11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Centrale Accounting"

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 22 april 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het aangewezen is, voor een efficiënte vervulling van sommige taken van beleidsuitvoering inzake begroting, boekhouding en beleidsinformatie, binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Financiën en Begroting wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Centrale Accounting.

Het agentschap Centrale Accounting wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid inzake opvolging, rapportering en certificering van de begrotings- en boekhoudverrichtingen en het beschikbaar stellen van beleidsinformatie op macroniveau.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Financiën en Begroting.

Art. 2.Het agentschap heeft als missie de betrouwbaarheid, correctheid, volledigheid en tijdigheid van de gegevens inzake begrotingsuitvoering en boekhouding te garanderen, en op basis van deze financiële zowel als van niet-financiële gegevens relevante beleidsinformatie op macroniveau beschikbaar te stellen.

Art. 3.Het agentschap Centrale Accounting heeft tot taak : 1° het uitvoeren van een a posteriori en steekproefsgewijze financiële controle en van een toezicht op de goede werking van de interne controleprocedures met betrekking tot de begrotings- en boekhoudverrichtingen van de ministeries, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid en de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met het oog op het certificeren van de volledigheid, de correctheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen van rekenplichtigen en van de algemene jaarrekening;2° het coördineren, aggregeren en consolideren van de geïntegreerde begrotings- en economische boekhouding van de ministeries, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid en de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip van de hiervoor vereiste reconciliaties;3° het aansturen van een analytische boekhouding;4° het aansturen en monitoren van en rapporteren over managementaccounting op macroniveau met voorbereiding, verzameling, meting, analyse, interpretatie en communicatie van informatie nodig voor het management, voor plannings- en controle activiteiten.5° het verlenen van functionele en technische ondersteuning aan de ministeries, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid en de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid met betrekking tot de boekhouding en het boekhoudsysteem;6° het implementeren van de, door de regelgevende instanties uitgevaardigde richtlijnen inzake begroting en boekhouding, met uitvaardiging van de technisch-operationele instructies in dat verband;7° het verlenen van beleidsgerichte input, inzake de, onder 1° tot en met 6° vermelde instanties.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1°, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 regelt de in artikel 7 bedoelde beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersonen Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest. HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 6.Het agentschap Centrale Accounting ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, hierna genoemd "de minister".

Art. 7.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Art. 8.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Controle, opvolging en toezicht

Art. 9.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot de informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.

Art. 10.Voor het toezicht op de interne controleprocedures van het Agentschap Centrale Accounting inzake de begrotings- en boekhoudverrichtingen en voor de controle op deze verrichtingen stelt de Minister een instantie aan, niet verbonden met het Agentschap Centrale Accounting, die geaccrediteerd is om financiële controles uit te oefenen, of daartoe door de Minister specifiek wordt geaccrediteerd.

Art. 11.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen

Art. 12.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 13.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN