gepubliceerd op 01 november 2000
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen
17 JULI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, inzonderheid op artikel 14, tweede lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 19;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 juni 1999;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 8 juni 1999, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;2° Fonds : het Vlaams Zorgfonds, bedoeld in artikel 11 van het decreet;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen;4° tenlasteneming : de tenlasteneming van de kosten of prestaties zoals omschreven in artikel 6, § 1, eerste lid, van het decreet;5° zorgkas : een zorgkas als bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 2 van het decreet;6° erkende zorgkas : een zorgkas die erkend is overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling 1, van dit besluit. HOOFDSTUK II. - De organisatie, de werking en het beheer van de zorgkassen en de controle op de zorgkassen Afdeling 1. - De organisatie, de werking en het beheer van de
zorgkassen
Art. 2.Een zorgkas beschikt over een beleidsstructuur, een administratieve en boekhoudkundige organisatie en een interne controle, die aan haar activiteiten aangepast zijn. De minister kan nadere regels daarover bepalen.
De in het eerste lid bedoelde interne controle heeft minstens betrekking op de geldigheid, de volledigheid en de juistheid waarmee de financiële verrichtingen worden verwerkt in de boekhoudkundige documenten en rekeningen.
Art. 3.De technische en financiële middelen van een zorgkas zijn aangepast aan haar activiteiten en waarborgen een goede uitvoering van haar verbintenissen.
Art. 4.§ 1. De effectieve leiding van een zorgkas wordt toevertrouwd aan ten minste twee personen. § 2. Mogen geen beheerder van een zorgkas zijn en niet met de effectieve leiding van een zorgkas worden belast : 1° personen die zich in een geval bevinden als bedoeld in artikel 1 tot en met 3 en 3bis, § 1 en § 3, van het koninklijk besluit nr.22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen; 2° personen die veroordeeld werden tot een gevangenisstraf van minder dan drie maanden wegens een misdrijf als bedoeld in het besluit, genoemd in 1°;3° personen die veroordeeld werden wegens inbreuk : a) op artikelen 83 tot en met 87 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;b) op artikel 4 van het koninklijk besluit nr.41 van 15 december 1934 tot bescherming van het gespaard vermogen door reglementering van de verkoop op afbetaling van premie-effecten; c) op artikelen 18 tot en met 23 van het koninklijk besluit nr.43 van 15 december 1934 betreffende de controle op de kapitalisatieondernemingen; d) op artikelen 42 en 42bis van het koninklijk besluit nr.185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten; e) op artikelen 200 tot en met 209 van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935;f) op artikelen 67 tot en met 72 van het koninklijk besluit nr.225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen; g) op artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit nr.71 van 30 november 1939 betreffende het leuren met roerende waarden en demarchage met roerende waarden en goederen of eetwaren; h) op artikelen 63 tot en met 66 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;i) op artikel 150 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten;j) op artikel 11 van het koninklijk besluit nr.64 van 10 november 1967 tot regeling van het statuut van de portefeuillemaatschappijen; k) op artikel 101 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet;l) op artikelen 34 tot en met 36 en 49 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet;m) op artikelen 104 en 105 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;n) op artikelen 148 en 149 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art. 5.Het maatschappelijk doel van de zorgkas, zoals vermeld in haar statuten, is beperkt tot de taken, vermeld in artikel 16 van het decreet.
De statuten van de zorgkas bevatten een opgave van de rechten en de plichten van de aangeslotenen en de gebruikers. Ze mogen niet in strijd zijn met de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld.
De statuten, evenals de lijst van de beheerders, liggen in de zetel van de zorgkas ter inzage van elke belangstellende. Hij kan daarvan kosteloos een kopie krijgen.
Art. 6.Een zorgkas verstrekt aan personen die zich willen aansluiten en aan de aangeslotenen minimaal de informatie die de minister bepaalt.
Art. 7.§ 1. De documenten die een zorgkas gebruikt of verspreidt, zijn in overeenstemming met de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld. § 2. Op de documenten of formulieren die ter kennis van het publiek gebracht worden, vermeldt een zorgkas : « Zorgkas erkend door de Vlaamse Gemeenschap ». Bovendien bevatten die documenten de vermeldingen die de minister bepaalt.
Art. 8.Een zorgkas registreert de gegevens over de aansluitingen, de aanvragen tot tenlasteneming en de tenlastenemingen. Ze verstrekt de gegevens van het voorbije werkjaar vóór 31 maart aan het Fonds.
De minister kan bepalen welke gegevens minimaal worden geregistreerd, hoe ze worden geregistreerd en hoe ze aan het Fonds worden verstrekt.
De minister kan bepalen dat gegevens, die hij aanwijst, tegen een andere dan de in het eerste lid vermelde datum aan het Fonds worden verstrekt.
Art. 9.Een zorgkas int een ledenbijdrage van haar aangeslotenen. De regering stelt jaarlijks het bedrag van de ledenbijdrage vast.
Art. 10.Artikel 2, 3, eerste lid, 4, eerste tot en met vijfde lid, 6, eerste en vierde lid, 7, eerste tot en met derde lid, 8, § 1 en § 2, eerste lid, en 9 van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen zijn van overeenkomstige toepassing op een zorgkas.
Het Fonds kan richtlijnen uitvaardigen die de bepalingen van voormelde wet concretiseren of aanvullen.
Art. 11.Een zorgkas onthoudt zich ervan : 1° onder om het even welke vorm leningen toe te staan;2° met een ziekenfonds, een landsbond van ziekenfondsen, een maatschappij voor onderlinge bijstand, een verzekeringsonderneming of enige andere organisatie, waarmee ze financiële, commerciële of administratieve banden heeft, overeenkomsten af te sluiten of regelingen te maken die de verdeling van de kosten en inkomsten kunnen beïnvloeden, als daardoor de rekeningen zouden worden vervalst. Afdeling 2. - De controle op de zorgkassen
Art. 12.§ 1. Een zorgkas bewaart gedurende een door de minister te bepalen termijn alle documenten betreffende de door haar verrichte aansluitingen en tenlastenemingen in haar zetel of op een andere plaats die vooraf door het Fonds is toegelaten. § 2. Een zorgkas verstrekt aan het Fonds, op diens eenvoudig verzoek, alle inlichtingen en documenten die het Fonds nodig heeft voor de uitvoering van zijn taak. Ze staat het Fonds toe om in haar zetel inzage te nemen van alle documenten, evenals elk onderzoek te verrichten naar haar financiële toestand en haar activiteiten.
Een zorgkas staat ervoor in dat al haar medewerkers aan het Fonds, op diens eenvoudig verzoek, alle inlichtingen verschaffen waarover zij beschikken met betrekking tot de aansluitingen en tenlastenemingen, waaraan zij hun medewerking hebben verleend.
Art. 13.Als een document niet voldoet aan de vereisten van artikel 7, § 1, zorgt de zorgkas voor de intrekking of de aanpassing ervan binnen één maand nadat ze daartoe door het Fonds is aangemaand per aangetekende brief.
Art. 14.§ 1. Een zorgkas brengt de wijzigingen aan haar statuten en aan de lijst van haar beheerders met een aangetekende brief ter kennis van het Fonds binnen één maand na hun goedkeuring door de algemene vergadering. Tot uiterlijk één maand na die kennisgeving kan het Fonds zich met een aangetekende en gemotiveerde brief verzetten tegen een wijziging die in strijd is met de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld. In dat geval zorgt de zorgkas ervoor dat de wijziging wordt ingetrokken of aangepast binnen twee maanden na verzending van de brief van het Fonds. § 2. Een zorgkas zendt vóór 30 april aan het Fonds haar jaarrekening en het boekhoudkundig verslag, bedoeld in artikel 19 van het decreet, betreffende het vorige kalenderjaar. Het Fonds bepaalt de vormvereisten waaraan het verslag moet voldoen.
Art. 15.Een zorgkas wijst een bedrijfsrevisor aan, die door de algemene vergadering wordt gekozen onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren. Indien de zorgkas de rechtsvorm van een maatschappij van onderlinge bijstand aanneemt zoals bedoeld in artikel 43bis van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, dient de bedrijfsrevisor erkend te zijn door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. In de andere gevallen dient de bedrijfsrevisor erkend te zijn door de Controledienst voor de Verzekeringen.
De bedrijfsrevisor wordt aangewezen voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Hij kan slechts om wettige redenen worden ontslagen.
De zorgkas deelt aan het Fonds de naam, de voornamen en het adres van de bedrijfsrevisor mee binnen een maand na diens aanwijzing.
Buiten zijn bezoldiging mag de zorgkas aan de bedrijfsrevisor geen enkel voordeel verschaffen, in welke vorm ook. Bijkomende opdrachten kunnen hem enkel worden toevertrouwd met de goedkeuring van de algemene vergadering.
Ingeval het mandaat van de bedrijfsrevisor, om welke reden ook, een einde neemt, wijst de zorgkas binnen drie maanden een opvolger aan.
Art. 16.De door een zorgkas aangewezen bedrijfsrevisor controleert met inachtneming van de algemene controlenormen van het Instituut der bedrijfsrevisoren : 1° de nauwkeurigheid en de volledigheid van de boekhouding en van de jaarrekening;2° het aangepaste karakter en de werking van de administratieve en boekhoudkundige organisatie en van de interne controle. De bedrijfsrevisor kan te allen tijde in de zetel van de zorgkas inzage nemen van alle documenten die hij nodig acht voor de uitvoering van zijn opdracht. Hij kan van de beheerders en van de personen die met de effectieve leiding zijn belast, alle nodige ophelderingen en inlichtingen eisen en alle nodige verificaties verrichten.
Hij brengt onverwijld elke inbreuk op de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld, alsmede alles wat volgens hem de financiële toestand van de zorgkas in gevaar zou kunnen brengen, ter kennis van de beheerders van de zorgkas.
Hij viseert het boekhoudkundig verslag, bedoeld in artikel 14, § 2.
Art. 17.De bedrijfsrevisor stelt jaarlijks een verslag op over de resultaten van de door hem verrichte controles, met inachtneming van de algemene controlenormen van het Instituut der bedrijfsrevisoren.
Dit verslag vermeldt meer in het bijzonder : 1° hoe de controletaken werden verricht en of alle gevraagde ophelderingen en documenten werden verkregen;2° of de boekhouding is gevoerd en de jaarrekening is opgesteld conform de toepasselijke regels;3° of naar zijn oordeel de jaarrekening een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de zorgkas. In het verslag vermeldt en rechtvaardigt de bedrijfsrevisor nauwkeurig en duidelijk het voorbehoud en de bezwaren die hij meent te moeten maken. In het andere geval vermeldt hij uitdrukkelijk geen bezwaar noch voorbehoud te maken.
Het verslag wordt gevoegd bij de jaarrekening die ter goedkeuring aan de algemene vergadering wordt voorgelegd. De bedrijfsrevisor wordt uitgenodigd voor de algemene vergadering, wanneer deze zal beraadslagen over de jaarrekening en het door hem opgemaakte verslag.
Hij heeft het recht op de algemene vergadering het woord te voeren in verband met de vervulling van zijn taak. HOOFDSTUK III. - De procedure voor het verlenen, het verlengen, het intrekken en het schorsen van de erkenning Afdeling 1. - De procedure voor het verlenen en verlengen van de
erkenning
Art. 18.De instanties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, 1° en 3°, van het decreet, kunnen een zorgkas oprichten als ze hetzij in elke provincie van het Nederlandse taalgebied en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een exploitatiezetel hebben, hetzij daar vertegenwoordigd zijn, hetzij daar, naar gelang het geval, leden of verzekerden hebben.
Art. 19.Om ontvankelijk te zijn dient een aanvraag tot erkenning van een zorgkas uit te gaan van een instantie als bedoeld in artikel 14 van het decreet, die in voorkomend geval aan het bepaalde in artikel 18 voldoet. Bovendien moet ze met een aangetekende brief aan het Fonds worden gezonden en moet ze de volgende gegevens en stukken bevatten : 1° de statuten van de zorgkas;2° de naam, voornamen, woon- of verblijfplaats, het beroep en de nationaliteit van de beheerders van de zorgkas en van de personen die met de effectieve leiding van de zorgkas worden belast en de volmachten van die laatsten;3° de statuten van de instantie of de instanties, bedoeld in artikel 14 van het decreet, die de zorgkas heeft of hebben opgericht;4° de naam, voornamen, woon- of verblijfplaats van de leden, natuurlijke personen of rechtspersonen, die in de algemene vergadering van de zorgkas een gekwalificeerde deelneming bezitten en het percentage van die deelneming, evenals voldoende gedetailleerde gegevens over de nauwe banden die bestaan tussen de zorgkassen en andere natuurlijke of rechtspersonen;5° de verbintenis om de regels na te leven die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld;6° andere gegevens en stukken, die door het Fonds worden bepaald. Een gekwalificeerde deelneming in de zin van het eerste lid, 4°, veronderstelt het rechtstreeks of onrechtstreeks bezitten van ten minste 10 % van de stemrechten of elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op de bedrijfsvoering van de zorgkas.
Art. 20.§ 1. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag deelt het Fonds aan de zorgkas mee of de aanvraag ontvankelijk is.
Als de aanvraag niet ontvankelijk is omdat één of meer gegevens of stukken als bedoeld in artikel 19 ontbreken, vraagt het Fonds de ontbrekende gegevens of stukken op. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de gegevens of stukken, deelt het Fonds aan de zorgkas mee of de aanvraag ontvankelijk is.
Het Fonds onderzoekt de aanvraag. § 2. Binnen vier maanden nadat aan de zorgkas is meegedeeld dat haar aanvraag ontvankelijk is, wordt haar de gemotiveerde beslissing van de minister om de erkenning te verlenen of het gemotiveerde voornemen van de leidend ambtenaar van het Fonds om de erkenning te weigeren met een aangetekende brief toegezonden. De erkenning kan slechts worden verleend als uit de aanvraag blijkt dat de zorgkas zal voldoen aan de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld. § 3. Tegen het voornemen, bedoeld in § 2, kan de zorgkas bezwaar indienen. Om ontvankelijk te zijn moet het bezwaar gemotiveerd zijn en uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst van het voornemen per aangetekende brief worden ingediend bij de minister. De met redenen omklede beslissing van de minister wordt binnen één maand na ontvangst van het bezwaar aan de zorgkas toegezonden met een aangetekende brief.
De minister kan slechts een beslissing nemen nadat de zorgkas en het Fonds werden gehoord, tenzij ze aan een behoorlijk verstuurde uitnodiging geen gevolg hebben gegeven.
Als de zorgkas tegen het voornemen geen ontvankelijk bezwaar heeft ingediend, wordt, binnen één maand na het verstrijken van de termijn om bezwaar in te dienen, de met redenen omklede beslissing van de minister, waarbij de erkenning wordt geweigerd, aan de zorgkas meegedeeld met een aangetekende brief. § 4. De beslissing waarbij de erkenning wordt verleend, wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 21.De erkenning van een zorgkas geldt voor een termijn van vijf jaar.
De erkenning kan worden verlengd indien de zorgkas daarvoor tot uiterlijk negen maanden voor het verstrijken van haar erkenning een aanvraag indient. Artikelen 19 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing. Afdeling 2. - De procedure voor de intrekking en de schorsing van de
erkenning Onderafdeling A. - De ingebrekestelling
Art. 22.Wanneer het Fonds vaststelt dat een zorgkas niet werkt overeenkomstig de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld, dat haar beheer of haar financiële toestand niet voldoende waarborgen biedt voor de goede afloop van haar verbintenissen of dat haar administratieve of boekhoudkundige organisatie of haar interne controle ernstige leemten vertoont, stelt het Fonds met een aangetekende brief de zorgkas in gebreke om daaraan binnen een door hem te bepalen termijn te verhelpen.
Onderafdeling B. - De intrekking van de erkenning
Art. 23.De erkenning van een zorgkas kan door de minister bij een met redenen omklede beslissing worden ingetrokken in de volgende gevallen : 1° wanneer de zorgkas geen gebruikmaakt van de erkenning binnen twaalf maanden of wanneer ze gedurende meer dan zes maanden haar activiteiten heeft gestaakt;2° wanneer ze niet voldoet aan de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld, nadat de in artikel 22 vermelde termijn is verstreken. In de gevallen, opgesomd in het eerste lid, wordt door de leidend ambtenaar van het Fonds een gemotiveerd voornemen tot intrekking van de erkenning geuit, dat met een aangetekende brief aan de zorgkas wordt meegedeeld.
Art. 24.Tegen het voornemen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, kan de zorgkas bezwaar indienen. Om ontvankelijk te zijn moet het bezwaar gemotiveerd zijn en uiterlijk vijftien dagen na de ontvangst van het voornemen per aangetekende brief worden ingediend bij de minister. De met redenen omklede beslissing van de minister wordt binnen één maand na ontvangst van het bezwaar aan de zorgkas toegezonden met een aangetekende brief. De minister kan slechts een beslissing nemen nadat de zorgkas en het Fonds werden gehoord, tenzij ze aan een behoorlijk verstuurde uitnodiging geen gevolg hebben gegeven.
Als de zorgkas tegen het voornemen geen ontvankelijk bezwaar heeft ingediend, wordt, binnen één maand na het verstrijken van de termijn om bezwaar in te dienen, de met redenen omklede beslissing van de minister, waarbij de erkenning wordt ingetrokken, aan de zorgkas meegedeeld met een aangetekende brief.
Art. 25.Een zorgkas kan de minister per aangetekende brief verzoeken om haar erkenning in te trekken. De minister beslist over het verzoek, na het advies van het Fonds te hebben ingewonnen. De beslissing wordt uiterlijk twee maanden na ontvangst van het verzoek aan de zorgkas meegedeeld per aangetekende brief.
Art. 26.De erkenning van een zorgkas wordt ambtshalve door de minister ingetrokken in geval van ontbinding van de zorgkas. Deze beslissing wordt per aangetekende brief aan de betrokken zorgkas meegedeeld uiterlijk vijftien dagen nadat ze werd genomen.
Art. 27.De beslissing waarbij de erkenning van een zorgkas wordt ingetrokken, vermeldt de datum waarop de intrekking ingaat. Ze wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Ingeval de erkenning wordt ingetrokken kan de minister, als hij oordeelt dat de vrijwaring van de rechten van de aangeslotenen en gebruikers dat vereist, op kosten van de betrokken zorgkas gedurende vijf opeenvolgende dagen een bericht laten plaatsen in de dagbladen die hij aanwijst. In dit bericht wordt de datum vermeld waarop de intrekking van erkenning uitwerking heeft.
Art. 28.De intrekking van erkenning heeft als gevolg dat de zorgkas geen nieuwe aansluitingen meer mag verrichten en niet meer mag beslissen over tenlastenemingen.
Het Fonds zal zo nodig alle passende maatregelen opleggen tot vrijwaring van de rechten van de aangeslotenen en gebruikers.
Een zorgkas waarvan de erkenning is ingetrokken, blijft tot aan het afsluiten van haar vereffening onderworpen aan de regels die bij of krachtens het decreet zijn vastgesteld.
Art. 29.De neerlegging van een verzoek tot ontbinding van een zorgkas wordt door de griffie van de betrokken rechtbank aan de minister meegedeeld.
Onderafdeling C. - De schorsing van de erkenning
Art. 30.In het geval, bedoeld in artikel 23, eerste lid, 2°, kan de erkenning van een zorgkas door de minister bij een met redenen omklede beslissing worden geschorst. Artikel 23, tweede lid, 24 en 27, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
De schorsing van de erkenning heeft als gevolg dat de zorgkas geen nieuwe aansluitingen meer mag verrichten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 31.§ 1. Artikel 16, tweede lid, en 19 van het decreet treden in werking op 20 juli 2000. § 2. Dit besluit treedt in werking op 20 juli 2000.
Art. 32.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS