gepubliceerd op 15 maart 2019
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest
8 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods, bootman en diepzeeloods, artikel 7;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002035989 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest sluiten betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest;
Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor begroting, gegeven op 13 juni 2018;
Gelet op het advies van de Vlaamse Havencommissie van 2 oktober 2018;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 december 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002035989 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest sluiten betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° bevoegde instantie: de afdeling Scheepvaartbegeleiding van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;"; 2° er worden een punt 16° tot en met 23° aan toegevoegd, die luiden als volgt: "16° gecommitteerde: een ambtenaar met nautische ervaring van de afdeling Scheepvaartbegeleiding, belast met het toezicht op het afnemen van de bekwaamheidsproef;17° LNG: liquid natural gas;18° LNG-bunkerschip: vaartuig gebouwd voor het vervoeren van LNG, gebruikt om andere vaartuigen van LNG als scheepsbrandstof te voorzien met een maximale lengte over alles van 150 meter;19° Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;20° bekwaamheidsproef: het onderzoek naar de kennis en vaardigheid;21° bijzonder transport: een drijvend voorwerp dat in zodanige staat verkeert dat er een ernstige kans bestaat dat het bij de vaart de veiligheid van de scheepvaart in gevaar brengt of schade aan de werken veroorzaakt, dan wel zinkt of lading verliest;22° buitennormaal transport: een transport waarvan de lengte, de breedte, de hoogte boven water, de diepgang, de manoeuvreerbaarheid en de snelheid niet verenigbaar zijn met de karakteristieken en de afmetingen van de vaarweg of van de kunstwerken die gepasseerd moeten worden; 23° referentievaartuig: vaartuig waarvoor een algemene verklaring van vrijstelling of een verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen werd verleend en op basis waarvan andere vaartuigen door de bevoegde autoriteit al dan niet als vergelijkbaar zullen worden beschouwd.".
Art. 2.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1 wordt vervangen door wat volgt: "1.op de Belgische territoriale zee tussen de kruisstations van de loodsboten in zee en de Vlaamse kusthavens;"; 2° punt 3 wordt vervangen door wat volgt: "3.op het Belgische gedeelte van het zeekanaal van Gent naar Terneuzen, de Moervaart, en de dokken die op die wateren aansluiten;"; 3° punt 5 wordt vervangen door wat volgt: "5.de toegangsgeulen van de sluizen die op de voormelde wateren aansluiten."; 4° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid kan de bevoegde instantie loodsen op afstand opleggen.Tijdens het loodsen op afstand bevestigt de gezagvoerder de ontvangst van elk advies en herhaalt daarbij de koers- en vaartadviezen. Als de gezagvoerder afwijkt van een advies, meldt hij dat onmiddellijk.".
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° vaartuigen met een lengte tot en met tachtig meter;"; 2° in punt 5° worden de woorden "bevoegde autoriteit" vervangen door de woorden "bevoegde instantie"; 3° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° vaartuigen, gebouwd voor het winnen of vervoeren van zand, baggerspecie of grind, tenzij ze tijdens de vaart voor een ander doel worden ingezet;"; 4° er worden een punt 9° en een punt 10° toegevoegd, die luiden als volgt: "9° oorlogsvaartuigen die behoren tot de Marinecomponent van de Belgische Strijdkrachten, de Koninklijke Marine of een bondgenootschappelijke zeemacht; 10° vaartuigen die een loodstraject in de territoriale zee bevaren, zonder dat dit geschiedt ten behoeve van het aanlopen of het verlaten van een Vlaamse haven, Scheldehaven of ankerplaats.".
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden punt 2° en 3° vervangen door wat volgt: "2° als het vaartuig deel uitmaakt van een duwkonvooi, tenzij de bevoegde instantie een vrijstelling verleent; 3° als het vaartuig gesleept wordt, tenzij de bevoegde instantie een vrijstelling verleent.".
Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 5.§ 1. De algemene verklaring van vrijstelling wordt aan de gezagvoerder van een vaartuig uitgereikt als die slaagt voor een bekwaamheidsproef. § 2. De minister bepaalt: 1° de voorwaarden waaraan de gezagvoerder, namelijk de kapitein of de bevoegde officier die de navigatie leidt, die kandidaat-verklaringhouder is, moet voldoen om aan de bekwaamheidsproef te mogen deelnemen;2° welke instantie bevoegd is om een algemene verklaring van vrijstelling uit te reiken en om die eventueel aan te vullen;3° de procedure voor de aanvraag van de algemene verklaring van vrijstelling;4° de procedure voor de verdere afhandeling van de aanvraag van de algemene verklaring van vrijstelling;5° de inhoud, zowel theoretisch als praktisch, de organisatie, de procedure en de verdere afhandeling van de bekwaamheidsproef;6° de regels voor de herkansing;7° wat begrepen wordt onder het traject in het kader van een algemene verklaring van vrijstelling;8° de geldigheidsduur en de vorm van de algemene verklaring van vrijstelling;9° de verplichtingen van de verklaringhouder, alsook de controle op de naleving ervan;10° de voorwaarden, de procedure, de praktische afhandeling en de geldigheidsduur van de verlenging van de algemene verklaring van vrijstelling;11° de voorwaarden waaronder een algemene verklaring van vrijstelling kan worden ingetrokken;12° de voorwaarden waaronder, na intrekking, een nieuwe aanvraag kan worden ingediend om een algemene verklaring van vrijstelling te verkrijgen. § 3. De examencommissie, die belast is met de organisatie en het afnemen van de bekwaamheidsproef om een algemene verklaring van vrijstelling te verkrijgen, bestaat uit de volgende drie leden: 1° een voorzitter die loods is met de functie chef-loods bij de loodsdienst;2° twee leden die bevoegd zijn om te loodsen op het te examineren traject. Er wordt een gecommitteerde aangewezen, die belast is met het toezicht op het afnemen van de bekwaamheidsproef. De plaatsvervangers van de gecommitteerde moeten eveneens ambtenaren van de afdeling Scheepvaartbegeleiding zijn met nautische ervaring.
De leden van de examencommissie en de gecommitteerde geven ieder een afzonderlijke beoordeling van de bekwaamheidsproef. Er wordt bij meerderheid beslist. Bij staking van de stemmen is de beslissing van de voorzitter doorslaggevend.
De minister benoemt de voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter van de examencommissie voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden. De plaatsvervanger van de voorzitter moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als de voorzitter.
De minister benoemt de gecommitteerde en de plaatsvervangers van de gecommitteerde voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden.
De overige leden van de examencommissie worden ad hoc aangesteld door de voorzitter van de examencommissie of door zijn plaatsvervanger. § 4. Een algemene verklaring van vrijstelling wordt aangevraagd voor het referentievaartuig.
Om voor een of meerdere vaartuigen van hetzelfde type voor hetzelfde traject een algemene verklaring van vrijstelling aan te vragen, bepaalt de minister de voorwaarden en de procedure tot aanvraag en de praktische afhandeling ervan. De minister bepaalt ook de inhoud, de organisatie en de praktische afhandeling van eventuele bijkomende onderdelen van de bekwaamheidsproef voor die vaartuigen."
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 5/1.§ 1. De verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen wordt aan de gezagvoerder van een vaartuig uitgereikt als die slaagt voor een bekwaamheidsproef. De verklaring van vrijstelling is geldig onder voorwaarde dat het schip het havengebied niet verlaat. § 2. De minister bepaalt: 1° de voorwaarden waaraan de gezagvoerder, namelijk de kapitein of de bevoegde officier die de navigatie leidt, die kandidaat-verklaringhouder is, moet voldoen om aan de bekwaamheidsproef te mogen deelnemen;2° welke instantie bevoegd is om de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen uit te reiken en om die eventueel aan te vullen;3° de procedure voor de aanvraag van de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen;4° de procedure voor de verdere afhandeling van de aanvraag van de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen;5° de inhoud, zowel theoretisch als praktisch, de organisatie, de procedure en de verdere afhandeling van de bekwaamheidsproef;6° de regels voor de herkansing;7° wat begrepen wordt onder het traject in het kader van de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen;8° de geldigheidsduur en de vorm van de verklaring van vrijstelling voor LNG- bunkerschepen;9° de verplichtingen van de verklaringhouder, alsook de controle op de naleving ervan;10° de voorwaarden, de procedure, de praktische afhandeling en de geldigheidsduur van de verlenging van de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen;11° de voorwaarden waaronder de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen kan worden ingetrokken;12° de voorwaarden waaronder, na intrekking, een nieuwe aanvraag kan worden ingediend om de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen te verkrijgen. § 3. De examencommissie die belast is met de organisatie en het afnemen van de bekwaamheidsproef om de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen te verkrijgen bestaat minstens uit drie leden: 1° een voorzitter die loods is met de functie chef-loods bij de loodsdienst;2° twee loodsen van de loodsdienst die bevoegd zijn om te loodsen op het te examineren traject; De havenkapitein van de betrokken haven wordt uitgenodigd om deel uit te maken van de examencommissie.
Er wordt een gecommitteerde aangewezen, die belast is met het toezicht op het afnemen van de bekwaamheidsproef. De plaatsvervangers van de gecommitteerde moeten eveneens ambtenaren van de afdeling Scheepvaartbegeleiding zijn met nautische ervaring.
De leden van de examencommissie en de gecommitteerde geven ieder een afzonderlijke beoordeling van de bekwaamheidsproef. Er wordt bij meerderheid beslist.
De havenkapitein van de betrokken haven wordt door de betrokken haven aangewezen.
De minister benoemt de voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter van de examencommissie voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden. De plaatsvervanger van de voorzitter moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als de voorzitter.
De minister benoemt de gecommitteerde en de plaatsvervangers van de gecommitteerde voor een termijn van vijf jaar. Het mandaat kan verlengd worden.
De overige leden van de examencommissie worden ad hoc aangesteld door de voorzitter van de examencommissie of door zijn plaatsvervanger. § 4. De verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen wordt aangevraagd voor het referentievaartuig.
Om voor een of meerdere vaartuigen van hetzelfde type voor hetzelfde traject de verklaring van vrijstelling voor LNG-bunkerschepen aan te vragen, bepaalt de minister de voorwaarden en de procedure tot aanvraag en de praktische afhandeling ervan. De minister bepaalt ook de inhoud, de organisatie en de praktische afhandeling van eventuele bijkomende onderdelen van de bekwaamheidsproef voor die vaartuigen.".
Art. 7.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin worden de woorden "een verklaring van vrijstelling" vervangen door de woorden "een algemene verklaring van vrijstelling;2° in punt 2° en punt 3° worden de woorden "bevoegde autoriteit" vervangen door de woorden "bevoegde instantie"; 3° aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een vaartuig moet geen loods aan boord nemen, indien het een LNG-bunkerschip is waarbij de gezagvoerder over een verklaring van vrijstelling voor deze schepen beschikt.".
Art. 8.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 7.Als er sprake is van een situatie waarbij de weersomstandigheden of de omstandigheden van het vaartuig, de scheepvaart, de scheepvaartweg of een bijzonder of buitennormaal transport dat vereisen, kan de bevoegde instantie, in overleg met de loodsdienst: 1° de gezagvoerder die van de loodsplicht is vrijgesteld, loodsplicht opleggen;2° de vaartuigen die vrijgesteld zijn van de loodsplicht, loodsplicht opleggen; 3° het vaartuig de verplichting opleggen om van meer dan één loods gebruik te maken.".
Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin worden de woorden "bevoegde autoriteit" vervangen door de woorden "bevoegde instantie";2° aan punt 2° worden de volgende zinnen toegevoegd: "De gezagvoerder vult in dat geval een door de bevoegde instantie opgestelde vragenlijst in.Op basis van de ingevulde vragenlijst beslist de bevoegde instantie of aan het vaartuig een eenmalige vrijstelling van loodsplicht wordt verleend."; 3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° als het een verplaatsing maakt langs dezelfde kade, of een soortgelijke korte verplaatsing maakt binnen een scheepvaartweg.".
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 9/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 9/1.De verklaringen van vrijstelling die werden afgeleverd op basis van het ministerieel besluit van 20 juni 2005Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 20/06/2005 pub. 29/06/2005 numac 2005035765 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand sluiten betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 april 2017, blijven geldig voor de duur waarvoor zij werden afgegeven. Deze verklaringen van vrijstelling worden beschouwd als een algemene verklaring van vrijstelling.".
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 februari 2019.
De minister-president, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS