gepubliceerd op 28 oktober 2010
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van crisisjeugdhulpverlening en rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp verleend door voorzieningen voor personen met een handicap
17 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van crisisjeugdhulpverlening en rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp verleend door voorzieningen voor personen met een handicap
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
11/06/2004
numac
2004035909
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
11/10/2004
numac
2004036482
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de integrale jeugdhulp
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
04/10/2004
numac
2004036491
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp
sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1996 pub. 21/07/1999 numac 1999035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van subsidieverlening aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2010;
Gelet op advies 48.541/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;2° ambulante en mobiele crisisbegeleiding : een begeleidingsaanbod aan huis of in een jeugdhulpvoorziening als vermeld in artikel 16 van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening;3° besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening : het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 23/02/2006 numac 2006035210 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp;4° crisisjeugdhulpverlening : crisisjeugdhulpverlening als vermeld in artikel 15 van het decreet integrale jeugdhulp;5° crisisopvang : een aanbod van verblijf als vermeld in artikel 16 van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening;6° decreet Integrale Jeugdhulp : het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;7° jeugdhulpverlening : de hulp- en zorgverlening die zich richt tot minderjarigen, of tot minderjarigen en hun ouders, hun opvoedingsverantwoordelijken en/of personen uit hun leefomgeving als vermeld in artikel 2, § 1, 6°, van het decreet integrale jeugdhulp;8° module : een duidelijk afgelijnde eenheid van jeugdhulpverlening die afzonderlijk of samen met andere eenheden kan worden aangeboden als vermeld in artikel 2, § 1, 9°, van het decreet integrale jeugdhulp;9° rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening : de jeugdhulp die door de voorzieningen overeenkomstig hoofdstuk II van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening in modules omschreven wordt die overeenkomstig het decreet Integrale Jeugdhulp rechtstreeks toegankelijk zijn;10° voorziening : een organisatie die door het agentschap wordt erkend om ondersteuning te bieden, op het vlak van opvang, behandeling en begeleiding, aan personen met een handicap in residentieel of semiresidentieel verband of ambulante ondersteuning.
Art. 2.Met behoud van de toepassing van artikel 16bis van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening kan het agentschap binnen de perken van de beschikbare middelen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit de ambulante en mobiele crisisbegeleiding en de crisisopvang, verleend door voorzieningen buiten de gevallen, vermeld in artikel 17 van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening, en eventueel nadat de overeenkomstig dit artikel vrijgehouden capaciteit opgebruikt is, subsidiëren op voorwaarde dat : 1° de ambulante en mobiele crisisbegeleiding gedurende maximaal achtentwintig dagen, tweemaal verlengbaar met een week, loopt, en er maximaal gemiddeld drie tot vijf contacten die een uur tot vijf uur tijd in beslag nemen, per week plaatsvinden;2° de crisisopvang maximaal zeven dagen duurt, eenmaal verlengbaar met zeven dagen;3° de ambulante en mobiele crisisbegeleiding of crisisopvang wordt verleend in het kader van het gekwantificeerde engagement inzake verzekerd aanbod dat de voorziening in kwestie voor ambulante en mobiele crisisbegeleiding of crisisopvang heeft aangegaan in het hulpprogramma van een netwerk crisisjeugdhulpverlening, als vermeld in artikel 16 van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening en dat wordt beschreven in het registratiesysteem als vermeld in artikel 16, derde lid van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening;4° de ambulante of mobiele crisisbegeleiding of de crisisopvang wordt gepresteerd na een melding via het centraal permanent crisismeldpunt, vermeld in artikel 16, 1°, a), van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening, en nadat de melding volledig is opgenomen in het registratiesysteem als vermeld in artikel 16, derde lid van het besluit Modulering en Crisisjeugdhulpverlening;5° de ambulante of mobiele crisisbegeleiding of -opvang beantwoordt aan de kwaliteitsvoorwaarden, vermeld in het decreet Integrale Jeugdhulp en in het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.
Art. 3.§ 1. Als de effectieve subsidiabele bezetting van de voorziening of het aantal effectieve subsidiabele begeleidingen die door de voorziening worden verleend op jaarbasis gelijk is aan of lager is dan de maximaal subsidiabele bezetting of het maximale aantal subsidiabele begeleidingen waarvoor de voorziening erkend is, subsidieert het agentschap de ambulante en mobiele crisisbegeleiding of de crisisopvang overeenkomstig de subsidiereglementering die van toepassing is voor de voorziening in kwestie. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de voorzieningen die ondersteuning aanbieden in residentieel of semiresidentieel verband, per aanwezigheidsdag een afwezigheidsdag als vermeld in artikel 10 van het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, aangerekend op de subsidiëring. § 3. In afwijking van artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1983 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de personen met een handicap, geplaatst ten laste van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, worden de subsidiebedragen, toegekend voor crisisopvang, niet verminderd met de bijdrage die ten laste is van de persoon met een handicap, vermeld in het voormelde besluit.
De voorziening die crisisopvang verleent, kan aan de persoon die wordt opgenomen, noch de eigen financiële bijdrage, vermeld in het voormelde besluit noch een andere financiële bijdrage vragen. § 4. In afwijking van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1996 pub. 21/07/1999 numac 1999035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van subsidieverlening aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap, kan voor ambulante en mobiele crisisbegeleiding geen bijdrage in de werkingskosten worden gevraagd. § 5. In afwijking van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 houdende de heroverweging van de budgettaire middelen door de organisatie van de ambulante begeleiding door bepaalde voorzieningen inzake sociale integratie van personen met een handicap en houdende de aanpassing van de werkingskosten van de semi-internaten voor schoolgaanden kan voor ambulante en mobiele crisisbegeleiding geen eigen bijdrage worden gevraagd aan de begeleide personen.
Art. 4.§ 1. Als de effectieve subsidiabele bezetting van de voorziening of het aantal effectieve subsidiabele begeleidingen die door de voorziening op jaarbasis worden verleend, op jaarbasis hoger is dan de maximaal subsidiabele bezetting of het maximale aantal subsidiabele begeleidingen waarvoor de voorziening erkend is, subsidieert het agentschap de ambulante en mobiele crisisbegeleiding of de crisisopvang als volgt : 1° dag- en nachtopvang : 128 euro per dag en nacht;2° dagopvang : 62 euro per dag;3° nachtopvang : 66 euro per nacht;4° plaatsing in gezinnen : 35 euro per dag;5° ambulante begeleiding : 195,90 euro per begeleiding en maximaal 20 begeleidingen van een uur tot vijf uur. Bij een combinatie van ambulante en mobiele crisisbegeleiding enerzijds en crisisopvang anderzijds worden maximaal tien begeleidingen van een uur tot vijf uur gesubsidieerd, ongeacht of de ambulante en mobiele crisisbegeleiding en de crisisopvang door een en dezelfde dan wel door verschillende voorzieningen worden verleend. § 2. De bedragen, vermeld in paragraaf 1 worden jaarlijks op 1 januari aangepast, rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna G-index te noemen volgens de formule : basisindex x G-index december 20.../G-index december 2009
Art. 5.De rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening die wordt verleend door voorzieningen die ondersteuning aanbieden in residentieel of semiresidentieel verband, kan door het agentschap binnen de maximaal subsidiabele bezetting waarvoor de voorziening erkend is, gesubsidieerd worden overeenkomstig de subsidiereglementering die van toepassing is voor de voorziening in kwestie.
De voorwaarden voor de subsidiëring zijn de volgende : 1° de voorziening maakt deel uit van een netwerk rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, als vermeld in hoofdstuk VI, afdeling 1, van het decreet Integrale Jeugdhulp;2° de personen aan wie rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening wordt verleend, beantwoorden aan de doelgroep die gespecificeerd is in de modules die door de voorziening werden beschreven ter uitvoering van artikel 5 van het besluit Modulering en Crisishulpverlening.
Art. 6.Artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1996 pub. 21/07/1999 numac 1999035914 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden van subsidieverlening aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2008 wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 19.§ 1. Voor iedere dienst mag hoogstens 50 procent van het in de erkenning vastgestelde maximale aantal subsidiabele begeleidingen verstrekt worden aan personen die aan een van de volgende criteria beantwoorden : 1° ze voldoen niet aan de voorwaarden, vermeld in artikelen 3 en 11;2° ze zijn niet ingeschreven bij het agentschap;3° ze maken gebruik van een door een dienst ter uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 23/02/2006 numac 2006035210 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp, beschreven module jeugdhulpverlening die overeenkomstig het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp rechtstreeks toegankelijk is. § 2. In de gevallen vermeld in paragraaf 1, 1° en 2°, wordt het bestaan van de handicap of van een ernstig risico op de ontwikkeling van de handicap bevestigd door een geneeskundig attest, of door een attest van een instantie die door het agentschap erkend is om een multidisciplinair verslag af te leveren. § 3. In de gevallen, vermeld in paragraaf 1, 3°, kunnen alleen personen begeleid worden die beantwoorden aan de doelgroep die gespecificeerd is in de rechtstreeks toegankelijke modules die door een dienst werden beschreven ter uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 23/02/2006 numac 2006035210 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisishulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp.
De dienst die de rechtstreeks toegankelijke modules jeugdhulpverlening verstrekt maakt deel uit van een netwerk rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp als vermeld in artikelen 13 en 14 van het decreet Integrale Jeugdhulp. § 4. De prestaties, verricht in het kader van dit artikel, moeten afzonderlijk vermeld worden in het jaarverslag, vermeld in artikel 10.
De dienst mag aan de personen, vermeld in paragraaf 1, 1° en 2°, niet meer dan twaalf begeleidingen per persoon en per jaar verstrekken."
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikelen 3, § 2, 4, 5 en 6, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2010.
Artikel 2, 3 en 4 houden op uitwerking te hebben op 1 januari 2012.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 september 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN