem aangewezen lokale overheid of provinciale overheid uitzonderingen voorzien op het tweede lid.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 december 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS