Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 september 2007
gepubliceerd op 23 oktober 2007

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidiëring van projecten in het kader van het Rubiconfonds in het begrotingsjaar 2007

bron
vlaamse overheid
numac
2007036776
pub.
23/10/2007
prom.
07/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/07/2007036776/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidiëring van projecten in het kader van het Rubiconfonds in het begrotingsjaar 2007


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003, meer bepaald op artikel 32;

Gelet op het begrotingsakkoord van 17 juli 2007;

Gelet op het advies nr. 43.443/1/V van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2007;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° begunstigde : de ontvanger van de toegekende subsidie;2° CIW : Coördinatiecommissie integraal waterbeleid zoals opgericht bij art.25 van het decreet van 18 juli 2003 houdende integraal waterbeleid; 3° het decreet : het decreet van 27 juni 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003; 4° kleinschalige investeringswerken : investeringswerken voor een minimumbedrag van euro 250.000 aan subsidiabele kosten en een maximumbedrag van euro 1.000.000 aan subsidiabele kosten; 5° de minister : het lid van de Vlaamse Regering, bevoegd voor ruimtelijke ordening;6° overheid : gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, provincies, polders en wateringen;7° project : kleinschalige investeringswerken uitgevoerd door een overheid of door de Vlaamse Landmaatschappij in samenwerking met een overheid voor zover zij geen overheidssubsidies van een andere instelling dan het Rubiconfonds ontvangen;8° projectsubsidie : de subsidie die voortvloeit uit het project;9° Rubiconfonds : de Vlaamse openbare instelling opgericht bij decreet van 27 juni 2003;10° de subsidiabele kosten : de totale projectkosten die voor een subsidie in het kader van dit besluit in aanmerking komen;11° toegekende subsidie : het bedrag van de projectsubsidie dat maximaal kan worden uitbetaald wanneer voldaan is aan alle voorwaarden van dit besluit en de subsidiebeslissing;12° Vlaamse Landmaatschappij : het publiekrechterlijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap, vermeld in het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij. HOOFDSTUK II. - Aanvraag en selectiecriteria

Art. 2.§ 1. De minister doet uiterlijk 15 augustus 2007 een oproep tot het indienen van aanvragen tot subsidiëring voor de projecten bedoeld in dit besluit. Uiterlijk op 22 oktober 2007 kan, door de overheid zoals omschreven in artikel 1, een aanvraag tot subsidiëring ingediend worden voor de projecten bedoeld in dit besluit. § 2. De projecten hebben betrekking op de kleinschalige investeringswerken bedoeld in art. 30, 1° en 2° van het decreet van 27 juni 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003 voor zover zij betrekking hebben op : 1° grondverwerving noodzakelijk om de infrastructuurwerken te kunnen uitvoeren;2° infrastructuurwerken;3° werken tot aanleg of aanpassing van de rechtstreekse toegang tot de in 2° bedoelde infrastructuurwerken;4° de bijhorende werken van natuurtechnische milieubouw bij de in 2° bedoelde infrastructuurwerken. § 3. Elke aanvraag van subsidie wordt ingediend bij de CIW en de aanvraag moet alle gegevens vermelden of toevoegen die voor de evaluatie van het project relevant zijn.

Het aanvraagdossier moet ten minste omvatten : - de identiteit van de aanvrager; - de specificering van het doelgebied waarop het project van toepassing is; - een beknopte beschrijving van het project en het belang van het project waarvoor de subsidie wordt aangewend; - de urgentie en/of prioriteit van het project; - een omschrijving van de werkzaamheden : plannen, gedetailleerde ramingen, zo mogelijk gestaafd met offertes; - een kostenraming van de werken opgesplitst naar de kosten die in aanmerking komen voor subsidie en de overige kosten; - een projectplan of stappenplan met timing vanaf beslissing tot realisatie van het project; - een beschrijving van het gewenste en meetbare eindresultaat; - een aanduiding op kadasterplan van de erfdienstbaarheden en de vereiste grondinnemingen. § 4. De CIW moet de in § 3 genoemde gegevens, die door deze als relevant beschouwd worden voor de beoordeling van de aanvraag, maar die niet spontaan door de aanvrager werden ingediend, zelf opvragen binnen een periode van vijftien kalenderdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag. De aanvrager voldoet daaraan binnen een periode van vijftien kalenderdagen.

Naast de in § 3 genoemde gegevens kan de CIW bovendien alle aanvullende inlichtingen vragen die zij nodig acht om de aanvraag te beoordelen.

Art. 3.De CIW bezorgt de ontvankelijk verklaarde aanvragen aan de minister en brengt advies uit aan de minister voor 10 december 2007.

De CIW bezorgt de minister tegelijkertijd ook een gemotiveerd overzicht van de eventueel door de CIW niet-ontvankelijk verklaarde aanvragen. Het advies van de CIW aan de minister omvat een gemotiveerde bespreking van de ingediende aanvragen, een geclusterd en gerangschikt voorstel van de te selecteren projecten en een voorstel van verdeling van de subsidies over de geselecteerde projecten, in acht genomen artikel 5.

De voorzitter van de CIW kan de aanvrager uitnodigen om zijn aanvraag mondeling te komen toelichten.

Art. 4.De CIW stelt uiterlijk op 21 september 2007 de selectiecriteria waaraan de aangevraagde projecten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor projectsubsidie vast, en legt die ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. HOOFDSTUK III. - Toekenning en voorwaarden van de subsidies

Art. 5.Binnen de perken van de begrotingskredieten beslist de minister, op voorstel van de CIW over de aanvragen die in aanmerking komen voor een projectsubsidie en over het bedrag van de toegekende subsidie.

Elke beslissing tot toekenning van de subsidie moet in het beschikkende gedeelte duidelijk melding maken van : 1° de begunstigde;in voorkomend geval, het samenwerkingsverband waarin de begunstigde of begunstigden actief zijn; 2° de omschrijving van het project waarvoor de projectsubsidie wordt toegekend;3° het bedrag van de toegekende subsidie, onverminderd de toepassing van artikel 5;4° de betalingsvoorwaarden, onverminderd de toepassing van artikel 6; De beslissing wordt door de minister overgemaakt aan het Rubiconfonds, dat instaat voor de verdere financiële afhandeling.

Het Rubiconfonds deelt de beslissing van de minister mee aan de aanvrager.

Art. 6.De subsidie bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten van het project.

Art. 7.§ 1. De aanvrager kan een voorschot van maximum 80 % van de toegekende subsidie op basis van het definitief aanvaarde aanvraagdossier krijgen, bij uitvoering van 20 % van de subsidieerbare werken. § 2. De aanvrager dient hiertoe bij de CIW een aanvraag tot conformiteitsattest in na uitvoering van 20 % van de subsidieerbare werken.

De aanvraag dient minstens te bevatten de vorderingsstaat waaruit blijkt dat 20 % van de subsidieerbare werken is uitgevoerd.

Door de CIW wordt, binnen de veertien kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag, het conformiteitsattest aan het Rubiconfonds bezorgd.

Het voorschot wordt uitbetaald door het Rubiconfonds binnen de vijfenveertig kalenderdagen na ontvangst van het conformiteitsattest.

Art. 8.§ 1. Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op basis van de goedgekeurde eindafrekening, in die zin dat het bedrag van de subsidie niet hoger kan zijn dan de bij definitieve aanvaarding van het aanvraagdossier goedgekeurde subsidie. § 2. Hiertoe dient de aanvrager binnen de drie jaar na de toekenning van de subsidie de eindafrekening in twee exemplaren over te maken aan de CIW. Deze periode kan door de CIW, na beoordeling van de gemotiveerde aanvraag, worden verlengd met maximaal 180 kalenderdagen.

De eindafrekening dient onder meer te bevatten : 1° het proces-verbaal van voorlopige oplevering;2° de eindstaat;3° de eventuele verrekeningen, bijakten en bijwerken;4° de facturen van alle vorderingsstaten en alle betaalbewijzen;5° een overzicht per vorderingsstaat (met vermelding van het bedrag, de eventuele herziening, de BTW, de eventuele boetes);6° het borgstellingsbewijs;7° een overzichtstabel van de gebruikte materialen en een overzicht van de afgeleverde attesten en keuringsverslagen;8° een overzicht van de uitvoeringstermijn;9° de saldoberekening. § 3. De CIW controleert de conformiteit van de uitgevoerde werken met de gegevens van het aanvraagdossier en de beslissing van de minister tot toekenning van de subsidie, en levert binnen de zestig kalenderdagen na ontvangst van het eindafrekeningsdossier een definitief advies af aan het Rubiconfonds. § 4. Door het Rubiconfonds wordt het saldo van de subsidie aan de begunstigde uitbetaald binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de CIW. Indien de kostprijs van de uitgevoerde subsidieerbare werken lager is dan de aanvaarde raming van de kosten, dan wordt de subsidie verminderd tot 50 % van de kostprijs van de subsidieerbare werken. In dit geval wordt de vastlegging lastens het Rubiconfonds verminderd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Dit besluit heeft ingang van 15 augustus 2007 en is van toepassing op alle projecten ingediend vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^