Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 april 2018
gepubliceerd op 22 mei 2018

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond

bron
vlaamse overheid
numac
2018031024
pub.
22/05/2018
prom.
20/04/2018
ELI
eli/besluit/2018/04/20/2018031024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond, artikel 63/25/1 tot en met 63/25/5, ingevoegd bij het decreet van 2 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2018 pub. 16/03/2018 numac 2018011270 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond sluiten;

Gelet op het decreet van 2 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2018 pub. 16/03/2018 numac 2018011270 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond sluiten houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond, artikel 6;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 januari 2018;

Gelet op de beslissing van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 22 januari 2018 om geen advies uit te brengen;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 7 februari 2018;

Gelet op advies 63.063/1 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie en de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2016 en 24 februari 2017, worden een punt 5° tot en met 18° toegevoegd, die luiden als volgt: "5° alternatiefwerkzaamheden: de activiteiten om het alternatief gebruik mogelijk te maken van een put met een lager dan verwacht gerealiseerd thermisch vermogen in MW; 6° alternatief gebruik: het gebruik van een aardwarmteput voor andere doeleinden dan het opsporen, winnen en toepassen van aardwarmte zoals aangegeven in de aanvraag;7° doublet: een koppel van productieput en injectieput;8° Geologisch Onderzoek: het geologisch onderzoek, inclusief het eindrapport, dat is opgesteld overeenkomstig de criteria, richtlijnen en modellen als vermeld in artikel 14/39/25;9° gerealiseerde in aanmerking komende kosten: de kosten die rechtstreeks aan het aardwarmteproject kunnen worden toegerekend en die effectief werden gemaakt en betaald, en die aanvaard werden bij de goedkeuring van de waarborgaanvraag bij ministerieel besluit als vermeld in artikel 14/39/12;10° gerealiseerd vermogen: het uit de puttest gebleken werkelijke thermisch vermogen in MW, met een correctie op skin van maximaal 0, zoals bepaald in de criteria, richtlijnen en modellen opgesteld overeenkomstig artikel 14/39/25;11° half-doublet: eerste of tweede put van een doublet, of vervolgput;12° puttest: de test van het thermisch vermogen van de put of putten met als resultaat meetreeksen plus interpretatie, die uitgevoerd en geïnterpreteerd wordt overeenkomstig de criteria, richtlijnen en modellen als vermeld in artikel 14/39/25;13° putstimulatie: het uitvoeren van technieken die leiden tot een verlaagde weerstand voor het toestromen van vloeistof van het reservoir naar de put of vice versa, zodat de productiviteit of injectiviteit van de put wordt verhoogd;14° restwaarde: de opbrengst van het project bij de economisch meest rendabele alternatieve toepassing gedurende vijftien jaar;15° verbeterwerkzaamheden: vooraf niet-geplande putstimulaties of andere werkzaamheden aan de productieput, injectieput of pompinstallatie om het gerealiseerde vermogen van het doublet in MW te verhogen;16° vervolgput: een nieuwe put vanuit of naast een productie- of injectieput van een beëindigd of bestaand diep aardwarmteproject;17° verwachte in aanmerking komende kosten: de kosten die in aanmerking komen, vermeld in het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12; 18° verwacht vermogen: het verwachte thermisch vermogen in MW, vermeld in het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12.".

Art. 2.Aan hoofdstuk 2/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2016 pub. 15/12/2016 numac 2016036613 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft het bepalen van de nadere regels voor het opsporen en het winnen van aardwarmte en voor het opmaken van een structuurvisie inzake de diepe ondergrond, en tot wijziging van diverse besluiten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016036660 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2016 pub. 10/02/2017 numac 2017010386 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het Mestdecreet van 22 december 2006 sluiten, wordt een afdeling 9, die bestaat uit artikel 14/39/1 tot en met 14/39/26, toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 9. De waarborgregeling voor aardwarmteprojecten in de diepe ondergrond Onderafdeling 1. Algemene bepalingen Art. 14/39/1. De volgende kosten komen in aanmerking voor de waarborg, vermeld in artikel 63/25/1 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten: 1° de kosten van de boring van een doublet of een half-doublet;2° de kosten van het op- en afbouwen van de boorinstallatie;3° de kosten van het boormanagement en -toezicht;4° de kosten om de locatie boorgereed maken;5° het afvoeren van cuttings en spoeling;6° de kosten van de puttest, de interpretatie en de rapportage;7° de kosten voor het verwerven van data tijdens en na de boring voor de geologische evaluatie van het boorgat;8° de bijkomende kosten voor de realisatie van alternatief gebruik voor ten hoogste vijftien jaar;9° de bijkomende kosten voor de verbeterwerkzaamheden voor ten hoogste vijftien jaar;10° de onvoorziene kosten tot en met de realisatie van de put(ten), met inbegrip van de puttesten van de put(ten). Per put komt een vast bedrag van 250.000 euro voor het plaatsen van een pompinstallatie of het dichten van de put in aanmerking voor de waarborg.

Als kosten niet door de aanvrager worden gedragen of al worden gesubsidieerd door een publieke entiteit, komen ze niet in aanmerking voor de waarborg.

Art. 14/39/2. Het maximale gewaarborgd bedrag bedraagt 85% van de kosten, vermeld in artikel 14/39/1, 1° tot en met 7°. De waarborg bedraagt in elk geval maximaal 18.700.000 euro per onderneming per investeringsproject.

De effectief uit te keren waarborg wordt zodanig verminderd dat de som van de volgende bedragen niet meer dan 95% bedraagt van de gerealiseerde in aanmerking komende kosten: 1° het waarborgbedrag;2° het bedrag aan overige subsidies die voor het project in kwestie aan de steunontvanger zijn verleend dan wel vastgesteld;3° het bedrag waarop de steunontvanger aanspraak kan maken voor het project in kwestie op grond van een verzekering of borgstelling. Onderafdeling 2. De voorwaarden voor de toekenning van de waarborg Art. 14/39/3. De aanvrager van een waarborg betaalt een premie van 7% van het gewaarborgde bedrag.

Art. 14/39/4. Een waarborg kan verleend worden conform de voorwaarden van dit besluit binnen de perken van de jaarlijks begrotingskredieten.

Art. 14/39/5. De waarborg wordt niet verleend in de volgende gevallen: 1° uit de analyse van het Geologisch Onderzoek blijkt dat de geschatte kans om het verwachte vermogen te realiseren kleiner is dan 90%;2° op het moment dat de aanvraag wordt ingediend, is de aanvrager geen houder van een opsporingsvergunning voor aardwarmte of van een winningsvergunning voor aardwarmte;3° in het projectplan is niet aannemelijk gemaakt dat het project binnen twee jaar na de voltooiing van de boringen zal leiden tot de start van de toepassing van diepe aardwarmte; 4° het verwachte P90-vermogen, berekend met toepassing van installatieparameters zoals gepland tijdens de winningsfase, is lager dan 0,5 MWth zonder putstimulatie bij projecten met een diepte van de top van de aquifer tussen -500 meter TAW en -1.500 meter TAW; 5° het verwachte P90-vermogen, berekend met toepassing van installatieparameters zoals gepland tijdens de winningsfase, is lager dan 2 MWth zonder putstimulatie voor projecten met een diepte van de top van de aquifer dieper dan -1500 meter TAW;6° het gaat om een gesloten aardwarmtesysteem of om een KWO-systeem;7° de put waarvoor de waarborg is aangevraagd, betreft de tweede put van een productieput of een injectieput, of betreft een vervolgput, en de resultaten van de eerste put voor diepe aardwarmtewinning zijn niet aannemelijk gemaakt;8° op het moment dat de aanvraag wordt ingediend, heeft de aanvrager achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, is de aanvrager een onderneming in moeilijkheden als vermeld in artikel 2, punt 18, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening of heeft de aanvrager een procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd. Onderafdeling 3. Aanvraagprocedure Art. 14/39/6. De waarborg kan voorafgaand aan de start van een diep aardwarmteproject in het Vlaamse Gewest, worden aangevraagd door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die houder is van een opsporingsvergunning voor aardwarmte of van een winningsvergunning voor aardwarmte.

Art. 14/39/7. Een aanvraag om een waarborg te verkrijgen, wordt met een formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de website van het departement, ingediend bij het departement met een beveiligde zending.

Als de beveiligde zending gebeurt in de vorm van een analoge zending, wordt de aanvraag ook op een elektronische drager ingediend, inclusief het kaartenmateriaal in shape-, grid-, dwg-, dxf- of dgn-formaat.

Art. 14/39/8. § 1. De aanvraag vermeldt al de volgende gegevens: 1° de voornaam, de achternaam, het beroep, de woonplaats en de nationaliteit van de aanvrager, als de aanvrager een natuurlijke persoon is;2° de naam, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel, de statuten en de stukken tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag, en de contactgegevens van een contactpersoon, als de aanvrager een rechtspersoon is. Als de aanvrager een buitenlandse natuurlijke persoon of rechtspersoon is, kiest hij een adres in België, dat dienst doet als correspondentieadres. § 2. Naast de gegevens, vermeld in paragraaf 1, bevat de aanvraag al de volgende gegevens: 1° de kerngegevens over het project, waaronder een uitgebreide beschrijving van het project, met inbegrip van de start- en einddatum;2° het gevraagde gewaarborgde bedrag;3° de financiële steun waarop een beroep kan worden gedaan in het kader van andere ondersteuningsmaatregelen. Art. 14/39/9. De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd: 1° het Geologisch Onderzoek conform het model dat is gepubliceerd op de website van het departement;2° een uitgewerkt projectplan voor het diepe aardwarmteproject, inclusief tijdschema, conform het model dat is gepubliceerd op de website van het departement;3° een lijst van de projectkosten conform de rubrieken die zijn gepubliceerd op de website van het departement; Art. 14/39/10. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag beslist het departement of de aanvraag volledig is en brengt het de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing.

Het departement kan de aanvrager verzoeken ontbrekende stukken of bijkomende inlichtingen te bezorgen binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de dag van de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in het eerste lid.

Op verzoek van de aanvrager kan de termijn, vermeld in het tweede lid, tweemaal worden verlengd, telkens met dertig dagen.

Als de aanvrager op het einde van de termijn, vermeld in het tweede lid, of, als de mogelijkheid, vermeld in het derde lid, wordt toegepast, de termijn, vermeld in het derde lid, de ontbrekende stukken of de bijkomende inlichtingen niet heeft verschaft, wordt de aanvraag verworpen.

Art. 14/39/11. Binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag brengt het departement een advies uit over: 1° de verenigbaarheid van de aanvraag met de voorwaarden, vermeld in artikel 14/39/5;2° de omvang van het maximale gewaarborgde bedrag;3° het verwachte thermisch vermogen. Het departement kan daarbij het advies inwinnen van het Vlaams Energieagentschap en deskundigen op het gebied van geologische kennis over de diepe ondergrond. In dat geval wordt de termijn, vermeld in het eerste lid, met dertig dagen verlengd.

Art. 14/39/12. Binnen negentig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag beslissen de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, over de aanvraag en wordt het betreffende ministerieel besluit voorafgaand aan de ondertekening als mededeling meegedeeld aan de Vlaamse Regering. Als de mogelijkheid, vermeld in artikel 14/39/11, tweede lid, wordt toegepast, dan wordt de termijn met dertig dagen verlengd.

Het departement brengt de aanvrager op de hoogte van het ministerieel besluit met een beveiligde zending.

Art. 14/39/13. De aanvrager betaalt uiterlijk vijftien dagen na de goedkeuring van zijn aanvraag de premie, vermeld in artikel 14/39/3.

Onderafdeling 4. Uitkeren van de waarborg Art. 14/39/14. De waarborg wordt uitgekeerd op voorwaarde dat het gerealiseerde vermogen lager is dan het verwachte vermogen, door het geologische risico op het beoogde stratigrafische niveau op de beoogde locatie en bij de niet-geologische parameters, vermeld in het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12.

Art. 14/39/15. Er wordt geen waarborg uitgekeerd aan aanvragers die achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die ondernemingen in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, of die een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.

Art. 14/39/16. § 1. Als de waarborg wordt uitgekeerd voor het boren van een doublet, gelden de volgende regels: 1° de uit te keren waarborg wordt op nul vastgesteld als het gerealiseerde vermogen van de eerste boring gelijk is aan of meer is dan 75% van het verwachte vermogen en de waarborgontvanger het project staakt;2° artikel 14/39/18 is van toepassing als het gerealiseerde vermogen van de eerste boring meer dan 50% van het verwachte vermogen bedraagt en de waarborgontvanger het project voltooit;3° artikel 14/39/17 is van toepassing als het gerealiseerde vermogen van de eerste boring meer dan 50%, maar minder dan 75% van het verwachte vermogen bedraagt en de waarborgontvanger het project na de eerste boring staakt;4° artikel 14/39/17 is van toepassing als het gerealiseerde vermogen van de eerste boring 50% of minder van het verwachte vermogen bedraagt. De waarborgontvanger staakt het diepe aardwarmteproject door eigen aangifte, of wordt geacht dat project te staken door het diepe aardwarmteproject niet binnen een jaar na de voltooiing van de eerste boring van het diepe aardwarmteproject te voltooien. § 2. Als de waarborg wordt uitgekeerd voor het boren van een half-doublet en de gewaarborgde put is de eerste put van een doublet, dan gelden de volgende regels: 1° de uit te keren waarborg wordt op nul vastgesteld als de waarborgontvanger het doublet niet boort en geen pompinstallatie plaatst, als het gerealiseerde vermogen van de eerste put gelijk is aan of meer is dan 75% van het verwachte vermogen;2° artikel 14/39/18 is van toepassing op de eerste put als de waarborgontvanger na het boren van de eerste put het doublet boort en een pompinstallatie plaatst;3° artikel 14/39/17 is van toepassing als de waarborgontvanger het doublet niet boort, als het gerealiseerde vermogen van de eerste put minder dan 75% van het verwacht vermogen bedraagt. Als de waarborg wordt uitgekeerd voor het boren van een half-doublet, en de gewaarborgde put is de tweede put van een doublet, of een vervolgput, dan is artikel 14/39/18 van toepassing op die put.

Art. 14/39/17. De hoogte van de uit te keren waarborg wordt berekend conform de formule Waarborgbedrag = e/f * (a - c + d) en is maximaal het bedrag dat wordt berekend conform de formule Waarborgbedrag = e/f * (a - b), waarbij: 1° a: de gerealiseerde in aanmerking komende kosten van de eerste boring, tot een maximum van de verwachte in aanmerking komende kosten;2° b: de restwaarde bij alternatief gebruik zonder alternatiefwerkzaamheden;3° c: de restwaarde bij alternatief gebruik na alternatiefwerkzaamheden;4° d: de bijkomende kosten voor de realisatie van alternatief gebruik voor ten hoogste vijftien jaar;5° e: het maximale waarborgbedrag;6° f: de verwachte in aanmerking komende kosten. Als de put definitief wordt gedicht, is de restwaarde nul. Als de restwaarde negatief is, wordt de restwaarde op nul gesteld.

Als een waarborg wordt uitgekeerd voor een doublet, dan bedraagt de waarborg ten hoogste 60% van het maximale waarborgbedrag. Als een waarborg wordt uitgekeerd voor een half-doublet, dan komt het waarborgbedrag overeen met het maximale waarborgbedrag.

Als de formule, vermeld in het eerste lid, een negatieve uitkomst oplevert, dan wordt de uit te keren waarborg op nul gesteld.

Art. 14/39/18. De hoogte van de uit te keren waarborg wordt berekend conform de formule Waarborgbedrag = e/f * a * (1 - i / h) + e/f * j en is maximaal het bedrag dat wordt berekend conform de formule Waarborgbedrag = e/f * a * (1 - g / h), waarbij: 1° a: de gerealiseerde in aanmerking komende kosten, tot een maximum van de verwachte in aanmerking komende kosten;2° g: het gerealiseerde vermogen in MW, zonder verbeterwerkzaamheden;3° h: het verwachte vermogen in MW;4° i: het gerealiseerde vermogen in MW, na verbeterwerkzaamheden;5° j: de bijkomende kosten voor de verbeterwerkzaamheden voor ten hoogste vijftien jaar;6° e: het maximale waarborgbedrag;7° f: de verwachte in aanmerking komende kosten. De uit te keren waarborg wordt op nul gesteld als het gerealiseerde vermogen in MW, zonder verbeterwerkzaamheden, meer bedraagt dan het verwachte vermogen in MW, aangezien in dat geval niet voldaan is aan de voorwaarde, vermeld in artikel 14/39/14.

Als het gerealiseerde vermogen in MW, na verbeterwerkzaamheden, meer bedraagt dan het verwachte vermogen in MW, wordt de term e/f * a * (1 - i / h), vermeld in het eerste lid, op nul gesteld.

Onderafdeling 5. Implementatie en informatieplicht Art. 14/39/19. De waarborgontvanger start binnen twaalf maanden na de datum van ondertekening van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12, met de uitvoering van het diepe aardwarmteproject en meldt de begindatum binnen twee dagen na de start aan het departement.

Het departement kan op verzoek van de waarborgontvanger uitstel verlenen als dat gebeurt binnen twaalf maanden na de datum van ondertekening van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12. De aanvraag gebeurt conform artikel 14/39/7.

Het mobiliseren en boorgereed maken van de boorinstallaties op de boorsite wordt als start van het project aangemerkt.

De puttesten worden uitgevoerd binnen acht weken nadat de boring beëindigd is. Die termijn kan op gemotiveerd verzoek van de waarborghouder eenmaal worden verlengd met acht weken.

Art. 14/39/20. De waarborgontvanger deelt na de puttest of puttesten aan het departement mee: 1° of hij al dan niet verbeter- of alternatiefwerkzaamheden zal uitvoeren die erop gericht zijn om het gerealiseerde vermogen te doen toenemen, respectievelijk om de restwaarde te verhogen;2° of hij al dan niet een beter renderend alternatief gebruik van de put of putten zal toepassen. Art. 14/39/21. Binnen acht weken na de puttest bezorgt de waarborgontvanger de resultaten ervan aan het departement.

In voorkomend geval bezorgt de waarborgontvanger de resultaten van de puttest die volgt op de verbeterwerkzaamheden, binnen acht weken na die puttest aan het departement.

Het Geologisch Onderzoek en de puttest worden uitgevoerd door een ISO 9001 gecertificeerde instelling.

De waarborgontvanger maakt de resultaten van het Geologisch Onderzoek binnen acht weken na de start, vermeld in artikel 14/39/19, bekend op de website van het departement.

De waarborgontvanger maakt binnen vier weken na de datum van de beslissing waarbij de waarborg wordt uitgekeerd, de resultaten van de puttest of puttesten alsook de overige onderzoeksresultaten die door de waarborgontvanger als in aanmerking komende kosten werden aangemerkt als vermeld in artikel 14/39/1, bekend op de website van het departement.

Art. 14/39/22. § 1. De waarborgontvanger voltooit het project wat betreft de boorwerkzaamheden uiterlijk twaalf maanden na de datum van start van het project, vermeld in artikel 14/39/19, derde lid.

De termijn, vermeld in het eerste lid, wordt met twaalf maanden verlengd als uit het verzoek, conform artikel 14/39/19, tweede lid, blijkt dat de waarborgontvanger verbeterwerkzaamheden of alternatiefwerkzaamheden wil uitvoeren.

De termijn, vermeld in het eerste lid, kan eenmaal met twaalf maanden worden verlengd, als de waarborg wordt verstrekt voor het boren van een doublet en de waarborgontvanger aantoont dat die termijn om technische redenen niet kan worden gerespecteerd. § 2. Binnen zestien weken na het voltooien van het project dient de aanvrager bij het departement een aanvraag tot vaststelling in, op basis van de formulieren die ter beschikking worden gesteld op de website van het departement. Deze aanvraag bevat al de volgende gegevens: 1° het vaststellingsformulier;2° het eindrapport;3° de rapportage van de puttesten voor zover deze niet eerder werden gerapporteerd aan het departement. § 3. Binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling brengt het departement een advies uit over minstens volgende elementen: 1° de omvang van de gerealiseerde kosten;2° het gerealiseerde thermisch vermogen;3° de restwaarde van de put;4° de uit te keren waarborg; Het departement kan daarbij het advies inwinnen van het Vlaams Energieagentschap en deskundigen op het gebied van geologische kennis over de diepe ondergrond. In dat geval wordt de termijn, vermeld in het eerste lid, met dertig dagen verlengd. § 4 Binnen negentig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling beslissen de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, over de uit te keren waarborg en wordt het betreffende ministerieel besluit voorafgaand aan de ondertekening als mededeling voorgelegd aan de Vlaamse Regering.

Onderafdeling 6. Controle Art. 14/39/23. Het departement is belast met de verdere opvolging van de steuntoekenning en -uitbetaling, en de voorwaarden die daaraan gekoppeld zijn, conform afdeling IV van hoofdstuk III/1 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, en dit besluit. Het departement kan daarvoor alle gegevens en documenten opvragen die het noodzakelijk acht.

Die controle kan, afhankelijk van het feit of de waarborg al dan niet werd toegekend, de volgende beslissingen tot gevolg hebben: 1° de waarborg wordt geweigerd;2° de toegekende waarborg wordt niet uitbetaald of wordt teruggevorderd. Onderafdeling 7. Terugvordering Art. 14/39/24. De uitgekeerde waarborg wordt teruggevorderd binnen tien jaar na de indieningsdatum van de waarborgaanvraag in geval van faillissement, vereffening, boedelafstand, ontbinding, vrijwillige of gerechtelijke verkoop, of sluiting in het kader van een sociaaleconomische herstructureringsoperatie met tewerkstellingsafbouw tot gevolg, als die feiten zich voordoen binnen vijf jaar na de datum van ondertekening van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12.

De uitgekeerde waarborg kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd in de volgende gevallen: 1° stopzetting van het diepe aardwarmteproject, binnen vijf jaar na het toekennen van de waarborg, uitvoering van verbeter- of alternatiefwerkzaamheden, of toepassing van alternatief gebruik;2° niet-naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij of krachtens het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten of dit besluit binnen vijf jaar na de datum van ondertekening van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 14/39/12. Onderafdeling 8. Criteria, richtlijnen en modellen Art. 14/39/25. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, stellen criteria, richtlijnen en modellen inzake het Geologisch Onderzoek, de puttestrapportage, het projectplan en het eindrapport op.

Het Geologisch Onderzoek beoogt het inschatten van de geologische parameters die, samen met de niet-geologische parameters uit het projectplan, gebruikt worden voor de berekening van het verwacht geothermisch vermogen. Het model en de richtlijn voor het Geologisch Onderzoek bepalen welke aspecten behandeld moeten worden en welke minimale onderbouwing voorzien moet worden.

De criteria, het model en de richtlijn voor de puttesten geven aan welke technische eisen minimaal gesteld worden aan de boring en puttest, aan de onderbouwing en interpretatie van de resultaten en aan de rapportage ervan.

Het projectplan bestaat uit een managementsamenvatting en de kerngegevens over de deelnemers, het boorproject en de toepassing van de aardwarmte.

Het model eindrapport geeft aan welke gegevens na deelname aan de waarborgregeling publiek gemaakt dienen te worden onder de vorm van een openbaar eindrapport.

Het departement zorgt voor de publicatie van de richtlijnen en modellen op zijn website.

Onderafdeling 9. Evaluatie Art. 14/39/26. Het departement evalueert minstens om de twee jaar de bepalingen van deze afdeling en bezorgt deze evaluatie aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen. Op voorstel van beide ministers kan de Vlaamse Regering vervolgens beslissen om de bepalingen van deze afdeling aan te passen.".

Art. 3.De volgende regelgevende teksten treden in werking op de dag die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad: 1° het decreet van 2 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2018 pub. 16/03/2018 numac 2018011270 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond sluiten houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten betreffende de diepe ondergrond, wat betreft de waarborgregeling voor het opsporen en winnen van aardwarmte in de diepe ondergrond;2° dit besluit.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 april 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^