Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juni 1999
gepubliceerd op 31 juli 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende de verbintenissen, voorwaarden, vergoedingen en sancties voor de bewoners van sociale koopwoningen en verkochte sociale huurwoningen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036020
pub.
31/07/1999
prom.
08/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/08/1999036020/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de verbintenissen, voorwaarden, vergoedingen en sancties voor de bewoners van sociale koopwoningen en verkochte sociale huurwoningen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 84, § 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 mei 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat met het oog op de efficiënte aanwending van middelen en de bescherming van het overheidsbelang, de verbintenissen, voorwaarden, vergoedingen en sancties in hoofde van de koper van een sociale koopwoning of van een verkochte sociale huurwoning, zo snel mogelijk bepaald moeten worden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting;3° initiatiefnemer : de initiatiefnemers, genoemd in artikel 84, § 2, van de Vlaamse Wooncode;4° oorspronkelijke koper : de alleenstaande die of het gezin dat en of hun erfgenamen, van wie de rechtsvoorganger een sociale huurwoning of een sociale koopwoning heeft gekocht door toedoen van een initiatiefnemer;5° niet-afgeschreven overheidsinvestering : de vergoeding die overeenkomt met het resterende gedeelte van de overheidsinvestering wanneer deze, gedurende 20 jaar, elk jaar wordt afgeschreven met een twintigste van het oorspronkelijke bedrag;6° persoonlijke bewoning : het effectief en gewoonlijk verblijf als volle eigenaar in de gekochte woning door minstens één van de personen, die de sociale huurwoning of koopwoning hebben gekocht door toedoen van een initiatiefnemer;7° zakelijk recht : volle eigendom, vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht. Onverminderd het eerste lid, 5°, wordt de overheidsinvestering door de initiatiefnemer bij de verkoop geraamd op basis van het verschil tussen de verkoopprijs en de reële verkoopwaarde en beperkt tot 80% hiervan. Het bedrag en de evolutie ervan worden aan de authentieke verkoopakte gehecht.

Art. 2.§ 1. De oorspronkelijke koper is gehouden tot persoonlijke bewoning van de gekochte woning gedurende een termijn van 20 jaar ingaande op de datum van de authentieke verkoopakte. § 2. De oorspronkelijke koper is verplicht de initiatiefnemer onmiddellijk en vooraf op de hoogte te brengen van elk voornemen tot vervreemding, overdracht van een zakelijk recht of niet-persoonlijke bewoning. § 3. In afwijking van § 1 kan de oorspronkelijke koper van de verbintenis tot persoonlijke bewoning ontslagen worden mits terugbetaling van de niet-afgeschreven overheidsinvestering aan de initiatiefnemer en mits schriftelijk van deze verbintenis te zijn ontlast door een kwijting die opgesteld wordt door de initiatiefnemer na ontvangst van de in deze paragraaf beschreven betaling.

Als de oorspronkelijke koper wegens dwingende omstandigheden niet langer de woning kan bewonen, kan de initiatiefnemer, na gunstig advies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij als het een sociale huisvestingsmaatschappij betreft of na goedkeuring door de minister wanneer het een andere initiatiefnemer betreft, uitzonderlijk een afwijking toestaan op de terugbetaling van de niet-afgeschreven overheidsinvestering.

Art. 3.Wanneer de oorspronkelijke koper, om welke reden dan ook, één van de verbintenissen uiteengezet in artikel 2 van dit besluit, niet volledig naleeft of heeft nageleefd, kan de initiatiefnemer het recht van wederinkoop, bepaald in artikel 84, § 1, van de Vlaamse Wooncode toepassen, zodra hij kennis neemt van de niet-naleving van deze verbintenissen.

Art. 4.De opbrengst van de in artikel 2, § 3 vermelde vergoedingen wordt door de betrokken initiatiefnemer binnen een periode van vijf jaar geherinvesteerd in doeleinden die te maken hebben met sociale huisvesting. De inititiefnemer rapporteert over de aanwending van de vergoeding om de vijf jaar aan de minister.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juni 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^