gepubliceerd op 23 april 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs
11 JANUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII - mozaïek, inzonderheid op artikel IX.2, § 2;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs, inzonderheid op de bijlagen III, V, VI en VIII, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 13 mei 1992 en 31 januari 1996, en de bijlage X bij het besluit, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 juli 1992, 3 februari 1993, 7 juli 1993, 18 mei 1994, 14 december 1994 en 31 januari 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 5 juli 2001;
Gelet op het protocol nr. 410 van 9 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 183 van 9 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs, wordt de rubriek « Buitengewoon secundair onderwijs van de opleidingsvormen 1, 2 en 3, algemene en sociale vorming », vervangen door bijlage I bij dit besluit.
Art. 2.In bijlage III bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt de rubriek « Buitengewoon secundair onderwijs van de opleidingsvormen 1, 2 en 3, niet-confessionele zedenleer », vervangen door bijlage II bij dit besluit.
Art. 3.In bijlage III bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt de rubriek « Buitengewoon secundair onderwijs van de opleidingsvormen 1, 2 en 3, algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding », vervangen door bijlage III bij dit besluit.
Art. 4.In bijlage III bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt de rubriek « Buitengewoon secundair onderwijs beroepsgerichte vorming van opleidingsvorm 2 », vervangen door bijlage IV bij dit besluit.
Art. 5.In bijlage V bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt de rubriek « Buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs : kinderverzorger », vervangen door bijlage V bij dit besluit.
Art. 6.In bijlage VI bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt de rubriek « Internaten, medisch-pedagogische instituten en opvangcentra : kinderverzorger », vervangen door bijlage VI bij dit besluit.
Art. 7.In bijlage VIII bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, worden de rubrieken « Semi-internaat : hoofdopvoeder » en « Semi-internaat : opvoeder », vervangen door bijlage VII bij dit besluit.
Art. 8.§ 1. In artikel, § 1, 9°, en in bijlage I tot en met IX van het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt in de kolom « code dd » bedoeld met : 1 : vanaf 1 september 1990; 2 : vanaf 1 september 1990, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 1991 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling; 3 : vanaf 1 september 1990, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling; 4 : vanaf 1 september 1990 tot en met 31 december 1993; 5 : vanaf 1 januari 1994; 6 : vanaf 1 september 1996; 7 : vanaf 1 september 1997; 8 : vanaf 1 september 1996, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling; 9 : vanaf 1 september 1999. § 2. De bepalingen in bijlage I tot en met IX van het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 hebben uitwerking op de datum, vermeld in de kolom « code dd ».
Art. 9.Bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 juli 1992, 3 februari 1993, 7 juli 1993, 18 mei 1994, 14 december 1994 en 31 januari 1996, wordt met ingang van 1 september 1999 vervangen door bijlage VIII bij dit besluit.
Art. 10.Bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt met ingang van 1 september 2000 vervangen door bijlage IX bij dit besluit.
Art. 11.Bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt met ingang van 1 juli 2001 vervangen door bijlage X bij dit besluit.
Art. 12.Bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, wordt met ingang van 1 september 2001 vervangen door bijlage XI bij dit besluit.
Art. 13.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 worden de weddenschalen 141, 148, 319 en 337, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301;2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301;3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301.
Art. 14.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 worden de weddenschalen 100, 125 en 158, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345;2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345;3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345.
Art. 15.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 worden de weddenschalen 122 en 200, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de bedragen van weddenschaal 345;2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de bedragen van weddenschaal 345;3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de bedragen van weddenschaal 345.
Art. 16.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 wordt de weddenschaal 165, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 301;2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 301;3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 301.
Art. 17.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 wordt de weddenschaal 179, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301, vermeerderd met een bedrag van 198.169 frank; 2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301, vermeerderd met een bedrag van 198.169 frank; 3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 301, vermeerderd met een bedrag van 198.169 frank.
Art. 18.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 wordt de weddenschaal 329, vermeld in bijlage X bij het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990, als volgt verhoogd : 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 345;2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 345;3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 141, en de bedragen van weddenschaal 345.
Art. 19.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van 1 september 1999 de wedde van het personeelslid dat zich in een van de hierna vermelde toestanden bevindt, vastgesteld rekening houdend met volgende elementen : 1° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs uitoefent als bijbetrekking in de zin van artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt de vastgestelde weddenschaal verminderd met 44 550 frank;2° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs uitoefent als niet-uitsluitend ambt in de zin van het voormeld artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 en tevens in het onderwijs een hoofdambt uitoefent in de zin van hetzelfde artikel 5 of van artikel 2 van het koninklijk besluit nr.63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan, wordt de volgende formule toegepast : (jw' x OB hoofdambt + jw' x OB niet-uitsluitend ambt) + 43.676; 3° voor een personeelslid dat in het onderwijs twee of meer hoofdambten met onvolledige prestaties uitoefent in de zin van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 houdende harmonisering van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan of in de zin van titel III van voormeld koninklijk besluit van 15 april 1958, waarvan de gezamelijke opdracht de eenheid overtreft, en van wie de wedde wordt vastgesteld op grond van artikel 42, § 2, van hetzelfde besluit, wordt de volgende formule toegepast : (jw' x OB1 + jw' x OB2 +... + jw' x OBx) + 43.676; 4° voor een personeelslid dat in het onderwijs fungeert in een niet-vacante betrekking en bezoldigd wordt op grond van artikel 31, § 3, van het voormelde koninklijk besluit van 15 april 1958, wordt de volgende formule toegepast : [|M&jw' x (dp/30)|M* + |M&43.676 x (dp'/30)|M*]. § 2. Voor de toepassing van de formules, genoemd in § 1, dient te worden verstaan onder : 1° jw : de jaarwedde à 100 %;2° jw' : jw - 43 676 frank;3° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een ambt met volledige prestaties zou zijn;4° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft;5° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft.
Art. 20.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van 1 september 1999 voor het bepalen van de uitgestelde bezoldiging, bedoeld in artikel 7, § 1, 3°, van het voormelde koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. 161 van 30 december 1982 en nr. 269 van 31 december 1983 en bij het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1998 de volgende formule toegepast : [(jw' xmdp/300 + 43.676 x dp'/360) x OB] - (jw x dp/360) x OB. § 2. Het getal 43.676, genoemd in § 1, wordt vanaf 1 september 2000 vastgesteld op 29.118. § 3. Het getal 29.118, genoemd in § 2, wordt vanaf 1 september 2001 vastgesteld op 14.562. § 4. Voor de toepassing van de formule, genoemd in § 1, dient te worden verstaan onder : 1° jw : de jaarwedde à 100 %;2° jw' : met ingang van 1 september 1999 : jw - 43 676 frank;3° jw' : met ingang van 1 september 2000 : jw - 29 118 frank;4° jw' : met ingang van 1 september 2001 : jw - 14 562 frank;5° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een ambt met volledige prestaties zou zijn;6° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft;7° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft.
Art. 21.§ 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1999. § 2. Artikel 20 van dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 augustus 2002.
Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN
Bijlage I Buitengewoon secundair onderwijs van de opleidingsvormen 1, 2 en 3, algemene en sociale vorming Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN