Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 maart 2008
gepubliceerd op 14 mei 2008

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Bloso

bron
vlaamse overheid
numac
2008201567
pub.
14/05/2008
prom.
14/03/2008
ELI
eli/besluit/2008/03/14/2008201567/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MAART 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Bloso


De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse openbare instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Bloso, gewijzigd bij het decreet van 5 mei 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 september 2006, 16 maart 2007, 6 juli 2007 en 19 juli 2007, inzonderheid op artikel I 7bis ;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 september 2007;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, gegeven op 24 september 2007;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Begroting, gegeven op 29 november 2007;

Gelet op het protocol 255.830 van 14 januari 2008 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaamse Gewest;

Gelet op het advies nr. 44.008/3 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN Hoofdstuk 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende de vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, is dit besluit van toepassing op het personeel van Bloso.

Hoofdstuk 2.- Algemene bepalingen

Art. 2.In aanvulling op artikel I 2 van het Vlaams Personeelsstatuut wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° VPS : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;2° het agentschap : Bloso. DEEL II. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN Hoofdstuk 1. - De tijdelijke aanstelling van centrumverantwoordelijken en provinciale inspecteurs

Art. 3.§ 1. Onder de ambtenaren van rang A1 van het agentschap kunnen tijdelijk centrumverantwoordelijken en provinciale inspecteurs worden aangesteld. De lijnmanager duidt deze functiehouders aan. § 2. De duur van de tijdelijke aanstelling bedraagt maximum zes jaar, meermaals verlengbaar met dezelfde duur. De verlenging gebeurt stilzwijgend. § 3. De te begeven functies, de voorwaarden voor de tijdelijke aanstelling en de wijze waarop zij hun interesse kunnen kenbaar maken, worden meegedeeld aan alle in aanmerking komende ambtenaren. § 4. Alleen de ambtenaar die beantwoordt aan de functiebeschrijving en het competentieprofiel van de functie waarvoor hij zich kandidaat stelt kan als centrumverantwoordelijke of provinciaal inspecteur worden aangesteld. De functiebeschrijving en het competentieprofiel worden vastgesteld door de lijnmanager, na advies van het managementcomité van het Bloso. § 5. De beslissing tot aanwijzing omvat de omschrijving, de begindatum en de motivering van de tijdelijke aanstelling.

Art. 4.De tijdelijke aanstelling tot centrumverantwoordelijke of provinciaal inspecteur wordt ambtshalve beëindigd bij een functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten, bij een beslissing tot loopbaanvertraging, op de dag van de aanstelling tot projectleider, op de dag van de aanwijzing tot afdelingshoofd en op de dag van de bevordering tot een hogere rang.

De lijnmanager kan eveneens een einde stellen aan de tijdelijke aanstelling hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van de ambtenaar zelf.

In deze gevallen wordt voor de betrokken ambtenaar een gepaste dienstaanwijzing vastgesteld door de lijnmanager.

Hoofdstuk 2. - Overgangsbepalingen

Art. 5.De personeelsleden die op 17 februari 2006 met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur tewerkgesteld zijn in één van de bijkomende of specifieke opdrachten zoals bepaald werd in artikel XIV 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 1995 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de regeling van de rechtspositie van het personeel, behouden hun tewerkstelling. Deze bijkomende en specifieke opdrachten worden als uitdovend beschouwd.

Art. 6.De personeelsleden van het agentschap die vóór 17 februari 2006 tot centrumverantwoordelijke of provinciaal inspecteur zijn aangesteld, behouden hun tijdelijke aanstelling.

De aanstelling van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid wordt echter ambtshalve beëindigd bij een functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten of bij een beslissing tot loopbaanvertraging.

De lijnmanager kan eveneens een einde stellen aan de tijdelijke aanstelling van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van het personeelslid zelf.

In dit geval wordt voor het betrokken personeelslid een gepaste dienstaanwijzing vastgesteld door de lijnmanager, na advies van het managementcomité van het Bloso.

DEEL III. - DE VERLONING Hoofdstuk 1. - Toelage voor centrumverantwoordelijken

Art. 7.§ 1. Aan de ambtenaren die tijdelijk aangesteld worden als centrumverantwoordelijke in een Bloso-centrum wordt een jaarlijkse toelage van 3.842,35 euro (100 %) toegekend. § 2. De toelage is gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de regeling vastgesteld in artikel VII 9 van het Vlaams personeelsstatuut.

Hoofdstuk 2. - Toelage voor provinciale inspecteurs

Art. 8.§ 1. Aan de ambtenaren die tijdelijk aangesteld worden als provinciaal inspecteur wordt een jaarlijkse toelage van 1.239,47 (100 %) euro toegekend. § 2. De toelage is gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de regeling vastgesteld in artikel VII 9 van het Vlaams personeelsstatuut.

Hoofdstuk 3. - Toelage voor gevaarlijke, hinderlijke en ongezonde werken

Art. 9.De lijst van gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken wordt opgenomen als bijlage bij dit besluit.

Deze lijst is een aanvulling op de algemene lijst, gevoegd als bijlage 7 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende de vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 september 2006, 16 maart 2007, 6 juli 2007 en 19 juli 2007.

Beide lijsten zijn opgemaakt voor de toepassing van de artikelen VII 33 en VII 34 van hoger genoemd besluit.

Hoofdstuk 4. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg van en naar het werk

Art. 10.Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging, beperkt tot 25.153,76 euro per jaar en per persoon.

Hoofdstuk 5. - Arbeidsvoorwaarden voor het contractuele personeelslid met een arbeiderscontract

Art. 11.Voor het contractuele personeelslid met een arbeiderscontract geldt een uurdeler gelijk aan 1/1976 van het jaarsalaris.

DEEL IV. - ALGEMENE SLOTBEPALINGEN

Art. 12.Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel wordt opgeheven.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 maart 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

BIJLAGE Lijst van gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken 1. werken met schuurmachines (hout/polyester);2. werken met slijpmachines (schaatsen/schaafmessen); 3. werken in schadelijke dampen (polyester, styreen,...); 4. inspecties of bedrijfsbezoeken die gepaard gaan met het betreden van risicovolle installatie;woninginspecties in onhygiënische omstandigheden; 5. werken in ammoniak- en grote koelinstallaties;6. monteren en demonteren van schaafmessen van ijsschaafmachines;7. werken in op en rond het water;8. aanbrengen van spankabels over watervlakken (startlijnen);9. voortdurend dragen van zware lasten;10. werk op ladders, masten, stellingen, met de heflift of andere, vanaf 2 m hoogte;11. werk in bomen vanaf 2 meter hoogte. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2008 houdende de agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van Bloso.

Brussel, 14 maart 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

TOELICHTING BIJ HET BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING HOUDENDE DE AGENTSCHAPSPECIFIEKE REGELING VAN DE RECHTSPOSITIE VAN HET PERSONEEL VAN HET BLOSO DEEL I. - Toepassingsgebied en Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Geen commentaar HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

Art. 2.Geen commentaar DEEL II. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN HOOFDSTUK 1. - De tijdelijke aanstelling van centrumverantwoordelijken en provinciale inspecteurs Art. 3 en 4. Het Bloso exploiteert 13 Bloso-centra en beschikt over 5 provinciale inspectiediensten. Aan het hoofd van deze diensten worden ambtenaren van rang A1 tijdelijk aangesteld op basis van periodes van maximum 6 jaar, stilzwijgend verlengbaar. Beide artikels zijn identiek aan de artikels 8 en 9 in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel. HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen

Art. 5.In een brief gedateerd 20 maart 2001 heeft de toenmalige Vlaamse minister bevoegd voor ambtenarenzaken, Johan Sauwens, uitdrukkelijk gesteld dat bij de opmaak van de lijst van bijkomende en specifieke opdrachten rekening moest gehouden worden met de personeelsleden die in één van de specifieke functies, vermeld in artikel XIV 5 van het Bloso-statuut van 5 april 1995, zijn tewerkgesteld. Deze paragraaf waarborgt hun tewerkstelling tot uitdoving. In deze functies zijn tevens de ex-sportfondsers vervat (situatie van vóór 1991).

Art. 6.In dit artikel wordt een overgangsbepaling opgenomen voor de ambtenaren en de personeelsleden die voor de datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel in de functie van centrumverantwoordelijke of provinciaal inspecteur werden aangewezen (eerste lid).

In het tweede en derde lid wordt bepaald in welke gevallen de aanstelling beëindigd wordt.

DEEL III. - DE VERLONING HOOFDSTUK 1. - Toelage voor centrumverantwoordelijken Art. 7 . Dit artikel is identiek aan artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

Ingevolge de CAO 2005-2007 die ondermeer bepaalt dat ook personeelsleden van niveau A recht hebben op overuren en zaterdagprestaties, wordt de oorspronkelijke paragraaf 3 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van 17 februari 2006, die cumulatie met overuren, zaterdag- en zondagprestaties uitsloot, geschrapt. HOOFDSTUK 2. - Toelage voor provinciale inspecteurs Art. 8 . Dit artikel is identiek aan artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006 houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel Ingevolge de CAO 2005-2007 die ondermeer bepaalt dat ook personeelsleden van niveau A recht hebben op overuren en zaterdagprestaties, wordt de oorspronkelijke paragraaf 3 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van 17 februari 2006, die cumulatie met overuren, zaterdag- en zondagprestaties uitsloot, geschrapt. HOOFDSTUK 3. - Toelage voor gevaarlijke, hinderlijke en ongezonde werken

Art. 9.Het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006 bepaalt dat de lijst van gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke werken wordt vastgesteld als bijlage aan het instellingsspecifiek, in dit geval agentschapspecifiek besluit. Het betreft hier de bijlage van het voorliggende besluit dat een aanvulling is aan bijlage 7 van het Vlaams Personeelsstatuut. HOOFDSTUK 4. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg van en naar het werk

Art. 10.Dit voordeel vindt zijn grondslag in een aanvullende verzekering afgesloten op basis van de hierna vermelde regelgeving : Deze verzekering wordt namelijk afgesloten krachtens artikel 6 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen op de weg van en naar het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector en artikel 11 van het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de schadevergoeding ten gunste van de personeelsleden der instellingen van openbaar nut en de autonome overheidsbedrijven, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg van en naar het werk, en dientengevolge wordt voor de renteberekening in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden de jaarlijkse bezoldiging beperkt tot 25.153,76 euro. HOOFDSTUK 5. - Arbeidsvoorwaarden voor het contractuele personeelslid met een arbeiderscontract

Art. 11.Het contractuele hulppersoneel (vroeger meester- vak- en dienstpersoneel) wordt bij het Bloso tewerkgesteld op basis van een arbeiderscontract. Omwille van het gewaarborgd weekloon is deze situatie financieel voordeliger voor de instelling en bovendien is het werkregime van deze arbeiders (dat uiteraard in de werktijdregeling van de instelling werd opgenomen in overleg met het Basisoverlegcomité) variabel en afhankelijk van de (variabele) programmatie van de activiteiten in de Bloso-centra. Om evenwel geen afbreuk te doen aan het principe van het maandloon wordt in dit artikel voorgesteld om het salaris (en ook het ziekte- en vakantieverlof) te berekenen op basis van een uurdeler. De arbeiders worden trouwens uitbetaald in overeenstemming met de wet op de bescherming van het loon (één voorschot en een eindafrekening op basis van prestatiestaten).

DEEL IV. - ALGEMENE SLOTBEPALINGEN Art. 12 en 13. Geen commentaar.

Brussel, 14 maart 2008 De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

^