Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 september 2017
gepubliceerd op 12 oktober 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

bron
vlaamse overheid
numac
2017013508
pub.
12/10/2017
prom.
08/09/2017
ELI
eli/besluit/2017/09/08/2017013508/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 SEPTEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 6, artikel 8, § 2, en artikel 11;

Gelet op het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 4, zesde lid, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2016, artikel 6, § 7, en artikel 12, § 1, tweede lid, en § 3, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2016;

Gelet op het Procedurebesluit van 9 mei 2014;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 mei 2017;

Gelet op advies 61.781/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 9 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 26/11/2015 numac 2015036400 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Procedurebesluit van 9 mei 2014 type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 21/10/2015 numac 2015036265 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2013 betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° wordt de zinsnede "vermeld in artikel 4 en 40, § 1, eerste lid, 2° " vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 4 en 40, § 2, eerste lid, 1° ";2° in punt 4°, a), wordt de zinsnede "vermeld in artikel 10 en 43, § 1, eerste lid, 2° " vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 10 en 43, § 2, eerste lid, 1° ".

Art. 2.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt met maximaal" vervangen door de woorden "wordt telkens met maximaal".

Art. 3.In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 26/11/2015 numac 2015036400 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Procedurebesluit van 9 mei 2014 type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 21/10/2015 numac 2015036265 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2013 betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "vermeld in artikel 63, 1° tot en met 4° " vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 63, eerste lid, 1° tot en met 3° ";2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "vermeld in artikel 63, 5° " vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 63, eerste lid, 4° ".

Art. 4.Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 46.Kind en Gezin beslist over de aanvraag tot afwijking, vermeld in artikel 44, § 1, uiterlijk vijfenzeventig kalenderdagen na de ontvangst van die aanvraag. Als Kind en Gezin bijkomende informatie of stukken als vermeld in artikel 44, § 1, derde lid, vraagt, dan wordt de termijn voor maximaal dertig kalenderdagen geschorst.

Kind en Gezin beslist over de aanvraag tot afwijking, vermeld in artikel 44, § 2, uiterlijk zestig kalenderdagen na de ontvangst van het advies van de bevoegde technische commissie. Het advies wordt bij de beslissing gevoegd.

Kind en Gezin bezorgt de beslissing uiterlijk vijftien kalenderdagen na de beslissing aan de organisator: 1° als de aanvraag ingewilligd wordt: elektronisch; 2° als de aanvraag gedeeltelijk of niet ingewilligd wordt: elektronisch en met een aangetekende brief.".

Art. 6.In artikel 48, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 26/11/2015 numac 2015036400 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Procedurebesluit van 9 mei 2014 type besluit van de vlaamse regering prom. 09/10/2015 pub. 21/10/2015 numac 2015036265 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2013 betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018 sluiten, wordt tussen de woorden "bezorgt de organisator" en de woorden "de volgende documenten" de zinsnede "of de persoon die voor zichzelf de afwijking aanvraagt," ingevoegd.

Art. 7.In artikel 57 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° nieuwe kinderopvangplaats: een kinderopvangplaats waarvoor nog geen vergunning is toegekend op de dag dat Kind en Gezin een algemene oproep naar de organisatoren stuurt;"; 2° in paragraaf 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° de bijkomende ontvankelijkheids-, de voorrangs-, de uitsluitings- en de gegrondheidscriteria die relevant zijn bij de beoordeling door Kind en Gezin om binnen hetzelfde geografische gebied verschillende subsidieaanvragen op een objectieve wijze tegen elkaar af te wegen;"; 3° in paragraaf 2, 4°, wordt punt c) vervangen door wat volgt: "c) dat rekening gehouden wordt met de potentiële behoefte aan kinderopvangplaatsen binnen een geografisch gebied conform paragraaf 3.Dat geldt niet bij de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen zonder subsidie naar kinderopvangplaatsen met basissubsidie;"; 4° aan paragraaf 2, 4°, wordt een punt d) toegevoegd dat luidt als volgt: "d) dat, bij de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen zonder subsidie naar kinderopvangplaatsen met basissubsidie, rekening gehouden wordt met de opstartdatum van de kinderopvangplaatsen zonder subsidie;"; 5° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt: "Voor de toekenning van subsidies voor nieuwe kinderopvangplaatsen met basissubsidie en met subsidie voor inkomenstarief gelden de volgende opeenvolgende stappen:";6° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Voor de toekenning van subsidies voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen naar kinderopvangplaatsen met inkomenstarief gelden de volgende opeenvolgende stappen: 1° per geografisch gebied wordt bepaald naar welke subsidietrap kan worden omgeschakeld.Daarvoor wordt voor elk geografisch gebied bepaald aan welke soort subsidieerbare kinderopvangplaatsen behoefte is. In elk geografisch gebied wordt gekeken naar het aandeel in het totale aantal kinderopvangplaatsen van de totale subsidieerbare capaciteit met inkomenstarief, en van het totale aantal kinderopvangplaatsen zonder subsidie; 2° voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen zonder subsidie naar kinderopvangplaatsen met basissubsidie, gecombineerd met subsidie voor inkomenstarief, en voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen met basissubsidie naar kinderopvangplaatsen met subsidie voor inkomenstarief worden voor het aandeel van het totale aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen met inkomenstarief, berekend conform punt 1°, grenspercentages bepaald om nader te bepalen of er in dat geografische gebied omschakeling naar subsidie inkomenstarief mogelijk is, en worden de geografische gebieden van hoog naar laag gerangschikt volgens het aandeel kinderopvangplaatsen zonder subsidie."; 7° aan paragraaf 3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de nieuwe kinderopvangplaatsen met plussubsidie en voor de omschakeling van bestaande kinderopvangplaatsen naar kinderopvangplaatsen met plussubsidie gelden de volgende opeenvolgende stappen: 1° per geografisch gebied, met uitzondering van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, wordt vastgesteld hoeveel kinderen er in een bepaalde periode geboren zijn in een kansarm gezin, zoals geregistreerd in Mirage; 2° om te bepalen welke geografische gebieden in aanmerking komen voor subsidieerbare plaatsen met plussubsidie, wordt er een minimale aanwezigheid van het aantal kinderen dat geboren is in een kansarm gezin, zoals geregistreerd in Mirage, bepaald in die bepaalde periode.".

Art. 8.In artikel 58, 5°, van hetzelfde besluit wordt het woord "ontvankelijkheid" vervangen door de zinsnede "ontvankelijkheid, voorrang, uitsluiting".

Art. 9.Aan artikel 72, 3°, van hetzelfde besluit wordt een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt: "f) in geval van groepsopvang: in welke kinderopvanglocatie de subsidieerbare plaatsen eerst gerealiseerd moeten worden; g) in geval van gezinsopvang: in welke gemeente de subsidieerbare plaatsen eerst gerealiseerd moeten worden;".

Art. 10.In artikel 75 van hetzelfde besluit worden het eerste lid en het tweede lid vervangen door wat volgt: "De subsidiebelofte is geldig tot drie maanden na de gewenste startdatum die de organisator op het formulier voor de aanvraag van een subsidiebelofte heeft ingevuld. In afwijking daarvan behouden de subsidiebeloftes die Kind en Gezin heeft toegekend vóór 1 november 2017, de geldigheidsduur vermeld in de beslissing tot toekenning van de subsidiebelofte. Een verlenging van die subsidiebelofte gebeurt overeenkomstig het tweede lid.

Als de organisator de subsidiebelofte niet tijdig kan omzetten in een subsidietoekenning, kan de organisator eenmalig en gemotiveerd een verlenging van de subsidiebelofte van maximaal zes maanden vragen bij Kind en Gezin. Kind en Gezin zal een verlenging toekennen als de verlenging tot resultaat kan hebben dat de organisator binnen die termijn de subsidiebelofte kan laten omzetten in een subsidietoekenning.

In afwijking van het tweede en het derde lid kan Kind en Gezin in uitzonderlijke situaties van overmacht een ruimere verlenging toestaan.".

Art. 11.In artikel 79, 3°, van hetzelfde besluit wordt punt d) vervangen door wat volgt: "d) de kinderopvanglocatie waar de organisator de specifieke dienstverlening zal aanbieden, waarbij voor de eerste realisatie: 1) in geval van groepsopvang: de kinderopvanglocatie moet overeenstemmen met de kinderopvanglocatie die is opgegeven in de aanvraag van een subsidiebelofte; 2) in geval van gezinsopvang: de gemeente waar de kinderopvanglocatie gelegen is moet overeenstemmen met de gemeente die is opgegeven in de aanvraag van een subsidiebelofte;".

Art. 12.Artikel 89 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 89.Als Kind en Gezin een wijziging van de subsidietoekenning als vermeld in artikel 88, 1°, toekent, gaat die op zijn vroegste in op 1 januari van het vorige kalenderjaar. Als er al een saldoafrekening is gemaakt, kan de toekenning op zijn vroegste ingaan op 1 januari van het jaar van de aanvraag.

Als Kind en Gezin een wijziging van de subsidietoekenning als vermeld in artikel 88, 2° tot en met 6°, toekent, gaat die op zijn vroegste in op de datum van de beslissing tot toekenning.".

Art. 13.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015, 9 oktober 2015, 23 oktober 2015 en 24 juni 2016, wordt een titel 4/1, die bestaat uit artikel 112/1 tot en met artikel 112/6 ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel 4/1. Kind en Gezin als uitbetalingsinstelling

Art. 112/1.Kind en Gezin treedt op als uitbetalingsinstelling als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° er is een convenant gesloten tussen Kind en Gezin en een lokaal bestuur over de subsidiëring van kinderopvangplaatsen door het lokaal bestuur;2° het lokaal bestuur heeft een subsidie toegekend aan organisatoren om te werken met het systeem inkomenstarief, vermeld in artikel 27 tot en met artikel 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;3° de subsidie van het lokaal bestuur bestaat uit de bedragen, vermeld in artikel 17 tot en met artikel 19 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013;4° het lokaal bestuur heeft een aanvraag tot tussenkomst als uitbetalingsinstelling ingediend bij Kind en Gezin;5° na onderzoek door Kind en Gezin blijkt dat de werkwijze van het lokaal bestuur en de organisatoren, en de afspraken in het convenant het mogelijk maken dat Kind en Gezin optreedt als uitbetalingsinstelling.

Art. 112/2.De aanvraag tot tussenkomst als uitbetalingsinstelling wordt ingediend met een formulier dat Kind en Gezin ter beschikking stelt, en dat de volgende gegevens bevat: 1° de gegevens van het lokaal bestuur: a) de naam en het adres van het lokaal bestuur;b) de contactgegevens van het lokaal bestuur, waaronder minstens de voor- en achternaam, het telefoonnummer en het e-mailadres van de contactpersoon;2° de gegevens van de organisatoren die een subsidietoekenning van het lokaal bestuur hebben en waaraan een subsidie moet betaald worden, waaronder minstens de naam, het ondernemingsnummer en het aantal subsidieerbare plaatsen;3° de gewenste startdatum van de uitbetaling door Kind en Gezin;4° een verklaring op erewoord over het feit dat de persoon die de aanvraag indient, gemachtigd is om te handelen in naam van het lokaal bestuur;5° de datum en de handtekening. Het lokaal bestuur voegt bij het aanvraagformulier de beslissingen tot subsidietoekenning waarvoor hij de aanvraag indient.

Art. 112/3.Kind en Gezin onderzoekt de aanvraag en beslist uiterlijk dertig kalenderdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Art. 112/4.Als Kind en Gezin de aanvraag goedkeurt, zorgt het lokaal bestuur ervoor dat de betrokken organisatoren de gegevens, vermeld in artikel 7 tot en met 10 van het ministerieel besluit van 23 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2014 pub. 04/07/2014 numac 2014203367 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, bezorgen aan Kind en Gezin.

Kind en Gezin betaalt op basis van die gegevens, vermeld in het eerste lid, conform artikel 7 tot en met 9 van het ministerieel besluit van 23 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2014 pub. 04/07/2014 numac 2014203367 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, de subsidiebedragen rechtstreeks aan de organisator.

Kind en Gezin bezorgt elk kwartaal een factuur aan het lokaal bestuur.

Als een subsidiegroep zowel subsidieerbare plaatsen met basissubsidie en inkomenstarief van Kind en Gezin als van het lokaal bestuur heeft, wordt de te betalen subsidie verhoudingsgewijs verdeeld tussen Kind en Gezin en het lokaal bestuur.

Art. 112/5.Het toezicht op de naleving van de subsidievoorwaarden die het lokaal bestuur oplegt aan de organisatoren voor hun subsidie, wordt uitgevoerd door het lokaal bestuur, met uitzondering van de naleving van de voorwaarden, vermeld in artikel 21, 22, 23 en artikel 27 tot en met 36/1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013.

Als Kind en Gezin inbreuken vaststelt, bezorgt het die gegevens aan het lokaal bestuur.

Kind en Gezin neemt geen enkele bestuurlijke maatregel of bestuurlijke geldboete met betrekking tot de naleving van de subsidievoorwaarden voor de subsidie van het lokaal bestuur door de organisator.

Art. 112/6.Kind en Gezin stopt met de tussenkomst als uitbetalingsinstelling in de volgende gevallen: 1° het lokaal bestuur leeft de voorwaarden van het convenant of van de bepalingen, vermeld in artikel 112/4, niet na;2° het lokaal bestuur stopt de subsidiëring van de organisator.Het lokaal bestuur laat dat onmiddellijk weten aan Kind en Gezin; 3° het convenant wordt door het lokaal bestuur of door Kind en Gezin stopgezet.".

Art. 14.Artikel 7, 8, 9 en 13 hebben uitwerking met ingang van 15 maart 2017.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 september 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^