Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 juli 2010
gepubliceerd op 01 oktober 2010

Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van de zorgverzekering

bron
vlaamse overheid
numac
2010035698
pub.
01/10/2010
prom.
02/07/2010
ELI
eli/besluit/2010/07/02/2010035698/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


2 JULI 2010. - Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van de zorgverzekering


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, artikel 4, § 4 en § 5, tweede lid, 6, § 2, 7, tweede lid, 8, § 1, tweede lid, 9, eerste en tweede lid, 10, § 4, 16, tweede lid, 17, derde lid en 21bis, § 2, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 2001, 20 december 2002, 30 april 2004, 7 mei 2004, 24 juni 2005, 19 december 2008 en 30 april 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen, artikel 6, 7, § 2, 8, tweede lid en 12, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering, artikel 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, artikel 2, § 1, tweede lid, § 3, derde lid, § 4, derde lid, en § 5, derde lid, 3, § 1, tweede lid, § 3, derde lid, § 4, derde lid en § 5, derde lid, 4, § 4, eerste en tweede lid, 6, tweede lid, 8, vierde lid, 13, 20, tweede lid, 27, tweede lid, 32, § 3, 39, 42, tweede lid, 47, 57, 58, vierde lid, 62, 74 en 79;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding tot uitvoering van de Vlaamse zorgverzekering rekening houdende met de Europese regelgeving en de internationale verdragen;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 augustus 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor het verbod van cumulatie van de tenlastenemingen in de zorgverzekering met uitkeringen krachtens andere bepalingen, en tot wijziging van de enige bijlage bij het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2010;

Gelet op advies 48.141/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : TITEL 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanvraagformulier : het aanvraagformulier, vermeld in artikel 42, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010;2° besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 : het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;3° controleorgaan : het orgaan dat verantwoordelijk is voor de controle van de indicatiestelling van de gebruikers, vermeld in artikel 75 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010;4° derden : een werkgever of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;5° herziening : de herziening van een beslissing wegens een wijziging van de toestand van de gebruiker, vermeld in artikel 52 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010;6° identificatienummer : uniek nummer, toegekend aan personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, of, bij gebrek aan rijksregisternummer het door de woonstaat toegekende sociaal fiscaal nummer;7° inschrijving in het bevolkingsregister : elke inschrijving in het bevolkingsregister, ook de inschrijving met een referentieadres;8° mutatieformulier : het mutatieformulier, vermeld in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010;9° oprichtende instanties : de instanties die een zorgkas hebben opgericht als vermeld in artikel 14 van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;10° plaats van tewerkstelling : plaats waar de effectieve werkzaamheden worden uitgevoerd;11° verlenging : de verlenging van een beslissing als vermeld in de artikelen 53 tot en met 57 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010. TITEL 2. - Het lidmaatschap van de Vlaamse zorgverzekering HOOFDSTUK 1. - Aansluiting Afdeling 1. - Aansluitingsplicht of vrijwillige aansluiting voor de

personen, vermeld in artikel 2, § 4, of in artikel 3, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010

Art. 2.Een persoon als vermeld in artikel 2, § 4, of in artikel 3, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, heeft gebruikgemaakt van zijn recht op vrij verkeer van werknemers of van de vrijheid van vestiging als hij aan een van de volgende voorwaarden voldoet : 1° onmiddellijk voor zijn tewerkstelling in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad heeft hij gewerkt in een andere EU-lidstaat, EER-lidstaat of in Zwitserland;2° onmiddellijk voor zijn tewerkstelling in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad heeft hij gewoond in een andere EU-lidstaat, EER-lidstaat of in Zwitserland;3° tijdens zijn tewerkstelling in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad is hij verhuisd van een andere EU-lidstaat, EER-lidstaat of van Zwitserland. Afdeling 2. - Periode van aansluiting of verbod op aansluiting

Art. 3.De referentiedatum om voor een kalenderjaar te bepalen waar een persoon als vermeld in artikel 2, § 3, § 4 of § 5, of in artikel 3, § 3, § 4, § 5 of § 6, of in artikel 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, woont, tewerkgesteld is of sociaal verzekerd is, zodat hij voldoet aan de voorwaarden voor aansluiting of verbod op aansluiting, is 1 januari van het jaar in kwestie.

In afwijking van het eerste lid, kunnen personen die in de loop van het kalenderjaar, door een verandering in hun situatie, aan de voorwaarden voor aansluiting, vermeld in het eerste lid, voldoen, enkel aansluiten bij een zorgkas als zij een recht op tenlasteneming willen openen.

In afwijking van het eerste lid, is de referentiedatum om voor het jaar van komen wonen te bepalen of een persoon als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, voldoet aan de criteria voor verbod op aansluiting, vermeld in het eerste lid, 1 januari van het jaar na het jaar van komen wonen.

Art. 4.In afwijking van artikel 3, eerste lid is de plaats van tewerkstelling van een gepensioneerde als vermeld in artikel 2, § 3, of in artikel 3, § 3, of § 6, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, de plaats waar die persoon op 1 januari van het laatste jaar voor zijn pensionering gewerkt heeft.

Art. 5.In afwijking van artikel 3, eerste lid wordt de plaats van tewerkstelling van een persoon als vermeld in artikel 2, § 4, of in artikel 3, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, als volgt bepaald : 1° de plaats van tewerkstelling van een persoon die niet gepensioneerd en niet beroepsactief is, is de plaats waar die persoon werkte op 1 januari van het jaar van zijn laatste tewerkstelling;2° de plaats van tewerkstelling van een persoon die een Belgisch pensioen ontvangt, is in de hierna vermelde volgorde : a) de woonplaats als hij er gewerkt heeft;b) de plaats waar die persoon op 1 januari van het laatste jaar voor pensionering gewerkt heeft. Afdeling 3. - Bewijsvoering

Art. 6.Het Vlaams Zorgfonds ontvangt jaarlijks een bestand van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid met identificatiegegevens van personen als vermeld in artikel 2, § 3, § 4 of § 5, of in artikel 3, § 3, § 4, § 5 of § 6, of in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010.

Personen die aan de criteria voldoen, maar van wie het Vlaams Zorgfonds de identificatiegegevens niet heeft ontvangen op de wijze, vermeld in het eerste lid, bezorgen zelf het bewijs dat zij aan de criteria voor aansluiting of voor verbod op aansluiting voldoen : 1° voor ieder jaar dat zij beroepsactief zijn;2° bij aanvang of bij wijziging van hun pensionering. Het bewijs, vermeld in het tweede lid, bestaat uit een ingevuld formulier, dat door het Vlaams Zorgfonds ter beschikking wordt gesteld, of uit een attest van de werkgever of van de instantie die de sociale zekerheid van de persoon beheert. Afdeling 4. - Terugbetaling van bijdragen

Art. 7.Betaalde ledenbijdragen van personen als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, worden aan de betrokkkene terugbetaald. De ledenbijdragen die tot en met 31 december 2004 betaald zijn, worden terugbetaald door het Vlaams Zorgfonds. De ledenbijdragen die vanaf 1 januari 2005 betaald werden, worden terugbetaald door de zorgkas waaraan de betrokkene ze betaald heeft.

Personen als vermeld in het eerste lid, die al tenlastenemingen in het kader van de zorgverzekering hebben genoten, kunnen de door hen betaalde ledenbijdragen niet terugvorderen voor de jaren waarin ze tenlastenemingen hebben genoten. Afdeling 5. - Uitnodiging tot aansluiting

Art. 8.De zorgkassen kunnen een mailing naar de leden of verzekerden van hun oprichtende instantie sturen met de mededeling dat ze zich bij een zorgkas kunnen aansluiten. Die mailing mag in naam van de oprichtende instantie worden verstuurd. De mailing bevat de volgende twee aparte rubrieken : 1° de mededeling over de zorgverzekering;2° de uitnodiging tot de betaling van de ledenbijdrage waarmee een persoon zich aansluit. De mailing mag samen met de promotie van andere producten verstuurd worden.

Art. 9.De mededeling, vermeld in artikel 8, 1°, bevat minstens de volgende informatie : 1° de ledenbijdragen die in het kader van de zorgverzekering gevraagd worden;2° de periodes waarvoor de ledenbijdragen gevraagd worden;3° de toelichting over de plicht of de mogelijkheid om zich bij een van de erkende zorgkassen aan te sluiten;4° de manier waarop men zich kan aansluiten : door middel van een storting op een rekeningnummer op naam van de zorgkas;5° de maatregel van de administratieve geldboete en de opschorting met verlies van rechten van de tenlasteneming met vier maanden;6° voor personen die in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen de toelichting dat, als een lid zich niet in staat acht om de jaarlijkse ledenbijdrage te betalen, hij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan vragen of het in zijn plaats de ledenbijdrage aan de zorgkas wil betalen.Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is niet verplicht om dat verzoek in te willigen.

Art. 10.De zorgkassen respecteren de keuzevrijheid van de gebruiker.

De mededeling en de uitnodiging tot betaling, vermeld in artikel 8, bevatten geen aanwijzingen die laten uitschijnen dat aansluiting bij de zorgkas in kwestie verplicht is. Het moet duidelijk zijn dat aansluiting bij een van de erkende zorgkassen verplicht is.

Art. 11.De zorgkassen kunnen 30 april vastleggen als einddatum om de ledenbijdrage te betalen voor personen die 26 jaar worden. Ze kunnen vermelden dat als de persoon zich niet aansluit, hij vanaf 1 juli ambtshalve bij de Vlaamse Zorgkas aangesloten zal worden.

Art. 12.Een gezinshoofd kan gezinsleden aansluiten.

Art. 13.Met toestemming van de betrokkenen kunnen derden personen bij een zorgkas aansluiten. De zorgkassen die personen via derden aansluiten, beschikken over een verklaring van de betrokken personen waaruit blijkt dat ze vrijwillig kiezen om zich aan te sluiten bij de zorgkas. Als een derde personen wil aansluiten, bezorgt hij de zorgkas een lijst van de personen die bij de zorgkas aangesloten willen worden. De zorgkas heeft een lijst van leden voor wie in groep betaald wordt.

Art. 14.Met de betaling van de ledenbijdragen bezorgen de derden aan de zorgkas een lijst van de personen waarvoor de betaling wordt uitgevoerd. Die lijst bevat per lid de volgende gegevens : 1° rijksregisternummer;2° voor- en achternaam;3° adres;4° geboortedatum;5° geslacht;6° nationaliteit;7° bedrag van de ledenbijdrage. Afdeling 6. - Mutatie van zorgkas

Art. 15.Een persoon muteert van een mutualistische zorgkas naar een andere mutualistische zorgkas via het mutatieformulier van de ziekteverzekering als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de persoon heeft niet tijdig, overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, een getekend mutatieformulier bezorgd aan een niet-mutualistische zorgkas;2° de persoon is geen lid van een niet-mutualistische zorgkas. In de andere gevallen muteert een persoon van zorgkas door uiterlijk op 5 december van het jaar voor het jaar waarin hij van zorgkas muteert, het getekende mutatieformulier, vermeld in artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, aan de nieuwe zorgkas te bezorgen.

Art. 16.De nieuwe zorgkas bezorgt een eerste keer voor 20 oktober en een tweede keer in de periode van 25 november tot en met 6 december een tekstbestand aan het Vlaams Zorgfonds dat van elk record de volgende velden bevat : 1° rijksregisternummer, veldlengte 11;2° code van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3. Het bestand, vermeld in het eerste lid, bevat alle mutaties die met het mutatieformulier werden aangevraagd, en alle mutaties die de zorgkassen van een ziekenfonds moeten aanvragen op basis van een verandering van ziekenfonds.

Het Vlaams Zorgfonds bezorgt uiterlijk op 10 december dat tekstbestand terug aan de nieuwe zorgkas, aangevuld met de code van de afstaande zorgkas : 1° rijksregisternummer, veldlengte 11;2° code van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3;3° code van de afstaande zorgkas volgens het Vlaams Zorgfonds, veldlengte 3. Het Vlaams Zorgfonds bezorgt uiterlijk op 10 december aan de vijf mutualistische zorgkassen een bestand van de personen die van de mutualistische zorgkas in kwestie naar een niet-mutualistische zorgkas veranderen.

Art. 17.De nieuwe zorgkas bezorgt uiterlijk op 15 december aan de hoofdzetel van de afstaande zorgkas een tekstbestand.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de zorgkassen onderling schriftelijk overeenkomen dat er verschillende bestanden worden doorgestuurd vanuit de regionale kantoren.

Het bestand bevat per record de volgende velden : 1° rijksregisternummer, veldlengte 11;2° code van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3;3° code van de afstaande zorgkas volgens het Vlaams Zorgfonds, veldlengte 3;4° afdeling van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3;5° inschrijvingsnummer van de nieuwe zorgkas, veldlengte 15.Dit veld is facultatief; 6° naam, veldlengte 48;7° voornaam, veldlengte 48. De nieuwe zorgkas stuurt uiterlijk op 20 december de originele mutatieformulieren van de personen die van zorgkas muteren, als vermeld in artikel 15, tweede lid, aangetekend naar de hoofdzetel van de afstaande zorgkas. Er kunnen verschillende bestanden vanuit de regionale kantoren worden doorgestuurd als de zorgkassen dat onderling schriftelijk overeenkomen. De formulieren kunnen ook door een koerier tegen ontvangstbewijs afgegeven worden, op voorwaarde dat de koerier het pakket uiterlijk op 20 december aflevert.

Art. 18.De afstaande zorgkas vult het tekstbestand aan met de noodzakelijke gegevens en stuurt uiterlijk op 15 januari elektronisch het aangevulde bestand en, als daarin aanvullende informatie is opgenomen, het papieren dossier per post naar de hoofdzetel van de nieuwe zorgkas. Er kunnen verschillende bestanden en zendingen vanuit de regionale kantoren worden doorgestuurd als de zorgkassen dat onderling schriftelijk overeenkomen.

Als het gaat om de mutatie van een aangeslotene zonder lopend dossier als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling, en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen, in het kader van de zorgverzekering, wordt samen met het A-record, vermeld in het ministerieel besluit van 2 december 2009 betreffende het verstrekken van de gegevens over de aansluitingen, de aanvragen tot tenlasteneming en de tenlastenemingen in het kader van de zorgverzekering, een tekstbestand met de volgende elementen elektronisch bezorgd : 1° rijksregisternummer, veldlengte 11;2° code van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3;3° code van de afstaande zorgkas volgens het Vlaams Zorgfonds, veldlengte 3;4° afdeling van de nieuwe zorgkas, veldlengte 3;5° inschrijvingsnummer van de nieuwe zorgkas, veldlengte 15.Dit veld is facultatief; 6° achternaam, veldlengte 48;7° voornaam, veldlengte 48;8° straat woonplaats, veldlengte 32;9° nummer woonplaats, veldlengte 9;10° bus woonplaats, veldlengte 5;11° NIS-code woonplaats, veldlengte 5;12° postnummer woonplaats, veldlengte 5;13° gemeente woonplaats, veldlengte 40;14° straat verblijfplaats, veldlengte 32;15° nummer verblijfplaats, veldlengte 9;16° bus verblijfplaats, veldlengte 5;17° NIS-code-verblijfplaats, veldlengte 5;18° postnummer-verblijfplaats, veldlengte 5;19° gemeente-verblijfplaats, veldlengte 40;20° geboortedatum, veldlengte 8;21° geslacht, veldlengte 1;22° nationaliteit, veldlengte 3;23° weigering of acceptatie van de mutatie, waarbij de volgende codes ingevuld kunnen worden, veldlengte 2 : a) 01 mutatie aanvaard - dossier afgesloten;b) 02 rijksregisternummer foutief of blanco;c) 03 laattijdige aanvraag mutatie;d) 04 MOB-wetgeving geen lid in verplichte ziekteverzekering;e) 05 mutatieaanvraag op dezelfde datum bij verschillende zorgkassen;f) 06 geen lid, foutieve zorgkas;g) 07 ondertussen overleden;h) 08 ontbreken handtekening;i) 09 betwisting handtekening;j) 10 tegentekening door muterende;k) 11 mutatieformulier ontbreekt;l) 12 ambtshalve, nooit betaald bij de Vlaamse Zorgkas;m) 13 weigering mutatie in verplichte ziekteverzekering;n) 14 mag niet aansluiten bij zorgverzekering;o) 15 datum aanvraag door lid ontbreekt op mutatieformulier;24° code van de afstaande zorgkas, veldlengte 3;25° afdeling van de afstaande zorgkas, veldlengte 3;26° inschrijvingsnummer van de afstaande zorgkas, veldlengte 15;27° opgelegde opschorting met verlies van rechten, veldlengte 3;28° resterende opschorting met verlies van rechten, veldlengte 3;29° datum van de start van de aansluiting in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, veldlengte 8;30° aantal jaren termijn van ononderbroken aansluiting voor een aanvraag ingediend kan worden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, veldlengte 2;31° dossier zorgbehoevendheid, veldlengte 1;32° totaal nog verschuldigde ledenbijdragen, veldlengte 5. Voor elk jaar dat niet of niet volledig betaald werd, wordt de volgende informatie meegedeeld : 1° referentiejaar, veldlengte 4;2° openstaand bedrag, veldlengte 4;3° code opvrager, waarbij volgende codes worden ingevuld, veldlengte 1 : a) code 1 : dit bedrag moet door de zorgkas opgevraagd worden;b) code 2 : dit bedrag moet door het Vlaams Zorgfonds opgevraagd worden. De gegevens over de verblijfplaats, vermeld in het tweede lid, 14° tot en met 19°, worden blanco gelaten als ze identiek zijn aan de gegevens over de woonplaats.

Bij weigering van een mutatie door de afstaande zorgkas worden van het tweede lid alleen de velden, vermeld in het punt 1° tot en met 25°, ingevuld.

Art. 19.Als de mutatie een persoon betreft met een lopend dossier of een persoon voor wie in het laatste kalenderjaar voor de mutatie een beslissing genomen is, is het voldoende dat de afstaande zorgkas de gegevens over de laatst genomen beslissing aan de nieuwe zorgkas bezorgt. Naast de elementen die in het bestand van de tenlastenemingen, vermeld in hoofdstuk II van de bijlage bij het ministerieel besluit van 2 december 2009 betreffende het verstrekken van de gegevens over de aansluitingen, de aanvragen tot tenlasteneming en de tenlastenemingen in het kader van de zorgverzekering, aan het Vlaams Zorgfonds gerapporteerd worden, moeten de volgende elementen uit het dossier gehaald kunnen worden : 1° ingangsdatum van het persoonlijk assistentiebudget;2° ingangsdatum van verblijf in een residentiële gehandicaptenvoorziening. Als een vertegenwoordiger van de zorgbehoevende bij de zorgkas bekend is, worden de volgende gegevens van de vertegenwoordiger meegedeeld : 1° achternaam;2° voornaam;3° straat woonplaats;4° nummer woonplaats;5° bus woonplaats;6° postnummer woonplaats;7° gemeente woonplaats;8° telefoonnummer;9° statuut van de vertegenwoordiger, waarbij de volgende categorieën gebruikt kunnen worden : a) wettelijke vertegenwoordiger;b) echtgenoot of echtgenote;c) zus of broer;d) ouder;e) kind;f) grootouder;g) kleinkind;h) persoon met volmacht. Als een mantelzorger van de zorgbehoevende bij de zorgkas bekend is, worden de volgende gegevens van de mantelzorger meegedeeld : 1° rijksregisternummer van de zorgbehoevende;2° achternaam;3° voornaam;4° straat woonplaats;5° nummer woonplaats;6° bus woonplaats;7° postnummer woonplaats;8° gemeente woonplaats;9° telefoonnummer;10° relatie van de mantelzorger met de zorgbehoevende : a) echtgenoot of echtgenote;b) partner;c) moeder;d) vader;e) zus;f) broer;g) dochter;h) zoon;i) buur;j) andere.

Art. 20.In de periode van 15 december tot en met 15 januari krijgen de personen die van zorgkas muteren, als vermeld in artikel 15, tweede lid, de mogelijkheid om hun beslissing tot mutatie te herroepen om te garanderen dat ze zich bij de nieuwe zorgkas willen aansluiten. De aansluiting bij de nieuwe zorgkas gaat niet door als : 1° de persoon het door het Vlaams Zorgfonds ter beschikking gestelde herroepingsformulier ondertekent, waarin hij verklaart dat hij bij de afstaande zorgkas wil blijven;2° de afstaande zorgkas dat formulier aangetekend en uiterlijk op 15 januari aan de hoofdzetel van de nieuwe zorgkas bezorgt.

Art. 21.Als een zorgkas twee of meer mutatieformulieren ontvangt voor dezelfde persoon, wordt de volgende werkwijze gehanteerd : 1° als de betrokkene eenmaal tegentekent, zijn beide mutatieformulieren nietig, tenzij dat betekent dat de betrokkene lid wordt van een zorgkas waarvan hij geen lid kan zijn;2° als de betrokkene niet tegentekent, is het eerst ingediende mutatieformulier bepalend, tenzij dat betekent dat de betrokkene lid wordt van een zorgkas waarvan hij geen lid kan zijn.

Art. 22.De afstaande zorgkas zal in dat geval alle gegevens bezorgen aan de zorgkas waarbij de betrokkene het eerst een mutatieformulier heeft ingediend. De mutatie naar de zorgkassen waarbij de betrokkene het laatst zijn mutatieformulier heeft ingediend, zal worden geweigerd.

Art. 23.Een lid verandert na afloop van de mutatieprocedure, vermeld in artikel 15 tot en met 22, naar de Vlaamse Zorgkas als het lid op 1 januari van een kalenderjaar niet langer lid kan blijven van een zorgkas van een ziekenfonds omdat het lidmaatschap van die persoon bij het ziekenfonds afgesloten is.

Daarbij geldt de volgende procedure : 1° de afstaande zorgkas bezorgt voor 30 juni alle opgelegde gegevens in het kader van de gewone mutaties aan de Vlaamse Zorgkas;2° de Vlaamse Zorgkas schrijft de betrokken persoon in als inkomende mutatie met terugwerkende kracht op 1 januari van het jaar;3° de Vlaamse Zorgkas brengt de betrokken persoon op de hoogte van zijn aansluiting bij de Vlaamse Zorgkas en de redenen daarvan. HOOFDSTUK 2. - Ledenbijdrage Afdeling 1. - Inning van de ledenbijdrage

Art. 24.De zorgkas of de oprichtende instantie mag de mededeling over de zorgverzekering en de uitnodiging tot betaling van de jaarlijkse ledenbijdrage voor de zorgverzekering samen met de uitnodiging tot betaling voor andere producten van de zorgkas of van zijn oprichtende instanties in één document bezorgen.

De mededeling over de zorgverzekering wordt in een aparte rubriek vermeld.

Art. 25.De mededeling, vermeld in artikel 24, bevat minstens de volgende informatie : 1° de ledenbijdragen die in het kader van de zorgverzekering gevraagd worden;2° de periodes waarvoor de ledenbijdragen gevraagd worden;3° de maatregel van de administratieve geldboete en de opschorting met verlies van rechten;4° voor personen die in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen de toelichting dat, als het lid zich niet in staat acht om de jaarlijkse ledenledenbijdrage te betalen, hij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan vragen of het in zijn plaats de ledenbijdrage aan de zorgkas wil betalen.Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn is niet verplicht om dat verzoek in te willigen.

Art. 26.Bestaande domiciliëringsopdrachten kunnen alleen gebruikt worden om de ledenbijdrage door een lid te laten betalen als die persoon of zijn gezinshoofd de toestemming gegeven heeft.

Art. 27.In de brief met de uitnodiging om de ledenbijdrage te betalen, mag de zorgkas alleen 30 april vermelden als einddatum om de ledenbijdrage te betalen.

Art. 28.Derden kunnen de ledenbijdragen betalen van personen die bij een zorgkas aangesloten zijn. De zorgkas is in het bezit van een lijst van personen voor wie een derde de ledenbijdrage betaalt. De lijst die de derde aan de zorgkas bezorgt, bevat voor elk lid de gegevens die in het register bijgehouden moeten worden. Afdeling 2. - Herinneringsbrief

Art. 29.De herinneringsbrief, vermeld in artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, bevat minstens de informatie, vermeld in artikel 25. Afdeling 3. - Aangetekende brief

Art. 30.De aangetekende brief, vermeld in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, bevat minstens de informatie, vermeld in artikel 25.

De zorgkas vermeldt 30 april als einddatum om ledenbijdragen te betalen. HOOFDSTUK 3. - Beëindiging van de aansluiting

Art. 31.De zorgkas brengt het lid met een brief op de hoogte van de ambtshalve beëindiging van het lidmaatschap, vermeld in artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010.

Art. 32.De mededeling van de ambtshalve beëindiging van het lidmaatschap bevat minstens de volgende informatie : 1° de vermelding dat het lidmaatschap ambtshalve wordt beëindigd;2° de datum waarop het lidmaatschap met terugwerkende kracht wordt beëindigd;3° de mededeling dat het lid de ambtshalve beëindiging van het lidmaatschap ongedaan kan maken door uiterlijk op 31 december de ledenbijdragen te betalen;4° de mededeling dat bij stopzetting van het lidmaatschap de termijn van ononderbroken aansluiting, vermeld in artikel 5, 6°, van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, opnieuw van toepassing wordt.

Art. 33.Het lid kan na verzending van de brief, vermeld in artikel 31, verzet aantekenen door alsnog de verschuldigde ledenbijdrage te betalen uiterlijk tot 31 december van het jaar waarin de brief werd verstuurd.

Art. 34.De zorgkas maakt, na ontvangst van de betaling, vermeld in artikel 33, de ambtshalve beëindiging van het lidmaatschap ongedaan. HOOFDSTUK 4. - Betaling bij verschillende zorgkassen

Art. 35.Als een persoon bij verschillende zorgkassen betaald heeft, wordt hij lid van de zorgkas, die als eerste binnen de daartoe bepaalde termijnen aan het Vlaams Zorgfonds meegedeeld heeft dat die persoon bij haar betaald heeft.

Als de zorgkassen op hetzelfde ogenblik meedelen dat een persoon bij hen betaald heeft, dan is de persoon aangesloten bij de zorgkas die als eerste de ledenbijdrage van het lid heeft ontvangen. De andere zorgkassen brengen de persoon er schriftelijk van op de hoogte dat hij bij hen niet aangesloten kan worden, omdat hij al bij een andere zorgkas aangesloten is.

Na onderling overleg kan een zorgkas ten voordele van een andere zorgkas afstand doen van het lidmaatschap van een persoon, als die persoon bij twee zorgkassen betaald heeft. HOOFDSTUK 5. - Administratieve geldboete

Art. 36.Bij het bezwaarschrift, vermeld in artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, wordt een bezwaarformulier gevoegd. Het Vlaams Zorgfonds stelt het model van het bezwaarformulier op.

Art. 37.Als het bezwaar onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, bevat de beslissing van de leidend ambtenaar een nieuwe termijn van twee maanden waarin de betrokkene de administratieve geldboete en eventuele verschuldigde ledenbijdragen moet betalen.

Art. 38.Als het bezwaar gegrond wordt verklaard, zal het Vlaams Zorgfonds : 1° vaststellen dat de jaren waarvoor het bezwaar gegrond verklaard werd, niet langer in aanmerking komen voor de administratieve geldboete;2° de eventueel verschuldigde ledenbijdragen innen;3° de zorgkas in kwestie daarvan op de hoogte brengen. TITEL 3. - Tenlastenemingen HOOFDSTUK 1. - Voorwaarde van ernstig en langdurig verminderd zelfzorgvermogen Afdeling 1. - Attest

Onderafdeling 1. - Residentiële zorg

Art. 39.Om een tenlasteneming voor residentiële zorg te verkrijgen vraagt de gebruiker een verblijfsattest als vermeld in artikel 32, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, aan bij zijn verzekeringsinstelling of bij de residentiële voorziening waar hij verblijft.

Het verblijfsattest bevat minstens de volgende gegevens : 1° voor- en achternaam, adres, geboortedatum en rijksregisternummer van de gebruiker;2° naam van de instantie die het attest heeft afgeleverd;3° naam van de residentiële voorziening waar de gebruiker verblijft;4° datum van opname in de residentiële voorziening.

Art. 40.Attesten op basis van de score op de Katz-schaal in een verzorgingsinrichting gelden ook als verblijfsattest.

Art. 41.De zorgkas die een verblijfsattest ontvangt, verstrekt door een voorziening of professionele zorgverlener die in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland gevestigd is, vraagt aan het Vlaams Zorgfonds of de voorziening voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 30, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010.

Onderafdeling 2. - Mantel- en thuiszorg

Art. 42.Om een tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg te verkrijgen, beantwoorden de attesten, vermeld in artikel 32, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, aan de volgende criteria : 1° het attest op basis van de score op de Katz-schaal in de thuisverpleging of op basis van de score op de Katz-schaal in een verzorgingsinrichting wordt afgeleverd door de verzekeringsinstelling;2° het attest op basis van de score op de BEL-schaal, afgenomen in het kader van gezinszorg, wordt afgeleverd door de dienst voor gezinszorg waarop de gebruiker een beroep doet;3° het attest op basis van bijkomende kinderbijslag wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, de dienst die de kinderbijslag voor de betrokken persoon uitbetaalt, of door de verzekeringsinstelling;4° de attesten op basis van de score op de medisch-sociale schaal die wordt gebruikt voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming hulp aan bejaarden, worden afgeleverd door de verzekeringsinstelling of door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;5° het Kine E-attest wordt door de verzekeringsinstelling afgeleverd.

Art. 43.Met uitzondering van het Kine E-attest bevatten de attesten minstens de volgende gegevens : 1° voor- en achternaam, adres, geboortedatum en rijksregisternummer van de gebruiker bij wie de indicatiestelling afgenomen is;2° naam van de instantie die het attest heeft afgeleverd;3° naam van de schaal waarop het attest is gebaseerd;4° score of categorie op die schaal;5° datum van afname van die schaal of datum van de start van de erkenning in het oorspronkelijke stelsel;6° duur van de geldigheid van de indicatiestelling. Het Kine E-attest bevat minstens de volgende gegevens : 1° voor- en achternaam, adres, geboortedatum en rijksregisternummer van de gebruiker aan wie het attest toegekend wordt;2° naam van de instantie die het attest heeft afgeleverd;3° datum van toekenning van het attest;4° duur van de geldigheid van het attest.

Art. 44.Een kopie van de beslissing tot integratietegemoetkoming of tot tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden als vermeld in artikel 32, § 1, 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, geldt ook als attest.

Art. 45.De gebruiker of zijn vertegenwoordiger bezorgt het attest aan de zorgkas. Afdeling 2. - Indicatiestelling

Art. 46.De zorgkas die een beschrijvend verslag ontvangt als vermeld in artikel 38, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, vraagt aan het Vlaams Zorgfonds of de persoon die het verslag heeft ingevuld, een arts is die zijn activiteiten op rechtmatige wijze verricht in het woonland. HOOFDSTUK 2. - Schuldvergelijking van ledenbijdragen op tenlastenemingen

Art. 47.Schuldvergelijking, als vermeld in artikel 1289 van het Burgerlijk Wetboek, tussen de ledenbijdrage en de tenlasteneming van het lopende jaar, kan door de zorgkas worden toegepast. HOOFDSTUK 3. - Vertegenwoordiger

Art. 48.De vertegenwoordiger van de gebruiker is een natuurlijke persoon die in de plaats van de gebruiker optreedt bij alle handelingen die de gebruiker moet stellen om dekking van kosten voor niet-medische zorg in het kader van de zorgverzekering te verkrijgen.

Art. 49.De volgende personen kunnen zonder volmacht als vertegenwoordiger van een gebruiker optreden : 1° de echtgenoot, echtgenote of een verwant in de eerste of tweede graad van de gebruiker.De vertegenwoordiger vermeldt op het aanvraagformulier welke relatie hij met de gebruiker heeft; 2° een meerderjarig lid van het gezin van de gebruiker.In dat geval volstaat als bewijs een attest van gezinssamenstelling van de betrokkenen; 3° de wettelijke vertegenwoordiger van de gebruiker.Dat is een van de onderstaande personen : a) een van de ouders of, in voorkomend geval, de voogd voor een niet-ontvoogde minderjarige.Hetzelfde geldt voor de verlengd minderjarige die op het vlak van zijn persoon en zijn goederen met een minderjarige beneden vijftien jaar wordt gelijkgesteld; b) de voogd.Dat is de echtgenoot of echtgenote voor een onbekwaam verklaarde; c) een voorlopige bewindvoerder, voor een verdachte die geïnterneerd is en noch onbekwaam is verklaard, noch onder voogdij staat, als zijn belangen dat vereisen;d) een voorlopige bewindvoerder die de vrederechter heeft toegevoegd aan een meerderjarige die geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief, wegens zijn gezondheidstoestand niet in staat is zijn goederen te beheren.Tenzij het tegendeel blijkt uit de rechterlijke beslissing waarbij de voorlopige bewindvoerder wordt aangesteld, vertegenwoordigt hij de beschermde persoon in alle rechtshandelingen en procedures met betrekking tot zijn goederen; e) de pleegvoogd.Dat is de persoon die zich verbindt om een niet ontvoogd minderjarig kind te onderhouden, op te voeden en in staat te stellen de kost te verdienen; f) de provoogd die, bij een volledige of gedeeltelijke ontzetting van het ouderlijk gezag door de jeugdrechtbank wordt aangewezen om de rechten uit te oefenen en de overeenkomstige verplichtingen na te komen waarvan de ouders of een van hen ontzet zijn;4° de directeur van het woonzorgcentrum, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis waar de gebruiker verblijft op voorwaarde dat de volgende documenten aan de zorgkas worden bezorgd : a) een doktersattest waaruit blijkt dat de gebruiker niet in staat is zelf de aanvraag tot tenlasteneming te ondertekenen;b) een verklaring van de directeur van het woonzorgcentrum, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis dat er voor de betrokken gebruiker geen andere personen bekend zijn die overeenkomstig de categorieën, vermeld in punt 1° tot en met de 3°, als vertegenwoordiger zonder volmacht kunnen optreden.

Art. 50.Personen die niet behoren tot één van de categorieën, vermeld in artikel 49, kunnen met volmacht als vertegenwoordiger van een gebruiker optreden als zij beschikken over een document waarin staat dat de gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger hen volmacht verleent. De gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger dateert en ondertekent dat document. HOOFDSTUK 4. - Beslissing over de tenlasteneming

Art. 51.De mededeling bevat bij een positieve beslissing minstens de volgende informatie : 1° de vermelding dat de gebruiker in aanmerking komt voor de zorgverzekering;2° de vermelding van de datum waarop de gebruiker zijn recht op tenlasteneming kan laten gelden;3° de vermelding van de geldigheidsduur van de beslissing tot tenlasteneming;4° de vermelding van de zorgvorm en het bedrag waarop de gebruiker een beroep kan doen;5° een motivering van de beslissing;6° de mededeling dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger het recht heeft om op elk moment een herziening van de beslissing over de tenlasteneming te vragen;7° de melding dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger een verandering van zorgvorm en elke ernstige verandering van de gezondheidstoestand van de gebruiker onmiddellijk moet meedelen aan zijn zorgkas.Daar wordt aan toegevoegd dat als hij de veranderingen niet meedeelt, de ten onrechte verkregen tenlastenemingen teruggevorderd kunnen worden van een gebruiker; 8° in voorkomend geval, de periode van opschorting met verlies van rechten van de tenlasteneming;9° de mededeling dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger tegen de beslissing van de zorgkas een bezwaarschrift bij het Vlaams Zorgfonds kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure.

Art. 52.De mededeling bevat bij een negatieve beslissing minstens de volgende informatie : 1° de melding dat de gebruiker niet in aanmerking komt voor de zorgverzekering;2° de vermelding van de reden of redenen waarom de gebruiker niet in aanmerking komt voor de zorgverzekering;3° een kopie van de vaststelling van het langdurig, ernstig verminderd zelfzorgvermogen;4° de melding dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger tegen de beslissing van de zorgkas een bezwaarschrift bij het Vlaams Zorgfonds kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure. HOOFDSTUK 5. - Herziening, verlenging en stopzetting Afdeling 1. - Herziening

Art. 53.Een verhuizing van een erkende of met een erkenning gelijkgestelde residentiële voorziening naar een andere residentiële voorziening wordt via een aanvraag tot herziening of via de aflevering van een verblijfsattest behandeld. Afdeling 2. - Verlenging

Art. 54.De mededeling bij een positieve beslissing over de verlenging bevat minstens de informatie die meegedeeld wordt bij een positieve beslissing over een aanvraag voor een tenlasteneming. Afdeling 3. - Beslissing tot stopzetting

Art. 55.Bij een stopzetting van een beslissing bevat de mededeling de volgende informatie : 1° de melding dat de gebruiker niet meer in aanmerking komt voor de zorgverzekering;2° de melding van de datum vanaf wanneer de gebruiker geen tenlastenemingen meer zal ontvangen;3° de vermelding van de reden of redenen waarom de gebruiker niet meer in aanmerking komt;4° in voorkomend geval, een kopie van de vaststelling van het langdurig, ernstig verminderd zelfzorgvermogen;5° de melding dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger een bezwaarschrift tegen de beslissing van de zorgkas bij het Vlaams Zorgfonds kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure. HOOFDSTUK 6. - Verandering van zorgvorm

Art. 56.De mededeling bevat bij een positieve beslissing over de verandering van zorgvorm minstens de volgende informatie : 1° de vermelding dat de gebruiker in aanmerking komt voor de verandering van zorgvorm;2° de vermelding van de datum waarop de gebruiker recht heeft op een tenlasteneming voor de nieuwe zorgvorm;3° de vermelding van de zorgvorm en het bedrag waarop de gebruiker een beroep kan doen;4° de vermelding van de geldigheidsduur van de beslissing;5° de mededeling dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger tegen de beslissing van de zorgkas bij het Vlaams Zorgfonds een bezwaarschrift kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure.

Art. 57.De mededeling bevat bij een negatieve beslissing over de verandering van zorgvorm minstens de volgende informatie : 1° de melding dat de gebruiker niet in aanmerking komt voor de verandering van zorgvorm;2° de vermelding van de reden of redenen waarom de gebruiker niet in aanmerking komt voor de verandering van zorgvorm;3° de mededeling dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger tegen de beslissing van de zorgkas een bezwaarschrift bij het Vlaams Zorgfonds kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure. HOOFDSTUK 7. - Uitvoering van de tenlastenemingen

Art. 58.De zorgkas betaalt de tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg uit met een overschrijving op het rekeningnummer van de gebruiker of met een circulaire cheque aan de gebruiker.

Art. 59.De zorgkas betaalt de tenlasteneming voor residentiële zorg uit met een overschrijving op het rekeningnummer van de gebruiker. Als de gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger daar zelf om verzoekt, betaalt de zorgkas de tenlasteneming voor residentiële zorg met een circulaire cheque uit. HOOFDSTUK 8. - Vrijstelling van terugvordering van onverschuldigd uitgevoerde tenlastenemingen

Art. 60.Het Vlaams Zorgfonds stelt de zorgkassen uitzonderlijk vrij van de terugvordering van de onrechtmatig uitgevoerde en niet-terugvorderbare tenlastenemingen voor de eerste maand na het overlijden van een zorgbehoevende met een tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg.

Die niet-terugvorderbare tenlastenemingen, vermeld in het eerste lid, worden niet in mindering gebracht van de subsidie voor tenlastenemingen, vermeld in artikel 4, § 3, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering, als naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5 van dat besluit, aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de zorgkas verstuurt een brief naar de zorgbehoevende of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger of zijn erfgenamen met het verzoek om het onrechtmatig ontvangen bedrag aan tenlastenemingen terug te betalen;2° in minstens negentig procent van de overlijdens bij dossiers mantel- en thuiszorg heeft de zorgkas de tenlasteneming tijdig en correct stopgezet of het onrechtmatig uitbetaalde bedrag aan tenlastenemingen na terugvordering alsnog kunnen innen.

Art. 61.De zorgkas vraagt de vrijstelling eenmaal per jaar aan bij het Vlaams Zorgfonds, namelijk uiterlijk op 15 mei van het volgende jaar. De zorgkas geeft daarbij de volgende informatie : 1° het aantal overlijdens bij dossiers mantel- en thuiszorg in het jaar in kwestie;2° het aantal overlijdens waarbij de tenlastenemingen tijdig en correct stopgezet zijn of waarbij de tenlastenemingen voor de eerste maand na het overlijden alsnog na terugvordering geïnd konden worden;3° het aantal overlijdens waarbij de tenlastenemingen voor de eerste maand na het overlijden na terugvordering niet geïnd konden worden.

Art. 62.Het Vlaams Zorgfonds verleent op basis van die gegevens vrijstelling van de terugvordering en stort het bedrag uiterlijk op 15 juli van het volgende jaar aan de zorgkassen.

Het Vlaams Zorgfonds kan nadere regels bepalen voor vrijstelling van de terugvordering. HOOFDSTUK 9. - Cumulatie van de tenlastenemingen met aanspraak op dekking van dezelfde kosten van niet-medische hulp- en dienstverlening krachtens andere wettelijke of decretale bepalingen

Art. 63.De uitvoering van de tenlasteneming voor mantel- en thuiszorg wordt opgeschort vanaf de eerste dag van de maand na de start van het persoonlijke-assistentiebudget tot het einde van de maand waarin het persoonlijke-assistentiebudget beëindigd wordt. De beslissing kan echter niet worden geweigerd of stopgezet op basis van het feit dat iemand een beroep doet op het persoonlijke-assistentiebudget.

Het Vlaams Zorgfonds deelt aan de zorgkassen mee welke aangeslotenen op een persoonlijke assistentiebudget recht hebben.

Art. 64.De uitvoering van de tenlastenemingen voor mantel- en thuiszorg worden opgeschort vanaf de eerste dag van de maand na de start van het verblijf, vermeld in artikel 72 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, tot het einde van de maand waarin het verblijf beëindigd wordt.

Het Vlaams Zorgfonds deelt aan de zorgkassen mee welke leden geen recht hebben op een tenlasteneming, overeenkomstig het eerste lid.

Het Vlaams Zorgfonds deelt aan de zorgkassen ook mee welke gebruikers in de periode van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 augustus meer dan dertig dagen of meer dan honderd dagen uit die voorziening afwezig zijn geweest.

Art. 65.De gebruiker of zijn vertegenwoordiger verklaart op het aanvraagformulier dat de gebruiker verblijft in een voorziening als vermeld in artikel 72 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, of op de wachtlijst staat voor een dergelijke voorziening. Als de gebruiker pas nadat zijn aanvraagformulier is ingediend, in een dergelijke voorziening verblijft, meldt hij of zijn vertegenwoordiger dat aan de zorgkas.

Art. 66.De persoon, vermeld in artikel 72, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010, vraagt bij de voorziening een attest aan dat bewijst dat de persoon in de periode van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 augustus meer dan dertig dagen uit de voorziening afwezig is geweest. Dat attest moet minstens de volgende gegevens bevatten : 1° voor- en achternaam, adres, geboortedatum of rijksregisternummer van de gebruiker;2° naam van de instantie die het attest heeft afgeleverd;3° naam en type van de residentiële voorziening waar de gebruiker verblijft;4° de melding dat de persoon meer dan dertig dagen of meer dan honderd dagen uit de voorziening afwezig is geweest in de periode van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 augustus. De gebruiker of zijn vertegenwoordiger bezorgt het attest aan de zorgkas. HOOFDSTUK 1 0. - Controle op de indicatiestelling

Art. 67.Naar aanleiding van een controle op een indicatiestelling neemt de zorgkas een positieve beslissing bij een BEL-score van 35 of meer punten. Ze neemt een negatieve beslissing bij een BEL-score van minder dan 35 punten, ook als de zorgbehoevende op dat moment nog over een geldig attest op basis van een BEL-schaal, afgenomen in het kader van gezinszorg, beschikt. Dat attest mag ook niet meer gebruikt worden om een recht op een tenlasteneming te openen.

Een attest op basis van een BEL-schaal die in het kader van gezinszorg binnen de zes maanden na een controle op een indicatiestelling afgenomen wordt, mag niet gebruikt worden om een recht op een tenlasteneming te openen.

Art. 68.De zorgkas beslist binnen veertien dagen na de ontvangst van het resultaat van het controleorgaan.

Art. 69.De mededeling bevat bij een positieve beslissing over de controle minstens de informatie die meegedeeld wordt bij een positieve beslissing over een aanvraag voor de tenlasteneming.

Art. 70.De mededeling bevat bij een negatieve beslissing over de controle minstens de volgende informatie : 1° de melding dat de gebruiker niet meer in aanmerking komt voor de zorgverzekering;2° de melding van de datum waarop de gebruiker geen bedragen meer zal ontvangen;3° de vermelding van de reden of redenen waarom de gebruiker niet meer in aanmerking komt;4° de melding dat een indicatiestelling die binnen zes maanden na de controle plaatsvindt, uitgevoerd moet worden door de persoon die de controle heeft verricht;5° een kopie van het formulier van het controleorgaan;6° de melding dat de gebruiker of zijn vertegenwoordiger tegen de beslissing van de zorgkas een bezwaarschrift bij het Vlaams Zorgfonds kan indienen en een beschrijving van alle voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen en de te volgen procedure.

Art. 71.Voor personen die niet in het Nederlandse taalgebied en niet in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen, kan het controleorgaan de controle telefonisch uitvoeren.

TITEL 4. - Archivering

Art. 72.Mutatieformulieren, inclusief mutatieformulieren van personen die aangesloten waren bij een zorgkas die zijn activiteiten heeft stopgezet, blijven beschikbaar tot de dag dat de rijksregisternummers van die personen niet of niet meer voorkomen in de foutenbestanden over de verandering van zorgkas die het Vlaams Zorgfonds aan de zorgkassen bezorgt. Nadien mogen de mutatieformulieren vernietigd worden.

BEL-foto's over de facturatie van indicatiestellingen blijven beschikbaar tot de eerste dag van de maand na de steekproefsgewijze controle ter plaatse. Nadien mogen de BEL-foto's, waarvan de gecontroleerde BEL-foto's de steekproef uitgemaakt hebben, vernietigd worden. Als het om een zorgkas met een gedecentraliseerde werking gaat, mogen alleen de BEL-foto's van de zorgkasafdeling vernietigd worden.

Bewijsstukken voor de vrijstelling van de ledenbijdrage of voor het niet- opleggen van een teller voor administratieve geldboete blijven gedurende drie jaar beschikbaar. De termijn begint te lopen op 1 januari van het volgende jaar. Na die termijn mogen de bewijsstukken vernietigd worden.

De bewaartermijn van kopieën van brieven over de terugvordering van tenlastenemingen aan leden bedraagt tien jaar. De termijn begint te lopen op 1 januari van het jaar waarin de brief verzonden is.

Art. 73.De papieren aanvraagdossiers blijven onmiddellijk consulteerbaar tot een jaar na de verwijdering uit het B-bestand.

Als verwijderde dossiers wegens terugvordering of bijbetaling opnieuw in het B-bestand worden opgenomen, zijn die dossiers weer beschikbaar voor controle binnen de termijn, vermeld in het eerste lid.

Na verloop van de termijn, vermeld in het eerste lid, mogen de aanvraagdossiers worden gearchiveerd.

Art. 74.De papieren aanvraagdossiers mogen drie jaar na de verwijdering van het record uit het B-bestand worden vernietigd.

Als dossiers wegens terugvordering of bijbetaling opnieuw in het B-bestand worden opgenomen, wordt de termijn van drie jaar weer toegepast.

TITEL 5. - Slotbepalingen

Art. 75.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 2 december 2009;2° het ministerieel besluit van 27 november 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding tot uitvoering van de Vlaamse zorgverzekering rekening houdende met de Europese regelgeving en de internationale verdragen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 februari 2008;3° het ministerieel besluit van 29 augustus 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor het verbod van cumulatie van de tenlastenemingen in de zorgverzekering met uitkeringen krachtens andere bepalingen, en tot wijziging van de enige bijlage bij het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering.

Art. 76.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Brussel, 2 juli 2010.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^