Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 november 2006
gepubliceerd op 29 december 2006

Besluit van de Vlaamse Regering houdende het Huishoudelijk Reglement van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen »

bron
vlaamse overheid
numac
2006037000
pub.
29/12/2006
prom.
10/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/10/2006037000/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende het Huishoudelijk Reglement van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen »


De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen », inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het advies van de praktijkcommissie van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, gegeven op 25 september 2006;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, gegeven op 9 oktober 2006;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 22 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen » oefenen de raad van bestuur en de praktijkcommissie van voormeld agentschap hun bevoegdheden uit op basis van het Huishoudelijk Reglement, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Beroepsomscholing en de beroepsbijscholing, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 november 2006 De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET VLAAMS AGENTSCHAP VOOR ONDERNEMERSVORMING - SYNTRA VLAANDEREN. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° het decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen »;3° het Agentschap : het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, opgericht bij artikel 3, § 1, van het decreet;4° de raad van bestuur : de raad van bestuur van het Agentschap, zoals bepaald in artikel 7 van het decreet;5° de praktijkcommissie : de praktijkcommissie van het Agentschap, zoals bepaald in artikel 13 van het decreet;6° de voorzitter : de voorzitter hetzij van de raad van bestuur, hetzij van de praktijkcommissie, hetzij van een commissie;7° de ondervoorzitter : de ondervoorzitter van de raad van bestuur, zoals bepaald in artikel 14, § 3, van dit huishoudelijk reglement;8° lid van de raad van bestuur : een vertegenwoordiger van de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand en de landbouw die in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen zitting hebben, de representatieve organisaties van de werknemers die in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen zitting hebben of de Vlaamse Regering, die deel uitmaakt van de raad van bestuur zoals bepaald in artikel 7, § 1, van het decreet;9° lid van de praktijkcommissie : een vertegenwoordiger van de representatieve middenstands-, zelfstandigen- en werkgeversorganisaties of de representatieve werknemersorganisaties, die deel uitmaakt van de praktijkcommissie, zoals bepaald in artikel 13, § 1, van het decreet;10° de gedelegeerd bestuurder : de gedelegeerd bestuurder bedoeld in artikel 20 van het decreet;11° de centra : de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, zoals bepaald in artikel 36 van het decreet;12° het raamstatuut : het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden raad van bestuur en praktijkcommissie

Art. 2.Overeenkomstig artikel 12, § 1, van het decreet beschikt de raad van bestuur over de volheid van de bestuursbevoegdheid en beslist hij in alle aangelegenheden waarvoor het Agentschap bevoegd is krachtens het decreet, onverminderd de bevoegdheden van de praktijkcommissie.

Art. 3.Krachtens artikel 12, § 2, van het decreet behoren in elk geval tot de voorbehouden bevoegdheden van de raad van bestuur, waarvoor geen delegatie mogelijk is : 1° het sluiten, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder, van de beheersovereenkomst met de Vlaamse Regering;2° het opstellen van het ontwerp van begroting en van de rekeningen;3° het vaststellen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder, van het jaarlijks ondernemingsplan, evenals een operationeel plan op middellange en lange termijn als bedoeld in artikel 15, § 1, 4°, van het kaderdecreet;4° het beslissen overeenkomstig de voorwaarden van artikel 12 van het kaderdecreet over de deelname van het Agentschap aan de oprichting van of de deelname in, alsmede omtrent het bestuur of de leiding en de financiering van andere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen;5° de goedkeuring van de rapportering aan de Vlaamse Regering over de uitvoering van de beheersovereenkomst;6° het rapporteren over de uitvoering van de begroting;7° het sluiten van het organisatieplan met de centra, als bedoeld in artikel 38, § 2, laatste lid, van het decreet.

Art. 4.§ 1. Naast de in artikel 3 vermelde bevoegdheden, heeft de raad van bestuur in het bijzonder de volgende bij besluit van de Vlaamse Regering vastgelegde bevoegdheden : 1° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd : a) de erkenning en opheffing van de opleidingen en het bijhorend basisprogramma;b) de vastlegging van de voorwaarden en vereisten voor indiening van het organisatieplan van de theoretische vorming, alsook de goedkeuring ervan;c) het bepalen van de opleidingen in een zelfstandig beroep waarvoor de niet-leerplichtigen zonder leerovereenkomst worden toegelaten;d) de vaststelling van de richtlijnen voor de toekenning van vrijstelling van lesvolging van de maatschappijgerichte vorming;e) de vastlegging van het examenreglement;f) de vastlegging van het model van de attesten;g) het toezicht op de regelmatigheid van de examens;2° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding : a) de erkenning van de opleidingen en het bijhorend basisprogramma;b) de vastlegging van de voorwaarden en vereisten voor indiening van het organisatieplan van de theoretische vorming, alsook de goedkeuring ervan;c) de bepaling van het aantal cursisten dat vereist is voor de erkenning van de cursussen theoretische vorming via afstandsonderwijs;d) de bepaling per module van het aantal cursisten waarvoor aanvullende cursussen kunnen georganiseerd worden;e) vastlegging van de wijze van toezicht op de inschrijving van cursisten met inbegrip van de samenstelling van het dossier, de vastlegging van de voorwaarden voor het aantekenen van bezwaar en de beslissing binnen de twee maanden na ontvangst van het bezwaar;f) de vastlegging van de regels inzake vrijstelling van cursusvolging en de regelmatige aanwezigheid van cursisten;g) de regeling van de stage ingeval ze deel uitmaakt van de curricula van de opleiding in een zelfstandig beroep, en het bepalen van de opleidingen en eventuele bijkomende toelatingsvereisten die het voorwerp kunnen uitmaken van een beperkte stageovereenkomst;h) de bepaling van de onkosten waarvoor het ondernemingshoofd-opleider een vergoeding moet betalen in het kader van de beperkte stageovereenkomst;i) de vastlegging van de richtlijnen inzake begeleiding en evaluatie van de cursist stagiair en de cursisten en de bundeling van de bepalingen en richtlijnen inzake (permanente) begeleiding en evaluatie in een examenreglement;j) toestaan van afwijkingen inzake organisatie van overgangs- en eindexamens voor de modulaire cursussen;k) vastleggen van de richtlijnen voor indienen van de lijst van ingeschrevenen voor de examens en toestaan van afwijkingen op de termijn van twee maanden voor het indienen van de lijst van inschrijvingen voor de modulaire cursussen;l) vastleggen van de richtlijnen en de procedure voor het opstellen van een evaluatieplan voor de overgangsexamens, samen met de richtlijnen inzake mededeling van de uitslagen van de examens aan de deelnemers en het agentschap;m) toestaan van afwijkingen (in meer) inzake het aantal leden van de examencommissie voor het praktijkgedeelte van de eindexamens;n) toestaan van afwijkingen voor de modulaire programma's voor de termijnen inzake indiening van het werkplan voor de eindexamens;o) vastlegging van het model en de samenstelling van werkplan en examenprogramma;p) het toezicht op het regelmatig verloop van de examens, bepaling van de richtlijnen inzake de organisatie van overgangs- en eindexamens bij gehele of gedeeltelijke nietigverklaring;q) bepaling van het model van einddiploma en deelgetuigschriften;3° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 betreffende de voortgezette vorming : a) het algemeen toezicht op de voortgezette vorming;b) de erkenning van de professionele en interprofessionele organisaties die als organisator van vervolmaking kunnen optreden;c) de vastlegging van de voorwaarden en de procedure voor de aanvraag voor de organisatie van vervolmaking, bijscholing en taalcursussen;d) de goedkeuring van de organisatieplannen vervolmaking en bijscholing;4° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen : a) de advisering namens het agentschap van de minister en/of de Vlaamse Regering inzake de erkenning van een centrum, de schorsing, opheffing of intrekking ervan;b) bindend advies inzake alle betwistingen inzake toegankelijkheid van een professionele of een gewestelijke interprofessionele middenstands- en zelfstandigenorganisatie tot een centrum;c) erkenning van de directeur-afgevaardigd bestuurder;d) beroep en besluitvorming inzake evaluatie en advies inzake aanstelling en erkenning van de directeur-afgevaardigd bestuurder van een centrum, met inbegrip van de besluitvorming en evaluatie bij negatief besluit van centrum;e) de goedkeuring van het organisatie- en investeringsplan;f) advies inzake de bepaling en herziening van de coëfficiënten of factoren en de percentages investeringssubsidie;g) evaluatie en selectie van projectvoorstellen;h) de beslissing tot toekenning van werkings- en investeringssubsidies aan een centrum;i) de vastlegging van de enveloppes en de bonus;j) advies inzake de vereisten van integrale kwaliteitszorg, elektronische informatie uitwisseling en conformiteit met de door het agentschap goedgekeurde beleidsdoelen;k) advies inzake de voorwaarden van uitbetaling van de subsidies;l) beslissing inzake de toekenning van de bonus aan de centra en advies inzake bedrag en percentages van de bonus;m) de visitatie van de centra;5° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende de subsidiëring van een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen het vastleggen van de omvang en de voorwaarden van uitbetaling;6° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 houdende de voorwaarden van subsidiëring van een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen : a) de mogelijke precisering van de vereisten van integrale kwaliteitszorg;b) de goedkeuring of de verwerping van het organisatieplan;c) het beroep bij niet-erkenning van een cursus die niet voorzien is in het organisatieplan;d) de beslissing inzake opschorting van uitbetaling van de subsidies bij laattijdige of niet-indiening van het organisatieplan; e) het advies inzake toekenning door en betwistingen tussen het dagelijks bestuur van Syntra Vlaanderen en de centra over de investeringsdossiers van de centra boven de 25.000 EUR; f) de beslissing inzake opschorting van uitbetaling van de schijven investeringssubsidie;7° overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 houdende de bonus van de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen de beslissing inzake de proportionele vermindering van het vaste bedrag en het percentage van de gemiddelde werkingssubsidie bij ontoereikende kredieten vastgesteld op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 5.Onverminderd het bepaalde in artikel 3 en 4 is de raad van bestuur bevoegd voor alle adviezen aan de voogdijminister(s) en de Vlaamse Regering.

Art. 6.§ 1. Binnen de voorwaarden en conform de modaliteiten vastgesteld door de Vlaamse Regering heeft de praktijkcommissie de volgende bevoegdheden : 1° de erkenning van leer- en stageovereenkomsten en leerverbintenissen en het intrekken of opheffen van deze erkenning;2° de uitoefening van de controle op de partijen omtrent de toepassing van de leer- en stageovereenkomsten en omtrent het verloop van de leertijd en praktijkstage in de ondernemingen;3° de erkenning van de leertrajectbegeleider;4° het sluiten van de overeenkomsten met de leertrajectbegeleider;5° de uitoefening van het toezicht over de leertrajectbegeleider;6° de uitoefening van volgende sancties : a) de schorsing, intrekking en opheffing van de erkenning van een leertrajectbegeleider;b) de opheffing en intrekking van de erkenning van een leer- of stageovereenkomst van een ondernemingshoofd-opleider en/of een leerling;c) de uitsluiting van een ondernemingshoofd-opleider en/of een leerling. § 2. De praktijkcommissie kan onder haar verantwoordelijkheid een of meerdere specifieke bevoegdheden, zoals bepaald onder § 1, delegeren aan de gedelegeerd bestuurder. § 3. Ten behoeve van de raad van bestuur adviseert de praktijkcommissie inzake alle aangelegenheden die betrekking hebben op de leertijd, inzonderheid de leerprogramma's van de basisopleiding en de regels inzake de opleiding van de leerlingen, en de stageovereenkomst. Het advies van de praktijkcommissie is hier verplicht.

De praktijkcommissie verleent haar advies binnen een maand, tenzij de raad van bestuur het anders vraagt en hiertoe de redenen opgeeft.

Art. 7.§ 1. De agenda's van de praktijkcommissie resp. de raad van bestuur worden bij wijze van mededeling bezorgd aan de leden van de raad van bestuur, resp. de praktijkcommissie. § 2. In het geval van bevoegdheidsconflict tussen de raad van bestuur en de praktijkcommissie wordt een overlegcomité opgericht. Dit overlegcomité is samengesteld uit de voorzitter van de raad van bestuur en de praktijkcommissie, twee stemgerechtigde leden van de raad van bestuur, twee stemgerechtigde leden van de praktijkcommissie waarvan een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties en een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties.

De gedelegeerd bestuurder woont eveneens de vergaderingen van het overlegcomité bij. De secretaris van de raad van bestuur stelt de notulen van de vergadering op.

Het overlegcomité kan een verzoeningsvoorstel uitwerken, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur en de praktijkcommissie. HOOFDSTUK III. - Het dagelijks bestuur

Art. 8.§ 1. Binnen de perken van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, alsmede van dit huishoudelijk reglement, is de gedelegeerd bestuurder belast met het dagelijks bestuur van het Agentschap. § 2. Het dagelijks bestuur omvat alle administratieve, gerechtelijke en financiële handelingen die nodig zijn om, in overeenstemming met de richtlijnen van de raad van bestuur en van de praktijkcommissie wat haar bevoegdheden betreft, de opdrachten van het Agentschap en de beslissingen van de raad van bestuur en de praktijkcommissie uit te voeren en de performante werking van het Agentschap te waarborgen.

Inzonderheid volgende handelingen worden beschouwd als behorend tot het dagelijks bestuur : 1° de coördinatie van de werkzaamheden van de afdelingen/diensten van het Agentschap en de zorg voor de eenheid van bestuur ervan;2° de voorbereiding van de beslissingen van de raad van bestuur en de praktijkcommissie, waarbij alle inlichtingen worden verstrekt en alle voorstellen die voor de werking van het Agentschap nuttig of nodig zijn, op de agenda worden gebracht;3° het uitvoeren van de beslissingen en richtlijnen van de raad van bestuur en de praktijkcommissie;4° de gezagsuitoefening over al het personeel en de zorg voor tucht, inwendige orde en interne organisatie van de afdelingen/diensten van het Agentschap. § 3. Overeenkomstig artikel 21, § 1, tweede lid, van het decreet omvat het dagelijks bestuur binnen de perken van het decreet, zijn uitvoeringsbesluiten en het huishoudelijk reglement ook de bijzondere bevoegdheden van het Agentschap, bedoeld in artikel 6, § 2, tweede lid, 4°, 5°, 7°, 8° en 10°.

Het betreft volgende bijzondere bevoegdheden : 1° onverminderd de bepalingen inzake retributie of lasten van algemene aard opgenomen in andere decreten en onder de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de Vlaamse Regering, het aanrekenen van een bijzonder kostendekkende vergoeding voor bijzondere of bijkomende administratieve handelingen of controles van de centra;2° het toekennen van subsidies aan de centra;3° het instellen van onderzoeken, controles en enquêtes alsmede het inwinnen van alle inlichtingen inzake het algemeen en pedagogisch-didactisch toezicht op de vormingsactiviteiten en inzake het uitoefenen van het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet en de krachtens het decreet genomen uitvoeringsbesluiten;4° het instellen van sancties bij het vaststellen van inbreuken op sub 3° vermelde regels;5° het certificeren van diploma's en getuigschriften overeenkomstig de regels vastgelegd door de Vlaamse Regering. § 4. Naast de in § 1, § 2, en § 3 vermelde bevoegdheden, met uitzondering van de bevoegdheden vermeld in artikel 3, 4, 5 en 6, en rekening houdend met de bepalingen onder artikel 8, § 5 en artikel 70 tot en met 77 van dit huishoudelijk reglement, voert het dagelijks bestuur de besluiten uit betreffende de leertijd, de ondernemersopleiding, de voortgezette vorming en de erkenning en subsidiëring van de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen. § 5. Zoals bepaald in artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet en overeenkomstig de regelen bepaald in de artikelen 70 tot en met 77 van dit huishoudelijk reglement betrekt de gedelegeerd bestuurder de centra bij het dagelijks beheer van de gezamenlijke netwerking van de centra en het Agentschap.

Art. 9.§ 1. De gedelegeerd bestuurder ontvangt alle briefwisseling die gericht is aan het Agentschap en ondertekent onverminderd de bepalingen van de artikels 19 en 42 van dit Huishoudelijk Reglement de briefwisseling, die uitgaat van het Agentschap. § 2. De gedelegeerd bestuurder is bevoegd post- en bankrekeningen te openen op naam van het Agentschap en binnen de begroting alle financiële verrichtingen uit te voeren met het oog op de werking van het Agentschap. § 3. De gedelegeerd bestuurder vertegenwoordigt het Agentschap, inzonderheid in gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treedt rechtsgeldig op in naam en voor rekening van het Agentschap.

Art. 10.De gedelegeerd bestuurder neemt ter vrijwaring van het dagelijks bestuur van het Agentschap alle dringende maatregelen. Deze maatregelen moeten op de eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur ter bekrachtiging voorgelegd worden.

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van het Raamstatuut oefent de gedelegeerd bestuurder de bevoegdheden inzake de personeelsaangelegenheden uit. Hij rapporteert jaarlijks aan de raad van bestuur. § 2. Alle collectieve en individuele kennisgevingen van statutaire aard aan de personeelsleden worden verricht door de gedelegeerd bestuurder.

Art. 12.Onverminderd de bepalingen van het Raamstatuut kan de gedelegeerd bestuurder onder zijn verantwoordelijkheid één of meerdere specifieke bevoegdheden delegeren aan één of meerdere personeelsleden van het Agentschap.

De delegaties worden medegedeeld aan de raad van bestuur en de praktijkcommissie wat haar bevoegdheden betreft.

Art. 13.De gedelegeerd bestuurder brengt geregeld en op verzoek van de raad van bestuur verslag uit over het dagelijks bestuur. HOOFDSTUK IV. - Werking raad van bestuur Art. 14.§ 1 De raad van bestuur is samengesteld uit de voorzitter, de gedelegeerd bestuurder en de leden zoals bepaald in artikel 7, § 1, 2° tot en met 4°, van het decreet. Allen zijn zij stemgerechtigd.

De directeur-afgevaardigd bestuurders van de centra duiden een vertegenwoordiger aan die, zoals bepaald in artikel 8 van het decreet, de vergaderingen van de raad bijwoont met raadgevende stem. De directeur-afgevaardigd bestuurders duiden eveneens een plaatsvervanger aan die de vertegenwoordiger vervangt wanneer deze verhinderd is. § 2. De gedelegeerd bestuurder duidt drie leden van de directieraad van het agentschap aan die, na goedkeuring door de raad van bestuur, met raadgevende stem de vergaderingen van de raad bijwonen. § 3. De raad van bestuur duidt een ondervoorzitter aan, gekozen uit de leden van de raad van bestuur.

Art. 15.De raad van bestuur wordt bijeengeroepen op voorzoek van : 1° de voorzitter en/of de ondervoorzitter;2° de gedelegeerd bestuurder;3° de Vlaamse Regering of haar afgevaardigde(n);4° drie leden van de raad van bestuur. De verzoeken om bijeenroeping afkomstig van de Vlaamse Regering, haar afgevaardigde(n) of van de personen bedoeld in het vorig lid, 4° moeten schriftelijk, per post of elektronisch, tot de voorzitter gericht worden op het adres van het Agentschap of tijdens een vergadering van de raad van bestuur ingediend worden.

Indien het verzoek om bijeenroeping schriftelijk tot de voorzitter wordt gericht, moet de voorzitter een afschrift overmaken aan de ondervoorzitter en de gedelegeerd bestuurder.

De verzoeken om bijeenroeping geven de punten aan waarvan de inschrijving op de agenda gevraagd wordt.

Art. 16.De raad van bestuur bepaalt de dagen waarop de vergaderingen zullen plaatsvinden en het uur ervan.

De voorzitter en de ondervoorzitter bepalen in overleg met de gedelegeerd bestuurder de datum en het uur van de vergaderingen die op andere dagen gehouden worden, na consultatie van de leden van de raad van bestuur.

De gedelegeerd bestuurder is bevoegd voor het bijeenroepen van de raad van bestuur.

Indien de bijeenroeping van de raad van bestuur gevraagd wordt in toepassing van artikel 15, tweede lid, moet de vergadering gehouden worden binnen de tien werkdagen na de indiening van het verzoek, tenzij de aanvrager(s) akkoord gaat (gaan) met een latere datum.

Art. 17.De agenda van de vergaderingen van de raad van bestuur wordt in overleg opgemaakt door de voorzitter, de ondervoorzitter en de gedelegeerd bestuurder.

De aanvraag om een punt op de agenda te plaatsen moet schriftelijk gericht worden tot de voorzitter. De voorzitter zet het punt op de agenda van de eerstvolgende vergadering. De raad van bestuur bepaalt wanneer het punt besproken zal worden.

Het punt moet op de eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur behandeld worden indien tijdens een vergadering een lid of de regeringsafgevaardigde hierom verzoekt.

Art. 18.De raad van bestuur vergadert in de lokalen van het gebouw waarin het Agentschap gevestigd is, tenzij hij beslist op een andere plaats te vergaderen.

Art. 19.De uitnodigingen voor de vergaderingen worden namens de voorzitter door de gedelegeerd bestuurder ondertekend. Alle leden en de leden met raadgevende stem, bedoeld in artikel 14, § 1, tweede lid, en artikel 14, § 2, moeten beschikken over de agenda en de werkteksten ten minste vijf werkdagen voor de vergadering.

Bij dringende noodzakelijkheid, waarover de voorzitter in overleg met de ondervoorzitter en de gedelegeerd bestuurder oordeelt, moeten de leden de uitnodigingen ten laatste twee werkdagen voor de vergadering ontvangen.

Het verzoek om een punt op de agenda te plaatsen, dat ingediend wordt door een persoon bedoeld in artikel 15, tweede lid, kan vergezeld gaan van een door deze persoon opgestelde verklarende nota. Deze nota wordt door de gedelegeerd bestuurder bij de uitnodiging gevoegd.

Art. 20.Enkel de punten die op de agenda staan worden besproken.

De raad van bestuur kan beslissen één of meerdere punten te bespreken die niet op de agenda staan.

Art. 21.De raad van bestuur kan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien ten minste de helft van zijn stemgerechtigde leden op de vergadering aanwezig is.

Indien het quorum niet bereikt is sluit de voorzitter de vergadering of beslist hij dat de raad van bestuur verder als werkgroep zal vergaderen. Tevens stelt de voorzitter een nieuwe datum vast met dezelfde agenda, die ongeacht het aantal aanwezigen kan beslissen.

Art. 22.De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar.

De personen die deelnemen aan een vergadering van de raad van bestuur zijn ertoe gehouden het stilzwijgen te bewaren over documenten met een vertrouwelijk en/of persoonlijk karakter alsook over de beraadslagingen en de stemmingen.

De persoonlijke levenssfeer van de personen en de ondernemingen die een beroep doen op een van de activiteiten bedoeld bij artikel 26 van het decreet, dient verzekerd, overeenkomstig de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen, inzonderheid deze m.b.t. de openbaarheid van bestuursdocumenten in diensten en instellingen van de Vlaamse Regering.

Art. 23.De vergaderingen van de raad van bestuur worden door de voorzitter geopend, geschorst en gesloten.

Art. 24.Bij afwezigheid of verhindering wordt de voorzitter vervangen door de ondervoorzitter.

Is ook de ondervoorzitter afwezig of verhinderd, dan wordt de voorzitter vervangen door het aanwezige oudste lid (in leeftijd) van de raad van bestuur.

Art. 25.De voorzitter leidt de debatten. Geen enkel lid mag het woord nemen zonder het gevraagd en van de voorzitter verkregen te hebben.

Wanneer de voorzitter het debat over een punt gesloten heeft verklaard, formuleert hij het voorstel waarover de raad van bestuur verzocht wordt zich uit te spreken.

Art. 26.In principe stemmen de leden van de raad van bestuur met handopsteken.

Elk lid van de raad van bestuur mag vragen dat de stemming geheim zou geschieden. De stemmingen over personen zijn steeds geheim.

Het resultaat van de stemming wordt bekendgemaakt door de voorzitter en in de notulen van de vergadering opgenomen.

Art. 27.De raad van bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Om die meerderheid te bepalen worden de onthoudingen buiten beschouwing gelaten.

Bij staking van stemmen wordt het voorstel naar de volgende vergadering verwezen.

Wanneer de raad van bestuur een voorstel doet of een advies uitbrengt over een wijziging van het decreet of een uitvoeringsbesluit ervan en wanneer dit voorstel of dit advies niet eenparig worden gedaan, dan worden de afwijkende standpunten toegevoegd aan het voorstel of advies.

Art. 28.§ 1. De raad van bestuur kan permanente of ad hoc werkgroepen oprichten met het oog op de voorafgaande studie van problemen die onder zijn bevoegdheid vallen. Hij bepaalt de samenstelling, de opdracht en de termijn waarbinnen de opdracht moet voltooid zijn. Deze werkgroepen brengen aan de raad van bestuur verslag uit over de voortgang en de resultaten van hun werkzaamheden. Zij kunnen op geen enkele wijze zelf naar buiten treden en hebben een louter adviserende opdracht. § 2. De praktijkcommissie wordt bij de werking van de krachtens de eerste paragraaf opgerichte werkgroepen betrokken voor wat haar bevoegdheden betreft. § 3. In elk geval worden volgende permanente werkgroepen opgericht binnen het jaar van inwerkingtreding van het decreet : 1° de werkgroep auditcomité;2° de werkgroep beheersovereenkomst en ondernemingsplan;3° de werkgroep visitatiecommissie.

Art. 29.De voorzitter, de ondervoorzitter, de leden van de raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder kunnen ten allen tijde deelnemen aan de werkzaamheden van een werkgroep waarvan ze geen deel uitmaken en de bijeenkomsten ervan met raadgevende stem bijwonen.

De werkgroepen worden voorgezeten door een lid aangewezen door de raad van bestuur.

De in de vorige alinea bedoelde voorzitter van de werkgroepen bepaalt, in overleg met de gedelegeerd bestuurder, de datum en het uur van de bijeenkomst.

De uitnodigingen voor de bijeenkomsten worden door de gedelegeerd bestuurder ten minste vijf werkdagen voor de bijeenkomst verzonden.

Het bepaalde in de artikelen 18, 20 en 22 tot en met 27 is op de bijeenkomsten van de werkgroepen toepasselijk.

Art. 30.Bij beslissing van de raad van bestuur : 1° kan de voorzitter bijzonder bevoegde personen of instellingen ter raadpleging oproepen;2° kunnen bevoegde personen in de werkgroep betrokken worden. De modaliteiten van raadpleging van de in het eerste lid vermelde bevoegde personen, worden voor elk geval afzonderlijk door de raad van bestuur vastgesteld.

Art. 31.De leden van de raad van bestuur kunnen zich door technische raadgevers laten bijstaan. Deze personen dienen voor de vergadering aan de voorzitter te worden aangemeld.

Voor elk agendapunt kunnen de leden zich slechts door één persoon laten bijstaan. Personeelsleden van het Agentschap kunnen nooit door een lid als technicus aangewezen worden.

Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien de raad van bestuur te beraadslagen heeft over problemen van dagelijks bestuur of die de personeelsleden van het Agentschap betreffen.

Art. 32.De gedelegeerd bestuurder kan zich tijdens het debat over een agendapunt door personeelsleden van het Agentschap laten bijstaan.

Art. 33.De aanwezigheid van de krachtens artikelen 30, 31 en 32 geraadpleegde personen is beperkt tot de behandeling van het punt dat hun aanwezigheid op de vergadering wettigt.

Art. 34.De raad van bestuur en de praktijkcommissie wijzen, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder, hun secretaris alsook plaatsvervangende secretarissen aan onder de personeelsleden van het Agentschap.

Art. 35.De secretaris of zijn plaatsvervanger stelt de notulen van de vergaderingen op. De notulen geven de debatten weer, de genomen beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Indien een beslissing niet éénparig wordt genomen, worden de minderheidsstandpunten eraan toegevoegd. Na voorlegging aan de voorzitter, de ondervoorzitter en de gedelegeerd bestuurder worden de notulen ter goedkeuring op de agenda van de volgende vergadering van de raad van bestuur geplaatst.

Na goedkeuring door de raad van bestuur worden de notulen door de voorzitter, de ondervoorzitter en de gedelegeerd bestuurder ondertekend. Zij worden in het archief van het secretariaat van de raad van bestuur bewaard. De gedelegeerd bestuurder beslist over de aanvragen tot inzage en tot raadpleging evenals over de afgifte van eensluidende expedities en afschriften mits inachtneming van de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen m.b.t. de openbaarheid van bestuursdocumenten in diensten en instellingen van de Vlaamse Regering.

Art. 36.De voorzitter, de leden van de raad van bestuur, de gedelegeerd bestuurder, de leden met raadgevende stem en de technische raadgevers tekenen bij elke vergadering een aanwezigheidslijst. HOOFDSTUK V. - Werking praktijkcommissie

Art. 37.§ 1 De praktijkcommissie is samengesteld uit de voorzitter, de gedelegeerd bestuurder en de stemgerechtigde leden, zoals bepaald in artikel 13, 2° en 3°, van het decreet. § 2 De gedelegeerd bestuurder duidt twee leden van de directieraad van het Agentschap en een pedagogisch adviseur leertijd aan, die na goedkeuring door de commissie met raadgevende stem de vergaderingen bijwonen.

Art. 38.De praktijkcommissie wordt bijeengeroepen op verzoek van : 1° de voorzitter;2° de gedelegeerd bestuurder;3° de Vlaamse Regering, of haar afgevaardigde(n);4° twee leden van de praktijkcommissie. De verzoeken om bijeenroeping afkomstig van de Vlaamse Regering of van de personen bedoeld in vorig lid 4° moeten schriftelijk, per post of elektronisch, tot de voorzitter worden gericht op het adres van het Agentschap die hiervan afschrift bezorgt aan de gedelegeerd bestuurder, ofwel tijdens een vergadering van de praktijkcommissie ingediend worden.

De verzoeken om bijeenroeping geven de punten aan waarvan de inschrijving op de agenda gevraagd wordt.

Art. 39.De praktijkcommissie bepaalt de dagen waarop de vergaderingen plaatsvinden en het uur ervan.

De voorzitter bepaalt in overleg met de gedelegeerd bestuurder de datum en het uur van de vergaderingen die op andere dagen gehouden worden, na consultatie van de leden van de praktijkcommissie.

De gedelegeerd bestuurder is bevoegd voor het bijeenroepen van de praktijkcommissie en het bepalen van de datum van de vergaderingen indien de voorzitter in de onmogelijkheid is deze taken uit te voeren.

Hierbij pleegt hij overleg met de oudste vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties en met de oudste vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties.

Indien de bijeenroeping van de praktijkcommissie gevraagd wordt in toepassing van artikel 38, 2° lid moet de vergadering gehouden worden binnen de 10 werkdagen na de indiening van het verzoek, tenzij de aanvrager(s) akkoord gaat (gaan) met een latere datum.

Art. 40.De agenda van de vergaderingen van de praktijkcommissie wordt in overleg opgemaakt door de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder.

De aanvraag om een punt op de agenda te plaatsen moet schriftelijk gericht worden tot de voorzitter. De voorzitter zet het punt op de agenda van de eerstvolgende vergadering. De praktijkcommissie bepaalt wanneer het punt besproken zal worden.

Het punt moet op de eerstvolgende vergadering van de praktijkcommissie behandeld worden indien tijdens een vergadering hierom wordt verzocht door : 1° de voorzitter;2° de afgevaardigde(n) van de Vlaamse Regering;3° een lid van de praktijkcommissie.

Art. 41.De praktijkcommissie vergadert in de lokalen van het gebouw waarin het Agentschap gevestigd is tenzij zij beslist op een andere plaats te vergaderen.

Art. 42.De uitnodigingen voor de vergaderingen worden namens de voorzitter door de gedelegeerd bestuurder ondertekend. Alle leden moeten beschikken over de agenda en de werkteksten ten minste vijf werkdagen voor de vergadering.

Bij dringende noodzakelijkheid, waarover de voorzitter in overleg met de gedelegeerd bestuurder oordeelt, moeten de leden de uitnodigingen ten laatste twee werkdagen voor de vergadering ontvangen.

Het verzoek om een punt op de agenda te plaatsen, dat ingediend wordt door een persoon bedoeld in artikel 40, laatste lid, kan vergezeld gaan van een door deze persoon opgestelde verklarende nota. Deze nota wordt door de gedelegeerd bestuurder bij de uitnodiging gevoegd.

Art. 43.Enkel de punten die op de agenda staan worden besproken.

De praktijkcommissie kan beslissen één of meerdere punten te bespreken die niet op de agenda staan.

Art. 44.De praktijkcommissie kan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien tenminste de helft van de vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties en van de vertegenwoordiging van de werkgeversorganisaties aanwezig is.

Wordt dit quorum niet bereikt dan sluit de voorzitter de vergadering of beslist hij dat de praktijkcommissie verder als werkgroep vergadert.

Tevens stelt de voorzitter een nieuwe datum vast met dezelfde agenda, die ongeacht het aantal aanwezigen kan beslissen. Vereist is wel dat minstens één vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties en minstens één vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties aanwezig zijn.

Art. 45.De vergaderingen van de praktijkcommissie zijn niet openbaar.

De personen die deelnemen aan een vergadering van de praktijkcommissie zijn ertoe gehouden het stilzwijgen te bewaren over documenten met een vertrouwelijk en/of persoonlijk karakter alsook over de beraadslagingen en de stemmingen.

De persoonlijke levenssfeer van de personen en de ondernemingen die een beroep doen op een van de activiteiten bedoeld bij artikel 26 van het decreet, dient verzekerd, overeenkomstig de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen, inzonderheid deze m.b.t. de openbaarheid van bestuursdocumenten in diensten en instellingen van de Vlaamse Regering.

Art. 46.De vergaderingen van de praktijkcommissie worden door de voorzitter geopend, geschorst en gesloten.

Art. 47.Indien de voorzitter afwezig is worden de vergaderingen van de praktijkcommissie afwisselend voorgezeten door het oudste lid van de vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties en het oudste lid van de vertegenwoordiging van de werkgeversorganisaties.

Het lid dat als voorzitter optreedt, blijft stemgerechtigd. Met zijn aanwezigheid zal rekening gehouden worden voor de toepassing van artikel 44.

Art. 48.De voorzitter leidt de debatten. Geen enkel lid mag het woord nemen zonder het gevraagd en van de voorzitter gekregen te hebben.

Wanneer de voorzitter het debat over een punt gesloten heeft verklaard, formuleert hij het voorstel waarover de praktijkcommissie verzocht wordt zich uit te spreken.

Art. 49.In principe stemmen de leden van de praktijkcommissie met handopsteken.

Elk lid van de praktijkcommissie mag vragen dat de stemming geheim zou geschieden. De stemmingen over personen zijn steeds geheim.

Het resultaat van de stemming wordt bekendgemaakt door de voorzitter en in de notulen van de vergadering opgenomen.

Art. 50.De praktijkcommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Om die meerderheid te bepalen worden de onthoudingen buiten beschouwing gelaten. De leden die zich van de stemming onthouden, worden voor toepassing van artikel 44 eerste alinea, wel als aanwezig beschouwd.

Bij staking van stemmen wordt het voorstel naar de volgende vergadering verwezen.

De praktijkcommissie mag maar tot stemming overgaan indien de vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en de vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties in gelijk aantal aanwezig zijn.

Wanneer bij stemming de vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en van de werknemersorganisaties niet in gelijk aantal aanwezig zijn, wordt pariteit bekomen via loting.

Art. 51.Wanneer de praktijkcommissie in toepassing van artikel 18 van het decreet een voorstel doet of een advies uitbrengt en wanneer het voorstel of het advies niet eenparig worden gedaan, worden de afwijkende standpunten mede weergegeven.

Art. 52.De praktijkcommissie kan werkgroepen oprichten met het oog op de voorafgaande studie van problemen die onder haar bevoegdheid vallen. Zij bepaalt ad hoc de samenstelling, de opdracht en de termijn waarbinnen de opdracht moet voltooid zijn. Deze werkgroepen brengen aan de praktijkcommissie verslag uit over de voortgang en de resultaten van hun werkzaamheden. Zij kunnen op geen enkele wijze zelf naar buiten treden.

Art. 53.De voorzitter, de leden van de praktijkcommissie en de gedelegeerd bestuurder kunnen ten allen tijde deelnemen aan de werkzaamheden van een werkgroep waarvan ze geen deel uitmaken en de bijeenkomsten ervan met raadgevende stem bijwonen.

De werkgroepen worden voorgezeten door de voorzitter van de praktijkcommissie of, op verzoek van de voorzitter, door een lid aangewezen door de praktijkcommissie.

De in de vorige alinea bedoelde voorzitter van de werkgroepen bepaalt, in overleg met de gedelegeerd bestuurder, de datum en het uur van de bijeenkomst.

De uitnodigingen voor de bijeenkomsten worden door de gedelegeerd bestuurder ten minste vijf werkdagen voor de bijeenkomst verzonden.

Het bepaalde in de artikelen 41, 43 en 45 tot en met 50, is op de bijeenkomsten van de werkgroepen toepasselijk.

Art. 54.Bij beslissing van de praktijkcommissie kan de voorzitter bijzonder bevoegde personen of instellingen ter raadpleging oproepen.

De modaliteiten van raadpleging worden voor elk geval afzonderlijk door de praktijkcommissie vastgesteld.

Art. 55.De leden van de praktijkcommissie kunnen zich door technische raadgevers laten bijstaan. Deze personen dienen voor de vergadering aan de voorzitter te worden aangemeld.

Voor elk agendapunt kunnen de leden zich slechts door één persoon laten bijstaan. Personeelsleden van het Agentschap en lesgevers van de centra kunnen nooit door een lid als technicus aangewezen worden.

Art. 56.De gedelegeerd bestuurder kan zich tijdens het debat over een agendapunt door personeelsleden van het Agentschap en lesgevers van de centra laten bijstaan.

Art. 57.De aanwezigheid van de krachtens artikel 54, 55 en 56 geraadpleegde personen is beperkt tot de behandeling van het punt dat hun aanwezigheid op de vergadering wettigt.

Art. 58.De secretaris of zijn plaatsvervanger stelt de notulen van de vergaderingen op. De notulen geven de debatten weer, de genomen beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Indien een beslissing niet éénparig wordt genomen, worden de minderheidsstandpunten eraan toegevoegd. Na voorlegging aan de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder worden de notulen ter goedkeuring op de agenda van de volgende vergadering van de praktijkcommissie geplaatst.

Na goedkeuring door de praktijkcommissie worden de notulen door de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder ondertekend. Zij worden in het archief van het secretariaat van de praktijkcommissie bewaard. De voorzitter en de gedelegeerd bestuurder beslissen over de aanvragen tot inzage en tot raadpleging evenals over de afgifte van eensluidende expedities en afschriften mits inachtneming van de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen m.b.t. de openbaarheid van bestuursdocumenten in diensten en instellingen van de Vlaamse Regering.

Art. 59.De voorzitter, gedelegeerd bestuurder, de leden van de praktijkcommissie, de leden met raadgevende stem en de technische raadgevers tekenen bij elke vergadering een aanwezigheidslijst. HOOFDSTUK VI - Commissies

Art. 60.Overeenkomstig artikel 19 van het decreet kan de raad van bestuur uit zijn schoot en/of deze van de praktijkcommissie bijzondere commissies inrichten die worden belast met welomschreven taken van adviserende aard.

De oprichting, bevoegdheid, samenstelling en werking van een commissie worden vastgelegd in een Reglement van Orde.

Art. 61.De sector- en beroepscommissies die adviseren inzake het aanbod en de kwaliteit van de opleidingen van het SYNTRA-netwerk worden in elk geval binnen het jaar van inwerkingtreding van het decreet opgericht.

Art. 62.De commissies hebben tot opdracht de raad van bestuur en de praktijkcommissie wat haar bevoegdheden betreft in hun taak voor te lichten, onder meer wanneer deze hen om een advies verzoeken.

In dat geval verlenen zij hun advies binnen de termijn gesteld door de raad van bestuur of de praktijkcommissie. Indien dit advies niet eenparig wordt verleend, worden de afwijkende standpunten eraan toegevoegd.

Art. 63.De commissies kunnen niet autonoom naar buiten treden.

Art. 64.§ 1. De commissies zijn samengesteld uit personen voorgedragen door de organisaties welke betrokken zijn bij de toepassing van de wetten, decreten en besluiten waarvan het Agentschap de uitvoering verzekert of uit personen die gekozen zijn wegens hun bijzondere bevoegdheid. § 2. De gedelegeerd bestuurder woont met raadgevende stem de vergaderingen van de commissies bij. Hij kan zich laten bijstaan en/of vervangen door personeelsleden van het Agentschap.

Art. 65.De raad van bestuur of de praktijkcommissie wat haar bevoegdheden betreft duiden, op voordracht van de commissie, de voorzitter aan.

De voorzitter van de commissie bepaalt in overleg met de gedelegeerd bestuurder, de datum en het uur van de vergaderingen. De uitnodigingen voor deze vergaderingen worden door de gedelegeerd bestuurder ten minste vijf werkdagen voor de vergadering verzonden en moeten de agenda vermelden.

Art. 66.De gedelegeerd bestuurder duidt de secretarissen van de commissies aan.

Art. 67.Het bepaalde in de artikelen 18, 20 en 22 tot en met 27 is op de bijeenkomsten van de commissies van toepassing.

Art. 68.De secretaris stelt de notulen van de vergaderingen op. De notulen geven de genomen beslissingen en het resultaat van de stemmingen weer. Indien een beslissing niet éénparig wordt genomen, worden de minderheidsstandpunten eraan toegevoegd. Na voorlegging aan de voorzitter van de commissie en de gedelegeerd bestuurder of het personeelslid dat hem vervangt worden de notulen ter goedkeuring op de agenda van de volgende vergadering van de commissie geplaatst.

Na goedkeuring worden de notulen door de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder of het personeelslid dat hem vervangt ondertekend.

Art. 69.De leden van de commissie, de leden met raadgevende stem en de eventuele technische raadgevers tekenen bij elke vergadering een aanwezigheidslijst. HOOFDSTUK VII - « Management SYNTRA-Netwerk »

Art. 70.Naast de bijzondere commissies ingesteld overeenkomstig artikel 60 wordt een bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk », ingesteld welke is samengesteld uit : 1° de gedelegeerd bestuurder van het Agentschap, die tevens voorzitter van de commissie is;2° de directeurs-afgevaardigd bestuurders van de centra, erkend overeenkomstig artikel 37 van het decreet;3° de drie leden van de directieraad van het Agentschap, die krachtens artikel 14, § 2, van dit huishoudelijk reglement de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen.

Art. 71.§ 1. De bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk » heeft volgende bevoegdheden : 1° in uitvoering van artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet het beheer van het gezamenlijk netwerk van de centra en het Agentschap, zoals bedoeld in § 2 van dit artikel;2° het voorlichten van de raad van bestuur en de praktijkcommissie wat haar bevoegdheden betreft in hun taak, onder meer wanneer deze hen om een advies verzoeken. § 2 Binnen de perken van het decreet, zijn uitvoeringsbesluiten, de beheersovereenkomst en de richtlijnen/beslissingen van de raad van bestuur worden als dagelijks beheer van de netwerking beschouwd : 1° landelijke opdrachten van de netwerking inzake opleiding en vorming van zelfstandigen en KMO waaronder communicatie en marketing, beleidsinformatie, kenniscentrum, ontwikkeling van producten en diensten, projecten en kwaliteitszorg;2° regionale opdrachten van de centra met een landelijke impact, ook op het vlak van de ontwikkeling en het aanbod van producten en diensten;3° procedures en processen met betrekking tot het aanbod en de kwaliteit van de opleidingen;4° aanpassingen van curricula van de theoretische vorming van de opleidingen.

Art. 72.Inzake de bevoegdheden bedoeld bij artikel 71, § 1, 1°, besluit de bijzondere commissie bij consensus.

Indien het besluit niet eenparig worden genomen, dan wordt het overgemaakt aan de raad van bestuur. De afwijkende standpunten worden toegevoegd.

Art. 73.In de gevallen waarin het Management SYNTRA-Netwerk advies verleent overeenkomstig artikel 71,§ 1, 2° van dit reglement zijn enkel de leden vermeld in artikel 70, 2° stemgerechtigd. Indien het advies niet eenparig wordt gegeven worden de afwijkende standpunten toegevoegd.

Art. 74.§ 1. De bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk » bezorgt maandelijks aan de raad van bestuur en de praktijkcommissie een informatienota.

De informatienota bevat het integrale verslag van de vergadering en de opsomming van de besluiten en adviezen die tijdens de maand die voorafgaat in uitvoering van artikel 71,§ 1, 1° en 2°, van dit huishoudelijk reglement werden genomen. § 2. De leden van de raad van bestuur kunnen de besluiten en adviezen, waarvan sprake in voornoemde informatienota, evoceren en voor bespreking toevoegen aan de agenda van de raad van bestuur.

Art. 75.De artikelen 62, 63 en 66 tot en met 69 van dit huishoudelijk reglement zijn van toepassing op de vergaderingen van de bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk ».

Art. 76.De definitieve agenda's van de bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk » worden nog voor de bespreking meegedeeld aan de raad van bestuur.

Art. 77.Op vraag van de voorzitters en/of de ondervoorzitter van respectievelijk de raad van bestuur en/of de praktijkcommissie aan de bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk » kan overleg worden gepleegd tussen vertegenwoordigers van respectievelijk de raad van bestuur en/of de praktijkcommissie en vertegenwoordigers van de bijzondere commissie « Management SYNTRA-Netwerk ». HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere vraagstukken

Art. 78.Eventuele bijzondere vraagstukken die zich zouden voordoen zullen door de raad van bestuur en de praktijkcommissie worden opgenomen via aparte procedureregelen en reglementen.

^