Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 juli 2002
gepubliceerd op 31 augustus 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036115
pub.
31/08/2002
prom.
19/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/19/2002036115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 58quater, ingevoegd bij het decreet van 17 juli 2000 en gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk-assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 28 mei 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld de voorrangsregeling voor toekenning van een persoonlijk assistentiebudget voor het jaar 2002 moet worden vastgesteld en de subsidiëring van de gemachtigde budgethoudersverenigingen voor het jaar 2002 moet worden geregeld, opdat de gerechtigden, binnen een redelijke termijn en zeker nog in de loop van het jaar 2002 van het persoonlijke-assistentiebudget kunnen genieten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap, worden de woorden "persoonlijk assistentiebudget" vervangen door de woorden "persoonlijke-assistentiebudget".

Art. 2.In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit worden 3° en 4° vervangen door wat volgt : « 3° het PAB : het persoonlijke-assistentiebudget, bedoeld in artikel 58bis, 1°bis, van het decreet;" « 4° budgethouder : de persoon, bedoeld in artikel 58bis, 4°, van het decreet, aan wie het Fonds een persoonlijk assistentiebudget toekent;"

Art. 3.In artikel 2, § 2, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en in te kopen buiten de voorzieningen die de gemeenschappen of de gewesten al subsidiëren" geschrapt.

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 2001, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.Het Vlaams Fonds kan aan ten hoogste 500 personen met een handicap een PAB toekennen.

Het Vlaams Fonds kent in 2002 bij voorrang een PAB toe aan de personen met een handicap, die al een niet-gehonoreerde aanvraag voor een PAB hebben ingediend in het kader van de experimentele fase, voor wie de deskundigencommissie op 31 december 2001 al de inschaling van het PAB heeft vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, § 1, van dit besluit en die door de deskundigencommissie op grond van de gemotiveerde inschaling van de beperkingen en behoeften op het vlak van algemene en instrumentele assistentie bij de handelingen van het dagelijks leven, bedoeld in artikel, 6, tweede lid, 1°, van dit besluit en gelet op de aard en ernst van hun handicap en hun concrete functionele mogelijkheden en beperkingen als bijna volledig afhankelijk op het vlak van zelfredzaamheid of als weinig zelfredzaam worden gecatalogeerd. »

Art. 5.In artikel 5, van hetzelfde besluit wordt 3° vervangen door wat volgt : « 3° ze neemt de onderstaande prioriteitenregeling in acht; a) eerste prioriteit : de personen met een handicap die op het ogenblik van de aanvraag in een semi-residentiële of residentiële voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap verblijven, en die deze voorziening op korte termijn kunnen verlaten;b) tweede prioriteit : de personen met een handicap, die al een niet-gehonoreerde aanvraag voor een PAB hebben ingediend in het kader van de experimentele fase.»

Art. 6.In artikel 10, van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Minstens 95 % van de vergoedbare assistentie moet voor personeelskosten worden aangewend. Sociale en fiscale werkgeverslasten alsmede noodzakelijke verzekeringskosten en diverse kosten die met de arbeidssituatie verbonden zijn, opleidingen (met uitzondering van opleidingen die gegeven worden door een budgethoudersvereniging) en zorgconsulentschap worden eveneens als personeelskosten beschouwd.

Enkel de personeelskosten die de persoon met een handicap gemaakt en bewezen heeft met betrekking tot zijn assistentie zijn vergoedbaar.

Maximaal 5 % van de vergoedbare assistentie kan met betrekking tot de persoonlijke assistentie voor andere kosten dan de personeelskosten, bedoeld in het eerste lid, worden aangewend. Die kosten zijn vergoedbaar mits de persoon met een handicap op erewoord verklaart dat het om kosten gaat die betrekking hebben op zijn of haar persoonlijke assistentie.

De persoon met een handicap dient de bewijsstukken met betrekking tot deze kosten gedurende een periode van vijf jaar te bewaren en op verzoek van het Vlaams Fonds voor te leggen. »

Art. 7.Artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Jaarlijks of bij het beëindigen van de periode van toekenning van het PAB zullen uitbetaalde voorschotten voor niet-gemaakte kosten en niet-bewezen personeelskosten teruggevorderd of in mindering gebracht worden. »

Art. 8.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 12.De budgethouder is opdrachtgever van de persoonlijke assistent en sluit in die hoedanigheid een overeenkomst inzake de persoonlijke assistentie af. Die overeenkomst kan de vorm aannemen van : 1° een arbeidsovereenkomst tussen de budgethouder en de persoonlijke assistent, waarbij de budgethouder als werkgever moet voldoen aan zijn fiscale en sociaal-rechtelijke verplichtingen;2° een overeenkomst, waarbij wordt voorzien in zijn persoonlijke assistentie, die de budgethouder sluit met een uitzendkantoor, een zelfstandig dienstverlener of met een voorziening of instelling, die een verklaring op erewoord aan het Vlaams Fonds voorlegt, waarin staat dat de activiteiten, die ze in het kader van dit besluit ontwikkelt, niet reeds door de Vlaamse Gemeenschap worden gesubsidieerd.»

Art. 9.In artikel 13, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de opzegregeling" geschrapt.

Art. 10.In artikel 15, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 12, 2°" vervangen door de woorden "artikel 12, § 1, 2° " en worden de woorden "inzake het ter beschikking stellen van een persoonlijke assistent" geschrapt.

Art. 11.Aan artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 2001 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Bij wijze van overgangsmaatregel en met het oog op het uitvoeren van de in artikel 1, § 1,7°, omschreven opdracht worden de budgethoudersverenigingen die door het Vlaams Fonds op 31 december 2001, gemachtigd zijn voor de periode van 1 januari 2002 tot 31 december 2002, gesubsidieerd voor een bedrag van 54.908,14 euro per vereniging. In dezelfde periode mogen deze verenigingen aan de budgethouders geen vergoeding vragen. »

Art. 12.Aan artikel 19 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De ambtenaren van het Vlaams Fonds, die overeenkomstig hoofdstuk X van het decreet aangewezen werden om toezicht uit te oefenen, controleren ter plaatse, zonder evenwel afbreuk te doen aan de onschendbaarheid van de woning, of op stukken of de bepalingen van dit besluit worden nageleefd. De personen met een handicap aan wie een PAB werd toegekend, verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze bezorgen aan de ambtenaren die voor het uitoefenen van het toezicht zijn aangewezen, de stukken die met de persoonlijke assistentie verband houden, als die daarom verzoeken. »

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS

^