16 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering voor de professionalisering van de CLB's in het kader van leersteun

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 3, derde lid; - het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 29/05/2019 numac 2019012533 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën sluiten houdende de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën, artikel 73; - het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 17/03/2022 numac 2022030952 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022 sluiten houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022, artikel 12, vervangen bij het decreet van 8 juli 2022; - het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/10/2019 pub. 18/10/2019 numac 2019014947 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering.

Vormvereiste(n) De volgende vormvereisten zijn vervuld: - de Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 8 november 2022; - de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 13 december 2022.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - CLB's realiseren hun opdrachten in het kader van leerlingenbegeleiding zoals opgenomen in het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, onder andere door de kernactiviteiten signaalfunctie, consultatieve leerlingenbegeleiding, onthaal, vraagverheldering, handelingsgerichte diagnostiek, handelingsgericht advies, begeleiding en draaischijffunctie in te zetten. - Op 8 juli 2022 hechtte de Vlaamse Regering haar eerste principiële goedkeuring aan het ontwerp van decreet over leersteun. Het leersteundecreet heeft onder meer als doel om (1) leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basis- en secundair onderwijs maximaal te ondersteunen, (2) de competenties van leerkrachten en schoolteams in scholen van het gewoon basis- en secundair onderwijs te versterken in functie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, en (3) de samenwerking tussen het gewoon en buitengewoon onderwijs te verdiepen.

Om die doelstellingen te kunnen verwezenlijken, legt het leersteundecreet een grote nadruk op de rol van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB's) bij de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, leerkrachten, en schoolteams. Zo wordt onder andere bepaald dat de CLB's versterkt inzetten op leerlingenbegeleiding met effect op de klasvloer, samenwerken met de leersteuncentra om professionalisering, expertisedeling en -ontwikkeling vorm te geven, en werken aan een gezamenlijke visie en werkwijze om verslagen die bepalen welk curriculum leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen volgen af te leveren.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en de Vlaamse Rand.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Departement Onderwijs en Vorming: het departement, vermeld in artikel 22, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° project Protocollering Diagnostiek: het project, vermeld in het convenant 2021-2024 van 1 juli 2021 over de ontwikkeling en ondersteuning van de implementatie van handelingsgerichte diagnostische protocollen en ICF in de centra voor leerlingenbegeleiding;3° subsidieverstrekker: Departement Onderwijs en Vorming.

Art. 2.Ten laste van het krediet dat ingeschreven is onder begrotingsartikel FB0-1FGD2GE-WT basisallocatie 1FG051 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse overheid voor het begrotingsjaar 2022, wordt een subsidie verleend aan Vrij CLB Netwerk vzw, gevestigd in de Anatole Francestraat 119 bus 1, 1030 Brussel, ondernemingsnummer 0473.721.472, voor maximaal 300.000 euro, voor de personeels- en werkingskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het project `versterking van de CLB's op het vlak van consultatieve leerlingenbegeleiding, handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht adviseren in het kader van leersteun'.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, heeft betrekking op de periode van 19 december 2022 tot en met 31 augustus 2024.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt op de volgende wijze verdeeld: 1° 50.000 euro voor de aanstelling van een halftijdse projectverantwoordelijke in de gesubsidieerde vrije permanente ondersteuningscel CLB en 15.000 euro werkingsbudget, voor de periode van 19 december 2022 tot en met 31 augustus 2024; 2° 230.000 euro voor de aanstelling van vijf deeltijdse projectmedewerkers in vijf geselecteerde CLB's van een lerend netwerk en 5.000 euro werkingsbudget, voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 augustus 2024.

Art. 3.In het kader van het project, vermeld in artikel 2, wordt een lerend netwerk opgericht dat: 1° goede praktijken verzamelt op het vlak van consultatieve leerlingenbegeleiding die inspirerend kunnen zijn voor andere CLB's. Daarbij wordt in kaart gebracht welke kennis, vaardigheden en attitudes van CLB's bijdragen tot een kwaliteitsvolle invulling van consultatieve leerlingenbegeleiding en op welke wijze CLB's op dat vlak geprofessionaliseerd kunnen worden; 2° goede praktijken verzamelt op het vlak van handelingsgericht adviseren en handelingsgerichte diagnostiek die inspirerend kunnen zijn voor andere CLB's.Waar nodig worden bestaande praktijken verfijnd tot goede praktijken of worden bijkomende goede praktijken ontwikkeld. Die praktijken worden kleinschalig toegepast bij de CLB's van het lerend netwerk ter controle van de bruikbaarheid en toepasbaarheid binnen de CLB-context; 3° goede praktijken verzamelt waarbij de inzet van handelingsgerichte diagnostiek overdiagnosticering en therapeutisering kan tegengaan;4° een voorwaardenscheppend kader en voorstellen uitwerkt die de disseminatie van goede praktijken op het gebied van consultatieve leerlingenbegeleiding, handelingsgericht adviseren en handelingsgerichte diagnostiek naar alle CLB's mogelijk maken.Daarbij worden kritische succesfactoren gedefinieerd die ondersteunend zijn voor de CLB's binnen onderwijs en in het samenspel tussen alle betrokken actoren.

In het kader van het project, vermeld in artikel 2, deelt de projectverantwoordelijke de verzamelde en ontwikkelde materialen en inzichten met alle CLB's en met geïnteresseerden buiten de centra via een toegankelijke, gebruiksvriendelijke en laagdrempelige informatiedrager.

Art. 4.Het lerend netwerk, vermeld in artikel 2, derde lid, 2°, bestaat uit vijf CLB's met elk hun projectmedewerker. De CLB's in het lerend netwerk hebben op het vlak van consultatieve leerlingenbegeleiding en handelingsgerichte diagnostiek al een goede praktijk ontwikkeld en passen die toe of zijn daarvoor de eerste stappen aan het zetten, en zijn ook bereid om daarin verder te investeren en daarin een disseminerende rol op te nemen naar alle andere CLB's.

Het lerend netwerk, vermeld in artikel 2, derde lid, 2°, werkt nauw samen met het project Protocollering diagnostiek.

De selectie van de vijf CLB's, vermeld in het eerste lid, wordt gemaakt door de projectverantwoordelijke, vermeld in artikel 2, derde lid, 1°, in afstemming met de stuurgroep, vermeld in artikel 5, 2°.

Art. 5.Het project wordt aangestuurd en opgevolgd door: 1° een projectverantwoordelijke als vermeld in artikel 2, derde lid, 1°, voor de dagelijkse aansturing en opvolging van het project, die nauw samenwerkt met het project Protocollering diagnostiek en tussentijds afstemt met andere lopende projecten in het kader van leersteun;2° een stuurgroep die de projectverantwoordelijke, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° ondersteunt, de voortgang van het project mee opvolgt, waar nodig helpt bij het maken van keuzes in functie van de doelstellingen van het project, en minstens twee keer per trimester samenkomt.De stuurgroep bestaat uit: a) de projectverantwoordelijke, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° ;b) een afgevaardigde vanuit de netoverstijgende samenwerking van de permanente ondersteuningscellen CLB;c) een afgevaardigde vanuit het project Protocollering diagnostiek;3° een klankbordgroep voor de globale projectopvolging die minstens twee keer per jaar samenkomt en bestaat uit: a) de projectverantwoordelijke, vermeld in artikel 2, derde lid, 1° ;b) een afgevaardigde van elke permanente ondersteuningscel CLB;c) een afgevaardigde vanuit het project Protocollering diagnostiek;d) een afgevaardigde van elk geselecteerd CLB uit het lerend netwerk, vermeld in artikel 2;e) twee afgevaardigden vanuit de subsidiërende overheid.

Art. 6.De ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2, eerste lid, levert uiterlijk op 16 oktober 2023 een tussentijds inhoudelijk verslag af dat vooraf is voorgelegd aan en besproken met de klankbordgroep, vermeld in artikel 5, 3°. Het verslag wordt elektronisch ter beschikking gesteld van het Departement Onderwijs en Vorming. Het tussentijdse inhoudelijke verslag omvat: 1° een overzicht met een omschrijving van het verzamelde en nieuw ontwikkelde materiaal, vermeld in artikel 3, 1°, 2° en 3° waarbij wordt aangegeven hoe het materiaal de CLB's kan versterken op het vlak van consultatieve leerlingenbegeleiding, handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht adviseren;2° een voorlopig overzicht met een omschrijving van voorstellen tot disseminatie, vermeld in artikel 3, 4° en hoe de CLB's zullen worden geïnformeerd over het project, zowel naar inhoud als naar proces. De ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2, eerste lid, levert uiterlijk op 1 oktober 2024 een eindrapport af. Het rapport wordt elektronisch ter beschikking gesteld van het Departement Onderwijs en Vorming. Het bevat ten minste de volgende onderdelen: 1° een inhoudelijk verslag met: a) een globaal overzicht van de projectperiode waarin de doelstellingen, het verloop en de werkwijze toegelicht worden;b) een omschrijving van de vindplaats van de toegankelijke, gebruiksvriendelijke en laagdrempelige informatiedrager met de succesfactoren inzake handelingsgericht samenwerken, de verzamelde en ontwikkelde materialen en goede praktijken waarbij de inzet van handelingsgerichte diagnostiek overdiagnosticering en therapeutisering kan tegengaan;c) een overzicht van de concrete voorstellen tot disseminatie naar alle CLB's, waarbij de inhoud, het proces, de randvoorwaarden, succesfactoren en valkuilen worden meegegeven;d) een overzicht van de wijze waarop de inhoud en de resultaten van het project werden voorgesteld aan alle CLB's.2° een financieel verslag met een overzicht van alle gemaakte kosten met de bijbehorende facturen en bewijsstukken.

Art. 7.Een eerste schijf van 50% wordt uitbetaald nadat dit besluit is goedgekeurd en nadat de middelen zijn vastgelegd.

Een tweede schijf van 30% wordt uitbetaald nadat het tussentijdse inhoudelijke verslag, vermeld in artikel 6, eerste lid, is goedgekeurd door het Departement Onderwijs en Vorming.

Het saldo van maximaal 20% wordt uitbetaald nadat het Departement Onderwijs en Vorming het eindrapport, vermeld in artikel 6, tweede lid, heeft ontvangen en goedgekeurd. Naast het eindrapport, vermeld in artikel 6, tweede lid, worden ook een schuldvordering en de nodige bewijsstukken over de uitgaven voorgelegd, waaruit blijkt dat de uitgaven zijn gedaan binnen de periode, vermeld in artikel 2, tweede lid.

De stukken, vermeld in het derde lid, worden ingediend op de wijze die het Departement Onderwijs en Vorming bepaalt.

De subsidie wordt overgeschreven op het rekeningnummer BE77 7785 9069 9642 van Vrij CLB Netwerk vzw, Anatole Francestraat 119 bus 1, 1030 Brussel, ondernemingsnummer 0473.721.472.

Art. 8.Alle briefwisseling, overleg en betalingen tussen de subsidieverstrekker en de ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2, eerste lid, worden geregeld via het Departement Onderwijs en Vorming, afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding, gevestigd in Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel.

Art. 9.Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende administratie en begrotingscontrole aanvaardt de ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2, eerste lid, de controle van de uitvoering van het project, vermeld in artikel 3, eerste lid, door de personeelsleden van de Vlaamse overheid of door de personeelsleden van het Rekenhof.

Art. 10.De begunstigde gebruikt bij elke communicatie over het gesubsidieerde project op elke informatiedrager het standaardlogo van de Vlaamse overheid met of zonder bijschrift. Het voormelde standaardlogo met en zonder bijschrift staat op de website van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

Art. 11.De ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2, eerste lid, betaalt onmiddellijk het bedrag of een gedeelte van de verleende subsidie terug als de toekenningsvoorwaarden onvolledig, onzorgvuldig, niet of niet tijdig zijn vervuld of als de subsidie is aangewend voor andere doeleinden dan waarvoor ze is verleend.

Art. 12.De subsidieverstrekker kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade aan goederen en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de uitvoering van het project, vermeld in artikel 2, eerste lid.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 december 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en de Vlaamse Rand, B. WEYTS