gepubliceerd op 27 november 2013
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan
13 SEPTEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/07/1997
pub.
19/08/1997
numac
1997036023
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode
sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 79, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006 en 31 mei 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/05/1999 pub. 24/08/1999 numac 1999036106 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden voor het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de voorwaarden voor het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 22/02/2006 numac 2006035243 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 december 2012;
Gelet op het advies van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 28 februari 2013;
Gelet op advies 53.685/1/V van de Raad van State, gegeven op 1 augustus 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanvrager : de natuurlijke persoon of personen die de bijzondere sociale lening aanvragen evenals de natuurlijke persoon of personen die het beleende onroerend goed zullen betrekken;2° bouwgrond : de grond, met uitsluiting van kavels, aanpalend aan een voldoende uitgeruste weg als vermeld in artikel 121 van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/06/1999 numac 1999035652 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening sluiten houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en gelegen in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat al voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of met toepassing van artikel 145/7 van voormeld decreet;3° inkomen : de som van de volgende inkomsten van de referentiepersoon en van zijn gezinsleden : a) de op referentiedatum op basis van het laatst beschikbare aanslagbiljet bekende som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten en niet-belastbare vervangingsinkomsten, alsook het genoten leefloon in dat jaar;b) het inkomen dat op basis van supranationale belastingakkoorden niet aan de Belgische personenbelasting onderworpen is;c) de inkomsten die door de minister beschouwd worden als inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen als inkomen;4° kavel : het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel;5° kernsteden : Aalst, Antwerpen, Boom, Brugge, Dendermonde, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout en Vilvoorde;6° kredietgever : de VMSW of het VWF, naargelang wie de bijzondere sociale lening aanbiedt of toestaat;7° lening : de bijzondere sociale lening toegestaan ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, die de vorm kan aannemen van een hypothecaire lening of van een wederopneembare hypothecaire kredietopening;8° leningsaanbod : het aanbod, vermeld in artikel 14 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet;9° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting;10° ontlener : de natuurlijke persoon of personen die zich verbinden tot de terugbetaling van de bijzondere sociale lening en het naleven van de andere leningsvoorwaarden;11° oorspronkelijke rentevoet : de rentevoet die de kredietgever op de referentiedatum bij het aangaan van de lening aanrekent aan de ontlener.12° persoon ten laste : a) het kind dat op de referentiedatum bij de referentiepersoon gedomicilieerd is en dat voldoet aan een van de volgende voorwaarden : 1) het kind is minderjarig of er wordt voor het kind kinderbijslag of wezentoelage uitbetaald;2) na voorlegging van bewijzen wordt het kind door de minister als ten laste beschouwd;b) het kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum niet gedomicilieerd is bij de referentiepersoon, maar bij de referentiepersoon op regelmatige basis verblijft en dat voldoet aan een van de volgende voorwaarden : 1) het kind is minderjarig is of er wordt voor het kind kinderbijslag uitbetaald;2) na voorlegging van bewijzen wordt het kind door de minister als ten laste beschouwd;c) de persoon die erkend is als ernstig gehandicapt, of erkend was op het ogenblik van pensionering;13° referentiedatum : a) bij het aangaan van de lening : de datum waarop de storting van het voorschot op de dossierkosten door de kredietgever of door de instantie die de leningen lokaal aanbiedt, wordt ontvangen;b) bij de vijfjaarlijkse herberekening van de rentevoet : respectievelijk twee maanden voor de vijfde, tiende, en eventueel vijftiende en eventueel twintigste en eventueel vijfentwintigste verjaardag van de leningsakte;14° referentiepersoon : naargelang het geval de aanvrager of ontlener;15° referentierentevoet : de rentevoet die maandelijks wordt vastgesteld in functie van de evolutie van de OLO15, de lineaire obligatie met een resterende looptijd van 15 jaar;16° verkoopwaarde : de door de kredietgever of in opdracht van de kredietgever geraamde waarde bij vrijwillige verkoop van de bouwgrond of kavel of geraamde waarde bij vrijwillige verkoop van de woning, met inbegrip van de grond;17° Vlaamse Rand rond Brussel : de gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde en de gemeenten Bertem, Huldenberg, Kortenberg en Tervuren;18° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode;19° VMSW : de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, vermeld in artikel 30 van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode;20° voorschot op de dossierkosten : het bedrag dat door de aanvrager aan de kredietgever of aan de instantie die de leningen lokaal aanbiedt volledig moet worden gestort, alvorens de kredietgever aan de aanvrager een leningsaanbod kan doen, en dat volledig terugbetaald wordt als niet op het leningsaanbod wordt ingegaan;21° VWF : het Vlaams Woningfonds, vermeld in artikel 50 van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode. In afwijking van het eerste lid, 3°, worden de inkomsten van ongehuwde of niet wettelijk samenwonende kinderen die vanaf hun meerderjarigheid zonder onderbreking deel uitmaken van het gezin en die minder dan 25 jaar oud zijn op de referentiedatum, en de inkomsten van de familieleden van de referentiepersoon van de eerste en de tweede graad die als ernstig gehandicapt erkend zijn of die ten minste 65 jaar oud zijn, niet meegerekend. De inkomsten van de inwonende ascendenten van de referentiepersoon worden slechts voor de helft meegerekend.
Om als persoon ten laste als vermeld in het eerste lid, 12°, c), te worden beschouwd, gelden de voorwaarden, vermeld in artikel 1, eerste lid, 22°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode.
Als een persoon beantwoordt aan de definitie van persoon ten laste, vermeld in het eerste lid, 12°, a), of b) en aan de definitie van persoon ten laste, vermeld in het eerste lid, 12°, c), telt die persoon voor twee personen ten laste.
Art. 2.De kredietgever is ertoe gemachtigd om aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden leningen toe te staan bestemd voor de financiering van één, of een combinatie, van de verrichtingen, vermeld in artikel 79, § 2, van de Vlaamse Wooncode. Een lening voor de aankoop op plan van een op te bouwen of in opbouw zijnde woning wordt beschouwd als een lening voor de aankoop van een woning.
Een lening voor de terugbetaling van vroeger aangegane schulden voor de renovatie, de aankoop of de bouw van een in het Vlaamse Gewest gelegen woning als vermeld in artikel 79, § 2, van de Vlaamse Wooncode, kan worden toegestaan op voorwaarde dat de kredietgever bij het nagaan van de solvabiliteit van de aanvrager, vermeld in artikel 7, vaststelt dat de aanvrager minstens de helft van zijn maandelijks netto-inkomen moet besteden aan de maandelijkse afbetaling van deze schulden. De minister bepaalt hoe het maandelijkse netto-inkomen moet worden vastgesteld.
Met behoud van de toepassing van het vierde lid, kan een lening voor de aankoop van een bouwgrond of kavel worden toegestaan op voorwaarde dat de bouwgrond of kavel beantwoordt aan de oppervlaktenorm voor een sociaal kavel, zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 13/11/2006 numac 2006036842 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode. Een lening voor de bouw van een woning kan worden toegestaan op voorwaarde dat de op te richten woning beantwoordt aan de volumenorm voor een sociaal kavel, zoals vermeld in voormeld besluit.
Een lening voor de aankoop van een bouwgrond of kavel kan worden toegestaan als de verkoopwaarde van de grond niet hoger is dan 50.000 euro. Die voorwaarde geldt niet in het geval dat de lening wordt aangegaan voor de aankoop van een sociale kavel.
Een lening voor de aankoop of het behoud of de bouw van een woning, of voor de renovatie, de verbetering of de aanpassing van een woning, of voor de terugbetaling van schulden, vermeld in artikel 79, § 2, van de Vlaamse Wooncode, kan worden toegestaan als de verkoopwaarde van de woning, eventueel na het uitvoeren van de werken, niet hoger is dan 200.000 euro. Dat bedrag wordt verhoogd met 10.000 euro per persoon ten laste, vanaf de derde persoon ten laste. Als op de referentiedatum bij de aanvang van de lening een persoon ten laste van de ontlener minder dan zes jaar oud is, wordt dit bedrag nogmaals één keer verhoogd met 10.000 euro.
In afwijking van het vijfde lid, geldt de maximale verkoopwaarde niet in de volgende gevallen : 1° de lening wordt aangegaan voor de aankoop van een sociale koopwoning;2° de lening wordt aangegaan om het eigendomsaandeel van een partner in een gezinswoning over te nemen ingeval van echtscheiding of beëindiging van de samenwoning en op voorwaarde dat de over te nemen woning gefinancierd werd met een lening bij de kredietgever. De bedragen, vermeld in het vierde en vijfde lid, worden verhoogd met 10 procent als de bouwgrond, kavel of de woning ligt in een van de kernsteden of in de Vlaamse Rand rond Brussel, en worden gekoppeld aan de index, zoals berekend en gepubliceerd door de Associatie van Belgische Experten (ABEX) op de website www.abex.be, hierna ABEX-index te noemen, van november 2012. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de ABEX-index van de maand november, die aan de aanpassing voorafgaat, en afgerond op het dichtstbijzijnde hogere honderdtal.
Art. 3.Het bedrag van de lening mag niet hoger zijn dan een combinatie van : 1° de koopprijs, of - als die lager is - de verkoopwaarde van het beleende onroerend goed, als het gaat om het kopen van een bouwgrond, kavel of een woning;2° de kostprijs van de werkzaamheden, of - als die lager is - de door de kredietgever geraamde waarde van de werken, als het gaat om het bouwen, renoveren, verbeteren of aanpassen van een woning;3° de som van de bedragen van de schulden als het gaat om de terugbetaling van schulden voor het behoud van een woning. Het bedrag van de lening mag bovendien niet hoger zijn dan de verkoopwaarde van het beleende onroerend goed, in voorkomend geval na de werken.
Art. 4.De aanvraag voor een lening gebeurt bij de kredietgever, bij de bevoegde sociale huisvestingsmaatschappij of bij een andere instantie, waarmee de kredietgever een overeenkomst heeft afgesloten om de leningen lokaal aan te bieden.
Art. 5.Het inkomen mag op de referentiedatum bij het aangaan van de lening niet meer bedragen dan : 1° 35.123 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste; 2° 38.630 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap als vermeld in artikel 1, eerste lid, 12°, c), die geen andere personen ten laste heeft; 3° 52.679 euro, verhoogd met 3.507 euro per persoon ten laste voor anderen.
Als de woning, bouwgrond of kavel waarop de lening betrekking heeft, in een van de kernsteden of in de Vlaamse Rand rond Brussel ligt, mag in afwijking van het eerste lid, het inkomen op de referentiedatum bij het aangaan van de lening niet meer bedragen dan : 1° 36.795 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste; 2° 40.469 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap als vermeld in artikel 1, eerste lid, 12°, c), en die geen andere personen ten laste heeft; 3° 55.187 euro, verhoogd met 3.674 euro per persoon ten laste voor anderen.
De bedragen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basis 2004), naar het gezondheidsindexcijfer van de maand juni van het voorgaande jaar en met als basis het gezondheidsindexcijfer van 119 voor juni 2012. Het resultaat wordt afgerond naar het eerstvolgende natuurlijke getal.
Art. 6.Uiterlijk bij de ondertekening van de leningsakte moet de aanvrager aantonen dat hij geen andere bouwgrond, kavel of woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik heeft, dan de woning, bouwgrond of kavel waarop de lening betrekking heeft.
In afwijking van het eerste lid mag de aanvrager wel een bouwgrond of kavel volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben als de lening uitsluitend betrekking heeft op de woning die op die bouwgrond of kavel gebouwd zal worden.
Art. 7.De aanvrager moet op de referentiedatum van het aangaan van de lening voldoende solvabel zijn om de gevraagde lening te kunnen afbetalen. De minister bepaalt de methode die wordt gehanteerd bij de berekening van de solvabiliteit.
Als de aanvrager ook bij de maximale duurtijd van de lening, vermeld in artikel 9, eerste lid, niet voldoende solvabel is, kan er geen lening worden toegekend.
Art. 8.§ 1. De referentierentevoet wordt op het einde van elke maand bepaald door de kredietgever en stemt overeen met het rekenkundig gemiddelde, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal, van de referentietarieven die door de Nationale Bank van België worden gepubliceerd van de vijfentwintigste dag van de vorige maand tot en met de vierentwintigste dag van de lopende maand.
De referentierentevoet, vermeld in het eerste lid, geldt vanaf de eerste dag van de volgende maand tot en met de laatste dag van die maand. De referentierentevoet wordt aangepast als er een schommeling is van minstens 0,20 procentpunt tegenover de referentierentevoet die de kredietgever tot dan toe hanteerde. § 2. De oorspronkelijke jaarlijkse rentevoet van de lening is het eindresultaat van de volgende berekeningen : 1° de referentierentevoet die van toepassing is op de referentiedatum bij het aangaan van de lening wordt vermenigvuldigd met het inkomen, en dan gedeeld door het bedrag van 40.000 euro, met toepassing van de indexatie, vermeld in artikel 5, derde lid, en afgerond naar de dichtstbij liggende vierde decimaal; 2° het resultaat van de berekening, vermeld in punt 1°, wordt per persoon ten laste verminderd met 10 procent van de referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal, die van toepassing is op de referentiedatum bij het aangaan van de lening,;3° het resultaat van de berekening, vermeld in punt 1°, wordt verminderd met 10 procent van de referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal, die van toepassing is op de referentiedatum bij het aangaan van de lening, als de woning gelegen is op het grondgebied van een van de kernsteden of in de Vlaamse rand rond Brussel;4° het resultaat van de berekening na de verminderingen, vermeld in punt 2° en 3°, wordt afgerond naar het eersthogere 0,10 procentpunt en mag ten slotte nooit hoger zijn dan de referentierentevoet die van toepassing is op de referentiedatum bij het aangaan van de lening, en nooit lager dan 50 % van diezelfde referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal. Op basis van deze jaarrente wordt de eventuele maandrente berekend en afgerond naar de dichtstbij liggende vierde decimaal.
De oorspronkelijke jaarlijkse rentevoet wordt vermeld in de leningsakte. § 3. Jaarlijks wordt op de verjaardag van het verlijden van de leningsakte de op de lening toegepaste rentevoet aangepast als het aantal personen ten laste sinds de vaststelling van de oorspronkelijke jaarlijkse rentevoet of sinds de vorige jaarlijkse aanpassing of de vijfjaarlijkse herberekening van de rentevoet, vermeld in paragraaf 4, gestegen is. Die jaarlijkse aanpassing gebeurt niet in de jaren waarin de vijfjaarlijkse herberekening van de rentevoet, vermeld in paragraaf 4, plaatsvindt.
De aangepaste rentevoet is gelijk aan de rentevoet die op dat ogenblik op de lening van toepassing is, verminderd met 10 procent van de referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal, die van toepassing was op de referentiedatum bij het aangaan van de lening, per bijkomende persoon ten laste. Het resultaat van die berekening wordt afgerond en begrensd op de wijze, vermeld in paragraaf 2, 4°.
De kredietgever is verplicht om de rentevoet aan te passen als hij minimaal vijf werkdagen voor de dag van de jaarlijkse aanpassing door de ontlener op de hoogte wordt gesteld van een stijging van het aantal personen ten laste. § 4. Om de vijf jaar en voor de eerste maal op de vijfde verjaardag van het verlijden van de leningsakte, wordt de op de lening toegepaste rentevoet herberekend op de wijze, vermeld in paragraaf 2. Het inkomen is dan gelijk aan het gemiddelde inkomen over een periode van vijf jaar, die ingaat het zevende jaar dat aan de herberekening voorafgaat.
Als het inkomen in een of meer van voormelde jaren nihil bedroeg, wordt dit niet in dat gemiddelde inkomen meegerekend. Bij de berekening van dat gemiddelde inkomen wordt rekening gehouden met de gezinstoestand zoals deze vastgesteld wordt op de referentiedatum bij de vijfjaarlijkse herberekening. Met een vermindering van het aantal kinderen ten laste ingevolge overlijden wordt geen rekening gehouden.
De herziene rentevoet mag nooit hoger zijn dan de bij het aangaan van de lening gebruikte referentierentevoet en nooit lager dan de helft van diezelfde referentierentevoet, afgerond naar de dichtstbij liggende tweede decimaal.
Art. 9.De duur van de lening bedraagt ten hoogste 240 maanden. De raad van bestuur van de kredietgever kan deze duur verlengen, rekening houdend met het maandelijks netto-inkomen en de leeftijd van de ontlener. De duur van de lening mag echter nooit meer dan 360 maanden bedragen. De lening moet volledig terugbetaald zijn in het jaar waarin de oudste ontlener 70 jaar wordt.
De terugbetaling van de lening moet op elk ogenblik volledig gedekt zijn door een schuldsaldoverzekering. Die verplichting geldt niet voor leningen die zijn aangegaan door alleenstaanden of als de ontlener om gezondheidsredenen geen schuldsaldoverzekering kan sluiten tegen een redelijke premie.
Gedurende de hele duur van de lening moet de ontlener over een brandverzekering beschikken voor de heropbouwwaarde of nieuwbouwwaarde van het goed waarop de lening betrekking heeft, tenzij de lening uitsluitend betrekking heeft op de aankoop van een bouwgrond of een kavel.
Als de ontlener geen brandverzekering voor de heropbouwwaarde heeft, kan de kredietgever een aanmaning zenden waarin wordt gewezen op de verplichting, vermeld in het derde lid. De ontlener heeft vanaf de datum van die aanmaning twee maanden om aan te tonen dat een brandverzekering werd gesloten voor de heropbouwwaarde of nieuwbouwwaarde van het goed waarop de lening betrekking heeft, zo niet wordt de lening opgeëist.
De aflossing van de lening wordt gewaarborgd door de inschrijving van een hypotheek voor alle sommen op het onroerend goed waarop de lening betrekking heeft. Die hypotheek moet in eerste rang zijn ingeval van aankoop of nieuwbouw. De hypothecaire hoofdsom moet alle schulden bij de kredietgever dekken. Als een lening voor de aankoop van een bouwgrond bij de kredietgever gewaarborgd is door een hypothecaire inschrijving in eerste rang ten voordele van de kredietgever, mag een tweede lening voor een nieuwbouw op deze bouwgrond wel gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving in tweede rang ten voordele van de kredietgever.
De leningen met een hypotheek in lagere rang, toegestaan door de kredietgever, mogen niet meer bedragen dan het verschil tussen de verkoopwaarde van de woning en de som van de bedragen van de hypotheken in hogere rang.
Op gemotiveerde vraag van de ontlener kan de kredietgever om sociale, medische of economische redenen een hypotheekoverdracht toestaan, op voorwaarde dat de nieuwe woning voldoet aan de voorwaarden betreffende de maximale verkoopwaarden, vermeld in artikel 2. In voorkomend geval moet de netto-opbrengst van de verkoop worden aangewend als gedeeltelijk vervroegde terugbetaling van de lening. Onder netto-opbrengst van de verkoop wordt verstaan : de opbrengst van de verkoop van het pand dat door de ontlener wordt verlaten, verminderd met de aankoopprijs van het pand, in voorkomend geval inclusief btw, dat de ontlener zal betrekken en in voorkomend geval verminderd met de registratierechten voor de aankoop van het pand dat de ontlener zal betrekken, en ten slotte verminderd met een bedrag van 5000 euro.
Art. 10.De kredietgever bepaalt voor elke woning, waarvoor een lening wordt aangevraagd, welke renovatiewerkzaamheden strikt noodzakelijk zijn om de woning te laten beantwoorden aan de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen, vermeld in artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. De ontlener moet het bedrag dat noodzakelijk is voor de uitvoering van die werkzaamheden, bijlenen om de werkzaamheden uit te voeren. Als de ontlener daardoor insolvabel zou worden, kan er geen lening worden toegestaan.
Als de lening wordt aangewend voor een aankoop op plan, of voor een nieuwbouw, of voor de renovatie, verbetering of aanpassing van een woning, wordt de lening aan de ontlener vrijgegeven overeenkomstig de vordering van de werkzaamheden en de methode die door de kredietgever is bepaald.
De kredietgever betaalt slechts voorschotten uit ter financiering van nog uit te voeren werkzaamheden ten belope van maximaal 7000 euro.
Als voor bepaalde werkzaamheden een stedenbouwkundige vergunning is vereist, betaalt de kredietgever slechts gelden hiervoor uit na voorlegging van deze vergunning.
Art. 11.De beleende woning moet hoofdzakelijk bestemd zijn voor bewoning. Als de woning ook voor handelsdoeleinden wordt gebruikt, kan de lening slechts worden toegestaan als de waarde, zoals geschat door de kredietgever, van het deel van de woning dat bestemd is voor bewoning groter is dan de waarde van het deel van de woning dat bestemd is voor handelsdoeleinden. De lening mag daarenboven geen betrekking hebben op de renovatie, verbetering of aanpassing van het deel van de woning dat uitsluitend bestemd is voor handelsdoeleinden.
Zolang de lening niet integraal is terugbetaald, moet de ontlener de woning waarop de lening betrekking heeft persoonlijk bewonen. Als de woning niet langer bestemd is als hoofdverblijfplaats van de ontlener, moet volgens de keuze van de ontlener, de lening ofwel volledig vervroegd terugbetaald worden, ofwel voortgezet worden maar dan tegen de in de leningsakte vermelde referentierentevoet gebruikt bij het aangaan van de lening, verhoogd met 2 procentpunten.
De ontlener moet de keuze, vermeld in het tweede lid, meedelen binnen twee maanden na hierover door de kredietgever te zijn ingelicht, anders wordt de lening vervroegd opgeëist.
De kredietgever kan een uitzondering toestaan op de plicht tot persoonlijke bewoning, vermeld in het tweede lid, om gewichtige redenen van overmacht of van humanitaire aard. Bovendien kan de kredietgever een termijn bepalen waarbinnen de plicht tot persoonlijke bewoning niet geldt als de woning binnen die termijn wordt opgebouwd, gerenoveerd, verbeterd of aangepast.
Als de lening aangegaan wordt voor de aankoop van een bouwgrond of kavel, moet de ontlener uiterlijk 5 jaar na het verlijden van de leningsakte een woning op die bouwgrond of kavel gebouwd hebben die beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen, vermeld in artikel 5 van de Vlaamse Wooncode, anders wordt de lening vervroegd opgeëist. De kredietgever oordeelt of de woning beantwoordt aan voormelde normen.
Art. 12.De aanvrager bezorgt de kredietgever op diens vraag alle noodzakelijke gegevens betreffende zijn gezinssamenstelling, zijn inkomen en de rechten die hij in onroerende goederen bezit, met vermelding van de aard en het aandeel van die rechten. Als de aanvrager deze gegevens niet bezorgt, wordt de lening niet toegestaan.
Als de aanvrager valse verklaringen aflegt, wordt de lening geweigerd.
Als tijdens de duur van de lening blijkt dat er door de ontlener valse verklaringen werden afgelegd, wordt de lening vervroegd opgeëist.
Art. 13.De kredietgever kan, op basis van marktevoluties, bij de herziening een korting op de rentevoet toestaan zonder dat de rentevoet met korting minder mag bedragen dan de referentierentevoet die van toepassing is op de datum van het toestaan van de korting, verhoogd met 1 procentpunt. De kredietgever kan deze korting toepassen voor alle hypothecaire leningen die hij heeft verstrekt, en waarvan de rentevoet kan worden herzien.
Art. 14.Ongeacht andersluidende bepalingen in de voor de inwerkingtreding van dit besluit afgesloten leningsovereenkomsten, wordt in voorkomend geval, bij de in die overeenkomsten vermelde vijfjaarlijkse herberekening van de rentevoet, het kind dat niet gedomicilieerd is op het adres van de ontlener maar dat er wel regelmatig verblijft ingevolge de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijke gezag eveneens als persoon ten laste in aanmerking genomen.
Art. 15.De kredietgever kan gemotiveerd de lening weigeren aan de aanvrager die bij de kredietgever nog schulden heeft die niet tijdig werden afgelost, of die bij de kredietgever een financieel verlies heeft veroorzaakt.
Art. 16.De aanvrager geeft aan de kredietgever de toestemming om bij de bevoegde overheden en instellingen de noodzakelijke documenten of gegevens betreffende de in dit besluit gestelde voorwaarden en verplichtingen te verkrijgen.
Voor de uitvoering van de bepalingen van dit besluit doet de kredietgever een beroep op informatie die de bevoegde overheden of instellingen hem elektronisch kunnen bezorgen. Onder die bevoegde overheden of instellingen worden onder meer begrepen : 1° het rijksregister van de natuurlijke personen, vermeld in de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen;2° de instellingen van de sociale zekerheid, vermeld in artikel 1 en 2, eerste lid, 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de personen waartoe het netwerk van de sociale zekerheid met toepassing van artikel 18 van de voormelde wet werd uitgebreid;3° de Federale Overheidsdienst Financiën. De kredietgever mag de aldus verkregen informatie statistisch verwerken en ze ter beschikking stellen van de minister en van diens overheidsdiensten voor zover deze informatie geen persoonsgegevens behelst en enkel statistische gegevens bevat.
Art. 17.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 22/02/2006 numac 2006035243 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode worden de woorden « van de Grote Gezinnen » opgeheven.
Art. 18.In artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « van de Grote Gezinnen » opgeheven;2° in punt 3° worden de woorden « de lening aangaat of » opgeheven;3° in punt 4° worden a) en c) opgeheven en vervolgens b) gewijzigd in a);4° punten 8°, 9°, 12° en 13° worden opgeheven. In artikel 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Voor de toepassing van artikel 5, § 1, artikel 6 en artikel 16, » vervangen door de woorden « Voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, ».
Art. 19.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 1° opgeheven;2° in het eerste lid worden in punt 2°, 3° en 5°, de woorden « grote gezinnen » vervangen door de woorden « woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden »;3° in het eerste lid worden in punt 6° de woorden « grote gezinnen » vervangen door de woorden « gezinnen en alleenstaanden »;4° het tweede lid wordt opgeheven;5° in het derde lid worden de woorden « het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht » vervangen door de woorden « hoofdstuk III van titel III van de Vlaamse Wooncode »;6° in het vierde lid worden de woorden « grote gezinnen » vervangen door de woorden « woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden »;7° het vijfde lid wordt opgeheven.
Art. 20.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk II, dat bestaat uit artikel 3 tot en met 10, opgeheven.
Art. 21.Artikel 11 en 15 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 22.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « een lening of » en « of b), » opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden « in artikel 1, eerste lid, 4°, b), » vervangen door de woorden « in artikel 1, eerste lid, 4°, a), ».
Art. 23.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « een lening of » opgeheven;2° punt 3° wordt opgeheven.
Art. 24.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 25.Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/05/1999 pub. 24/08/1999 numac 1999036106 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden voor het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de voorwaarden betreffende het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode wordt opgeheven.
Art. 26.Voor de leningen die het Vlaams Woningfonds verstrekt en waarvan het voorschot op de dossierkosten bij het aangaan van de lening door de kredietgever of door de instantie die de leningen lokaal aanbiedt, wordt ontvangen voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijft het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/12/2005 pub. 22/02/2006 numac 2006035243 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds gelden zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Voor de leningen die de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen verstrekt en waarvan het voorschot op de dossierkosten bij het aangaan van de lening door de kredietgever of door de instantie die de leningen lokaal aanbiedt, wordt ontvangen voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, blijft het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/05/1999 pub. 24/08/1999 numac 1999036106 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden voor het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de voorwaarden betreffende het toestaan van leningen aan particulieren door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode van toepassing.
Art. 27.Artikel 3, 2° en 8°, 19, 20, 21 en 42 van het decreet van 31 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/05/2013 pub. 11/07/2013 numac 2013203797 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen sluiten houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen treden in werking.
Art. 28.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 29.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 september 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE