gepubliceerd op 27 juli 2004
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzake de uitvoering van het sociaal akkoord 2003-2006
14 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzake de uitvoering van het sociaal akkoord 2003-2006
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de instelling Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, inzonderheid op artikel 17, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur gegeven op 21 november 2003;
Gelet op het protocol nr. 202.627 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest van 8 oktober 2003;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Ambtenarenzaken, gegeven op 26 januari 2004;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 9 maart 2004;
Gelet op het advies nr. 36.786/3 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel XIII 32, § 1, tweede lid van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 wordt de volgende zin toegevoegd : « Met ingang op 01 januari 2006 wordt dit bedrag teruggebracht tot 175 EUR. »
Art. 2.In artikel XIII 95 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, wordt een vierde punt toegevoegd dat luidt als volgt : « 4° brutomaandsalaris : de brutojaarbezoldiging gedeeld door 12. »
Art. 3.Artikel XIII 96 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 4.A XIII 97 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Indien niet tijdens de ganse referteperiode volledige prestaties werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage herleid pro rata van de verdiende brutojaarbezoldiging tegenover de brutojaarbezoldiging bij volledige prestaties voor de volledige referteperiode. »
Art. 5.De bepalingen van artikel XIII 98 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : « Onder « referteperiode » wordt verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar. »
Art. 6.In artikel XIII 100 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het referentiejaar » vervangen door de woorden « de referteperiode »;2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : « De bepalingen van artikel XIII 100 zijn tijdens het jaar 2003 enkel van toepassing op personeelsleden met de rang K1, K2 en K3.»
Art. 7.Na artikel XIII 100 van hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 100 bis ingevoegd dat luidt als volgt : § 1. Het vakantiegeld bedraagt 92 % van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het wordt uitbetaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. § 2. In afwijking van § 1 is het vakantiegeld voor 2003, 2004 en 2005 gelijk aan het hierna bepaald percentage : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 8.Artikel XIII 101 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Wat betreft het vakantiegeld voor jonge werknemers wordt de periode vanaf 1 januari van de referteperiode tot de dag voor de datum waarop het statutaire personeelslid tot de stage werd toegelaten eveneens in aanmerking genomen, op voorwaarde dat hij : 1° minder dan 25 jaar oud is op het einde van de referteperiode;2° uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op het einde van zijn studies als rechtgevende op kinderbijslag, of de leerovereenkomst.»
Art. 9.In artikel XIII 103 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « het jaar gedurende hetwelk de vakantie moet worden toegekend » vervangen door de woorden « het vakantiejaar ». 2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « In afwijking van artikel XIII 103 § 1 wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld uitbetaald tijdens de maand volgend op de beëindiging van de tewerkstelling.In dit geval wordt het vakantiegeld berekend op het brutomaandsalaris voor volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling. »
Art. 10.Artikel XIII 104 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld. Voor het vakantiegeld toegekend in toepassing van artikel XIII 100bis wordt deze inhouding verricht tot beloop van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld maximum 85 % bedraagt van het brutomaandsalaris wordt de 13,07 % ingehouden op het volledige bedrag. »
Art. 11.In artikel XIII 105 van hetzelfde besluit wordt het woord « referentieperiode » vervangen door het woord « referteperiode ».
Art. 12.In artikel XIII 106 van hetzelfde besluit wordt het woord « referentieperiode » vervangen door het woord « referteperiode ».
Art. 13.In artikel XIII 107 van hetzelfde besluit wordt het woord « referentieperiode » vervangen door het woord « referteperiode ».
Art. 14.In artikel XIII 108, § 2 worden de woorden « de index van de consumptieprijzen » vervangen door de woorden « het gezondheidsindexcijfer ».
Art. 15.In artikel XIV 57 van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Het vakantiegeld van het contractueel personeelslid wordt niet verminderd bij bevallings- en ziekteverlof. »
Art. 16.Bijlage 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art. 17.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 16 dat in werking treedt op 1 januari 2006.
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER
Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 2000 houdende de organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzake de uitvoering van het sociaal akkoord 2003 - 2006.
Brussel, 14 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER