gepubliceerd op 29 december 2004
Besluit van de Vlaamse Regering tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten
14 JULI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten
De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 11, § 9 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992 en 21 november 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 1994 tot het instellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 12 mei 2004;
Gelet op het advies 37.330/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor Monumenten en Landschappen;2° administratie : de dienst van de Vlaamse Regering, bevoegd voor de monumenten en de landschappen;3° decreet : het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten;4° premienemer : de eigenaar of de houder van zakelijke rechten of huurder die opdrachtgever is van de werkzaamheden en de kosten ervan draagt;5° ontwerper : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het ontwerp maakt van het herwaarderingsplan;6° herwaarderingsplan : een door de minister of zijn gemachtigde goedgekeurd herwaarderingsplan zoals vermeld in artikel 11, § 9, 4°, van het decreet, waarin de onderhouds- en herwaarderingswerkzaamheden en hun uitvoeringsvoorwaarden worden bepaald die de minister of zijn gemachtigde bepaalt voor de instandhouding, het onderhoud, het herstellen of verbeteren van de waarden van het geheel of een gedeelte van een beschermd stads- of dorpsgezicht;7° onderhoudswerken : werkzaamheden die de Vlaamse Regering of haar gemachtigde als dusdanig aanmerkt : a) voor een beschermd monument of een gedeelte ervan en voor erfgoedelementen en -kenmerken : werkzaamheden met het oog op duurzaam behoud en herwaardering, op het voorkomen van verval en ontwaarding en op dringende instandhouding, met inbegrip van werkzaamheden en diensten voor materiaaltechnische studies en stabiliteitsstudies, vereist voor de doelmatige en vakkundige uitvoering ervan, alsook van werkzaamheden en diensten voor de bereikbaarheid en de toegankelijkheid met het oog op onderhoud;b) opstellen van herwaarderingsplannen met het oog op de gehele herwaardering van beschermde stads- en dorpsgezichten;8° erfgoedelementen en erfgoedkenmerken : binnen de grenzen van beschermde stads- en dorpsgezichten, niet als monument beschermd erfgoed, meer bepaald het onroerend erfgoed dat in het goedgekeurde herwaarderingsplan is aangemerkt als zijnde de bijzondere erfgoedkenmerken (structurele componenten) en/of de kenmerkende erfgoedelementen (visuele componenten) die de eigenheid van het beschermde stads- of dorpsgezicht bepalen en de waarden vormen die aan de grondslag liggen van de bescherming;9° toekenning van de onderhoudspremie : de officiële kennisgeving aan de premienemer van het besluit van de minister, waarbij het bedrag van de onderhoudspremie wordt vastgesteld;10° regionale besturen : alle besturen die als dusdanig door de Vlaamse Regering of haar gemachtigde worden aangemerkt, inzonderheid de provincies, bisschoppelijke seminaries, kathedrale kerkfabrieken en de besturen die bij of krachtens decreet als regionale besturen worden aangewezen;11° lokale besturen : alle besturen die door de Vlaamse Regering als dusdanig worden aangemerkt, inzonderheid de gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, intergemeentelijke samenwerkingsvormen, polders, wateringen, verenigingen van polders en wateringen, de sociale woonorganisaties met uitzondering van de huurdersorganisaties, bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, kerkfabrieken en elke andere rechtspersoon die voor de uitoefening van een openbare eredienst onroerende goederen beheert, alsook de besturen die bij of krachtens decreet als lokale besturen worden aangewezen;12° opdrachtgevend bestuur : het regionale of lokale bestuur dat opdrachtgever is van de onderhoudswerkzaamheden;13° kostenraming : werkzaamheden met opgave van de betreffende benodigde hoeveelheden en de vermoedelijke kostprijs ervan.Een offerte kan beschouwd worden als een kostenraming; 14° posten : gedetailleerde omschrijving van de te leveren goederen, diensten en de te verrichten onderhoudswerkzaamheden;15° meer- en bijwerken : aanvullende werkzaamheden die de vermoedelijke hoeveelheden in de aanvaarde kostenraming overschrijden of er niet in vermeld zijn;16° minwerken : werkzaamheden waarbij minder wordt uitgevoerd of kleinere hoeveelheden worden aangewend dan de in de aanvaarde kostenraming vermelde vermoedelijke hoeveelheden;17° forfaitaire werkzaamheden : werkzaamheden die op forfaitaire basis in aanmerking komen voor een onderhoudspremie.De minister bepaalt de lijst van werkzaamheden die in aanmerking komen voor een forfaitaire vaststelling van de kosten voor de werkzaamheden die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het geheel of een gedeelte van de onderhoudspremie. HOOFDSTUK II. - Onderhoudspremies Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 2.Binnen de perken van de daartoe bestemde kredieten, ingeschreven op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, kan door de minister een onderhoudspremie worden toegekend voor onderhoudswerkzaamheden die het duurzaam behoud bevorderen van beschermde monument en stads- en dorpsgezichten, voor beschermde monumenten met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, inzonderheid de bijhorende uitrusting en de decoratieve elementen, voorzover die werkzaamheden de erfgoedwaarden in stand houden of versterken.
Art. 3.De volgende werkzaamheden kunnen voor een onderhoudspremie in aanmerking komen : 1° aan beschermde monumenten en aan erfgoedelementen en -kenmerken van beschermde stads- en dorpsgezichten voorzover deze erfgoedelementen en -kenmerken vermeld zijn in het goedgekeurde herwaarderingsplan, de volgende algemene onderhoudswerkzaamheden : a) herstellen van dakschade, dichten en afdekken van lekken;b) ontmossen van daken, onderhouden, herstellen en aanbrengen van dakgoten, afvoerleidingen en rioleringen;c) bereikbaar maken van goten via juist geplaatste dakkapellen of dakluiken, het beloopbaar maken van hooggelegen goten;d) herstellen of plaatsen van ladder- en klimhaken en steigergaten;e) treffen van maatregelen tegen weersinvloeden en tegen dierlijke vervuiling;f) bestrijden van houtworm, schimmel, zwam- en vochtaantasting;g) onderhouden en herstellen van gevels of onderdelen ervan door onder meer te metselen, te bepleisteren en te voegen en door beschermings- en afwerkingslagen aan te brengen zoals kaleien, schilderen, vernissen, vergulden, vertinnen en verzilveren;h) herstellen, vervangen of opnieuw aanbrengen van historisch houtwerk zoals deuren, ramen, luiken, poorten, gootconstructies, beplanking met inbegrip van hang- en sluitwerk en beglazing;i) reinigen en herstellen van glas-in-lood met inbegrip van de draagstructuur;j) reinigen, ontmossen, hydrofugeren, verharden en behandelen tegen opstijgend vocht van muren en andere constructieve elementen, evenals alle andere behandelingen met waterwerende en materiaalverstevigende producten;k) afdekken en beschermen van vriesbarstige beeldhouwwerken, architectuurelementen en sierobjecten;l) verstevigen van funderingen;m) treffen van dringende maatregelen om de stabiliteit te verzekeren;n) treffen van maatregelen tegen corrosie, aftakeling en ontaarding van materialen;o) bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde materialen of onderdelen;p) treffen van maatregelen ter beveiliging tegen diefstal en moedwillige of toevallige beschadigingen;q) onderhoud, herstel en beheer van kenmerkende structuren zoals waterpartijen, vijvers, waterbekkens, waterlopen, walgrachten, grachten en greppels en eventueel de afvoer van vrijgekomen materiaal, duikers, beschoeiingen, taluds, wegen en paden, laanbepalingen, bomenrijen, bomen- en heestergroepen, solitaire bomen en struiken, hagen, loofgangen, borders en perken, bruggetjes, tuin- en kaaimuren, schuttingen, hekken, pergola's, prieeltjes, tuin- en parkornamentiek en tuin- en parkmeubilair;r) onderhoud, herstel en beheer van kleine landschapselementen;s) onderhoud, herstel en beheer van de beplantingen op percelen met een houtige begroeiing, zoals parkbossen, hakhout- en middelhoutbestanden, struwelen;t) onderhoud, herstel en beheer van open vegetatietypen, zoals historisch permanent grasland of heide, onder meer door te begrazen, te maaien, te plaggen, met inbegrip van de afvoer van maaisel en plaggen, en door veekeringen en schuilhokken te plaatsen;u) onderhoud, herstel en beheer van aarden wallen en dijken;v) snoeien, knotten, leiden en verzorgen van bomen, struiken en hagen;w) opruimen van niet-verkoopbare delen van bomen, zoals het takhout en de boomstronken in het kader van middel- en hakhoutbeheer en van omvormingsbeheer en in parkbossen;x) bouwen of plaatsen van een kleinschalige opslagplaats in tuinen en parken voor gereedschap dat nodig is voor de instandhoudings- en onderhoudswerkzaamheden;y) werkzaamheden en diensten voor materiaal-, technische en stabiliteitsstudies;z) uitvoering van andere werkzaamheden met het oog op het voorkomen van de ontwaarding en op de instandhouding en het onderhoud;2° aan beschermde monumenten daarenboven : a) onderhoudswerkzaamheden aan het interieur of aan cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, inzonderheid de bijhorende uitrusting en de decoratieve elementen, zoals het onderhouden en conserveren van de interieurdecoratie, beelden, schilderijen, het fixeren en herstellen van verf en afwerkingslagen op wanden en plafonds, lambriseringen, schrijnwerk, historische beschilderingen op waardevolle elementen, schouwen, stucwerk, terracotta, zijde, leder, textiel en papier;b) onderhouden van en uitvoeren van dringende herstellingswerkzaamheden aan trappen, vloeren en zolderingen;3° aan beschermde monumenten, voor onderhoudspremies die toegekend worden aan lokale en regionale besturen, daarenboven : a) onderhouden (inclusief met onderhoudscontract), herstellen en vervangen van elektrische en verwarmingsinstallaties, beveiligingssystemen, lichtinstallaties, klimaatregelingen met het oog op het onder controle houden van temperatuur en vochtigheid, en van andere technische voorzieningen, zoals inbraak-, brand- en bliksembeveiligingsinstallaties;b) onderhouden, herstellen, vervangen of aanbrengen van de nodige voorzieningen voor de toegankelijkheid met het oog op onderhoud en beveiliging, zoals : 1) degelijke vaste, onder- en bovenaan verankerde trappen en loopbruggen, voldoende breed en voorzien van stevige handgrepen en leuningen om alle zolders bereikbaar te maken;2) werkzaamheden om kapvoeten, kappen en stucgewelven, zolders (inzonderheid bovengewelven) toegankelijk te maken eventueel door doorgangen te maken;3) aanbrengen of herstellen van veilige bevloeringen op zolderverdiepingen;4) aanbrengen van voldoende elementaire noodverlichting en van voldoende waterdichte en geaarde stopcontacten;c) treffen van maatregelen tegen brand, diefstal, moedwillige of toevallige beschadigingen, blikseminslag en waterschade;d) beveiliging van de openbare weg en de gebruiker tegen steenval;4° aan als monument beschermde beiaarden, torenuurwerken en luiklokken, tevens : a) treffen van dringende maatregelen voor de stabiliteit en de veiligheid van de klokkenstoel;b) onderhouden en herstellen van ophangingsassen, klepelbevestigingen en uurwerkgewichten;c) onderhouden en herstellen van elektrische leidingen en aandrijfmotoren;d) herstelling van uurwerk- en klokkenspelmechanismes, noodzakelijk voor normaal gebruik;e) onderhouden en conserveren van wijzerplaten, wijzers en aandrijfmechanismen van torenuurwerken;f) onderhouden en conserveren van speelcabines, klokkenspeltrommels en uurwerkkasten;5° aan de als monument beschermde orgels, tevens : a) onderhouden en conserveren van het orgel, inzonderheid van klavier, windlade, kast en windvoorziening;b) onderhouden, regelen en conserveren van de tractuur en de mechanieken;c) verhelpen van intonatieproblernen en stemmen na reinigings- en onderhoudswerkzaamheden;d) herbelederen van blaasbalgen en het winddicht maken van windladen en -kanalen;e) conserveren en verstevigen van front- en binnenpijpen;f) vernieuwen van pulpeten, membranen en veren en herstellen van roosters, brillen en ondersteuningen;6° aan de als monument beschermde molens, tevens : a) onderhouden, herstellen en regelen van het gaande werk, de waterraderen, de sluisen verdeelwerken, het gevlucht, alsook van de bijbehorende machines, werktuigen en hun toebehoren;b) onderhouds- en herstellingswerkzaamheden aan voor- en achterwaterloop;7° aan het als monument beschermde industrieel erfgoed, tevens : onderhouden, herstellen of regelen van machines, werktuigen en hun toebehoren. Afdeling 2. - Procedure onderhoudspremie
Onderafdeling I. - Aanvraag onderhoudspremie
Art. 4.Om in aanmerking te komen voor de toekenning van een onderhoudspremie, moet de premienemer een aanvraag indienen bij de administratie.
De aanvraag wordt per post verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven en bevat de volgende elementen in viervoud : 1° een aanvraag met motivering van de werkzaamheden waarvoor een onderhoudspremie wordt gevraagd;2° een beschrijving en kostenraming of offerte(s) van de werkzaamheden, zo nodig vergezeld van foto's en plans ter verduidelijking.De foto's en de plans slechts in één exemplaar; 3° een voorstel van gunnen van de werkzaamheden of een voorstel om de werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren.Openbare besturen handelen overeenkomstig de wetgeving op de overheidsopdrachten; 4° een verklaring met betrekking tot de eigendomstitel.Als de premienemer de huurder is, moet de toestemming van de eigenaar voor het uitvoeren van de werkzaamheden bijgevoegd worden; 5° een verklaring met betrekking tot de BTW (geldt niet voor openbare besturen).Bij de aanvraag wordt het bewijs toegevoegd dat de premienemer de BTW niet kan recupereren, evenals de vermelding van het BTW-percentage of -percentages en de eventuele verhouding ervan.
Onderafdeling II. - Toekenning onderhoudspremie
Art. 5.De administratie onderzoekt of de aanvraag in aanmerking kan komen voor een onderhoudspremie en deelt het resultaat van dit onderzoek binnen zestig dagen mee aan de aanvrager : 1° als het dossier voor goedkeuring in aanmerking komt, geldt de datum waarop het dossier werd ingediend bij de administratie als datum van de aanvraag.De minister kent de onderhoudspremie toe. De administratie stelt de premienemer schriftelijk in kennis van de toekenning van de premie. Pas na de toekenning door de minister van de premie mag met de werkzaamheden worden gestart, zo niet wordt de premie ambtshalve geweigerd; 2° als het dossier onvolledig is bevonden of de waarborgen voor een vakkundige uitvoering onvoldoende worden geacht, wordt gemeld in welke zin het dossier moet worden aangepast om voor goedkeuring in aanmerking te komen.Een nieuwe aanvraag zal aan deze opmerkingen tegemoetkomen.
Art. 6.Met toepassing van dit besluit kan per kalenderjaar per beschermd onroerend goed of voor een deel ervan dat op zichzelf een geheel vormt, slechts één onderhoudspremie worden toegekend, met uitzondering van de beschermde monumenten waarvoor aanvullend een premie gevraagd kan worden, voor onderhoudswerkzaamheden aan het interieur of de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, inzonderheid de bijhorende uitrusting en decoratieve elementen.
Art. 7.§ 1. De onderhoudspremie bedraagt 40 % van de voor betoelaging aanvaarde kostenraming, die laatste met een minimumbedrag van 1.000 euro en een maximumbedrag van 30.000 euro, exclusief BTW, als de premienemer een natuurlijke persoon, een privaatrechtelijke rechtspersoon, een lokaal of regionaal bestuur of een autonoom provincie- of gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid is.
Voor de monumenten, vermeld in artikel 16, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, geldt een percentage van 80 % op een maximumraming van 30.000 euro. § 2. De onderhoudspremie wordt berekend op basis van de aanvaarde kostenraming, vermeerderd met de BTW, voorzover de premienemer het bewijs levert dat hij de BTW niet kan recupereren. § 3. Als de onderhoudswerkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd, komen enkel de kosten voor de levering van materialen en de huur van toestellen en stellingen in aanmerking, eveneens met inbegrip van de BTW.
Art. 8.De werkzaamheden, waarvoor een onderhoudspremie is toegekend, moeten volledig worden uitgevoerd. Uiterlijk binnen een termijn van twee jaar na de datum van toekenning moeten de werkzaamheden uitgevoerd en voorlopig opgeleverd zijn en moet de uitbetaling aangevraagd zijn bij de administratie. Als hieraan niet wordt voldaan, wordt de premienemer ambtshalve geacht af te zien van de premie en wordt de premie niet uitbetaald.
Art. 9.Bij de uitvoering van de werkzaamheden mogen geen wijzigingen, weglatingen of toevoegingen worden aangebracht aan de lijst van de goedgekeurde werkzaamheden tenzij na schriftelijke goedkeuring van de minister en steeds zonder overschrijding van het toegekende bedrag.
Art. 10.Bij de afrekening van een toegekende onderhoudspremie neemt de premienemer de aanvullende kosten voor de meer- en bijwerken voor zijn rekening voorzover het bedrag van de eindafrekening hoger is dan dat waarop de premie is berekend.
Als het eindbedrag van de onderhoudswerkzaamheden lager ligt dan dat waarop de premie werd berekend, dan wordt de premie in verhouding verminderd.
Art. 11.De onderhoudspremie wordt in eenmaal uitbetaald na voorlegging van de totaliteit van de vereffende facturen en nadat door de minister of zijn gemachtigde is vastgesteld dat de werkzaamheden beëindigd zijn en volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd. Bij de uitbetaling kan niet meer worden betaald dan de uitgaven waarvoor geldige facturen zijn voorgelegd. HOOFDSTUK III. - Herwaardering van beschermde stads- of dorpsgezichten
Art. 12.§ 1. Voor de gehele herwaardering van beschermde stads- of dorpsgezichten of een gedeelte ervan dat een op zichzelf staande entiteit vormt, kan een herwaarderingsplan worden opgemaakt door of in opdracht van de premienemer(s) of het betrokken lokale of regionale bestuur. Slechts nadat een herwaarderingsplan door de minister is goedgekeurd, kan de minister een onderhoudspremie toekennen voor werkzaamheden aan erfgoedelementen en -kenmerken volgens de bepalingen van artikel 4 tot en met 11, voorzover de werkzaamheden vermeld zijn in het goedgekeurde herwaarderingsplan. § 2. Het herwaarderingsplan moet een betekenisvolle meerwaarde voor de waarden van het beschermde stads- of dorpsgezicht beogen en omvat tenminste : 1° het kadasterplan met de afbakening van het stads- of dorpsgezicht, met opgave van het gedeelte waarvoor een herwaarderingsplan wordt opgesteld en met opgave van de beschermde monumenten;2° de vaststelling, beschrijving en verantwoording van de herwaarderingsdoelstellingen, die voortvloeien uit de waarden die aan de grondslag liggen van de bescherming;3° de lijst van erfgoedkenmerken (structurele componenten) en/of erfgoedelementen (visuele componenten) die in aanmerking komen voor onderhouds-, instandhoudings- en herwaarderingswerkzaamheden;4° als dat relevant is voor de beoogde maatregelen aan de erfgoedkenmerken en/of - elementen : a) een inventarisatie van de huidige toestand van het beschermde stads- of dorpsgezicht;b) een gericht historisch-archivalisch onderzoek;5° de opsomming en verantwoording van de concrete maatregelen die nodig zijn voor de herwaardering van het deel of geheel van het beschermde stads- of dorpsgezicht, gekoppeld aan een lijst van specifieke onderhoudswerkzaamheden die op basis van artikel 3, 1°, in aanmerking kunnen komen voor een onderhoudspremie;6° eventueel worden de forfaitaire werkzaamheden die in aanmerking komen voor premieverlening opgesomd in een bij het herwaarderingsplan gevoegde tabel.Een raming vermeldt de werkzaamheden met de overeenstemmende bedragen waarvoor de forfaitaire berekening wordt voorgesteld. § 3. Een herwaarderingsplan heeft een geldigheidsduur van maximaal tien jaar, waarna het aan evaluatie en actualisatie toe kan zijn of waarna de genomen opties geconfirmeerd worden. De verlenging wordt aangevraagd bij de administratie, zo niet ambtshalve afgesloten.
Art. 13.Aan een betrokken regionaal of lokaal bestuur kan, met het oog op de uitvoering van werkzaamheden, voor de opmaak van een herwaarderingsplan voor een beschermd stads- of dorpsgezicht of een gedeelte ervan een onderhoudspremie worden toegekend als er meerdere premienemers bij betrokken zijn. Als een ontwerper wordt aangesteld, kan de minister een onderhoudspremie toekennen van 80 % van de goedgekeurde raming, met een maximumpremie van 5.000 euro. Als het herwaarderingsplan wordt opgemaakt in eigen beheer wordt een forfaitaire vergoeding van 1.500 euro vastgelegd. De premie kan worden toegekend door de minister nadat de documenten overeenkomstig artikel 4 en artikel 12, § 2, zijn ingediend en goedgekeurd bij de administratie. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 14.Bij niet-naleving van de bepalingen van dit besluit wordt de premie vervallen verklaard en niet uitbetaald. De krachtens dit besluit toegekende onderhoudspremie mag niet worden aangewend voor enig ander oogmerk dan dat waarvoor de premie wordt verleend.
Art. 15.Onderhoudswerkzaamheden aan beschermde onroerende erfgoederen die eigendom zijn van of vererfpacht zijn door de Belgische Staat of door andere federale instellingen, of aan beschermde erfgoederen waar diensten van de Belgische Staat of van andere federale instellingen zijn gevestigd, of die eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, of van de openbare instellingen die onder hun beheer of onder hun toezicht staan, zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied van dit besluit, met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden die uitgevoerd zijn : 1° door regionale en lokale besturen;2° door de Stichting Vlaams Erfgoed;3° door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij;4° aan onderwijsgebouwen die als monument of als stads- of dorpsgezicht beschermd zijn.
Art. 16.De brief waarbij de minister aan de premienemer meedeelt dat een onderhoudspremie wordt toegekend, geldt tevens als vergunning voor het uitvoeren van deze werkzaamheden overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten.
Art. 17.Als de onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd door gespecialiseerde opleidingscentra of instellingen die zorgen voor de opleiding of voor de tewerkstelling van werkzoekenden, komen de personeelskosten alleen in aanmerking voorzover die niet worden betaald of gesubsidieerd door een overheidsinstelling.
De verantwoordelijke voor het opleidingscentrum of de instelling moet hiertoe op zijn eer een schriftelijke verklaring afleggen die bij de premieaanvraag gevoegd moet zijn.
Art. 18.Bij de onderhoudswerkzaamheden kunnen andere overheidsbijdragen, met uitzondering van een restauratiepremie, worden verleend. De gezamenlijke overheidsbijdragen, met inbegrip van eventuele Europese middelen, kunnen niet meer bedragen dan het gehele bedrag van de aanvaarde kostenraming.
Art. 19.Het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 1994 tot het instellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002, wordt opgeheven.
Art. 20.Met betrekking tot de onderhoudspremies die werden toegekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven de bepalingen van het besluit dat van toepassing was bij de toekenning van de premie van toepassing.
Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Monumenten en de Landschappen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 juli 2004.
De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Jeugd, Cultuur en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN