Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 oktober 2017
gepubliceerd op 13 november 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding

bron
vlaamse overheid
numac
2017013952
pub.
13/11/2017
prom.
13/10/2017
ELI
eli/besluit/2017/10/13/2017013952/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 11/07/2013 numac 2013035615 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de loopbaanbegeleiding type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 07/06/2013 numac 2013203264 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 14, 21 en 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding sluiten betreffende de loopbaanbegeleiding


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 19 december 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004, artikel 102;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 11/07/2013 numac 2013035615 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de loopbaanbegeleiding type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 07/06/2013 numac 2013203264 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 14, 21 en 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding sluiten betreffende de loopbaanbegeleiding;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11/07/2017;

Gelet op advies 61.914/1van de Raad van State, gegeven op 28 september 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 11/07/2013 numac 2013035615 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de loopbaanbegeleiding type besluit van de vlaamse regering prom. 17/05/2013 pub. 07/06/2013 numac 2013203264 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 14, 21 en 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding sluiten betreffende de loopbaanbegeleiding, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 1 De steun verleend met toepassing of ter uitvoering van dit besluit, wordt toegekend met in achtneming van de voorwaarden van art. 107, 2a) van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie."

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013 en 13 februari 2015, wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° loopbaanbegeleiding: de professionele ondersteuning van de professioneel actieve persoon bij het nemen van loopbaankeuzen en -beslissingen tijdens een proces waarbij het ontdekken, het versterken of het ontwikkelen van de loopbaancompetenties die nodig zijn om de loopbaan zelf actiever te beheren, centraal staan zodat zijn arbeidsmarktpositionering kan worden versterkt. De loopbaanbegeleiding vertrekt vanuit de loopbaanvraag en is continu afgestemd op maat van de klant. De loopbaanbegeleiding resulteert in de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan en heeft een impact op de inzetbaarheid en flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Het initiatief voor het aanvragen van de loopbaanbegeleiding met de loopbaancheque vertrekt altijd vanuit de professioneel actieve persoon. De loopbaanbegeleiding met de loopbaancheque maakt geen deel uit van een andere vorm van begeleiding, opleiding, outplacement of coaching, ook niet als voorbereiding of sluitstuk ervan.

Art. 3.In artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt punt d) vervangen door wat volgt: "d) het verstrekken van nazorg aan een professioneel actieve persoon die daarom verzoekt. Onder nazorg wordt verstaan, de behandeling van aanvullende vragen bij de bestaande loopbaanvraag en de al genoten begeleiding met het oog op de versterking van de realisatiegraad van het persoonlijk ontwikkelingsplan. De nazorg is niet begrepen in het contingent uren, vermeld in punt 1°, a), en wordt door de gemandateerde onderneming verstrekt tot een jaar na de beëindiging van het afsluitende gesprek. De nazorg omvat maximaal dertig minuten per begonnen pakket of maximaal 1 uur per acht uur begeleiding. De gemandateerde onderneming kan de vorm van nazorg vrij kiezen;".

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt: "5° de onderneming toont haar professionele deskundigheid op het vlak van loopbaanbegeleiding aan.Ze voldoet daarvoor aan al de volgende voorwaarden: a) de zaakvoerder, exploitant of verantwoordelijke van de onderneming of haar aangestelden of lasthebbers beschikken over een beroepservaring van ten minste drie jaar in de sector van loopbaanbegeleiding, loopbaanoriëntatie of -coaching, outplacement of werkzoekendenbegeleiding;b) de onderneming legt een visie voor over hoe loopbaanbegeleiding strookt met de beleidsdoelstelling en past die toe;de onderneming waarborgt dat de visie van de onderaannemers ook strookt met de beleidsdoelstellingen en dat de onderaannemers die ook toepassen; c) de onderneming licht toe hoe ze de expertise over loopbaanbegeleiding, alsook de kennis van de aanpak en methodiek van haar eigen personeelsleden en van onderaannemers systematisch waarborgt;"; 2° aan paragraaf 1, tweede lid, 6°, wordt de zinsnede "en de praktische onderrichtingen, uitgevaardigd door de VDAB" toegevoegd;3° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, die luiden als volgt: "7° het mandaat van de onderneming werd in de vijf jaar vóór de aanvraag, niet ingetrokken met toepassing van artikel 18;8° de bestuurders, zaakvoerders, lasthebbers, of andere personen die bevoegd zijn om de onderneming te verbinden of te vertegenwoordigen, of de hoofdaandeelhouders van de onderneming, in zoverre zij in de feiten de bevoegdheden van bestuurder uitoefenen, werden tijdens een periode van vijf jaar voorafgaand aan de datum van mandaataanvraag niet : a) veroordeeld wegens faillissement, bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;b) aansprakelijk gesteld voor de verbintenissen of de schulden van een gefailleerde vennootschap met toepassing van artikelen 229, 5°, 265, 315, 456, 4°, en 530, van het Wetboek van Vennootschappen of een gelijkaardige wetgeving in de lidstaat van vestiging of hebben meermaals een functie van zaakvoerder of gemachtigde uitgeoefend in een gefailleerde vennootschap;c) herhaaldelijk in overtreding gesteld op het gebied van de fiscale, sociale verplichtingen of van de wettelijke en reglementaire bepalingen;d) onderworpen aan een exploitatieverbod met bedrijfssluiting, of aan een beroepsverbod met bedrijfssluiting; e) ontheven van hun burgerrechten en politieke rechten"." 4° in paragraaf 2, tweede lid, worden de zinsnede "Na het positieve advies van de VDAB verleent de minister aan de onderneming een mandaat tot uitvoering van de loopbaanbegeleiding met een looptijd van zes jaar" vervangen door de zinsnede "De raad van bestuur van de VDAB verleent aan de onderneming een mandaat tot uitvoering van de loopbaanbegeleiding met een looptijd van zes jaar";5° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "De minister" vervangen door de woorden "De VDAB"; 6° aan paragraaf 3, eerste lid, wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° de praktische onderrichtingen, uitgevaardigd door de VDAB.".

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3° wordt aan de tweede zin de zinsnede "met uitzondering van punt 5°, a" toegevoegd;2° aan punt 6° worden de woorden "of geeft de VDAB toestemming om deze ter plaatse in te kijken" toegevoegd.

Art. 6.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In het tweede lid, 1°, wordt onder personeelskosten ook verstaan, het geheel van vergoedingen van de onderaannemer of de zelfstandige ondernemer, die overeenkomen met de personeelskosten van de loopbaanbegeleider alsof die persoon in dienst zou zijn van het loopbaancentrum."; 2° er wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de gemandateerde onderneming een beroep doet op onderaannemers of zelfstandige ondernemers, worden de werkingskosten, vermeld in het derde lid, van elke partij samengeteld.".

Art. 7.Aan artikel 14, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", aan onderaannemers of werknemers van onderaannemers" toegevoegd.

Art. 8.Aan artikel 15, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° er minimaal twintig actieve personen per jaar begeleid worden.".

Art. 9.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinssnede ",uiterlijk om de drie jaar," wordt opgeheven;2° tussen de woorden "van dit besluit" en de woorden "om de omvang" wordt het woord "en" ingevoegd.

Art. 10.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "De minister" vervangen door de woorden "De raad van bestuur van de VDAB";2° aan paragraaf 1 wordt een punt 6° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt: "6° de gemandateerde onderneming langer dan een jaar geen loopbaanbegeleiding met loopbaancheque heeft uitgevoerd, het opstartjaar buiten beschouwing gelaten;7° de bestuurders, zaakvoerders, lasthebbers, of andere personen die bevoegd zijn om de gemandateerde onderneming te verbinden of te vertegenwoordigen, of de hoofdaandeelhouders van de gemandateerde onderneming, in zoverre zij in de feiten de bevoegdheden van bestuurder uitoefenen, werden tijdens een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvang van de activiteit van loopbaanbegeleiding of tijdens de uitoefening van het lopende mandaat inzake loopbaanbegeleidingsactiviteiten: a) veroordeeld wegens faillissement, bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;b) aansprakelijk gesteld voor de verbintenissen of de schulden van een gefailleerde vennootschap met toepassing van artikelen 229, 5°, 265, 315, 456, 4°, en 530, van het Wetboek van Vennootschappen of een gelijkaardige wetgeving in de lidstaat van vestiging of hebben meermaals een functie van zaakvoerder of gemachtigde uitgeoefend in een gefailleerde vennootschap;c) herhaaldelijk in overtreding gesteld op het gebied van de fiscale, sociale verplichtingen of van de wettelijke en reglementaire bepalingen;d) onderworpen aan een exploitatieverbod met bedrijfssluiting, of aan een beroepsverbod met bedrijfssluiting; e) ontheven van hun burgerrechten en politieke rechten"." 3° in paragraaf 3 worden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de raad van bestuur van de VDAB";4° in paragraaf 3 worden tussen het woord "onderneming" en het woord "opnieuw" de woorden "of de zaakvoerder" ingevoegd.

Art. 11.In artikel 19, paragraaf 1 van hetzelfde besluit wordt punt 3° opgeheven.

Art. 12.De ondernemingen die al een mandaat als vermeld in artikel 5, hebben, krijgen tot 30 juni 2018 de tijd om aan te tonen dat ze voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 5°, b) en c).Als de ondernemingen daar niet in slagen wordt hun mandaat ingetrokken met toepassing van artikel 18.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 oktober 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, P. MUYTERS

^