Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 oktober 2007
gepubliceerd op 19 november 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten en tot vaststelling van een overgangsbepaling

bron
vlaamse overheid
numac
2007036984
pub.
19/11/2007
prom.
19/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/19/2007036984/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten en tot vaststelling van een overgangsbepaling


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, inzonderheid op artikel 11, § 9, vervangen bij het decreet van 21 november 2003;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 10 juli 2007;

Gelet op advies 43.409/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7, § 1, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Voor de monumenten, vermeld in artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, geldt een percentage van 80 % van de voor betoelaging aanvaarde kostenraming, die laatste met een minimumbedrag van 1.000 euro en een maximumbedrag van 30.000 euro, exclusief BTW. »

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 7bis.§ 1. Voor iedere aanvraag voor de toekenning van een onderhoudspremie voor een molen als vermeld in artikel 16, 1°, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, ingediend tussen de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en de datum van de inwerkingtreding van dit artikel, en waarvan het agentschap aan de premienemer heeft meegedeeld dat de aanvraag voor goedkeuring in aanmerking komt, bedraagt de onderhoudspremie 80 % van de voor betoelaging aanvaarde kostenraming.

Dit percentage wordt berekend op een raming van minimaal 1.000 euro en maximaal 30.000 euro, exclusief BTW. § 2. Een premienemer kan voor onderhoudswerken aan een molen als vermeld in artikel 16, 1°, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, waarvoor tussen 1 januari 2006 en de datum van de inwerkingtreding van dit artikel, een onderhoudspremie ten bedrage van 40 % van de voor betoelaging aanvaarde kostenraming werd toegekend, door middel van een aangetekende brief een verzoek tot herziening van zijn premiedossier indienen bij de administrateur-generaal van het agentschap RO-Vlaanderen.

Een verzoek tot herziening wordt ingediend binnen een termijn van drie maanden volgend op de datum van de inwerkingtreding van dit artikel.

Het agentschap RO-Vlaanderen stelt de premienemer schriftelijk in kennis van de beslissing. § 3. De artikelen 5 en 7, § 1, zijn niet van toepassing op de aanvragen vermeld in § 1. § 4. Artikel 5, 1°, laatste zin, is niet van toepassing op aanvragen waarvoor een verzoek tot herziening wordt ingediend overeenkomstig § 2.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor Onroerend Erfgoed, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^