gepubliceerd op 29 mei 2009
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger
15 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger
De Vlaamse Regering, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 42 en artikel 43, § 2, eerste lid, 3°, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals tot op heden gewijzigd, artikel 76, § 3, 3° en artikel 116, § 1, 2°;
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 75, § 3, 3°en artikel 79, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2009;
Gelet op protocol nummer 2009/6 van 29 april 2009 van de eerste afdeling van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op advies nummer 46.388/3 van de Raad van State, gegeven op 28 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger worden de woorden « ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » telkens vervangen door de woorden « financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ».
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « artikel 76, § 2 » worden vervangen door de woorden « artikel 76, § 3, 3° »;2° er wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Ongeacht het bevolkingscijfer van de gemeente en mits akkoord van de provinciegouverneur kan, in de situaties vermeld in artikel 81 tot en met 83 van het gemeentedecreet, het ambt van financieel beheerder worden uitgeoefend door een gewestelijk ontvanger.»
Art. 3.In het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het woord « ontvanger » vervangen door de woorden « financieel beheerder ».
Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het woord « ontvanger » telkens vervangen door de woorden « financieel beheerder ».
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « ontvanger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » en worden de woorden « ambt van ontvanger » vervangen door de woorden « ambt van financieel beheerder »;2° in het tweede lid worden de woorden « op basis van artikel 43, § 2, 3°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « op basis van artikel 75, § 3, 3°, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn » en worden de woorden « het ambt van ontvanger » vervangen door de woorden « het ambt van financieel beheerder »;3° er wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Ongeacht het bevolkingscijfer van de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend en mits akkoord van de provinciegouverneur kan, in de situaties vermeld in artikelen 80 tot en met 82 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het ambt van financieel beheerder worden uitgeoefend door een gewestelijk ontvanger.»
Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het woord « ontvanger » vervangen door de woorden « financieel beheerder ».
Art. 7.Aan artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn »;2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Een deeltijdse of voltijdse gemeentesecretaris, een deeltijdse of voltijdse gemeentelijke financieel beheerder, een deeltijdse of voltijdse secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, en een deeltijdse of voltijdse financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn mogen geen activiteiten cumuleren binnen de diensturen, tenzij binnen de grenzen van de afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen of met de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 87, § 2, van het Gemeentedecreet en artikel 86, § 2, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen de woorden « moeten in dit besluit » en de woorden « financieel beheerder », de woorden « , voor wat betreft de financieel beheerder van een gemeente, » toegevoegd;2° er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van artikel 75, § 1, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn moeten in dit besluit, voor wat betreft de financieel beheerder van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de woorden « financieel beheerder » gelezen worden als ontvanger, als vermeld in artikel 41, § 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.».
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009.
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 mei 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN