Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 maart 2014
gepubliceerd op 18 juli 2014

Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams

bron
vlaamse overheid
numac
2014035448
pub.
18/07/2014
prom.
14/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/14/2014035448/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20 en artikel 87, § 1;

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 3, § 3, artikel 5, § 1, § 2 en § 3 en artikel 6, § 1;

Gelet op het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand, artikel 52/1, ingevoegd bij artikel 97 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;

Gelet op het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 78;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 22 november 2013;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 24 januari 2014;

Gelet op het advies 55.196/3 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het overleg met de sector, in uitvoering van artikel 6, § 3 van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Jongerenwelzijn, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/10/2008 pub. 02/03/2009 numac 2009035022 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand en het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 sluiten tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand en het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten: het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen van 17 oktober 2003;3° erkende voorzieningen: de voorzieningen die erkend zijn conform de bepalingen van dit besluit;4° inrichtende macht: een rechtspersoon zonder winstoogmerk onder de verantwoordelijkheid waarvan een erkende voorziening functioneert;5° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;6° ondersteuningsteam: het team van interculturele bemiddelaars ter ondersteuning van de hulp- en dienstverlening aan minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen. HOOFDSTUK 2. - De ondersteuningsteams Afdeling 1. - Algemene beginselen

Art. 2.Per provincie en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kan maximaal één ondersteuningsteam worden erkend en gesubsidieerd.

Het werkgebied van een ondersteuningsteam kan een of meer provincies en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest omvatten. Afdeling 2. - Opdrachten en taken

Art. 3.Een ondersteuningsteam stelt zich tot doel voor minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen, ondersteuning te organiseren voor de hulp- en dienstverlening die door de toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen en de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand wordt ingeschakeld of georganiseerd.

Art. 4.§ 1. De opdrachten van het ondersteuningsteam bestaan uit: 1° ondersteuning door een consult te verzorgen;2° deskundigheidsbevordering door middel van coaching of vorming. § 2. Het consult, vermeld in paragraaf 1, 1°, kan participatief of adviserend zijn. Een participatief consult bestaat uit een overleg met de aanmelder, een verkennend, herkaderend of een bemiddelingsgesprek met de aanmelder, met de jongere en zijn context.

Een adviserend consult houdt een vraagverheldering of doorverwijzing en advies in functie van de aangemelde vraag in. § 3. De coaching, vermeld in paragraaf 1, 2°, betreft coaching in een dossier door middel van een grondige dossierbespreking, in voorkomend geval met deelname aan een case of netwerkoverleg, en teamcoaching door supervisie. Afdeling 3. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 5.Om erkend te worden en te blijven, moet een ondersteuningsteam aan de volgende algemene erkenningsvoorwaarden voldoen: 1° het werkt onder de verantwoordelijkheid van een inrichtende macht;2° de personeelsleden zijn van goed zedelijk gedrag en hun gezondheidstoestand houdt geen gevaar in voor de minderjarigen met wie ze in contact komen;3° naast de wettelijk verplichte verzekeringen is een verzekering afgesloten voor de burgerlijke aansprakelijkheid van het ondersteuningsteam en van de personen die er deel van uitmaken;4° de voorziening beschikt over een geschreven referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers.De organisatie hanteert een procedure voor preventie van, detectie van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. In die procedure is een registratiesysteem met geanonimiseerde gegevens opgenomen. Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers wordt onverwijld gemeld aan de administratie.

Art. 6.Een ondersteuningsteam moet bovendien voldoen aan de volgende bijzondere erkenningsvoorwaarden: 1° het ondersteuningscentrum staat onder leiding van een coördinator;2° de coördinator heeft kennis van en inzicht in migratiemechanismen en diversiteit in de samenleving;3° de coördinator heeft ervaring in het opzetten en uitbouwen van samenwerkingsverbanden binnen de jeugdhulp om de hulp- en dienstverlening aan minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen, te optimaliseren;4° de coördinator kan een team van interculturele bemiddelaars aansturen en motiveren;5° de coördinator heeft kennis van de integrale jeugdhulp. Een ondersteuningsteam beschikt over voldoende en deskundig personeel met basisvaardigheden in het omgaan met diversiteit en interculturaliteit.

Het aantal participatieve consultcontacten als vermeld in artikel 4, § 2, bedraagt per ondersteuningsteam minimaal honderd op jaarbasis.

Art. 7.Een ondersteuningsteam neemt deel aan netwerken binnen de jeugdhulpverlening die een breed aanbod rond interculturele bemiddeling en jeugdhulp realiseren.

Art. 8.Een erkenning wordt verleend voor een periode van zes jaar, telkens verlengbaar met zes jaar.

Art. 9.Een ondersteuningsteam heeft een kwaliteitsbeleid als vermeld in artikel 5, § 1, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten, dat minimaal de volgende elementen bevat: 1° missie van de organisatie;2° visie van de organisatie;3° waarden;4° de te creëren maatschappelijke meerwaarde, alsook de strategische doelstellingen om die meerwaarde te realiseren;5° omschrijving van de volgende aandachtsgebieden: a) kwaliteitszorg;b) inputgebieden;1) leiderschap;2) personeelsbeleid;3) beleid en strategie;4) middelen en partnerschappen;c) kernprocessen;d) outputgebieden;1) gebruikersresultaten;2) medewerkersresultaten;3) samenlevingsresultaten. Met toepassing van artikel 5, § 1, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten heeft het ondersteuningsteam in zijn kwaliteitsbeleid aandacht voor: 1° gelijke kansen, op het gebied van toegankelijkheid, diversiteit en non-discriminatie;2° goed bestuur, in het bijzonder wat de diversiteit in samenstelling, de deskundigheid, de opdrachten en de verantwoordelijkheden van de bestuursorganen betreft.

Art. 10.Het ondersteuningsteam beschikt over een kwaliteitsmanagementsysteem als vermeld in artikel 5, § 2, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten, dat minimaal de organisatorische structuur, de bevoegdheden, de verantwoordelijkheden, de processen en de procedures, in het bijzonder van de aandachtsgebieden, vermeld in artikel 9, eerste lid, 5°, van dit besluit, bevat.

Art. 11.Met behoud van de toepassing van artikel 5, § 3, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten evalueert het ondersteuningsteam systematisch zijn werking en minimaal de aandachtsgebieden kwaliteitszorg, kernprocessen en outputgebieden, vermeld in artikel 9, eerste lid, 5°, van dit besluit, op basis van het schema opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Op basis van de zelfevaluatie, vermeld in het eerste lid, formuleert het ondersteuningsteam verbeteracties die betrekking kunnen hebben op alle elementen van kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 9 van dit besluit.

Art. 12.Met behoud van de toepassing van artikel 6 van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten beschikt het ondersteuningsteam over een borgend kwaliteitshandboek dat de volgende elementen bevat: 1° het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 9 van dit besluit;2° het kwaliteitsmanagementsysteem, vermeld in artikel 10 van dit besluit;3° de zelfevaluatie en verbeteracties, vermeld in artikel 11 van dit besluit. Het kwaliteitshandboek, vermeld in het eerste lid, is gebruiksvriendelijk en toegankelijk en wordt door alle geledingen van het ondersteuningsteam gedragen. HOOFDSTUK 3. - Erkenningsprocedure en toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden Afdeling 1. - Procedure voor het verlenen of het verlengen van een

erkenning

Art. 13.Een aanvrager kan alleen een erkenning of een verlenging van een erkenning verkrijgen als: 1° hij daarvoor een ontvankelijke aanvraag heeft ingediend;2° de aanvraag past binnen de begrotingskredieten;3° hij voldoet aan de erkenningsvoorwaarden van dit besluit.

Art. 14.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag tot erkenning of tot verlenging ervan: 1° ingediend worden met een aangetekende brief of tegen afgifte van ontvangstbewijs;2° gericht zijn aan het agentschap;3° gedaan worden met het daarvoor bestemde aanvraagformulier;4° ingediend worden binnen de vastgelegde termijn;5° de volgende gegevens bevatten: a) de identiteits- en contactgegevens van de aanvrager: adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres;b) de naam, de rechtsvorm met, in voorkomend geval, het ondernemingsnummer en de volgende contactgegevens van de inrichtende macht: adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres;c) de statuten;d) de specifieke, duidelijk omschreven beslissing die wordt aangevraagd;e) de stukken en gegevens waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de gevraagde beslissing;f) de datum en handtekening. § 2. Als de aanvraag onontvankelijk is, meldt het agentschap dat aan de aanvrager met een aangetekende zending binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de ontvangst van de aanvraag.

In die brief wordt de reden van de niet-ontvankelijkheid vermeld. § 3. Als de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt het agentschap het dossier en gaat het na of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn.

De beslissing wordt met een aangetekende zending bekend gemaakt aan de aanvrager binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van de aanvraag. § 4. De oorspronkelijke beslissing waarvan een verlenging is aangevraagd, wordt van rechtswege voorlopig verlengd tot het bevoegde agentschap een beslissing heeft genomen als een verlengingsaanvraag wordt ingediend die aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

Art. 15.De aanvrager wordt binnen de termijn van drie maanden na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag door het agentschap met een aangetekende zending op de hoogte gebracht van het voornemen tot weigering van de aanvraag.

Die beslissing vermeldt: 1° de mogelijkheid om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen;2° de bezwaarprocedure.

Art. 16.§ 1. Als de aanvrager een bezwaarschrift indient, wordt de bezwaarprocedure doorlopen en wordt nadien een beslissing genomen.

Binnen dertig kalenderdagen na het doorlopen van de bezwaarprocedure of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de bezwaarprocedure doorlopen moet worden, wordt de beslissing met een aangetekende zending aan de aanvrager betekend. § 2. Als na een weigeringsbeslissing een nieuwe aanvraag wordt ingediend, moet worden aangetoond dat de reden waarop de voorafgaande weigering was gebaseerd, niet langer bestaat. § 3. Het agentschap bezorgt het bezwaarschrift binnen vijftien dagen na de ontvangst ervan aan het secretariaat van de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers, samen met het volledige administratieve dossier en de eventuele verweermiddelen. Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers. Afdeling 2. - Procedure voor het intrekken van een erkenning

Art. 17.Als een ondersteuningsteam niet langer voldoet aan een of meer erkenningsvoorwaarden, maant het agentschap, voorafgaand aan de beslissing tot intrekking, de inrichtende macht ertoe aan zich binnen een termijn van acht dagen tot zes maanden naar die voorwaarden te schikken.

De inrichtende macht wordt aangemaand met een aangetekende zending.

Die aanmaning vermeldt: 1° de aanmaning;2° de voorwaarden die niet worden nageleefd;3° de regularisatietermijn waarbinnen aan de (geschonden) voorwaarden moet worden voldaan;4° in voorkomend geval de begeleidende maatregelen die het agentschap tijdens de regularisatieperiode oplegt;5° de juridische gevolgen van het blijvend niet-voldoen aan de voorwaarden;6° de mogelijkheid om te reageren met een aangetekende brief of tegen afgifte van ontvangstbewijs.

Art. 18.§ 1. Als ondanks de aanmaning het ondersteuningsteam de erkenningsvoorwaarden niet naleeft, kan het agentschap de erkenning intrekken.

Het agentschap betekent bij een beslissing tot intrekking van de erkenning het voornemen van die beslissing aan de betreffende inrichtende macht. Dat gebeurt met een aangetekende zending binnen een termijn van drie maanden na het aflopen van de regularisatietermijn, vermeld in de aanmaning.

De voorgenomen beslissing vermeldt: 1° de voorgenomen beslissing;2° de termijn waarbinnen de beslissing definitief wordt;3° de voorwaarden die moeten worden vervuld om de sanctie op te heffen;4° de mogelijkheid een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen;5° het verloop van de bezwaarprocedure. § 2. Het eventueel geformuleerde bezwaarschrift tegen het voornemen tot beslissing is alleen ontvankelijk als het binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het voornemen tot beslissing met een aangetekende zending is verzonden of is afgegeven tegen ontvangstmelding.

Art. 19.Als de inrichtende macht geen bezwaarschrift indient binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het voornemen tot beslissing, wordt na het verstrijken van die termijn binnen vijftien kalenderdagen de beslissing van het agentschap met een aangetekende zending aan het ondersteuningsteam bezorgd.

Als het ondersteuningsteam binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het voornemen bezwaar heeft ingediend, wordt de beslissing genomen na het doorlopen van de bezwaarprocedure. Binnen dertig kalenderdagen na het doorlopen van de bezwaarprocedure of na het verstrijken van de termijn van de bezwaarprocedure wordt de beslissing met een aangetekende zending bekendgemaakt aan de inrichtende macht.

De beslissing tot intrekking van de erkenning vermeldt: 1° de beslissing;2° de inwerkingtreding van de beslissing;3° de voorwaarden die moeten worden vervuld om de sanctie op te heffen;4° conform artikel 25 van het decreet van 26 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2004 pub. 01/07/2004 numac 2004036026 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de openbaarheid van bestuur sluiten betreffende de openbaarheid van bestuur, de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Raad van State;5° het beroep, vermeld in punt 4°, wordt bij ter post aangetekende brief ingediend binnen de 60 dagen vanaf de kennisgeving van de in punt 1° vermelde beslissing, als vermeld in artikel 19 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Afdeling 3. - Toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden

Art. 20.Personeelsleden van het agentschap Zorginspectie oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving van de erkenningsvoorwaarden door de ondersteuningsteams.

De ondersteuningsteams verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze bezorgen aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, op hun eenvoudig verzoek, de stukken die verband houden met de erkenningsaanvraag of met de erkenning. De Zorginspectie kan het dossier van een minderjarige uitsluitend ter plaatse inzien.

Art. 21.Uiterlijk vijf jaar na het verlenen van de erkenning evalueert het agentschap de werking van elk ondersteuningsteam.

Op basis van die evaluatie rapporteert het ondersteuningsteam jaarlijks over zijn werking en zijn kwaliteitsbeleid aan het agentschap. Het agentschap zal daarvoor, in overleg met de ondersteuningsteams, nadere richtlijnen opstellen.

Art. 22.Het agentschap bespreekt het resultaat van de evaluatie, vermeld in artikel 21, met het betrokken ondersteuningsteam. Het agentschap kan tijdens dat gesprek doelstellingen opleggen aan het ondersteuningsteam. Het team behaalt die doelstellingen binnen de termijn die het agentschap oplegt. HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring

Art. 23.Voor de uitvoering van hun opdrachten ontvangen de ondersteuningsteams een forfaitaire subsidie als vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Minimaal 70 % van de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt aangewend voor personeelskosten.

Art. 24.De subsidie, vermeld in artikel 23, wordt in maandelijkse voorschotten uitgekeerd. Het bedrag van het maandelijkse voorschot wordt berekend op een twaalfde van 90 % van de jaarlijkse subsidie.

Het saldo wordt uitbetaald in het eerste kwartaal van het volgende jaar nadat de nodige boekhoudelementen zijn voorgelegd.

De personeelskosten die voortvloeien uit de toepassing van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007000350 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers op 10 juni 2007 type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, worden gesubsidieerd aan de hand van een aparte verantwoording.

Art. 25.De ondersteuningsteams kunnen op de volgende wijze reserves opbouwen met de subsidies, vermeld in dit besluit: 1° de reserves worden aangewend om de specifieke hulp- en dienstverlening, vermeld in dit besluit, te kunnen realiseren;2° maximaal 20 % van de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in dit besluit, kan als reserve overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar;3° de gecumuleerde reserve, opgebouwd uit de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in punt 2°, is maximaal 50 % van de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in punt 2° ;4° als de maxima, vermeld in punt 2° en 3°, overschreden worden, wordt het overschreden bedrag teruggestort aan het agentschap, tenzij de organisator een aanwendingsplan of aanzuiveringsplan heeft dat voldoet aan een aantal criteria, waaronder de goedkeuring van de Inspectie van Financiën van de Vlaamse overheid. De minister bepaalt de modaliteiten waaraan het aanwendingsplan of aanzuiveringsplan moet voldoen.

Art. 26.Voor de uitbetaling van de subsidies dienen de ondersteuningsteams een aangifte in, overeenkomstig het model en binnen de termijnen, vastgesteld door de minister.

Daarbij worden de bewijsstukken gevoegd die de uitgaven staven waarvoor subsidies worden verleend.

De personeelskosten worden bewezen door stortingen bij een organisatie van sociale zekerheid of bij een pensioenkas, aangevuld met de werkgeversattesten, of op de wijze die de minister bepaalt.

Art. 27.Personeelsleden van de Vlaamse Gemeenschap die ter beschikking gesteld zijn van het fonds, houden toezicht op de boekhouding van de ondersteuningsteams en op de aanwending van de subsidies.

Ze kunnen onder meer op stukken of ter plaatse kennis nemen van alle toestandsopgaven, comptabiliteitsbescheiden en andere bewijsstukken.

Ze kunnen hun onderzoekingen zelfs uitbreiden tot buiten het jaarlijkse kader van het lopende beheer.

In het eerste lid wordt verstaan onder fonds: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Fonds Jongerenwelzijn, opgericht bij artikel 54 van het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 28.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2014.

Art. 29.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2014 met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams.

Bijlage 1. Forfaitaire subsidies als vermeld in artikel 23, eerste lid De ondersteuningsteams ontvangen voor het geheel van hun werking een forfaitaire subsidie.

De subsidie voor de ondersteuningsteams bedraagt jaarlijks 758.000 euro. Dat bedrag wordt toegekend als volgt:

voor de werking in de provincie

bedrag in euro

Antwerpen

242.000

Limburg

198.000

Oost-Vlaanderen

81.000

West-Vlaanderen

81.000

Vlaams-Brabant en Brussels-Hoofdstedelijk Gewest

156.000


totaal Vlaanderen

758.000


De subsidie van het ondersteuningsteam wordt vermeerderd met een supplement van 1,8 % van het basisbedrag voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt. Die anciënniteit wordt berekend op 1 januari van het betreffende jaar en afgerond op 1 decimaal.

De voormelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex die van kracht was op 1 maart 2014.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2014 met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams.

Brussel, 14 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^