Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 maart 2022
gepubliceerd op 31 maart 2022

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021

bron
vlaamse overheid
numac
2022031466
pub.
31/03/2022
prom.
11/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 MAART 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 35.

Vormvereisten De volgende vormvereiste zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 4 februari 2022. - De Europese Commissie verleende haar goedkeuring voor deze steunmaatregel op 4 maart 2022. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat ondernemingen nog altijd geconfronteerd worden met een omzetdaling ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 en de latere wijzigingen ervan. Om die ondernemingen financieel te steunen is het dringend nodig om ondersteuningsmaatregelen voor de nog steeds getroffen ondernemingen te nemen.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - Omdat de Vlaamse ondernemingen nog altijd geconfronteerd worden met een omzetdaling wegens de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 en de latere wijzigingen ervan is het nodig om nieuwe ondersteuningsmaatregelen voor de getroffen ondernemingen te nemen.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun. - Mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° coronavirusmaatregelen: het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042995 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken sluiten houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;2° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 16/11/2005 numac 2005036383 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het Agentschap Economie type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur sluiten aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten: het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;4° subsidieperiode: de periode met exploitatiebeperkingen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen in het eerste kwartaal.De periode is per activiteit, vermeld in artikel 4, tweede lid, als bijlage 1 bijgevoegd; 5° sluitingsperiode: de periode waarin de onderneming verplicht is gesloten ten gevolge van de coronavirusmaatregelen in het eerste kwartaal.De periode is per activiteit, vermeld in artikel 4, tweede lid, als bijlage 2 bijgevoegd; 6° eerste kwartaal: de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022;7° omzetdaling in het eerste kwartaal: de daling van de omzet uit prestaties, exclusief btw, op basis van de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van het eerste kwartaal.Als referentieperiode geldt het overeenstemmende kwartaal in 2019.

Ondernemingen die nog niet gestart waren op 1 januari 2019 tonen de prestaties in de referentieperiode aan door de verwachte prestaties, vermeld in het financieel plan.

Als de omzet in de voormelde referentieperiode abnormaal laag is, wordt die periode vervangen door een andere representatieve referentieperiode in 2019, 2020 of 2021; 8° omzetdaling in de subsidieperiode: de daling van de omzet uit prestaties, exclusief btw, op basis van een verklaring op eer door een erkende externe boekhouder, bedrijfsrevisor of een accountant over de omzet, exclusief btw, in de subsidieperiode op basis van de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes.Als referentieperiode geldt de overeenstemmende periode in 2019.

Ondernemingen die nog niet gestart waren op 1 januari 2019 tonen de prestaties in de referentieperiode aan door de verwachte prestaties, vermeld in het financieel plan.

Als de omzet in de voormelde referentieperiode abnormaal laag is, wordt die periode vervangen door een andere representatieve referentieperiode in 2019, 2020 of 2021; 9° onderneming: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met rechtspersoonlijkheid en een economische activiteit. De vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht en de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut moeten minstens één werkende vennoot of bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid, hierna RSZ genoemd, minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen.

De vereniging met een economische activiteit moet bij de RSZ minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen.

Met een zelfstandige in hoofdberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft van minstens 13.993,78 euro.

Met de zelfstandige in bijberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefent die 80% of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.

Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan; 10° tijdelijke kaderregeling COVID-19: de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 (C(2020) 1863) Tijdelijke Kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, en de latere wijzigingen ervan. De minister, bevoegd voor de economie, kan de periodes, vermeld in het eerste lid, 4° en 5°, aanpassen als de exploitatiebeperkingen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen wijzigen.

Art. 2.Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en voorwaarden, vermeld in de tijdelijke kaderregeling COVID-19, punt 3.1.

In afwijking van het eerste lid kan de steunaanvrager uitdrukkelijk kiezen dat de steun wordt toegekend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352) en de latere wijzigingen ervan.

Art. 3.§ 1. Er wordt een subsidie toegekend aan ondernemingen als vermeld in artikel 4.

De subsidie bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de referentieperiode, vermeld in artikel 1, 7°, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes. Dat bedrag wordt geproratiseerd op basis van het aantal kalenderdagen van de subsidieperiode ten opzichte van het aantal kalenderdagen van het eerste kwartaal.

De subsidie bedraagt voor het eerste kwartaal maximaal: 1° 33.750 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling tot 9 werknemers, ingeschreven bij de RSZ, en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de Verrijkte Kruispuntbank van Ondernemingen, hierna VKBO genoemd; 2° 67.500 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling van 10 tot 49 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO; 3° 180.000 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling vanaf 50 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO. Het maximale subsidiebedrag wordt geproratiseerd op basis van het aantal kalenderdagen van de subsidieperiode ten opzichte van het aantal kalenderdagen van het eerste kwartaal.

De onderneming moet een omzetdaling hebben van minstens 30% in het eerste kwartaal en minstens 60% in de subsidieperiode ten gevolge van de coronavirusmaatregelen. § 2. In afwijking van paragraaf 1, vijfde lid, moet er geen omzetdaling aangetoond worden als de onderneming een activiteit exploiteert als opgenomen in bijlage 2, vermeld in artikel 1, 5°, en die verplicht gesloten is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen.

De subsidie bedraagt in dat geval 10% van de omzet, exclusief btw, in de referentieperiode, vermeld in artikel 1, 7°. Dat subsidiebedrag wordt geproratiseerd op basis van het aantal kalenderdagen van de sluitingsperiode ten opzichte van het aantal kalenderdagen van het eerste kwartaal.

Het maximale subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, wordt geproratiseerd op basis van het aantal verplicht gesloten kalenderdagen van de sluitingsperiode ten opzichte van het aantal kalenderdagen van het eerste kwartaal. § 3. De subsidie en het maximale subsidiebedrag worden gehalveerd voor de zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefent die 80% of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.

Art. 4.Alleen ondernemingen die op 1 januari 2022 in aanmerking komende activiteiten exploiteren in het Vlaamse Gewest en die beschikken over de overeenstemmende RSZ- of btw-NACE-code in de Kruispuntbank van Ondernemingen, komen in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 3.

In dit artikel wordt verstaan onder: 1° in aanmerking komende activiteiten: a) de uitbating van een feestzaal: de uitbating van een locatie in een gebouw of aangelanden ervan of op een vervoermiddel, die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld aan klanten voor het organiseren van feesten en waar hoofdzakelijk dranken en spijzen worden geleverd in eigen beheer of via een externe cateraar;b) de uitbating van een vakantieverblijf: de uitbating van een toeristische logies dat op 1 januari 2022 bij Toerisme Vlaanderen als vakantiewoning met meer dan 15 slaapplaatsen aangemeld is als vakantiewoning conform het decreet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2016 pub. 08/03/2016 numac 2016035230 bron vlaamse overheid Decreet houdende het toeristische logies sluiten houdende het toeristische logies of van een vakantiepark dat beschikt over een verplicht gesloten subtropisch zwembad of binnenspeeltuin ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en dat op 1 januari 2022 bij Toerisme Vlaanderen aangemeld is als vakantiepark conform het decreet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2016 pub. 08/03/2016 numac 2016035230 bron vlaamse overheid Decreet houdende het toeristische logies sluiten houdende het toeristische logies;c) de uitbating van een jeugdverblijf: de uitbating van een verblijf dat op 1 januari 2022 door Toerisme Vlaanderen als sociaal-toeristisch verblijf erkend is als een jeugdverblijfcentrum of een hostel conform het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 19/09/2003 numac 2003200873 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van « Toerisme voor Allen » sluiten betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen";d) sociaal-culturele activiteiten: binnenactiviteiten in het kader van sociaal-cultureel jeugd- en volwassenenwerk;e) de uitbating van een reisbureau: de uitbating van een reisbureau dat of een reisorganisator die instaat voor het aanbieden en organiseren van reizen, waarbij onderdak, vervoer voor reizigers en toeristen worden voorzien, alsook het organiseren en regelen van reizen op maat van de klant;f) de activiteiten met betrekking tot personenvervoer: de verzorging van personenvervoer via autocars en autobussen voor excursies, reizen en schooluitstappen en via een taxi, met inbegrip van luchthavenvervoer, waarvoor een vergunning is verleend;g) event- of cultuuractiviteiten: de activiteiten van een onderneming waarvan de hoofdactiviteit in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 bestaat in het organiseren van events, feesten en voorstellingen of een onderneming die op contractuele basis de toelevering verzekert van goederen of diensten aan de voormelde ondernemingen, al dan niet onder de vorm van verhuur. Onder hoofdactiviteit wordt verstaan: de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50% van de omzet vertegenwoordigt; h) de uitbating van een event- of cultuurzaal: de uitbating van een theater-, concert- of eventzaal of een cultureel centrum waar event- of cultuuractiviteiten, vermeld in punt g), plaatsvinden;i) de uitbating van een nachtwinkel: de uitbating van een winkel waarvoor een vergunning is verkregen en waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter dan 150 m2 is, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen, die op duidelijke en permanente manier de vermelding `Nachtwinkel' draagt en die een verplicht sluitingsuur ten gevolge van de coronavirusmaatregelen heeft;j) sportactiviteiten: sportactiviteiten waarbij de aanwezigheid van publiek verboden of beperkt is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen;k) de uitbating van een bioscoop: de uitbating van een uitgaansgelegenheid waar films worden vertoond die bestaat uit één of meerdere zalen waar verschillende films gedraaid worden;l) de uitbating van een discotheek of dancing: de uitbating van een uitgaansgelegenheid die bestaat uit een of meerdere zalen waar hoofdzakelijk gedanst wordt op muziek;m) de uitbating van een binnenspeeltuin: de uitbating van een indoorplek waar kinderen kunnen spelen en die is voorzien van toestellen voor sport en spel;n) de uitbating van een recreatiepark: de uitbating van een pretpark, dierenpark of -tuin waarvan de binnenruimten niet toegankelijk zijn wegens de coronavirusmaatregelen;o) de uitbating van een recreatieve ruimte: de uitbating van een inrichting voor lasergames en paintballgames, een bowlingzaal, escaperooms, een snookerzaal, een dartszaal, een biljartzaal, een indoor trampolinepark of een subtropisch zwembad;p) de uitbating van een kansspelzaak: de uitbating van een casino, speelautomatenhall of wedkantoor;2° overeenstemmende NACE-code: de NACE-codes van de activiteiten vermeld in punt 1° : a) de uitbating van een feestzaal: 56210, 56290, 50300 en 50100;b) de uitbating van een vakantieverblijf: 55202 en 55203;c) de uitbating van een jeugdverblijf: 55201;d) sociaal-culturele activiteiten: 94991 en 94999;e) de uitbating van een reisbureau: 79110 en 79120;f) activiteiten met betrekking tot personenvervoer: 49310, 49320 en 49390;g) event- of cultuuractiviteiten: 56210, 74201, 74901, 77291, 77292, 77293, 77294, 77296, 77299, 77392, 77399, 79909, 82300, 90011, 90012, 90021, 90022, 90023, 90029, 90032, 90041 en 90042;h) de uitbating van een event- of cultuurzaal: 90041 en 90042;i) de uitbating van een nachtwinkel: 47112 en 47113;j) sportactiviteiten: 93110, 93121, 93122, 93123, 93124, 93125, 93126, 93127, 93128 93129, 93191 en 93199;k) de uitbating van een bioscoop: 59140;l) de uitbating van een discotheek of dancing: 56302;m) de uitbating van een binnenspeeltuin: 93212 en 93299;n) de uitbating van een recreatiepark: 93212, 93299 en 91041;o) de uitbating van een recreatieve ruimte: 93110, 93299 en 93291;p) de uitbating van een kansspelzaak: 92000. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen bepaalt of de werkelijke activiteit, vermeld in het tweede lid, 2°, f) en g), tot de in aanmerking komende activiteiten behoort, als er geen overeenstemmende NACE-code is voor de voormelde activiteiten.

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen bepaalt of de werkelijke activiteit tot de in aanmerking komende activiteiten behoort als de onderneming niet btw-plichtig is en geen personeel tewerkstelt die ingeschreven is bij de RSZ, waardoor zij noch een RSZ-, noch een btw-NACE-code in de Kruispuntbank van Ondernemingen heeft. Dat geldt ook voor de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/09/2021 pub. 12/10/2021 numac 2021022125 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 9/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 9/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/01/2022 pub. 14/02/2022 numac 2022030771 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021.

De minister, bevoegd voor de economie, kan de lijst van activiteiten, vermeld in het tweede lid, aanpassen als de exploitatiebeperkingen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen wijzigen.

Art. 5.De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor de subsidie: 1° ondernemingen die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden: a) ontbinding;b) stopzetting;c) faillissement;d) vereffening;2° holdings, management-, of patrimoniumvennootschappen;3° de ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;4° de ondernemingen die op 1 januari 2022 nog niet opgestart waren en niet beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest conform de Kruispuntbank van Ondernemingen;5° ondernemingen die vrijwillig gesloten zijn in de subsidieperiode, tenzij de onderneming gesloten is ten gevolge van de normale jaarlijkse sluiting of verplicht gesloten is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen;6° de ondernemingen in moeilijkheden, vermeld in lid 22, c, en cbis, van de tijdelijke kaderregeling COVID-19;7° de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België; 8° de ondernemingen die op het moment van de subsidieaanvraag een insolventieprocedure, vermeld in artikel I.22, 1°, van het Wetboek van economisch recht, hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ als vermeld in de VKBO; 9° de ondernemingen die niet beschikken over een geregistreerd kassasysteem conform artikel 21bis van het koninklijk besluit nr.1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003491 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen type koninklijk besluit prom. 30/12/2009 pub. 24/11/2015 numac 2015000677 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.

Art. 6.De steun verleend in het kader van dit besluit is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde en is niet vatbaar voor beslag.

De subsidie kan geweigerd, niet-uitbetaald of teruggevorderd worden als de onderneming niet voldoet aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest.

Art. 7.De onderneming dient een subsidieaanvraag in via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, VLAIO genoemd, en vermeldt daarbij haar ondernemingsnummer alsook de omzet, exclusief btw, zoals opgenomen in haar btw-aangifte van het eerste kwartaal 2022 en het eerste kwartaal 2019.

De indieningsperiode van de subsidieaanvraag wordt bepaald op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. De voormelde indieningsperiode kan niet starten in het eerste kwartaal. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de uiterste indieningsdatum verlengen op voorwaarde dat de onderneming een gemotiveerd verzoek indient bij het voormelde agentschap, waarbij wordt aangegeven dat de vertraging te verklaren is door al dan niet tijdelijke onvoorziene factoren buiten hun wil om, die het functioneren van de onderneming belemmeren of door de coronavirusmaatregelen.

De subsidieaanvraag wordt elektronisch afgehandeld.

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de subsidie toegekend wordt.

De onderneming ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de beslissing, vermeld in het vierde lid.

Als het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist dat de subsidie wordt toegekend, wordt ze uitbetaald onder de voorwaarde dat de onderneming de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten ervan heeft nageleefd, zich niet bevindt in één van de rechtstoestanden, vermeld in artikel 5, 1°, of in een insolventieprocedure, vermeld in artikel 5, 8°, en geen openstaande onbetwiste schuld heeft bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen naar aanleiding van een terugvordering van een toegekende corona hinderpremie, corona compensatiepremie, corona ondersteuningspremie of een Vlaams Beschermingsmechanisme. De voormelde terugvordering kan verminderd worden met het subsidiebedrag dat wordt toegekend naar aanleiding van een nieuwe subsidieaanvraag.

In het zesde lid wordt verstaan onder: 1° corona hinderpremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus;2° corona compensatiepremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart inzake het coronavirus;3° corona ondersteuningspremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ondanks de versoepelde coronavirusmaatregelen, tot wijziging van de artikelen 1, 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, en tot wijziging van de artikelen 1, 6, 9 en 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus;4° Vlaams Beschermingsmechanisme: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 7 augustus 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen vanaf 29 juli 2020, tot wijziging van artikel 10 en 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 inzake de corona ondersteuningspremie en tot wijziging van artikel 1 van en tot toevoeging van een bijlage aan het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2020 inzake de corona handelshuurlening, het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 1, 3 en 4 van en toevoeging van een bijlage aan het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2021 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de aanhoudende coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020, het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2021 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de aanhoudende coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020, tot invoeging van artikel 9/1 in het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie en tot wijziging van artikel 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 over de corona compensatiepremie, van artikel 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 over de corona ondersteuningspremie, van artikel 7 en 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 augustus 2020 over het Vlaamse Beschermingsmechanisme, van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020 over het Vlaamse Beschermingsmechanisme, van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 over het Vlaamse Beschermingsmechanisme en van artikel 7 en 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2021 over het Vlaamse Beschermingsmechanisme, het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2021 betreffende het Vlaamse Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de aanhoudende coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020, het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/09/2021 pub. 12/10/2021 numac 2021022125 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 9/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 9/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/01/2022 pub. 14/02/2022 numac 2022030771 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021. De subsidie wordt alleen uitbetaald op een Belgisch rekeningnummer op naam van de begunstigde onderneming. De begunstigde onderneming blijft steeds verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden waarbij de subsidie werd toegekend en voor de verantwoording van de aanwending ervan.

Art. 8.§ 1. De onderneming kan een voorschot aanvragen van de subsidie als aan al van de volgende voorwaarden voldaan is: 1° de onderneming heeft een goedgekeurde steunaanvraag conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/01/2022 pub. 14/02/2022 numac 2022030771 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021;2° de onderneming heeft een omzetdaling van minstens 60% in de eerste maand van het eerste kwartaal. De omzetdaling, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt berekend conform artikel 1, 8°.

Het voorschot bedraagt 10% van een derde van de omzet, exclusief btw, in de referentieperiode, vermeld in artikel 1, 7°, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes.

Het maximale voorschot bedraagt een derde van de maximale subsidiebedragen, vermeld in artikel 3, § 1, derde lid.

De indiening van de voorschotaanvraag door de onderneming, de afhandeling van de voorschotaanvraag en de uitbetaling van het voorschot door het Agentschap Innoveren en Ondernemen gebeurt conform de bepalingen, vermeld op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

De uitbetaling van de subsidie, vermeld in artikel 7, achtste lid, wordt verminderd met het uitbetaalde voorschot. Als het saldo na de vermindering negatief is, moet de onderneming het teveel uitbetaalde bedrag terugbetalen. § 2. De onderneming, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid, die verplicht gesloten is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen in één of meer maanden in het eerste kwartaal kan een subsidie ontvangen per maand indien de onderneming een goedgekeurde steunaanvraag heeft conform het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/01/2022 pub. 14/02/2022 numac 2022030771 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021 sluiten betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021.

De indiening van de aanvraag door de onderneming, de afhandeling van de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie door het Agentschap Innoveren en Ondernemen gebeurt conform de bepalingen, vermeld op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

De onderneming moet hiervoor éénmalig een aanvraag indienen voor de eerste maand in het eerste kwartaal. Als de onderneming verplicht gesloten blijft in de tweede en derde maand van het eerste kwartaal wordt de subsidie automatisch berekend per maand en uitbetaald.

De subsidie per maand bedraagt 10% van een derde van de omzet, exclusief btw, in de referentieperiode, vermeld in artikel 1, 7°, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes. Dat bedrag wordt geproratiseerd op basis van het aantal verplicht gesloten kalenderdagen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen in die maand ten opzichte van het aantal kalenderdagen van die maand.

Het maximale subsidiebedrag bedraagt een derde van de maximale subsidiebedragen, vermeld in artikel 3, § 2, derde lid.

De uitbetaling van de subsidie, vermeld in artikel 7, achtste lid, wordt verminderd met de reeds uitbetaalde subsidie per maand. Als het saldo na de vermindering negatief is, moet de onderneming dat terug betalen.

Art. 9.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de waarachtigheid van onder meer de door de onderneming gerapporteerde omzetdaling controleren op basis van de administratieve gegevens en van de boekhouding van de onderneming, en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie. Die informatie kan ook opgevraagd worden bij de federale of Vlaamse gegevensbronnen.

In toepassing van artikel 40 van het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten wordt de subsidie teruggevorderd binnen zes jaar na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag in geval van niet-naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten.

Ondernemingen moeten de subsidies die ten onrechte ontvangen werden, verhoogd met een administratiekost van 100 euro, terugbetalen aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

Als uit een controle blijkt dat de onderneming een subsidieaanvraag heeft ingediend op basis van onjuiste verklaringen of foutieve informatie en die niet spontaan heeft gecorrigeerd, komt die onderneming gedurende een periode van vijf jaar, vanaf het moment van de kennisgeving van de voormelde vaststelling, niet in aanmerking voor steun als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, artikel 4, eerste en vijfde lid, van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest, en artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan bijkomende preciseringen bepalen.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 maart 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

Bijlage 1. De periode met exploitatiebeperkingen per activiteit, vermeld in artikel 1, 4°.

Activiteiten

Subsidieperiode

de uitbating van een feestzaal

01/01/2022 - 28/02/2022

de uitbating van een vakantieverblijf

01/01/2022 - 28/02/2022

de uitbating van een jeugdverblijf

01/01/2022 - 28/02/2022

sociaal-culturele activiteiten

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een reisbureau

01/01/2022 - 28/02/2022

de activiteiten met betrekking tot personenvervoer via autocars en autobussen

01/01/2022 - 28/02/2022

de activiteiten met betrekking tot personenvervoer via een taxi

01/01/2022 - 17/02/2022

event- of cultuuractiviteiten

01/01/2022 - 06/03/2022

de uitbating van een event- of cultuurzaal

01/01/2022 - 06/03/2022

de uitbating van een nachtwinkel

01/01/2022 - 17/02/2022

sportactiviteiten

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een bioscoop

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een discotheek of dancing

01/01/2022 - 06/03/2022

de uitbating van een binnenspeeltuin

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een recreatiepark

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een recreatieve ruimte

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een kansspelzaak

01/01/2022 - 17/02/2022


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2022 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de aanhoudende coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021.

Brussel, 11 maart 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

Bijlage 2. De periode van verplichte sluiting per activiteit, vermeld in artikel 1, 5°.

Activiteiten

sluitingsperiode

de uitbating van een discotheek of dancing

01/01/2022 - 17/02/2022

de uitbating van een binnenspeeltuin

01/01/2022 - 27/01/2022

de uitbating van een recreatieve ruimte

01/01/2022 - 27/01/2022

de uitbating van een kansspelzaak

01/01/2022 - 27/01/2022


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2022 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de aanhoudende coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2021.

Brussel, 11 maart 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

^