Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 09 januari 2004
gepubliceerd op 30 januari 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035080
pub.
30/01/2004
prom.
09/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/09/2003035080/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode


De Vlaamse regering, Gelet op de Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970 en bekrachtigd door de wet van 2 juli 1971, inzonderheid op artikel 94 en op artikel 96, § 3, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 1989 en 23 oktober 1991;

Gelet op het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, inzonderheid op artikel 49, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 december 1993 en 8 juli 1997;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 34, § 3, op artikel 45, § 1, en § 4, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 3 februari 1993, 7 september 1994, 29 september 1994, 12 juni 1995, 10 december 1996, 11 mei 1999 en 19 november 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996 houdende de subsidiëring van de renovatie van woningen en gebouwen en van de bouw van nieuwe sociale woningen, inzonderheid op artikel 9, § 1, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 november 1999 en op artikel 11;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode;

Gelet op het voorstel van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 17 oktober 2003, overeenkomstig artikel 45, § 4, derde lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 oktober 2003 en op 12 november 2003;

Gelet op het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van 30 dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State (nummer 36.115/3), gegeven op 25 november 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een 5°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 5°bis garage : gebouw dat of plaats die bestemd is voor het stallen van een voertuig;»; 2° 6° wordt vervangen door wat volgt : « 6° niet-residentiële ruimte : elk onroerend goed of het deel ervan dat niet bestemd is voor de huisvesting van gezinnen of alleenstaanden en dat geen gemeenschapsvoorziening of garage is;»; 3° in 9° wordt het woord « ontlener » vervangen door het woord « koper »;4° een 13° en 14° worden toegevoegd, die luiden als volgt : « 13° ADL-woning : sociale huurwoning zoals bedoeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot aanmoediging van projecten inzake het zelfstandig wonen van personen met een fysieke handicap in sociale woonwijken;14° beschermde of voor bescherming vatbare monumenten en stads- of dorpsgezichten : monumenten en stads- of dorpsgezichten zoals bedoeld in hoofdstuk I, 2, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten.»

Art. 2.In artikel 2, derde lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « Vlaamse Wooncode » en de woorden « ,alleen openbaar verkopen » de woorden « en in artikel 10, eerste lid, 13, tweede lid en 14, eerste lid van bijlage IV bij dit besluit » ingevoegd.

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « sociale koop- en huurwoningen » vervangen door de woorden « sociale koopwoningen »;2° in § 4 worden de woorden « de verkoop van middelgrote koopwoningen en middelgrote kavels » vervangen door de woorden « de verkoop van sociale huurwoningen, middelgrote koopwoningen en middelgrote kavels »;3° in § 6, 2° worden de woorden « van de principiële overeenkomst, dit wil zeggen de datum waarop de raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij ingestemd heeft met de verkoop » vervangen door de woorden « waarop de raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij attesteert dat de verwerving van de woning gebeurt op basis van de in dit besluit bepaalde voorwaarden ».

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « aan de zittende huurder van de desbetreffende sociale huurwoning » geschrapt.

Art. 5.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.De verkoop van middelgrote koopwoningen, middelgrote kavels, niet-residentiële ruimten en garages door de VHM of een sociale huisvestingsmaatschappij moet gebeuren overeenkomstig het « reglement betreffende de verkoop van middelgrote koopwoningen, middelgrote kavels, niet-residentiële ruimten en garages », gevoegd als bijlage IV bij dit besluit. »

Art. 6.In artikel 5 van bijlage I bij hetzelfde besluit, worden tussen het woord « kandidaat-koper » en het woord « voldoen » de woorden « op de inschrijvingsdatum » ingevoegd.

Art. 7.In artikel 7 van bijlage I bij hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 9, 2° » vervangen door de woorden « artikel 9, 2° en 4° ».

Art. 8.In artikel 8 van bijlage I bij hetzelfde besluit, wordt tussen de eerste en de tweede zin een nieuwe zin ingevoegd, die luidt als volgt : « Een bouwplaats vooronderstelt minstens één door de VHM goedgekeurd voorontwerp dat betrekking heeft op die bouwplaats. »

Art. 9.In artikel 9 van bijlage I bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd : « Ook aan deze geschrapte kandidaten wordt het inschrijvingsgeld niet terugbetaald.»; 2° tussen het tweede en derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Bij de actualisatie moeten alle kandidaat-kopers die op de datum van de actualisatie niet voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3, § 1, van het in artikel 1 van dit reglement bedoelde besluit geschrapt worden.»; 3° een lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : « Het inschrijvingsgeld moet eventueel volledig terugbetaald worden, dus voor alle bouwplaatsen of gemeenten waarvoor men ingeschreven is, in een van de volgende gevallen : - naar aanleiding van een toewijzing; - op basis van een vraag van de kandidaat-koper om zijn inschrijving volledig te schrappen; - naar aanleiding van de actualisatie van de inschrijvingsvoorwaarden.

Het inschrijvingsgeld wordt niet terugbetaald als er schrappingen gebeuren met toepassing van het eerste lid, 2° en 4°, of wanneer het gaat om schrappingen zoals beschreven in het tweede lid. Als de kandidaat-koper op eigen initiatief beslist om zijn inschrijving gedeeltelijk te laten schrappen, betaalt de verkoper het inschrijvingsgeld terug voor die bouwplaatsen of gemeenten waarvoor de kandidaat-koper geschrapt wil worden. »

Art. 10.In artikel 6 van bijlage II bij hetzelfde besluit, worden de woorden « bij de inschrijving » vervangen door de woorden « op de inschrijvingsdatum ».

Art. 11.In artikel 8 van bijlage II bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « bouwplaats » wordt vervangen door de woorden « sociale verkaveling »;2° de woorden « artikel 10, 2° en 3° » worden vervangen door de woorden « artikel 10, 2° en 4° ».

Art. 12.In artikel 10 van bijlage II bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd : « Ook aan deze geschrapte kandidaten wordt het inschrijvingsgeld niet terugbetaald.»; 2° tussen het tweede en derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Bij de actualisatie moeten alle kandidaat-kopers die op de datum van de actualisatie niet voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3, § 2, van het in artikel 1 van dit reglement bedoelde besluit geschrapt worden.»; 3° een lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het inschrijvingsgeld moet eventueel volledig terugbetaald worden, dus voor alle verkavelingen of gemeenten waarvoor men ingeschreven is, in een van de volgende gevallen : a) naar aanleiding van een toewijzing;b) op basis van een vraag van de kandidaat-koper om zijn inschrijving volledig te schrappen;c) naar aanleiding van de actualisatie van de inschrijvingsvoorwaarden. Het inschrijvingsgeld wordt niet terugbetaald als er schrappingen gebeuren met toepassing van het eerste lid, 2° en 4°, of wanneer het gaat om schrappingen zoals beschreven in het tweede lid. Als de kandidaat-koper op eigen initiatief beslist om zijn inschrijving gedeeltelijk te laten schrappen, betaalt de verkoper het inschrijvingsgeld terug voor die verkavelingen of gemeenten waarvoor de kandidaat-koper geschrapt wil worden. »

Art. 13.In artikel 1 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1°, 2°, 4° en 7° worden geschrapt;2° 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° volwaardige woning : woning die overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen conform wordt bevonden;». 3° 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° geactualiseerde kostprijs : het product van de oorspronkelijke kostprijs van de woning en de coëfficiënt die jaarlijks voor 1 juli wordt vastgesteld door de minister.De in acht te nemen coëfficiënt is die van het jaar waarin de laatste betaling van de oprichtingskosten plaatsvond. Als de woning werd gerenoveerd, verbeterd of aangepast, wordt de bovenvermelde kostprijs vermeerderd met het product van de oorspronkelijke kostprijs van de renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden en de voormelde coëfficiënt. De in acht te nemen coëfficiënt is die van het jaar waarin de laatste betaling van de kosten van de werkzaamheden plaatsvond; »

Art. 14.In artikel 2 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden de woorden « van het principieel akkoord met de verkoop gegeven door de raad van bestuur van de SHM » vervangen door de woorden « waarop de raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij attesteert dat de verwerving van de woning gebeurt op basis van de in dit besluit bepaalde voorwaarden ».

Art. 15.In artikel 3 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « 15 » vervangen door het woord « tien »;2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De verkoop moet gebeuren aan de zittende huurder.Die heeft het recht om de gehuurde woning te verwerven voor zover hij die woning, die minstens tien jaar als sociale huurwoning beschikbaar werd gesteld, vijf jaar ononderbroken als huurder heeft betrokken. »; 3° een lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het voorafgaande kunnen de volgende woningen niet verkocht worden aan de zittende huurders : 1° woningen die gerealiseerd of gefinancierd worden in het kader van een bijzonder programma en onder beding van specifieke verbintenissen, voorzover een van deze verbintenissen een verkoop verbiedt;2° ADL-woningen;3° sociale huurwoningen die beschermd zijn als of vatbaar zijn voor bescherming als ofwel monumenten ofwel panden die deel uitmaken van een bepaald stads- of dorpsgezicht.»

Art. 16.In artikel 4 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden de volgenden wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en tweede lid worden geschrapt;2° in het derde lid wordt de zin « De gerenoveerde woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten waarvan sprake is in artikel 5 en volgende van de Vlaamse Wooncode en dit op straffe van wederinkoop van de woning.» vervangen door de zin « De gerenoveerde of nieuwe woning moet volwaardig zijn en dit op straffe van wederinkoop van de woning. »

Art. 17.Aan artikel 5 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « De verkoopprijs is gelijk aan de raming van een ontvanger der registratie of van een commissaris van het comité tot aankoop. De schattingen door voornoemde ontvanger of commissaris blijven hoogstens één jaar geldig. Alle belastingen, taksen, erelonen en kosten met betrekking tot de verkoopakte, de schatting, de afpaling en de opmeting komen, net als de administratieve kosten, ten laste van de koper.

Als beheersvergoeding voor de VHM wordt steeds van de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs 0,50 % afgenomen. »

Art. 18.Artikel 6 van bijlage III bij hetzelfde besluit, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.§ 1. De sociale huisvestingsmaatschappij moet : 1° de voortgangscontrole verzekeren van de voorwaarden die de kopers moeten respecteren;2° de volledige opbrengst van een verkoop van een sociale huurwoning herinvesteren in een van de volgende : a) in de bouw van nieuwe sociale huurwoningen;b) in de aankoop van gebouwen en de renovatie of aanpassing ervan tot sociale huurwoningen;c) in de renovatie van eigen patrimonium voorzover de renovatiekosten meer dan 50 % bedragen van de geactualiseerde kostprijs; In al de bovenvermelde gevallen beginnen de bedoelde bouwverrichtingen binnen drie jaar na de verkoop van de sociale woning.

Daartoe krijgt de sociale huisvestingsmaatschappij prioriteit op het jaarlijkse investeringsprogramma voor huurwoningen van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, bepaalt de nadere regelen voor de toepassing van die prioriteit.

De verkoopopbrengsten worden geboekt op een aparte rekening-courant van de sociale huisvestingsmaatschappij bij de VHM. Als de sociale huisvestingsmaatschappij de herinvesteringsplicht niet naleeft, worden de verkoopopbrengsten van de rekening-courant genomen en worden ze geboekt in een fonds dat wordt beheerd door de VHM om aangewend te worden voor toekomstige huisvestingsprojecten. § 2. De VHM kan afwijkingen toestaan op de plicht tot volledige herinvestering indien de specifieke financiële situatie van de sociale huisvestingsmaatschappij het vereist. § 3. De VHM wordt belast met het toezicht betreffende de voorwaarden verkoop.

Dat toezicht voorziet in een jaarlijkse rapportering aan de bevoegde minister betreffende : 1° de financiële voortgangscontrole van de verkoopopbrengsten en de daaruit voortvloeiende investeringen;2° de opvolging van de voorwaarden die de kopers moeten respecteren.»

Art. 19.In artikel 7 van bijlage III bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Leegstaande sociale huurwoningen die niet meer verhuurd kunnen worden, hetzij wegens de slechte staat waarin ze verkeren, hetzij omdat ze ongeschikt zijn, kunnen, wanneer een volledige renovatie van de wijk niet wenselijk is, onmiddellijk verkocht worden.»; 2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « Als het gaat om een openbare verkoop moet de uiteindelijk verkregen verkoopprijs minstens gelijk zijn aan het bedrag van de schatting van de ontvanger der registratie of de commissaris van het comité tot aankoop.Als er bijzondere omstandigheden zijn, en na omstandige motivatie, mag de uiteindelijk verkregen verkoopprijs lager zijn dan de in het vorige lid bepaalde prijs. Als beheersvergoeding voor de VHM wordt steeds van de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs 0,50 % afgenomen. »; 3° het vijfde en zesde lid worden opgeheven.

Art. 20.Artikel 8 van bijlage III bij hetzelfde besluit, wordt opgeheven.

Art. 21.Het opschrift van bijlage IV bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Reglement inzake de toewijzing en verkoop van middelgrote koopwoningen, middelgrote kavels, niet-residentiële ruimten en garages »;

Art. 22.In artikel 1 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, worden de woorden « sociale koopwoningen of sociale kavels » vervangen door de woorden « sociale koopwoningen of op sociale kavels te bouwen woningen ».

Art. 23.In artikel 4, tweede lid, van bijlage IV bij hetzelfde besluit, worden de twee laatste zinnen geschrapt.

Art. 24.In artikel 8 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, worden de woorden « artikel 34, § 3, 3° » vervangen door de woorden « artikel 34, § 3, 1° en 3° ».

Art. 25.Artikel 9 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.De bij openbare verkoop van de in artikel 8 bedoelde ruimten verkregen verkoopprijs moet minstens gelijk zijn aan de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs. Bij een eventuele onderhandse verkoop geldt steeds de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs. »

Art. 26.In artikel 10 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Niet-residentiële ruimten die oorspronkelijk bestemd zijn voor verhuring, en die daadwerkelijk verhuurd zijn, kunnen, wanneer ze minstens tien jaar als te verhuren niet-residentiële ruimte beschikbaar werden gesteld, onderhands verkocht worden aan de zittende huurder die een handelsregister heeft en die gedurende ten minste vijf jaar ononderbroken de ruimte heeft gehuurd.De voltooiing van renovatiewerkzaamheden, uitgevoerd aan een niet-residentiële ruimte, kan niet worden beschouwd als een nieuwe terbeschikkingstelling, met uitzondering van renovatiewerkzaamheden waarvan de kostprijs meer bedraagt dan de helft van de geactualiseerde kostprijs van de ruimte. »; 2° de eerste zin van het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De verkoopprijs van deze niet-residentiële als in het eerste lid bedoelde ruimten moet gelijk zijn aan de raming van de ontvanger der registratie of van de commissaris van het comité tot aankoop.»; 3° een derde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « De sociale huisvestingsmaatschappij moet de volledige opbrengst van de verkoop op dezelfde wijze herinvesteren als bepaald is in artikel 6 van bijlage III, gevoegd bij hetzelfde besluit als waarbij deze bijlage gevoegd is.Ook de in hetzelfde artikel 6 vermelde wijze van boeking, maatregelen bij het niet naleven van de herinvesteringsplicht, afwijkingsmogelijkheden op die plicht en toezichtvoorwaarden zijn van toepassing. »

Art. 27.Aan artikel 11 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bij openbare verkoop van deze ruimten verkregen verkoopprijs moet minstens gelijk zijn aan de raming van de ontvanger der registratie of van de commissaris van het comité tot aankoop. »

Art. 28.Aan bijlage IV bij hetzelfde besluit, worden artikel 12, 13, 14 en 15 toegevoegd, die luiden als volgt : «

Art. 12.Als beheersvergoeding voor de VHM wordt steeds van de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs 0,50 % afgenomen.

Als er bijzondere omstandigheden zijn, en na omstandige motivatie, mag de bij openbare verkoop van de niet-residentiële ruimten uiteindelijk verkregen verkoopprijs lager zijn dan de in artikel 9 en 11 vermelde minimale verkoopprijzen.

Art. 13.Garages die oorspronkelijk bestemd waren voor verkoop, en die afzonderlijk - d.w.z. niet tegelijkertijd met een sociale woning - worden verkocht, moeten openbaar verkocht worden.

De bovenvermelde garages kunnen, behoudens de gevallen bepaald in artikel 34, § 3, 1°, 3° en 4° van de Vlaamse Wooncode, alleen onderhands verkocht worden aan eigenaars van sociale woningen voor zover die nog niet over een andere garage beschikken. Bij de onderhandse verkoop mag uitsluitend rekening gehouden worden met de chronologische volgorde waarin de aanvragen werden ingeschreven in een daartoe bestemd kandidatenregister dat pas geopend werd na het voeren van publiciteit.

De verkoopprijs van deze in het eerste lid bedoelde garages wordt goedgekeurd door de VHM. Bij onderhandse verkoop onder het BTW-stelsel wordt de verkoopprijs bepaald op basis van de aanbestedingsuitslag.

Bij onderhandse verkoop buiten genoemd stelsel is de verkoopprijs gelijk aan de raming van de ontvanger der registratie of van de commissaris van het comité tot aankoop. De schattingen door voornoemde ontvanger of commissaris blijven hoogstens één jaar geldig.

Bij openbare verkoop van de in het eerste lid genoemde garages moet de uiteindelijk verkregen verkoopprijs minstens gelijk zijn aan ofwel de verkoopprijs die bepaald werd op basis van de aanbestedingsuitslag (verkoop onder BTW-stelsel), ofwel de in het derde lid vermelde raming (verkoop onder het stelsel der registratie).

Art. 14.Leegstaande garages die oorspronkelijk bestemd waren voor verhuring, en die afzonderlijk - d.w.z. niet tegelijkertijd met een sociale woning - worden verkocht, moeten openbaar verkocht worden. Ze kunnen, behoudens de gevallen bepaald in artikel 34, § 3, 1°, 3° en 4° van de Vlaamse Wooncode, alleen onderhands verkocht worden aan de in het tweede lid van artikel 13 genoemde eigenaars en op basis van de daar vermelde volgorde.

De verkoopprijs van deze in het eerste lid bedoelde garages wordt goedgekeurd door de VHM. Bij onderhandse verkoop is de verkoopprijs gelijk aan de raming van de ontvanger der registratie of van de commissaris van het comité tot aankoop. De schattingen door voornoemde ontvanger of commissaris blijven hoogstens één jaar geldig.

Bij openbare verkoop van de in het eerste lid genoemde garages moet de uiteindelijk verkregen verkoopprijs minstens gelijk zijn aan de in het tweede lid vermelde raming.

Art. 15.Als beheersvergoeding voor de VHM wordt steeds van de door de VHM goedgekeurde verkoopprijs 0,50 % afgenomen.

Als er bijzondere omstandigheden zijn, en na omstandige motivatie, mag de bij openbare verkoop van de garages uiteindelijk verkregen verkoopprijs lager zijn dan de in artikel 13 en 14 vermelde minimale verkoopprijzen. » HOOFDSTUK II. - Andere wijzigingsbepalingen

Art. 29.In het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 3 februari 1993, 7 september 1994, 29 september 1994, 12 juni 1995, 10 december 1996, 11 mei 1999 en 19 november 1999, wordt een artikel 32bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 32bis . De eventuele verkoop door de Vlaamse huisvestingsmaatschappij of een door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappij van de woningen, bedoeld in hoofdstuk II van dit besluit, gebeurt met behoud van de reeds verkregen huursubsidie, bedoeld in afdeling 2 van hetzelfde hoofdstuk, en de rentesubsidie, bedoeld in afdeling 4 van hetzelfde hoofdstuk.

Op de verkoop van de woningen, bedoeld in het eerste lid, zijn de volgende besluiten van toepassing : 1° het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de sociale huisvestingsmaatschappijen in uitvoering van de Vlaamse Wooncode;2° het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de verbintenissen, voorwaarden, vergoedingen en sancties voor de bewoners van sociale koopwoningen en verkochte sociale huurwoningen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode.»

Art. 30.In artikel 9, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996 houdende de subsidiëring van de renovatie van woningen en gebouwen en van de bouw van nieuwe sociale woningen worden de woorden « binnen 15 jaar » vervangen door de woorden « binnen tien jaar ».

Art. 31.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 11.De initiatiefnemer is verplicht het bedrag van de subsidie, vermeerderd met de intresten aan de wettelijke rentevoet vanaf de ordonnancering van dat bedrag, aan het Vlaamse Gewest terug te betalen voor elke woning waarvoor een subsidie als bedoeld in dit besluit werd aangevraagd, indien de in dit besluit gestelde voorwaarden niet werden nageleefd. »

Art. 32.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 januari 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

^